Base description which applies to whole site

35. Jeugd

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 12.718 miljoen art. 35 Jeugd 2,9%

Realisatie begrotingsuitgaven Veiligheid en Justitie € 12.718 miljoen art. 35 Jeugd 2,9%

Algemene doelstelling

Het beschermen van jeugdigen die in hun ontwikkeling worden bedreigd in de opvoed- en leefsituatie en het bestrijden van jeugdcriminaliteit en geweld in huiselijke kring.

Jeugdbescherming en jeugdreclassering

Rol en verantwoordelijkheid

In 2014 had de Minister op het gebied van jeugdbescherming en jeugdreclassering een regisserende rol op basis van de Wet op de Jeugdzorg. Vanaf 1 januari 2015 is de financiering van de jeugdbescherming en de jeugdreclassering gedecentraliseerd en loopt dit via het gemeentefonds. De Minister van Veiligheid en Justitie behoudt na de decentralisatie stelselverantwoordelijkheid voor het jeugdstelsel.

Jeugdsancties en preventie

De Minister heeft op het gebied van jeugdsancties en preventie verschillende rollen:

  • Een uitvoerende rol: de Minister beschikt over financiële en inhoudelijke voorwaarden op basis waarvan Halt, de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) en de sector Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) van DJI hun werkzaamheden uitvoeren in de strafrechtketen. De Minister is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van voldoende middelen (capaciteit, kwaliteit, tijdigheid) voor de tenuitvoerlegging van de sancties. Sturing geschiedt door middel van regelgeving, kaderstelling en financiering.

  • Een regisserende rol: de Minister is verantwoordelijk voor het (jeugd)strafrechtstelsel waarmee door middel van een effectieve aanpak jeugdcriminaliteit voorkomen wordt. De Minister heeft de regie op en een samenwerkingsrelatie met de gemeenten/steden, brancheorganisaties en de VNG betreffende de aanpak van jeugdcriminaliteit. Sturing geschiedt door middel van regelgeving, kaderstelling en financiering. De financiële middelen voor de uitvoering van de jeugdreclassering zijn overgeheveld naar de integratie-uitkering sociaal domein (onderdeel van het gemeentefonds).

Adoptie

De Minister heeft een uitvoerende rol op het gebied van interlandelijke adoptie en heeft in deze ook een sturingsverantwoordelijkheid ten aanzien van de Raad voor de Kinderbescherming en de vergunninghouders.

Decentralisatie Jeugdzorg

Beleidsconclusies

Per 1 januari 2015 is de jeugdbescherming en jeugdreclassering naar gemeenten gedecentraliseerd. Bij brief van 6 juli 201593 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de verwachte dalende trend in het aantal ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen en de daling in de gemiddelde doorlooptijd tussen de datum waarop de kinderrechter een maatregel uitspreekt en het eerste contact van de gezinsvoogd met de cliënt (cijfers 2014). Het aantal jeugdreclasseringsmaatregelen is in medio 2015 ten opzichte begin 2015 gedaald met 255 naar 7.87594. Hoewel het nog te vroeg is om conclusies te trekken over de doeltreffendheid van de decentralisatie, is op basis van deze informatie geen noodzaak gebleken tot bijstelling van het beleid.

Kinderbeschermingswetgeving

De herziene kinderbeschermingswetging is gelijktijdig met de jeugdwet in werking getreden. Daarmee is gehoor gegeven aan de motie-Ypma/ Voordewind95.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 35.1 Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

   

2013

2014

2015

2015

 

Verplichtingen

821.589

346.145

372.558

372.566

– 8

             
             

35.1 Apparaatsuitgaven Raad voor de Kinderbescherming

         
 

Personeel

138.152

139.981

147.354

134.177

13.177

 

waarvan eigen personeel

130.578

129.248

130.596

127.338

3.258

 

waarvan externe inhuur

6.363

8.944

15.483

5.569

9.914

 

waarvan overige personele uitgaven

1.211

1.789

1.275

1.270

5

 

Materieel

40.921

29.199

31.399

32.744

– 1.345

 

waarvan ICT

6.618

3.147

7.998

6.364

1.634

 

waarvan SSO's

17.460

17.503

15.405

15.910

– 505

 

waarvan overige materiele uitgaven

16.843

8.549

7.996

10.470

– 2.474

             

Programma-uitgaven

661.291

550.532

191.383

205.645

– 14.262

35.2 Uitvoering jeugdbescherming en voogdij AMV's

         
 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         
 

Landelijk Bureau inning Onderhoudsbijdrage

4.066

4.732

1.607

2.772

– 1.165

 

NIDOS – opvang

25.501

0

0

0

0

 

Bijdrage medeoverheden

         
 

Bureaus jeugdzorg – jeugdbescherming

302.406

282.043

653

0

653

 

BES Voogdijraad

 

1.069

1.348

1.248

100

 

Overig Uitvoering jeugdbescherming en voogdij AMV's

 

1.920

72

0

72

 

Subsidies

         
 

Subsidies jeugdbescherming

3.812

5.964

1.203

4.893

– 3.690

 

Overig Uitvoering jeugdbescherming en voogdij AMV's

 

2.926

537

0

537

 

Opdrachten

         
 

Jeugdbescherming – Regeling tegemoetkoming adoptiekosten

1.576

13

126

900

– 774

 

Stelsel Jeugdzorg

192

193

470

100

370

 

Bestrijding huiselijke geweld en kindermisbruik

2.003

367

526

277

249

 

Overig Uitvoering jeugdbescherming en voogdij AMV's

 

120

5

0

5

35.3 Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd

         
 

Bijdrage Agentschappen

         
 

DJI – jeugd

241.199

169.690

165.167

160.998

4.169

 

Bijdrage ZBO's/RWT's

         
 

Halt

13.542

11.954

10.825

11.723

– 898

 

Bijdrage medeoverheden

         
 

Bureaus jeugdzorg – jeugdreclassering

65.133

62.204

0

0

0

 

Overig Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd

 

806

287

0

287

 

Subsidies

         
 

Overig Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd

 

670

342

0

342

 

Opdrachten

         
 

Bestrijding jeugdcriminaliteit & jeugdgroepen

0

1.410

1.288

4.020

– 2.732

 

Projecten jeugd straf

1.410

909

3.482

14.914

– 11.432

 

Veiligheidshuizen

451

0

0

0

0

 

Taakstraffen/erkende gedragsinterventies

0

3.542

3.445

3.800

– 355

             

Ontvangsten

13.082

13.321

16.998

1.487

15.511

35.1 Apparaatsuitgaven Raad voor de Kinderbescherming

De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), een onderdeel van het Ministerie van VenJ, heeft de taak om kinderen te beschermen indien de ontwikkeling van het kind in gevaar komt. De RvdK heeft een taak op terrein van bescherming, gezag en omgang, straf en ASAA (Afstand, Screening van pleeg en Aspirant-adoptiegezinnen, Adoptie en Afstemmingsvragen). Vanuit dit artikel worden de apparaatsuitgaven van de Raad voor de Kinderbescherming gefinancierd.

Bij de Raad voor de Kinderbescherming is er voor € 9,9 mln. meer geld uitgegeven aan externe inhuur. Het merendeel van deze extra uitgaven heeft betrekking op de verbetering van inkoop, financieel beheer (€ 1,5 mln.) en ICT-beheer (€ 4,2 mln.). Ook is meer ingehuurd vanwege het tijdelijk invullen van formatieplaatsen en vacatures gelet op de kwartiermakersfase voor een organisatieverandering (€ 1,5 mln.). De overige mutaties betreffen diverse kleinere posten.

Tabel 35.2 Productiegegevens RvdK
   

Realisatie

Raming

 

2014

2015

2015

Coördinatie taakstraffen

11.100

7.829

10.276

Strafonderzoek 2A

14.628

10.924

14.628

Strafonderzoek 2B

8.135

7.114

7.403

Onderzoeken schoolverzuim

4.700

3.216

4.700

Strafonderzoek GBM

170

118

170

Aantal beschermingszaken

18.209

15.482

17.622

RvdK Adoptiegerelateerde zaken

2.500

1.945

2.500

Aantal gezag en omgangszaken

4.900

5.204

4.900

Bron: Twaalfmaandsrapportages 2015

Toelichting

De RvdK is in 2013 begonnen via selectiviteit op de producten invulling te geven aan de bezuinigingen. De afgelopen drie jaar is er door selectiever werken sprake van een dalende instroom. De RvdK loopt voor op de overeengekomen afspraken waardoor realisaties lager zijn dan begroot en lager dan in 2014.

35.2 Uitvoering Jeugdbescherming en voogdij AMV’s

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage (LBIO)

Het LBIO is een overheidsinstelling (ZBO) en verricht in opdracht van de Ministers van VenJ en VWS wettelijke taken op het gebied van onderhoudsbijdragen (inning kinder- en partneralimentatie en inning internationale alimentatie).

Tabel 35.3 Productiegegevens LBIO
 

Realisatie

2013

Realisatie

2014

Raming

2015

Realisatie

2015

Aantallen producten

       

Alimentatie

43.277

41.414

44.900

40.595

Internationale alimentatie

4.167

4.380

3.910

4.561

ouderbijdragen

169.760

160.506

0

21.3031

         

Kosten per geïnde euro

       

Alimentatie

€ 0

€ 0,01

€ 0,05

€ 0,01

Internationale alimentatie

€ 0,18

€ 0,15

€ 0,20

€ 0,16

ouderbijdragen

€ 0,17

€ 0,13

€ 0,04

1

Per 1 januari 2015 is de taak voor het innen van ouderbijdragen overgedragen aan het Centraal Administratie Kantoor (CAK) van VWS. Met het LBIO is afgesproken dat zij reeds bij het LBIO lopende zaken afronden. De gerealiseerde productie voor ouderbijdragen betreft deze reeds lopende zaken.

Bijdrage aan medeoverheden

Bureaus jeugdzorg (BJZ) – jeugdbescherming

De realisatie op dit artikel betreft een nabetaling subsidievaststelling.

BES Voogdijraad

De BES Voogdijraad heeft civielrechtelijke en strafrechtelijke taken. De voogdijraad is, naast de civiele onderzoeks- en rekestrerende taak, bezig met het opzetten en ontwikkelen van taakstraffen en sinds juni 2010 met de uitvoering van jeugdreclassering. Daarnaast heeft de voogdijraad nog een financiële taak: bemiddeling, inning en uitbetaling van kinderalimentatie.

Subsidies

Subsidies Jeugdbescherming

De Minister subsidieert meerdere organisaties en initiatieven die betrekking hebben op de jeugdbescherming. Onder deze post vallen diverse kleinere subsidies zoals Centrum Internationale Kinderontvoering (IKO) en Stichting Adoptievoorzieningen (SAV)) en internationale contributies. De onderuitputting is deels te verklaren doordat een aantal projecten bij jeugdbescherming is vertraagd en uiteindelijk geen doorgang gevonden hebben in 2015.

Opdrachten

Regeling tegemoetkoming adoptiekosten

De Regeling tegemoetkoming adoptiekosten tot het verstrekken van een vergoeding van € 3.700,– voor buitenlandse kinderen waarvan de adoptie is afgerond in de periode 2009 tot en met 2012. De periode waarin een aanvraag voor een vergoeding kon worden ingediend verliep op 1 januari 2016. Er is minder aanspraak op deze regeling gemaakt dan verwacht.

Stelsel jeugdzorg

Het nieuwe jeugdstelsel en het daarmee gepaard gaande decentralisatieproces is goed en zonder incidenten verlopen. De beoogde transformatie van de jeugdbescherming is ingezet: het aantal kinderbeschermingsmaatregelen blijft dalen, nieuwe werkvormen worden ontwikkeld. Gemeenten maken zich hun nieuwe verantwoordelijkheden steeds meer eigen.

Bestrijding huiselijk geweld en kindermisbruik

Huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel misbruik zijn omvangrijke problemen in Nederland. Dit geldt in het bijzonder voor minderjarige slachtoffers. Doordat het geweld veelal achter gesloten deuren plaatsvindt, is een belangrijke doelstelling het vergroten van de zichtbaarheid van de problematiek. In 2014 is aan het Actieplan aanpak kindermishandeling 2012–2016 «Kinderen Veilig» uit voering gegeven. Diverse acties zijn gefinancierd, zo ontving het Nederlands Forensisch Instituut een bijdrage om het team forensisch artsen voor kinderen te gaan uitbreiden en om trainingen op te zetten voor regionaal werkende forensisch artsen over kindermishandeling. Ook de Taskforce Kindermishandeling ontving een bijdrage voor haar activiteiten. Zoals in het actieplan is aangekondigd heeft halverwege de looptijd een midterm review plaatsgevonden. Het merendeel van de acties is inmiddels afgerond.

35.3 Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd

Bijdrage aan agentschappen

DJI-Jeugd

De DJI zorgt namens de Minister voor de tenuitvoerlegging van straffen en vrijheidsbenemende maatregelen, die na een beslissing van een rechter zijn opgelegd. Voor jeugdigen vindt deze tenuitvoerlegging plaats in een justitiële jeugdinrichting (JJI). Jaarlijks krijgt DJI een budget toegewezen vanuit het VenJ en worden afspraken gemaakt over de door DJI te leveren prestaties.

Tabel 35.4 Prestatie-indicator Jeugdsancties
 

Realisatie

Prognoses

2013

2014

2015

2015

Percentage jeugdigen waarvoor binnen 3 weken na instroom JJI eerste perspectiefplan gereed is

62%

80%

67%

85%

Percentage jeugdigen dat bij uitstroom JJI beschikt over dagbesteding

90%

90%

83%

90%

Percentage jeugdigen dat bij uitstroom JJI beschikt over een woonplek

97%

92%

92%

92%

Toelichting

In 2015 is binnen een pilot geëxperimenteerd met een nieuwe werkwijze met betrekking tot de perspectiefplannen. Deze pilot is positief geëvalueerd. In 2016 worden de uitkomsten van de pilot geïmplementeerd binnen de gehele sector. Dat de totaalcijfers over 2015 enigszins achterblijven bij de verwachting, hangt samen met de lopende reorganisatie in het kader van de samenvoeging van de rijksinrichtingen op grond van het Masterplan DJI. De particuliere inrichtingen scoren over het algemeen dicht bij het streefpercentage.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

HALT

Halt is als RWT verantwoordelijk voor de uitvoering van de Halt-afdoening (artikel 77e Wetboek van Strafrecht). De Minister financiert de Halt-afdoening. Naast deze repressieve activiteiten voert Halt ook preventieve activiteiten uit. Deze activiteiten worden grotendeels door gemeenten gefinancierd (aangevuld met incidentele bijdragen van provincies of andere fondsen).

Tabel 35.5 Productiegegevens Halt
 

2010

2011

2012

2013

2014

Realisatie 2015

Raming 2015

Haltafdoeningen

18.082

17.205

18.820

16.733

16.891

16.508

18.500

Opdrachten

Bestrijding Jeugdcriminaliteit en Jeugdgroepen

De aanpak van jeugdcriminaliteit en jeugdgroepen is door gemeenten, politie en OM met ondersteuning van VenJ ook in 2015 succesvol voortgezet. De aanpak jeugdgroepen is gericht op het stellen van grenzen bij onaanvaardbaar gedrag en het bieden van perspectief aan deze jongeren. De lokale partners worden door VenJ ondersteund door middel van een integrale aanpak: tijdig signaleren, ingrijpen, nazorg en het verbinden van straf, zorg, onderwijs en werk. De werkzame formule van de lokale integrale werkwijze wordt inmiddels op meer thema’s toegepast: kindermishandeling, Licht Verstandelijk Beperkte personen (LVB) en herijking Veiligheidshuizen. De lokale integrale aanpak wordt verder doorontwikkeld en uitgerold.

Projecten Jeugdstraf

De onderuitputting op projecten jeugd straf is met name veroorzaakt doordat het verwachte beroep op frictiekosten in het kader van de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) zich maar in zeer beperkte mate heeft voorgedaan (ca. € 4 mln. onderuitputting). Daarnaast zijn bij Najaarsnota 2015 verschillende posten op artikel 35.3 de kaders naar beneden bijgesteld en zijn er budgetten overgeboekt naar andere artikelen in het kader van de reorganisatie bij de beleidsdirecties binnen DGSenB zoals bijvoorbeeld Adolescentenstrafrecht en EC Jeugd. Bij bestrijding jeugdcriminaliteit en jeugdgroepen is sprake geweest van overheveling van beleidsgeld naar apparaat conform de «Bloktoets» en goedgekeurd door het Ministerie van Financiën en DFEZ.

Taakstraffen/erkende gedragsinterventies

Gedragsinterventies worden bij jongeren ingezet met het doel recidive in de toekomst te verminderen.

Ontvangsten

Op artikel 35 Jeugd is voor € 17 mln. aan ontvangsten verantwoord. Dit betreffen met name terugbetalingen van LBIO (€ 3,1 mln.), Jeugdzorg Nederland (€ 1,6 mln.), PRIMA gelden (€ 3,5 mln.), DJI (€ 1,9 mln.) en Stichting HALT (€ 1,0 mln.).

Verder is bij de Raad voor de Kinderbescherming voor € 3,2 mln. aan meerontvangsten opgetreden dit met name als gevolg van selectiever werken en mobiliteit (met daaruit voortvloeiende extra ontvangsten IF-contracten/detacheringen).

93

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 31 839, nr. 480.

94

Jeugdbescherming en jeugdreclassering 1e halfjaar 2015, centraal bureau voor de statistiek.

95

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 31 839, nr. 363.

Licence