Base description which applies to whole site

13 Een excellent ondernemingsklimaat

Algemene doelstelling

Bedrijven zijn de motor achter economische groei. De overheid zet zich in om de juiste voorwaarden voor een excellent ondernemersklimaat te creëren, zodat bedrijven kunnen investeren en groeien. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de concurrentiekracht van negen topsectoren en groene groei.

Om deze doelstelling te bereiken zet de Minister van Economische Zaken enerzijds financiële instrumenten in, zoals borgstellingen en garanties. De financiële instrumenten verbeteren de toegang tot financiering voor het Nederlandse bedrijfsleven

Daarnaast maakt de Minister van Economische Zaken gebruik van niet-financiële instrumenten, zoals het terugdringen van onnodige regeldruk en het verbeteren van (digitale) dienstverlening aan bedrijven. Onder deze doelstelling valt ook het opschalen van ICT toepassingen om maatschappelijke en economische uitdagingen op te lossen, bijvoorbeeld met de ICT-doorbraakprojecten. Via onder andere het interdepartementaal programma Biobased Economy, de Green Deal aanpak en het aanpassen van belemmerende regelgeving wordt bijgedragen aan groene economische groei.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Economische Zaken is vanuit een stimulerende rol verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een excellent ondernemingsklimaat door:

Stimuleren

  • Het stimuleren van de juiste randvoorwaarden en grootschalige implementatie van digitale voorzieningen die de overheidsdienstverlening aan ondernemers verbeteren, zoals het Ondernemingsdossier en het digitaal Ondernemersplein.

  • Realiseren van tien publiek-private ICT-doorbraakprojecten, ondermeer gericht op het vergroten van het gebruik en kennis van ICT door het midden- en kleinbedrijf, in de topsectoren en in sectoren als logistiek, agro, onderwijs en de zorg. Dit wordt met name gerealiseerd door het gericht oplossen van belemmeringen op het terrein van standaardisatie, wet- en regelgeving en het gebruik van ICT.

  • De stimulering, coördinatie en facilitering van de transitie naar een biobased economy.

  • Het stimuleren van een ambitieuze en duurzame ondernemerschapscultuur.

  • Het bevorderen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

  • Het bevorderen van innovatiegericht inkopen.

Regisseren/faciliteren

  • De kabinetsbrede coördinatie van het topsectorenbeleid.

  • De coördinatie en het faciliteren van het kabinetsbrede regeldrukverminderingsprogramma «Goed Geregeld, een verantwoorde vermindering van regeldruk 2012–2017». In dit programma zijn de vakministers verantwoordelijk voor de regeldrukvermindering op hun beleidsterrein. De Minister van Economische Zaken coördineert de aanpak voor bedrijven, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de aanpak voor burgers en professionals, evenals het lokaal toezicht.

  • Faciliteren van het Nederlandse bedrijfsleven in hun duurzame grondstoffenvoorzieningszekerheid zoals in de grondstoffennotitie.

  • De coördinatie van het Groene Groei-traject en de Green Deal aanpak.

  • Het verbeteren van de dienstverlening aan de ondernemers door middel van Ondernemerspleinen.

  • Het ondersteunen van de toegang tot (risico)kapitaal voor bedrijven.

  • Het waarborgen van een internationaal level playing field.

  • Een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt.

  • Het verbeteren van de match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor technisch personeel (Techniekpact).

Uitgangspunt is de juiste randvoorwaarden te creëren en ondernemers de ruimte te geven voor vernieuwing en groei. In dialoog met bedrijven, maatschappelijke organisaties en medeoverheden worden kansen benut en knelpunten opgelost. De Minister van EZ is gesprekspartner en aanspreekpunt voor het bedrijfsleven, sectoren, branches en individuele bedrijven. De overheid is terughoudend met ingrijpen in het bedrijfsleven, maar er kan soms een rol zijn in geval van externe effecten, informatie-asymmetrie of verstorend gedrag van (internationale) overheden. Hiervoor zet de Minister zowel financiële instrumenten in, zoals garanties en subsidies aan bedrijven en instellingen, als niet financiële instrumenten.

Kengetallen; Ondernemingsklimaat van Nederland

1 – Global Competitiveness Index

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Positie van Nederland

8e

7e

5e

8e

8e

5e

Bron: World Economic Forum (Global Competitiveness Report, 2015–2016)

           
             

2 – Ondernemersquote

2010

2011

2012

2013

2014

2015

% zelfstandig ondernemer binnen werkzame beroepsbevolking

13,6%

13,6%

13,9%

14,1%

14,7%

14,8%

Bron: CBS

         

(derde kwartaal)

             

3 – Investeringsquote van bedrijven

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Nederland

15,2%

16,7%

15,8%

15,6%

15,6%

15,9%

Bron: CPB (CEP, 2015)

           
             

4 – Aandeel snelle groeiers

 

2007/2010

2008/2011

2009/2012

2010/2013

2011/2014

Nederland

 

3,7%

3,7%

4,0%

3,2%

3,1%

Bron: CBS

           
             

5 – Ranglijst van digitale economieën

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Positie van Nederland

9

11

6

4

4

4

Bron: Global Information Technology Report (World Economic Forum)

           
  • 2. Ondernemersquote: De oude cijferreeks over de ondernemersquote via EIM/Panteia is stopgezet. In plaats daarvan wordt nu gebruik gemaakt van de gegevens van het CBS (het aantal zelfstandig ondernemers in de werkzame beroepsbevolking uitgedrukt in een percentage).

  • 3. Investeringsquote van bedrijven: Met het verschijnen van het Centraal Economisch Plan in 2015 is de tijdsreeks van de Investeringsquote in voorgaande jaren ook bijgewerkt. Daarmee ontstaan er verschillen tussen deze cijfers en de cijfers die in de begroting 2015 werden gepresenteerd.

  • 5. Ranglijst van digitale economieën: Nederland is 4e in ranking Global Information Technology Report 2015 van april 2015. Onze ambitie is om tot de top-5 te behoren. Nederland scoort goed op de mate waarin bedrijven hun verdienmodellen volledig digitaal maken, zoals bv. booking.com. Ook doet Nederland het goed qua adoptie van internettechnologie om de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en de overheid te vergroten. Denk bijvoorbeeld aan de inburgering van online winkelen en de betaalservice iDeal.

Beleidsconclusies

Bedrijfsfinanciering

De financiering van het bedrijfsleven, en met name van het MKB, is verbeterd. Uit de Financieringsmonitor 2015–2 blijkt dat bedrijven de gezochte financiering weer vaker hebben aan kunnen trekken, waarbij het kleinbedrijf iets achterblijft. De aangekondigde maatregelen in het Aanvullend Actieplan MKB-financiering (TK, 32 637, nr. 147) zijn inmiddels voor een belangrijk deel in gang gezet. Het toegenomen gebruik van de bestaande financieringsinstrumenten, zoals de Borgstelling MKB, de Garantie Ondernemingsfinanciering en de Groeifaciliteit, in combinatie met het aanvullend actieplan hebben bijgedragen aan de verbetering van de financiering van het bedrijfsleven.

Ambitieus ondernemerschap

Start ups zijn van belang voor het ontwikkelen en op de markt brengen van nieuwe producten, diensten en processen. Daarnaast zorgen ze ervoor dat de gevestigde orde «scherp» blijft. In januari 2015 is ter versterking van het start up klimaat de StartupDelta gelanceerd met Neelie Kroes als special envoy startups. Belangrijke resultaten tot nu toe zijn de introductie van het startup visum, de lancering van de Startupbox en de Corporate Launchpad. De inzet op startups werpt zijn vruchten af: volgens de Global Startup Ecosystem Ranking 2015 is Amsterdam/StartupDelta na Berlijn en Londen het snelst groeiende startup ecosysteem van Europa.

Techniekpact

Via het Techniekpact wordt er via regionale aanpak beter ingespeeld op de specifieke arbeidsmarktvraagstukken en het in stand houden van relevant onderwijsaanbod in de techniek. De overkoepelende ambitie van het Techniekpact is dat 4 op de 10 jongeren een technische opleiding volgt in 2020 (voor het MBO is de tussentijdse ambitie gesteld op 30% in 2016). Voor het schooljaar 2014/2015 volgt in het middelbaar beroepsonderwijs 31% een technische opleiding (in 2005/2006 was dit 29%). Het aandeel instromende studenten bètatechniek steeg in het hoger beroepsonderwijs van 18% in 2004/2005 naar 22% in 2014/15, in het wetenschappelijk onderwijs is het percentage gestegen van 26% in 2004/05 naar 35% in 2014/2015. De cijfers tonen een positieve trend wat betreft stijgende instroom in technische opleidingen, waarmee de ambitie van 4 op 10 in 2020 binnen bereik is.

Groene Groei en Biobased Economy

  • De transitie naar groene groei en een duurzame samenleving krijgt vorm door de inspanningen van bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden (Tussenbalans Groene Groei). Marktpartijen investeren in onderzoek, ontwikkeling en fabricage van nieuwe productmarktcombinaties wanneer er sprake is van een haalbare business case. Het zoeken naar prikkels in markten en het in de prijs van goederen en diensten tot uitdrukking brengen van de maatschappelijke kosten is een opgave voor het groenegroeibeleid. De derde Monitor Duurzaam Nederland laat zien dat in het laatste decennium de Nederlandse economie (onze productie) is gegroeid, terwijl bijna alle emissies en het verbruik van grondstoffen zijn afgenomen. Dat betekent dat er overwegend sprake is geweest van een absolute ontkoppeling tussen economische groei en milieudruk. Voor energie is sprake van een relatieve ontkoppeling; het energiegebruik is minder snel gegroeid dan de economie. Europees gezien scoort Nederland daarmee gemiddeld.

  • Met het afsluiten van 17 nieuwe Green Deals is het portfolio gegroeid tot 193 deals. Hiermee zijn nieuwe netwerken en ketens gerealiseerd die potentieel bij kunnen dragen aan groene groei. Inmiddels zijn 125 deals afgerond. Ook krijgen deals navolging of schalen ze op. Een voorbeeld hiervan is de menukaart uit de Green Deal Groene Grachten voor het energiezuiniger maken van historische panden in Amsterdam. Deze menukaart wordt nu landelijk uitgerold. Daarnaast hebben Green Deals geleid tot aanpassingen van wet- en regelgeving. Met de Experimenten AmvB («Besluit experimenten decentrale duurzame elektriciteit opwekking») heeft de Rijksoverheid ervoor gezorgd dat initiatieven voor lokale opwekking van energie gestimuleerd worden waarmee een versnelling van lokale opwekking mogelijk wordt. De aanpak is verder verbreed worden naar het maatschappelijke domein gezondheid. In november heeft Minister Schippers de Health Deal aanpak gelanceerd en is het Health Deal loket bij RVO.nl geopend.

  • EZ zet in op de stimulering, coördinatie en facilitering van de transitie naar een BioBased Economy (BBE). Daartoe is in actieve samenwerkingsverbanden met medeoverheden, bedrijfsleven, wetenschap en maatschappelijke organisaties binnen de groene groei agenda aan ontwikkeling gewerkt. Het resultaat is in 2015 zichtbaar geworden door de gestage groei van de BioBased Economy. De afgelopen drie jaar is door circa 700 bedrijven individueel of in partnerships voor € 1,5 mld in 800 biobased projecten geïnvesteerd. De directe en indirecte toegevoegde waarde van BBE bedroeg € 4,3 mld en leverde 44.000 fte aan werkgelegenheid (monitor 2014).

ICT en regeldruk

  • In 2015 zijn er weer nieuwe stappen gezet om de ambities uit het kabinetsbrede regeldrukprogramma «Goed Geregeld, een verantwoorde vermindering van regeldruk 2012–2017» te behalen. Zo is er ten aanzien van de doelstelling om de regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals met € 2,5 mld te verminderen reeds voor € 1,8 mld aan maatregelen gerealiseerd (najaarsrapportage regeldruk van 18 december 2015, nr. 29 515 nr. 372). Dat is een stijging van ruim € 600 mln ten opzichte van 2014. Het genereren van nieuwe maatregelen om de € 2,5 miljard doelstelling verder mee in te vullen, is nog wel een aandachtspunt. Door een aantal tegenvallers is er nu voor € 2,3 mld aan plannen geïnventariseerd ten opzichte van € 2,35 mld in 2014. Om de daling in het cijferbeeld tegen te gaan en de ontbrekende € 200 mln op te halen, heeft het kabinet eind 2015 daarom besloten om een nieuwe inventarisatie te starten naar regeldrukverminderende maatregelen.

  • Ook in het verminderen van regeldruk door digitalisering van de overheidsdienstverlening is in 2015 vooruitgang geboekt. Ondernemers vinden op het Ondernemersplein.nl snel en laagdrempelig alle nuttige overheidsinformatie die voor hen van belang is. Er zijn inmiddels 700.000 bezoekers per maand. De groeiversnelling van de eHerkenning zet door, er zijn inmiddels 250.000 inlogmiddelen bij bedrijven waarmee zij kunnen inloggen bij 160 overheidsorganisaties. De efficiënte digitale gegevensuitwisseling tussen bedrijven en overheid met Standard Business Reporting neemt steeds verder toe en alle zeventien door VNO-NCW en MKB Nederland als prioritair aangemerkte digitale regelhulpen zijn inmiddels beschikbaar.

  • ICT binnen het topsectoren beleid verder aan te jagen heeft het Team ICT ook in 2015 een aantal belangrijke stappen gezet. Er is een human capital agenda opgesteld en er is een ambitieuze kennis en innovatie agenda opgesteld waaraan onderzoeksinstellingen, bedrijven en overheid gezamenlijk gaan bijdragen. Hierin is onder andere een meerjarig programma voor big data onderzoek en innovatie gelanceerd waar bedrijven (grote en kleine ICT-gebruikers en ICT-aanbieders) en onderzoeksinstellingen samenwerken aan toepassingen voor (over)morgen. De focus is gericht op sectoren met grote economische potentie: smart industry, energie (onder andere smart grids), zorg (onder andere diagnostiek, gezonde voeding en personal health), cyber security en logistiek. NWO, TNO en EZ ondersteunen dit programma met € 40 mln in totaal voor de jaren 2016–2017.

  • De gewenste resultaten voor het Ondernemingsdossier blijven achter. De digitale wereld verandert namelijk snel en gebleken is dat ondernemers behoefte hebben aan meer samenhang tussen voorzieningen van de overheid, zoals het Ondernemingsdossier en ondernemersplein.nl. Het kabinet heeft daarom ingezet op een beleidswijziging om samenhang te realiseren bij het aanbieden van digitale voorzieningen voor bedrijven. Dit betekend dat het Ondernemingsdossier door ontwikkelt naar een voorziening onder de naam «mijn overheid voor bedrijven» waar Berichtenbox, Ondernemersplein en voormalige Ondernemingsdossier in samenhang worden aangeboden. De verwachting is dat dit een verdere impuls zal geven aan het aantal ondernemers dat van het Ondernemingsdossier gebruik wil maken. Deze wijziging is opgenomen in najaarsrapportage regeldruk van 18 december 2015, (TK, 29 515, nr. 372).

  • In 2015 zijn onder leiding van de Nationaal Commissaris Digitale Overheid belangrijke stappen gezet in het verder realiseren van een digitale overheid. Er is overheidsbreed dekking gevonden voor de bestaande knelpunten in de financiering van de digitale overheid. Daarnaast is er rond de Ministeriële Commissie Digitale Overheid een interdepartementale besluitvormingsstructuur opgezet om digitale overheidsdienstverlening verder te laten toenemen. Mede namens de Minister van EZ heeft de Minister van BZK de uitgangspunten vastgesteld voor wetgeving voor de zogenaamde Generieke Digitale Infrastructuur van de overheid. Het Ministerie van EZ levert aan dit alles een belangrijke bijdrage, vanuit de beleidsverantwoordelijkheid voor de digitale overheid voor bedrijven.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2011

2012

2013

2014

2015

2015

2015

VERPLICHTINGEN

1.370.342

977.386

725.485

757.490

928.330

1.798.832

– 870.502

Waarvan garantieverplichtingen

1.192.913

709.448

463.183

516.609

722.430

1.591.250

– 868.820

UITGAVEN

271.467

312.203

436.722

404.941

294.859

306.921

– 12.062

               

Garanties

87.913

144.946

114.100

153.377

91.429

95.886

– 4.457

BMKB

73.605

126.302

102.422

124.334

65.330

71.000

– 5.670

Groeifaciliteit

2.447

2.270

2.360

2.168

3.499

9.365

– 5.866

Groeifaciliteit begrotingsreserve

       

12.000

 

12.000

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

11.861

16.374

9.274

17.875

10.600

11.842

– 1.242

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit

   

44

   

3.679

– 3.679

Garantie MKB-financiering

     

9.000

     
               

Subsidies

68.792

71.136

77.685

30.567

26.537

41.473

– 14.936

Bevorderen ondernemerschap

6.636

7.928

7.383

8.254

10.675

27.222

– 16.547

Interdepartementaal Programma Biobased Economy

5.598

12.521

7.829

3.509

951

1.500

– 549

Microkrediet

851

750

30.989

506

300

 

300

Uitfinanciering subsidies

55.707

49.937

31.484

18.298

14.611

12.751

1.860

               

Opdrachten

67.163

34.353

24.660

24.104

21.411

24.110

– 2.699

Onderzoek & ontwikkeling

8.901

3.942

4.706

2.640

2.120

1.402

718

ICT-beleid

35.516

28.974

18.118

20.001

18.040

17.819

221

Beleidsvoorbereiding en evaluaties

17.870

283

831

459

 

2.559

– 2.559

Regiegroep Regeldruk/ACTAL

4.876

1.154

1.005

1.004

1.251

2.330

– 1.079

               

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

24.588

22.195

21.701

17.034

13.536

17.855

– 4.319

NBTC

18.421

15.213

13.536

10.152

8.810

8.471

339

UNWTO

 

252

271

291

313

240

73

Bijdragen aan instituten

6.167

6.730

7.894

6.591

4.413

9.144

– 4.731

               

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

 

18.496

153.144

150.288

109.287

107.271

2.016

Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen

 

18.496

153.144

150.288

109.287

107.271

2.016

               

Bijdragen aan agentschappen

23.011

21.077

45.430

29.573

32.659

20.326

12.333

RVO

12.279

8.368

28.582

25.906

30.501

18.117

12.384

Logius

10.732

12.709

8.699

3.645

2.158

2.209

– 51

DICTU

   

8.149

22

     
               

ONTVANGSTEN

77.797

41.763

37.435

55.967

63.493

78.041

– 14.548

BMKB

32.674

23.645

21.544

30.389

32.307

25.000

7.307

BMKB begrotingsreserve

       

12.387

25.406

– 13.019

Groeifaciliteit

1.930

2.154

2.047

2.436

2.964

8.000

– 5.036

Garantie Ondernemingsfinanciering

13.226

13.391

10.160

18.992

9.443

13.000

– 3.557

Garantie Ondernemingsfinanciering begrotingsreserve

       

1.898

 

1.898

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit

– 

– 

44

46

15

4.000

– 3.985

Joint Strike Fighter

617

879

1.418

988

1.297

1.204

93

Diverse ontvangsten

29.350

1.694

2.223

3.116

3.184

1.431

1.753

Toelichting op de verplichtingen

Er zijn in totaal € 870,5 mln minder verplichtingen aangegaan dan oorspronkelijk geraamd. De oorzaken hiervoor zijn in het bijzonder gelegen in de lagere realisatie van garantieverplichtingen:

  • Voor de BMKB zijn € 260 mln minder garantieverplichtingen aangegaan dan de raming. De benutting (€ 446 mln) is overigens wel toegenomen ten opzichte van vorig jaar (€ 372 mln).

  • Voor de Groeifaciliteit zijn € 56 mln minder garantieverplichtingen aangegaan dan geraamd. De benutting lag met € 29 mln onder de realisatie van vorig jaar (€ 35 mln).

  • Voor de Garantie Ondernemingsfinanciering zijn € 281 mln minder garantieverplichtingen aangegaan dan de oorspronkelijke begroting. De benutting van circa € 119 mln is wel toegenomen ten opzichte van vorig jaar (€ 109 mln).

  • Voor de Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit zijn € 358 mln minder garantieverplichtingen aangegaan dan geraamd.

Tegenover deze lagere realisatie van garantieverplichtingen staat een hogere verplichtingenrealisatie als gevolg van het Aanvullend Actieplan MKB-financiering. Er is een garantieverplichting aangegaan van € 86,7 mln aan de Europese Investeringsbank voor de € 100 mln funding aan Qredits.

Toelichting op de uitgaven

Garanties

De uitgaven voor de BMKB lagen € 5,7 mln onder de raming vanwege een lager aantal verliesdeclaraties dan aanvankelijk werd verwacht.

Er is € 5,9 mln minder uitgegeven aan de Groeifaciliteit dan geraamd vanwege de lager dan geraamde benutting in voorgaande jaren. Hierdoor vallen de verliesdeclaraties ook lager uit. Daarnaast heeft een storting van € 12 mln plaatsgevonden in de begrotingsreserve Groeifaciliteit. Deze storting werd voorzien in het Aanvullend Actieplan MKB-financiering ten behoeve van de garanties voor achtergestelde leningenfondsen. Het Achtergestelde leningenfonds van het NLII gaat namelijk de komende jaren gebruik maken van de Groeifaciliteit.

Subsidies

Voor Bevorderen Ondernemerschap zijn € 16,5 mln lagere uitgaven gerealiseerd dan begroot. Dit wordt onder meer verklaard uit de volgende oorzaken: er is vanuit Bevorderen Ondernemerschap € 12 mln beschikbaar gesteld voor de storting in de begrotingsreserve Groeifaciliteit conform het Aanvullend Actieplan, zoals hiervoor onder de garanties is toegelicht; er heeft een overheveling plaatsgevonden van € 2,4 mln naar de bijdrage RVO voor de uitvoering van diverse opdrachten door RVO (onder andere Nederlands Investeringsagentschap, Startup delta, Hannover Messe, Aanvullend Actieplan); er is bij de 2e suppletoire begroting 2015 een bijdrage aan het NBTC verstrekt voor de Marketingstrategie Holland 2020 (€ 0,3 mln); er heeft een begrotingsoverheveling plaats gevonden ten behoeve van de uitfinanciering van diverse oude verplichtingen (€ 3,2 mln) onder andere op het gebied van Ondernemerschap en Onderwijs, de bedrijfsbeëindigingshulp, Veiligheid Kleine bedrijven en voor de uitfinanciering van de BSRI-regeling. Tegenover deze verlaging van het budget staan hogere uitgaven van € 1,4 mln voor de uitfinanciering van openstaande verplichtingen op Bevorderen Ondernemerschap.

Bijdragen aan agentschappen

Bijdrage aan RVO

Op de bijdrage aan RVO zijn € 12,4 mln hogere uitgaven gerealiseerd dan oorspronkelijk geraamd. Dit betreft voor € 3,7 mln een overheveling vanuit de bijdragen (inter)nationale organisaties ten behoeve van de uitvoeringskosten van de NFIA. Daarnaast is € 2,4 mln overgeheveld vanuit de bijdrage RVO van beleidsartikel 12 naar beleidsartikel 13. Verder zijn er diverse opdrachten verstrekt in het kader van het ICT-beleid (€ 1,9 mln) en bedrijfsfinanciering onder meer voor Startupdelta, Nederlands Investeringsagentschap, Aanvullend Actieplan MKB-financiering (€ 3,1 mln).

Bijdrage aan Logius

De bijdrage aan Logius bestaat uit een bijdrage aan het programma (Bureau)Forum Standaardisatie en het programma SBR (Standard Business Reporting). Logius is in 2015, in opdracht van EZ, gestart met een pilot voor het uitwisselen van gegevens ten behoeve van een financieringsaanvraag door midden- en kleinbedrijven binnen het project Fink. Dit project heeft tot doel heeft dat midden- en kleinbedrijven snel en gemakkelijk inzicht kunnen krijgen in hun financieringskansen bij meerdere financiers

Toelichting op de ontvangsten

Als gevolg van hogere ontvangsten door afgewezen verliesdeclaraties bij de BMKB was de ontvangstenrealisatie € 7,3 mln hoger. Daarnaast werd als gevolg van de hogere ontvangsten en de lager dan geraamde schade-uitgaven voor € 13 mln minder onttrokken aan de begrotingsreserve BMKB.

Voor de Groeifaciliteit werd € 5 mln minder ontvangen dan geraamd. Dit is het gevolg van de lager dan geraamde benutting in de afgelopen jaren, waardoor de premieontvangsten ook lager zijn. Hier staan ook lagere schade-uitgaven tegenover.

Kengetallen en indicatoren

Kengetal

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln

742

909

486

344

372

446

Totaal aantal verstrekte garanties

3.701

4.325

2.640

1.983

1.949

2.545

Bron: RVO

Het bedrag en aantal verstrekte BMKB garanties is in 2015 verder toegenomen. Dit spoort met de resultaten van de Panteia Financieringsmonitor 2015–1 en 2015–2, die uitwijzen dat het percentage toekenningen van externe financieringsaanvragen van het MKB in 2015 is toegenomen. Het gebruik van de BMKB is sterk afhankelijk van het aantal MKB-kredietaanvragen en toekenningen daarvan: de BMKB verstrekt een borgstelling voor in de kern gezonde midden- en kleinbedrijven die onvoldoende onderpand hebben om een krediet te verkrijgen voor nieuwe investeringen.

Kengetal

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Verstrekte garanties Groeifaciliteit, x € 1 mln

25

12

13

8

32

19

Totaal aantal verstrekte garanties

32

17

21

16

20

14

Bron: RVO

De Groeifaciliteit heeft in 2015 de toegang tot (risico)kapitaal verbeterd. De verwachting is dat met het Achtergestelde Leningenfonds van het NLII de stijgende trend van 2014 in 2016 zal doorzetten.

Kengetal

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Verstrekte garanties GO, x € 1 mln

413

261

103

103

82

137

Totaal aantal verstrekte garanties

104

62

53

51

39

76

Bron: RVO

De GO-regeling biedt middelgrote en grote bedrijven de mogelijkheid een garantie van 50% van de overheid te verkrijgen, zodat nieuwe bankleningen en/of bankgaranties kunnen worden verstrekt. De GO-regeling is kostendekkend, met als opzet dat banken er slechts gebruik van maken indien zij vanwege het risicoprofiel zelfstandig niet of onvoldoende in staat zijn in de kern gezonde bedrijven te financieren. Het gebruik van de GO-regeling is over 2015 is fors toegenomen ten opzichte van 2014.

Kengetal

2013

2014

2015

Verstrekte garanties Scheepsnieuwbouw, x € 1 mln

44

 

3

Totaal aantal verstrekte garanties

6

 

1

Bron: RVO

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2014

Realisatie 2014

Raming 2015

Realisatie 2015

Bron

Aantal verstrekte kredieten (Micro- en MKB-krediet)

610

2009

1.350

1.187

1.550

1.500

Qredits

In 2015 zijn er 1.300 microkredieten en 200 MKB-kredieten verstrekt door Qredits. De verwachting was om het product werkkapitaalfinanciering eind 2015 gereed te hebben (TK, 32 637, nr. 198) en ook al in 2015 circa 50 werkkapitaalkredieten te verstrekken. Echter vanwege de uitwerking van de ict-infrastructuur door Qredits vergt dit meer tijd en zal het product begin 2016 geïntroduceerd worden (TK, 32 637, nr. 224).

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2014

Realisatie 2014

Raming 2015

Realisatie 2015

Bron

Netto verlaging regeldruk (cumulatief)

€ 527,4

2013

– 

€ 1.153 mln van de € 2,5 mld

€ 2,3 mld

€ 1.808 mln van € 2,5 mld

EZ

In 2015 zijn van de doelstelling om de regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals met € 2,5 mld te verminderen reeds voor € 1,8 mld aan maatregelen gerealiseerd. Dat is een stijging van ruim € 600 mln ten opzichte van 2014.

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Raming 2014

Realisatie 2014

Raming 2015

Realisatie 2015

Bron

Gerealiseerde invulling compensatie / IP-verplichting

(5 jaars gemiddelde)

€ 419 mln

2013

€ 350 mln

€ 383 mln

€ 350 mln

€ 342 mln

EZ

De uitvoering van de industriële participatie overeenkomsten met het plaatsen van opdrachten door buitenlandse bedrijven in Nederland is in 2015 conform verwachting verlopen. De realisatie is lager uitgevallen dan geraamd doordat het volume aan opdrachten van het Ministerie van Defensie, waarbij industriële participatie afspraken zijn gemaakt, lager was dan verwacht.

Toelichting op de interne begrotingsreserves

Interne begrotingsreserve BMKB

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

66.555

+ storting

 

– onttrekking

– 12.387

Stand per 31/12/2015

54.168

Interne begrotingsreserve Groeifaciliteit

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

5.000

+ storting

+12.000

– onttrekking

 

Stand per 31/12/2015

17.000

Interne begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

55.009

+ storting

 

– onttrekking

– 1.898

Stand per 31/12/2015

53.111

Interne begrotingsreserve Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfaciliteit

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

10.044

+ storting

 

– onttrekking

 

Stand per 31/12/2015

10.044

Interne begrotingsreserve Garantie MKB-financiering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2015

9.000

+ storting

 

– onttrekking

 

Stand per 31/12/2015

9.000

Licence