Base description which applies to whole site

1. Gerealiseerde uitgaven die in verband met het koningschap kunnen worden beschouwd

De gerealiseerde uitgaven worden hieronder per begroting nader toegelicht.3

Buitenlandse Zaken (begroting V, artikel 4)

(x € 1.000)

Realisaties 2016

Buitenlandse Zaken

1.779

Voor uitgaande staats- en werkbezoeken is een bedrag van € 1,8 miljoen uitgegeven. Dit is € 0,6 miljoen lager dan bij Ontwerpbegroting voorzien. Het betreft uitgaven voor de staatsbezoeken naar Frankrijk, Nieuw-Zeeland en Australië en het werkbezoek naar Duitsland. Daarnaast is een laatste vergoeding van € 0,2 miljoen uitgegeven voor de aanschaf en vervanging van inventarisgoederen die verband houden met staatsbezoeken en officiële ontvangsten. Met ingang van de begroting 2016 is het budget hiervoor structureel overgeheveld naar de begroting van de Koning (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 1 en 2).

Wonen en Rijksdienst (begroting XVIII, artikel 6)

(x € 1.000)

Realisaties 2016

Wonen en Rijksdienst

15.129

De bijdrage van Wonen en Rijksdienst aan het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvesting van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken bedroeg in 2016 € 37,5 mln. Hiervan is € 15,1 mln. voor de paleizen.

Aan de Koning zijn Paleis Huis ten Bosch, het Koninklijk Paleis Amsterdam en Paleis Noordeinde ter beschikking gesteld.

In 2016 heeft Wonen en Rijksdienst € 15,1 mln. aan het Rijksvastgoedbedrijf vergoed voor gebruiksvergoeding en kleinere (onderhouds)projecten voor de paleizen. Dit bedrag is conform de begroting 2016. Genoemd bedrag voor de paleizen bestaat uit een aantal componenten:

  • Ten eerste heeft het Rijksvastgoedbedrijf circa € 9 mln. voor rente en afschrijvingen in rekening gebracht voor investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het Rijksvastgoedbedrijf.

  • Op de tweede plaats opslagen voor onderhoud, belastingen en apparaatkosten, in totaal circa € 5 mln.

  • Tenslotte heeft Wonen en Rijksdienst betalingen van circa € 1 mln. aan het Rijksvastgoedbedrijf verricht als vergoeding voor kleinere aanpassingen en afrondende kosten voor de tijdelijke openstelling van de Oranjezaal in Paleis Huis ten Bosch.

Met de brief van 19 juni 2015 van de Minister voor Wonen en Rijksdienst (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 000 XVII, nr.  22) is de Kamer geïnformeerd over het in één keer uitvoeren van de renovatie van Paleis Huis ten Bosch en het daarvoor bijgestelde budget. In 2016 is er € 6,5 mln. aan kosten voor het project gemaakt. Dit bedrag is onttrokken aan de voorziening.

Voorziening Paleis Huis ten Bosch per 31 december 2016

(Bedragen x € 1.000)

Stand 01-01-2016

Onttrekking

Dotatie

Vrijval

Stand 31-12-2016

Paleis Huis ten Bosch

36.169

– 6.528

0

0

29.641

Veiligheid en Justitie (begroting VI, artikel 36)

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op basis van onder andere de Politiewet de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en woon- en werkverblijven. Deze beveiliging, afhankelijk van de uitvoeringsafspraken per persoon en object, wordt in personele zin uitgevoerd door de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Defensie. Deze ministers hebben budget voor de beveiligingstaken op hun begroting staan, waarbij het overigens ook gaat om andere personen en objecten, onder wie leden van het kabinet en leden van de Kamers der Staten-Generaal. De Minister voor Wonen en Rijksdienst zorgt voor een adequate uitvoering van fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven. Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.

Defensie (begroting X, artikel 5), verantwoording uitgaven bewaking koninklijke paleizen

De Minister van Defensie is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de Koninklijke Marechaussee (KMar). De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Veiligheid en Justitie, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en Defensie. In artikel 4 van de Politiewet (2012) wordt de KMar onder meer het bewaken en beveiligen van koninklijke paleizen opgedragen.

3

Naast de in de extracomptabele bijlage gepresenteerde uitgaven staat bij het Ministerie van Economische Zaken de subsidie voor Kroondomein Het Loo op de begroting. Deze subsidie hangt niet samen met de uitoefening van het koningschap. De gerealiseerde subsidie is inzichtelijk gemaakt en toegelicht op artikel 18 van het jaarverslag van Economische Zaken (XIII).

Licence