Base description which applies to whole site

4. Beleidsprioriteiten

Inleiding

In 2016 is onverminderd ingezet op het versterken van de autonomie van de landen, het aanspreken op de verplichtingen die het Statuut met zich brengt en het ruimte bieden voor het intensiveren van samenwerking. Met de openbare lichamen is vanuit de bijzondere band tussen Nederland en Caribisch Nederland verder gewerkt aan met name armoedebestrijding, economische ontwikkeling, versterking van de lokale bestuurskracht en bescherming van kinderrechten.

Gewijzigde verhoudingen

Zakelijk en direct

De ontwikkelingen die de landen doormaken naar meer autonomie en het streven naar meer zelfredzaamheid heeft geleid tot meer zakelijke en directe relaties. Op 10/10/10 is afscheid genomen van verhoudingen gebaseerd op ontwikkelingsamenwerking en donorschap. De uit die tijd stammende samenwerkingsprogramma’s zijn inmiddels vrijwel allemaal beëindigd en formeel afgerond.

Op een beperkt aantal gebieden is het Koninkrijk exclusief bevoegd, zoals defensie, buitenlandse betrekkingen en het paspoort. Voor het overige hebben de landen binnen de grenzen van het Statuut en internationale verplichtingen vrijheid ten aanzien van het besturen van de interne aangelegenheden. Tegelijkertijd is het Koninkrijk ook in 2016 naar behoefte zowel partner en ondersteuner geweest. Dit geldt bij de ontwikkelingen van de economieën, het bieden van interne en externe veiligheid, het ter beschikking stellen van deskundige hulp of het faciliteren van toegang tot internationale instituties.

Ook in 2016 is aangetoond dat goede onderlinge relaties in het belang zijn van alle landen van het Koninkrijk. Door de rechtstreekse band tussen Nederland en de drie autonome landen (Aruba, Curaçao en St. Maarten) is samenwerking mogelijk op verschillende niveaus en tussen verschillende instellingen en instituties binnen het Koninkrijk, bijvoorbeeld op het gebied van wetenschap, natuur en milieu en logistiek. Partners in de regio en internationale instituties waarderen het bestaan van het Koninkrijk als stabiliserende en stimulerende factor.

De rechtstreekse onderlinge band tussen Nederland en de landen heeft de afgelopen jaren geleid tot het vaker en direct aanspreken op elkaars verplichtingen. Dit blijkt uit de aanwijzingen die aan de Gouverneurs van Aruba en St. Maarten zijn gegeven en die eraan hebben bijdragen dat bij alle partners scherper op het netvlies staat waar de gemeenschappelijke belangen liggen. In deze relaties hecht Nederland in het bijzonder aan uitvoering van de afspraken op het gebied van stabiele overheidsfinanciën, robuuste rechtshandhaving en geloofwaardigheid van het openbaar bestuur. Op die gebieden stelt Nederland, met respect voor de autonomie van de landen, middelen en personeel ter beschikking om de uitvoering van de afspraken te ondersteunen, in het bijzonder vanuit hoofdstuk IV van de Rijksbegroting. Deze afspraken zijn cruciaal voor waar het Koninkrijk voor staat en zijn overigens een voorwaarde voor verdere ontwikkelingen op andere belangrijke maatschappelijke onderwerpen, zoals gezondheidszorg, economie, armoedebestrijding en milieubescherming.

Met de historische, culturele en personele banden die het Koninkrijk ook in 2016 hebben gekenmerkt, is een solide basis behouden voor verdere groei van welvaart en welzijn van de landen. Niettegenstaande forse uitdagingen waarvoor zij en de openbare lichamen staan, behoren zij binnen de regio waarvan de landen deel uitmaken, tot de kopgroep als het gaat om gemiddeld inkomen, niveau van onderwijs, veiligheid, gezondheidszorg en toerisme.

Actieve betrokkenheid Rijksministerraad

In de Rijksministerraad (RMR) is het afgelopen jaar een breed scala aan thema’s de revue gepasseerd. Hierbij valt onder andere te denken aan goed bestuur, rechtshandhaving en de financiële verhoudingen. Enkele concrete voorbeelden zijn de halfjaarlijkse rapporten van de College Financieel Toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en het College Aruba Financieel Toezicht (CAft), het goedkeuren van het mondiale klimaatakkoord uit Parijs en tot slot benoemingen in het Gemeenschappelijk Hof van Justitie.

In de RMR vond constructief overleg plaats over diverse onderwerpen, waarbij alle landen van het Koninkrijk zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid en hun positie, ook jegens elkaar, op grond van het Statuut.

Geschillenregeling

Eind januari 2017 is een voorstel voor een Rijkswet Koninkrijksgeschillen ter advisering aan de Raad van State van het Koninkrijk voorgelegd.

Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Ontwikkeling Caribisch Nederland en meerjarenprogramma

De kabinetsreactie op het rapport van de Commissie Spies over de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van Caribisch Nederland is op 12 mei 2016 naar Eerste en Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken IV, 2015–2016, 34 300, nr. 59). In beide Kamers is uitvoerig gedebatteerd over het evaluatierapport en de kabinetsreactie hierop, waarbij veel aandacht uitging naar de sociaaleconomische ontwikkeling van de eilanden, onder meer door uitkeringen te koppelen aan het wettelijke minimumloon en maatregelen om de kosten van levensonderhoud te drukken.

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds waaruit aan de eilanden van Caribisch Nederland een vrije uitkering wordt versterkt. Deze uitkering moet de eilanden in staat stellen hun taken uit te voeren. De vrije uitkering is in 2016 niet opgehoogd en er heeft, gelet de gemiddeld negatieve inflatiepercentages, geen indexatie plaatsgevonden.

Meerjarenprogramma

Op verschillende punten in het meerjarenprogramma (MJP) is vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld de invoering van kinderbijslag, uitbreiding van de integrale wijkaanpak op Bonaire, investering in de economische ontwikkeling en investeringen in de bestuurlijke ontwikkeling van Caribisch Nederland. De CN-tafel volgt en bespreekt de voortgang van het MJP. De CN-week is vervangen door bilaterale overleggen tussen de respectievelijke bestuurscolleges, de Rijksvertegenwoordiger en de voorzitter van de CN-tafel. Daarmee is gehoor gegeven aan de wens van de eilanden om in maatwerk te voorzien.

In 2016 is de begroting van St. Eustatius onder voorafgaand toezicht geplaatst. Dit houdt in dat voor iedere financiële verplichting instemming van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) moet worden gevraagd. Door het Bestuurscollege is in samenwerking met de Rijksvertegenwoordiger ingezet op het werkzaam krijgen van een goed functionerend bestuurlijk apparaat. Vanwege de vervanging van de verantwoordelijke gedeputeerde door de eilandsraad, een gebrek aan medewerking van het Bestuurscollege bij de uitvoering van het voorafgaand toezicht en de gebrekkige voortgang in de uitvoering van het plan van aanpak is het openbaar lichaam St. Eustatius nog niet tot daadwerkelijke verbeteringen gekomen.

Kinderrechten

De in 2015 tot stand gekomen Actieplannen Kinderrechten, naar aanleiding van motie-Van Laar/Van Raak, Tweede Kamer 2015–2016, 34 300 IV, nr. 68, zijn in 2016 geïmplementeerd. Vanwege de beperkte uitvoeringskracht in Caribisch Nederland blijkt het lastig om de ontwikkelde actieplannen tot uitvoering te brengen. Om die reden is UNICEF gevraagd daarbij te ondersteunen. Dit aanbod is door de drie openbare lichamen omarmd.

UNICEF heeft in maart 2016 een menukaart samengesteld met ondersteuningsmogelijkheden voor de eilanden. De openbare lichamen hebben daar positief op gereageerd. Concreet betekent dit dat UNICEF gestart is met kinderrechteneducatie op alle scholen in Caribisch Nederland en ondersteunt bij debatten over opvoeding. In die debatten gaat het onder meer om het bespreekbaar maken van geweld in de opvoeding via kerkgenootschappen, radioprogramma’s en bijeenkomsten.

De Interlandelijke Taskforce Kinderrechten heeft als hoofddoel de samenwerking in het Koninkrijk ten aanzien van kinderrechten te verbeteren en kennisuitwisseling te stimuleren. In de Taskforce wordt ook nadrukkelijk de samenwerking gezocht met Caribisch Nederland. Ieder jaar ligt de nadruk op een ander thema: het afgelopen jaar stond in het teken van het ontwikkelen van een pedagogische visie op positief opvoeden. Per (ei)land zijn debatten georganiseerd met de kinderen, ouders, verzorgers, leerkrachten en professionals. De resultaten hiervan zijn samengekomen in een conferentie over positief opvoeden op 7 en 8 maart 2017 te Bonaire.

Sociaaleconomische ontwikkeling

In 2016 zijn op basis van het tijdelijk «Besluit bijzondere uitkeringen integrale BES middelen» projecten van de openbare lichamen ondersteund met de doelstelling om de leefbaarheid, re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van de maatschappelijke participatie te verbeteren voor de inwoners van Caribisch Nederland.

Bestuurlijke ontwikkeling

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft in samenwerking met de openbare lichamen concrete projecten en activiteiten ontplooid om de bestuurskracht te versterken. Er is geïnvesteerd in de capaciteit en de kwaliteit (opleidingen en trainingen) van het ambtelijk apparaat. Tevens zijn er trainingen georganiseerd voor bestuurders, griffiers en eilandsraadsleden in Caribisch Nederland, met aandacht voor de lokale uitvoeringspraktijk.

Bij het ontwikkeltraject voor lokale bestuurders en ambtenaren wordt naast lokale expertise ook expertise vanuit Europees Nederland ingezet. Er zijn samenwerkingsverbanden met gemeenten, er vindt kennisuitwisseling plaats en waar mogelijk wordt op gezette tijden ook expertise toegevoegd aan het lokale apparaat om de dienstverlening te verbeteren. Het Ministerie van BZK speelt hier een faciliterende en verbindende rol en draagt gericht bij aan projecten die versterking van de bestuurskracht en de dienstverlening aan de burger tot doel hebben. Hierbij wordt ook gekeken of samenwerking lokaal ingebed en geborgd kan worden, waarbij andere landen dan wel regionale instituties betrokken kunnen worden.

Landen (Aruba, Curaçao en Sint Maarten)

Financieel toezicht

Het is van belang dat alle landen van het Koninkrijk streven naar financiële soliditeit en de daarmee samenhangende kredietwaardigheid. De landen zijn zelf verantwoordelijk voor duurzaam houdbare overheidsfinanciën.

Voor Aruba stond het afgelopen jaar met name in het teken van de heropening van de raffinaderij. Zowel vanuit het CAft, de Raad van Advies Aruba en de Nederlandse Politiek zijn vraagtekens gezet bij de hieraan verbonden financiële risico’s voor het Land Aruba. Daarnaast zijn de economische groeiramingen voor 2015 en 2016 door de Centrale Bank van Aruba naar beneden bijgesteld.

Het CAft heeft Aruba geadviseerd om zowel de financiële gevolgen van de heropening voor de raffinaderij als de bijgestelde economische groeiramingen in de begroting te verwerken. In een aanvullend schrijven van Aruba betreffende de begroting 2017, bleek dat Aruba met name steunt op compliance- verhogende maatregelen, die moeten leiden tot een stijging van de belastingopbrengsten. Het CAft heeft na dit schrijven de begroting 2017 voorzien van een positief advies.

De financiële situatie van Sint Maarten was in 2016 zeer zorgelijk. Het Land gaf onvoldoende invulling aan de aanwijzing van de RMR uit 2015. Zo constateerde het Cft in augustus dat de begroting 2016 niet langer voldoet aan de normen van de Rijkswet financieel toezicht (Rft) en daarmee niet aan de voorwaarden om te kunnen lenen voor kapitaalinvesteringen en voor de herfinanciering van de aflopende lening. In overleg met de Minister van Financiën en het Cft heeft de Minister van BZK vervolgens een defaultsituatie voor Sint Maarten voorkomen door de looptijd van de lening te verlengen tegen strengere voorwaarden.

De vastgestelde begroting voor 2017 van Sint Maarten is, na een Nota van Wijziging, volgens het Cft in overeenstemming met de normen van art. 15 Rft. Hierbij is echter een algeheel voorbehoud op de kapitaaldienst gemaakt en is een strikte monitoring van de begroting, met name de incidentele inkomsten, gedurende het begrotingsjaar noodzakelijk. De uitvoering van de begroting voor 2016 van Curaçao zal met een positief saldo worden afgesloten. De begroting voor 2017 is tijdig vastgesteld en ingediend. Aandachtgebieden blijven de kapitaaldienst die structureel te ruim wordt begroot en uiteindelijk door gebrek aan uitvoeringscapaciteit niet kan worden uitgevoerd, en de sociale fondsen die nog altijd tekorten laten zien. De verhoging van de AOV-leeftijd zal uiteindelijk tot positievere resultaten moeten leiden. Bijzondere aandacht is er voor de overheidsentiteiten en de realisatie van het nieuwe ziekenhuis, HNO, vanwege de omvang van het project en de mogelijke meerjarige budgettaire risico’s voor de begroting van het land Curaçao.

Curaçao heeft eind 2015 kroonberoep ingesteld tegen het besluit van de Koninkrijksregering, op advies van de betreffende evaluatiecommissie, om alle verplichtingen die voortvloeien uit de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten vanaf 10 oktober 2015 van toepassing te laten blijven. Dit kroonberoep is door de Raad van State van het Koninkrijk verworpen. In aanvulling daarop heeft de Koninkrijksregering in 2016 besloten niet aan het verzoek van de regering van Curaçao tegemoet te komen voor een nieuwe evaluatie eerder dan is bepaald in de Rft, te weten 2018.

Economische samenwerking

Het Internationaal Monetair Fonds concludeerde in 2013 dat de grootste uitdagingen voor kleine Caribische staten is hoe zij om moeten gaan met geringe economische groei, hoge schuldenlasten, zwakke financiële sectoren en het reduceren van kwetsbaarheid voor natuurlijke rampen. Het realiseren van economische groei is nodig om controle te krijgen over maatschappelijke problemen die zich op de eilanden voordoen, zoals armoede, veiligheid en overheidsfinanciën.

Economische ontwikkeling is een autonome taak van alle zes de eilandgebieden. De inzet van de Minister van BZK is hieraan ondersteunend en/of coördinerend. In 2016 is bijgedragen aan structurele verbetering van het ondernemers-, vestigings- en investeringsklimaat en het verbeteren van de regionale connectiviteit van de eilanden (zowel fysiek als digitaal). Zo heeft een haalbaarheidsstudie naar een ferryverbinding voor de benedenwinden plaatsgevonden. De resultaten daarvan laten een positief beeld zien. Het is nu aan de eilanden hieraan zelf vervolg te geven.

Integriteit Sint Maarten

Op basis van het in 2015 gesloten protocol tussen Sint Maarten en Nederland is een gezamenlijke aanpak voor de integriteit en rechtshandhaving op Sint Maarten gedefinieerd. Dit wordt geborgd door de instelling van een Integriteitskamer via een Landsverordening, die op 7 juli 2016 is vernietigd door het Constitutioneel Hof van Sint Maarten. De regering van Sint Maarten moet nu met inachtneming van de uitspraken van het Constitutioneel Hof het wetgevingsproces voor een nieuwe landsverordening opnieuw in gang zetten. Daar het een landsaangelegenheid betreft, dient er eerst een reactie van de regering van Sint Maarten te komen.

Rechtshandhaving

Het Caribisch deel van ons Koninkrijk is door de geografische ligging in combinatie met de schaalgrootte van de eilanden extra gevoelig voor de (internationaal) georganiseerde misdaad. In 2016 is derhalve besloten tot intensivering van de rechtshandhaving op Sint Maarten. Met extra inzet van het Recherche Samenwerkingsteam, het Openbaar Ministerie en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (Team Bestrijding Ondermijning, TBO) is met name de aanpak van ondermijning en high crimes versterkt. De eerste resultaten laten zich optekenen. Vanwege vervlechting in de onderzoeken die vanuit het TBO lopen, beperkt deze aanpak zich niet enkel tot het land Sint Maarten.

Plannen van aanpak Curaçao en Sint Maarten

De Voortgangscommissie heeft in november 2016 aan de Tweede Kamer gemeld dat de uitvoering van de plannen van aanpak op Curaçao als voldoende afgerond kunnen worden beschouwd. Over de plannen van aanpak van Sint Maarten vond in april 2016 een werkconferentie plaats, die was gericht op het vlot trekken van de doorontwikkeling van het politiekorps (KPSM) en de gevangenis Pointe Blanche. Het Ministerie van Justitie op Sint Maarten heeft naar aanleiding hiervan concrete verbetervoorstellen voor de politie en de gevangenis aan de regering gestuurd. De regering van Sint Maarten dient nu te bepalen hoe de uitvoerende instanties in staat gesteld gaan worden om met de verbeterplannen te beginnen. Dat is ten dele een kwestie van geld voor het land Sint Maarten. Er zijn ook verbeteringsmogelijkheden die niet om extra budget vragen, zoals het wegnemen van onnodige bureaucratie. De Voortgangscommissie heeft aangegeven graag bereid te zijn de werkzaamheden voort te zetten als de omstandigheden in positieve zin kunnen worden omgebogen. De Algemene Maatregel van Rijksbestuur is daarom verlengd met een periode van twee jaar.

Realisatie beleidsdoorlichtingen

Artikel

Naam artikel

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Wanneer gepland

Geheel artikel?

Behandeling in Tweede Kamer

Art. 1

Waarborgfunctie

   

X

         

2010

Ja

Schriftelijke vragen1

Art. 4

Bevorderen sociaaleconomische structuur

                     

4.1

Aruba, Curacao en Sint Maarten

             

X

2016

Nee

Voor kennisgeving aangenomen2

4.2

Caribisch Nederland

           

X3

 

2016

Nee

 

Art. 5

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

             

X

2016

Ja

Voor kennisgeving aangenomen2

1

Uiteindelijk voor kennisgeving aangenomen omdat het AO er niet meer van kwam vanwege de verkiezingen. In 2017 zal de nieuwe beleidsdoorlichting worden opgeleverd waarvoor de brief over de opzet en vraagstelling in 2016 naar de Tweede Kamer is verzonden.

2

De brief over de opzet en vraagstelling voor deze op te leveren beleidsdoorlichting is door de Tweede Kamer voor kennisgeving aangenomen.

3

De evaluatiecommissie Caribisch Nederland onder voorzitterschap van mevrouw Spies heeft in 2015 haar rapport uitgebracht en de kabinetsreactie is in mei 2016 aan de Tweede Kamer gestuurd. Caribisch Nederland loopt daarom niet meer mee in de beleidsdoorlichting van art. 4.1 en art. 5.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link:

http://www.rijksbegroting.nl/2017/voorbereiding/begroting,kst225593_4.html

Toelichting

Art. 4.1 Aruba, Curaçao en Sint Maarten en art 5 Schuldsanerings/lopende inschrijving/leningen

Bij brief van 9 december 2016 (Kamerstuk II 2016–2017 33 189, nr. 5) Beleidsdoorlichting Koninkrijksrelaties is gemeld dat de beleidsdoorlichting is vertraagd. Bij de opstelling van de beleidsdoorlichting blijkt het gemis van de eindevaluatie van de meerjarenprogramma`s van de Stichting Fondo Desaroyo Aruba (FDA) zwaarder te wegen dan aanvankelijk gedacht. Op basis van de eindevaluatie FDA – die in 2017 wordt opgeleverd – zal het wel mogelijk zijn uitspraken te kunnen doen over de doelmatigheid en doeltreffendheid.

Voor de realisatie (hyperlinks) van beleidsdoorlichtingen en andere onderzoeken, zie de bijlage «Evaluatie en overig onderzoek».

Overzicht van risicoregelingen

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2015

Verleend 2016

Vervallen 2016

Uitstaande garanties 2016

Garantie- plafond

Totaal plafond

Artikel 4 Bevorderen sociaal economische structuur

Voorschotten Europese Commissie aan Bonaire (Sociaal Infrastructuurprogramma/riolerings- en waterzuive-ringsprogramma) 9e EOF

0

0

0

0

0

0

Artikel 4 Bevorderen sociaal economische structuur

Voorschotten 10e Europees Ontwikkelingsfonds van Europese Commissie aan Curaçao/ Sint Maarten/BES-eilanden

0

0

0

0

0

0

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Leningen aan land Aruba

3.225

0

1.373

1.852

0

1.852

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Voorschotten 9e Europees Onwikkelingsfonds (EOF) vanaf juli 2016

4.226

0

0

4.226

0

20.200

Totaal

 

7.451

0

1.373

6.078

0

22.052

Er zijn in 2016 geen uitgaven gedaan op garanties. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 13) Garantieverplichtingen.

Overzicht verstrekte leningen

Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening

Looptijd

lening

Totaalstand

risicovoorziening 2015

Totaalstand mutatie

volume risicovoor-

ziening 2016 en 2015

Artikel 4 Bevorderen sociaal economische structuur

Begrotingssteun Aruba

3.631

25 jaar

   

Artikel 4 Bevorderen sociaal economische structuur

Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA)

1.341

30 jaar

   

Artikel 4 Bevorderen sociaal economische structuur

Maatregel Tussenbalans

6.694

30 jaar

   

Artikel 4 Bevorderen sociaal economische structuur

Water- en Energiebedrijf Aruba

6.790

30 jaar

   

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen

Leningen lopende inschrijving Curaçao

958.017

30 jaar

   

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving /leningen

Leningen lopende inschrijving Sint Maarten

207.116

30 jaar

   

Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 10) Extra-comptabele vorderingen, onderdeel b).

Licence