Base description which applies to whole site

10.1 Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

De Dienst Justitiële Inrichtingen levert een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan onze zorg toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen.

Tabel 10.1.1 Staat van baten en lasten per 31 december 2016 (x € 1.000)

Staat van baten en lasten

     

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

Oorspronkelijk

Vastgestelde

begroting

(1)

2016

Realisatie

(2)

Verschil realisatie

en oorspronkelijk

vastgestelde

begroting

(3 = 2 – 1)

2015

Realisatie

(4) t-1

         

Baten

       

Omzet moederdepartement

2.003.627

2.203.058

199.431

2.167.396

Omzet overige departementen

9.063

9.063

5.284

Omzet derden

147.865

106.646

– 41.219

93.939

Rentebaten

250

– 250

38

Vrijval voorzieningen

27.158

27.158

7.339

Bijzondere baten

4.324

4.324

41.364

Totaal baten

2.151.742

2.350.249

198.507

2.315.360

         

Lasten

       

Apparaatskosten

1.161.435

1.071.181

– 90.254

1.090.085

– Personele kosten

1.067.019

940.666

– 126.353

969.242

Waarvan eigen personeel

1.017.019

867.074

– 149.945

886.566

Waarvan externe inhuur

50.000

65.874

15.874

63.401

Waarvan overige personele kosten

7.718

7.718

19.275

– Materiële kosten

94.416

130.515

36.099

120.843

Waarvan apparaat ICT

37.149

35.813

– 1.336

38.024

Waarvan bijdrage aan SSO's

21.267

33.003

11.736

29.488

Waarvan overige materiële kosten

36.000

61.699

25.699

53.331

Materiële programmakosten

980.473

964.929

– 15.544

981.856

Rentelasten

1.064

1.058

– 6

1.372

Afschrijvingskosten

40.570

37.791

– 2.779

37.413

– immaterieel

5.110

5.495

385

4.128

– materieel

35.460

32.296

– 3.164

33.285

Overige lasten

27.200

172.278

145.078

143.154

– Dotaties voorzieningen

27.200

79.541

52.341

135.093

– Bijzondere lasten

92.737

92.737

8.061

Totaal lasten

2.210.742

2.247.238

36.496

2.253.880

         
         

Saldo van baten en lasten

– 59.000

103.011

162.011

61.480

Baten

Omzet moederdepartement

Tabel 10.1.2 Onderbouwing omzet moederdepartement

Omzet moederdepartement

 

Bedragen x € 1.000

 

2016

2015

Bijdrage

2.174.472

2.145.392

Overige opbrengsten vanuit VenJ

28.586

22.004

     

Totaal

2.203.058

2.167.396

De eindstand van de bijdrage van het moederdepartement is ten opzichte van de ontwerpbegroting gestegen met € 224,5 mln. De belangrijkste mutaties betreffen de Aanvullende Post van € 46,5 mln. (i.v.m. afkoop boekwaarde van gebouwen), een bijdrage van € 93 mln. i.v.m. de aflossing van de egalisatieschuld bij het RVB en de terugboeking van € 78 mln. van eerder afgeboekte huisvestingsmiddelen i.v.m. de latere ingang het nieuwe Rijkshuisvestingsstelsel. Voor loon- en prijsbijstelling is € 38,8 mln. ontvangen. In verband met een overschot in 2016 van het Van Werk Naar Werk (VWNW) budget is de bijdrage aan DJI met € 68 mln. verlaagd.

De overige opbrengsten vanuit VenJ hebben betrekking op door DJI verrichte activiteiten t.b.v. andere onderdelen van het ministerie. Deze waren begroot onder omzet derden.

Tabel 10.1.3. Overzicht omzet moederdepartement (x 1.000)

Product

Bedragen x € 1 mln.

Intramurale sanctiecapaciteit (inclusief reserve- en in stand te houden capaciteit)

862,7

Extramurale sanctiecapaciteit

13,3

Intramurale forensische zorg in GW (PPC)

102,5

FPC’s / forensische zorg

276,5

Intramurale forensische zorg in GGz-instellingen

275,5

Inkoop ambulante forensische zorg

82,3

Vreemdelingenbewaring en uitzetcentra (inclusief reservecapaciteit)

59,5

Jeugdplaatsen (inclusief reserve en aan te houden capaciteit)

125,0

Subtotaal volgens p*q

1.797,3

   

Exploitatieresultaat 2016

103,0

Aflossing egalisatieschuld RVB i.v.m. nieuw huisvestingsstelsel RVB

92,7

Bijdrage Aanvullende Post i.v.m. afkoop boekwaarde huisvesting (Masterplan)

46,5

Substantieel Bezwarende Functie (SBF)

37,4

Frictiekosten (Masterplan en PMJ 2016) – VWNW

32,9

Vreemdelingencapaciteit VZ (COA en bestuursrechtelijk)

7,6

Bijdrage OC&W i.v.m. afbouw aan gesloten JJI's verbonden scholen

7,2

Capaciteit Caribisch Nederland (BES)

7,1

Frictiekosten (Masterplan en PMJ 2016) – afkoop boekwaarde

6,9

Inkoop gedragsinterventies

3,1

Frictiekosten Veldzicht

2,5

Overige kosten niet bij p*q inbegrepen

30,3

Totaal bijdrage moederdepartement

2.174,5

Overige opbrengsten vanuit VenJ

28,6

Totaal omzet moederdepartement

2.203,1

Toelichting

Als gevolg van de lagere bezetting in 2016 binnen het Gevangeniswezen, Vreemdelingenbewaring en Jeugdinrichtingen zijn de variabele kosten lager uitgevallen. Ten opzichte van de begroting bedraagt dit effect € 62 mln. Dit verklaart voor het grootste deel het positieve exploitatieresultaat over 2016. Verder heeft de lagere (en latere) realisatie van de kosten voor Van Werk Naar Werk geleid tot een resultaatseffect van € 25 mln.

Via de bijdrage van het moederdepartement is in 2016 de laatste tranche van de Aanvullende Post ontvangen ter afdekking van de kosten afkoop boekwaarde van huisvesting verband houdende met de sluiting van meerdere Rijksinrichtingen op grond van het Masterplan. De aflossing van de egalisatieschuld bij het RVB wordt toegelicht onder de post bijzondere lasten.

Omzet derden

Tabel 10.1.3 Onderbouwing omzet derden

Omschrijving

Bedragen x € 1.000

 

2016

2015

     

Opbrengst verdrag België/Noorwegen

56.662

42.967

Opbrengsten arbeid

14.959

12.976

Overige opbrengsten:

   

– Opbrengsten verhuur overig

8.230

4.987

– Opbrengsten bewakings- en beveiligingsdiensten t.b.v. derden

6.927

2.496

– Opbrengsten verhuur celcapaciteit (incl. cellen politie)

5.096

4.636

– Opbrengst exploitatie VN- en ICC-plaatsen

4.482

5.394

– Opbrengst AWBZ (eigen bijdrage)

2.579

2.387

– Opbrengsten ter beschikking stellen capaciteit Veldzicht

2.346

2.401

– Opbrengsten afrekeningen jeugdinstellingen

1.628

2.530

– Opbrengst IT-dienstverlening

448

73

– Opbrengst verhuur Victas

2.451

– Diverse overige opbrengsten

3.290

10.641

Totaal

106.647

93.939

Opbrengst verdragen België/Noorwegen

De opbrengsten hebben betrekking op verdragen met het Koninkrijk België en het Koninkrijk Noorwegen voor de tenuitvoerlegging door DJI van in België en Noorwegen opgelegde vrijheidsstraffen.

Opbrengsten arbeid

Het betreft hier de bruto externe opbrengst van de gedetineerdenarbeid. De kosten van de arbeid zijn verdisconteerd in de programmakosten en apparaatskosten voor wat betreft de personele inzet.

Overige opbrengsten

De overige opbrengsten hebben een divers karakter. Het betreft onder andere verhuur van (leegstaande) capaciteit van gebouwen en inzet van personeel voor derden. Uitgangspunt bij het aanvaarden van opdrachten van derden is dat deze kostendekkend kunnen worden uitgevoerd. De hogere opbrengsten van bewaking- en beveiligingsdiensten hielden o.a. verband met het EU-voorzitterschap. Opbrengsten van werkzaamheden voor andere onderdelen van VenJ en voor andere departementen waren hier ook begroot. Deze zijn op de juiste plek verantwoord.

Bijzondere baten

De bijzondere baten zijn als volgt te specificeren: € 3,3 mln. opbrengsten verhuur/verkoop RVB afgestoten panden (uitvoering Motie van der Steur) en € 1 mln. opbrengst van Rijks Vastgoed Bedrijf als compensatie voor hogere huisvestingskosten SSC DJI.

Lasten

Personele kosten

Tabel 10.1.4 Onderbouwing Personele kosten

Personele kosten

Bedragen x € 1.000

 

2016

2015

Ambtelijk personeel

867.074

886.566

Externe inhuur:

   

– uitzendkrachten

37.052

24.072

– deskundigen/adviseurs (excl. op formatieplaatsen)

28.823

39.329

Overig personeel

16.140

6.344

Reiskosten woon-/standplaats

22.365

23.963

Overige personeelskosten

– 30.787

– 11.032

Totaal

940.666

969.242

De daling van de personeelskosten wordt veroorzaakt door een daling van het aantal formatieplaatsen (Fte’s) en een daling van de toeslagen, overwerk en inconvenienten toeslagen e.d. als gevolg van effectievere personeelsinzet. De in 2015 afgesloten CAO is onderdeel van de personeelskosten.

Het negatieve bedrag van de overige personeelskosten wordt verklaard door mutaties in de personele voorzieningen.

De gemiddelde loonsom Ambtelijk Personeel van DJI is ten opzichte van 2015 gestegen met € 2.000,– en ten opzichte van de begroting € 430,– per fte. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de CAO verhoging per 1 januari 2016. In deze berekening van de gemiddelde loonsom zijn de kosten van de VWNW en SBF voorzieningen niet meegenomen.

Omschrijving

Begroting 2016

Realisatie 2016

Verschil

Ambtelijk personeel excl. SBF (x 1 fte)

13.358

13.834

476

Gemiddelde kosten per fte (x € 1,–)

60.500

60.930

430

Totale loonsom (x mln. €)

(incl. toeslagen en vergoedingen)

808

843

35

Materiële kosten

Tabel 10.1.5 Onderbouwing materiële apparaatskosten

Materiële apparaatskosten

Bedragen x € 1.000

 

2016

2015

Onderhoud en exploitatie apparatuur (incl. ICT)

45.457

43.870

Gebruiksvergoedingen RVB

19.488

16.915

Overige exploitatiekosten

17.162

17.436

Inbesteding via SSO's

13.516

12.573

Reis- en verblijfkosten

10.167

9.578

Overige huisvestingskosten

8.350

5.091

Personeelsgebonden exploitatiekosten

8.318

9.032

Bureaukosten

8.057

6.348

Totaal

130.515

120.843

De toename van de materiële apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door de hogere kosten van de huisvesting als gevolg van het nieuwe huisvestingsstelsel van het Rijks Vastgoed Bedrijf voor kantoorpanden. Dit betreft de gebruikersvergoeding voor de kantoorlocaties van de Landelijke Diensten van DJI. De hogere inbestedingskosten SSO’s houden verband met de huisvestingskosten van het hoofdkantoor DJI en het nieuwe Arbo-contract bij ECO&P.

Programmakosten

Tabel 10.1.6 Onderbouwing materiële programmakosten

Materiële programmakosten

Bedragen x € 1.000

 

2016

2015

Inkoop forensische zorg

533.680

535.348

Gebruiksvergoedingen RVB

210.546

223.970

Kosten Justitieel Ingeslotenen (rijksinrichtingen)

75.943

83.458

Overige huisvestingskosten

67.302

55.546

Financiering particuliere Jeugdinrichtingen

52.627

63.313

Overige exploitatiekosten

11.911

8.784

Materiële kosten arbeid justitiabelen

10.172

10.837

Overige subsidies

2.748

600

Totaal

964.929

981.856

De daling van de materiële programmakosten wordt veroorzaakt door de sluiting van de diverse Rijksinrichtingen van DJI in het kader van de uitvoering van het masterplan.

Onder financiering particuliere inrichtingen zijn de exploitatiesubsidies van de particuliere Justitiële Jeugdinrichtingen verantwoord. De daling van de kosten met € 10,7 mln. wordt veroorzaakt door gewijzigde capaciteitsbehoefte.

Bijzondere lasten

Met de invoering van de nieuwe beprijzingsmethodiek van het RVB voor specialties vanaf 1 januari 2017 verdwijnt de egalisatie uit de huurprijsmethodiek van het RVB. Consequentie hiervan is dat de opgebouwde egalisatieschulden van de departementen in 2016 zijn afgekocht. Het bedrag dat voor rekening kwam voor de DJI bedraagt € 92,7 mln. en is als de bijzondere last verantwoord.

Saldo van baten en lasten

Over 2016 is een positief exploitatieresultaat ad € 103,0 mln. gerealiseerd. Dit komt overeen met 7,1% van de totale omzet in 2016.

Balans

Tabel 10.1.7 Balans per 31 december 2016 (x € 1.000)

Balans

Bedragen x € 1.000

 

31-12-2016

31-12-2015

Activa

   

Immateriële activa

15.992

13.753

Materiële vaste activa

98.074

109.282

– Grond en gebouwen

13.960

7.701

– Installaties en inventarissen

82.455

99.577

– Overige materiële vaste activa

1.659

2.004

Vlottende Activa

525.324

532.863

– Voorraden en onderhanden projecten

4.741

4.371

– Debiteuren

24.223

55.716

– Overige vorderingen en overlopende activa

130.872

151.158

– Liquide middelen

365.488

321.618

Totaal Activa

639.390

655.898

     

Passiva

   

Eigen vermogen

164.506

61.495

– Exploitatiereserve

61.495

15

– Onverdeeld resultaat

103.011

61.480

Voorzieningen

99.063

171.966

Langlopende schulden

28.175

37.125

– Leningen bij het Ministerie van Financiën

28.175

37.125

Kortlopende schulden

347.646

385.312

– Crediteuren

42.201

55.173

– Overige schulden en overlopende passiva

305.445

330.139

Totaal Passiva

639.390

655.898

Toelichting activa

Tabel 10.1.8. Debiteuren

Debiteuren

Bedragen x € 1.000

 

31-12-2016

31-12-2015

Debiteuren

31.610

56.335

–/– Voorziening dubieuze debiteuren

– 7.387

– 619

Totaal

24.223

55.716

     

Nadere specificatie

31-12-2016

31-12-2015

Debiteuren moederdepartement

746

1.555

Debiteuren agentschappen binnen ministerie VenJ

2.066

9.497

Debiteuren andere ministeries

476

1.030

Debiteuren agentschappen andere ministeries

875

50

Debiteuren derden (buiten het Rijk)

27.447

44.203

Totaal

31.610

56.335

De debiteuren zijn ten opzichte van 2015 gedaald. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door tijdiger factureren en betalen van de vorderingen van de verhuur van capaciteit aan België en Noorwegen en de snellere afwikkeling van vorderingen op instellingen in het kader van de forensische zorgverlening.

De voorziening dubieuze debiteuren (€ 7,4 mln.) is hoger dan in 2015 als gevolg van het faillissement van het centrum voor verslavingszorg «Victas» in maart 2016.

Tabel 10.1.9. Overige vorderingen en overlopende activa

Overige vorderingen en overlopende activa

Bedragen x € 1.000

 

31-12-2016

31-12-2015

Nog te ontvangen afrekeningen inzake Forensische zorg

67.816

54.348

Nog te ontvangen ESF Subsidies particuliere + rijksinstellingen

12.354

8.401

Nog te ontvangen i.h.k.v. teveel betaalde servicekosten RVB

5.076

Nog te ontvangen AWBZ bijdrage

2.579

2.051

Nog te ontvangen bijdrage moederdepartement

41.072

Nog te ontvangen i.h.k.v. verhuur celcapaciteit VN/ICC

1.084

1.316

Overige voorschotten

154

588

Vooruitbetaalde bedragen

36.601

30.818

Overige vorderingen diverse inrichtingen

5.208

12.564

Totaal

130.872

151.158

     

Nadere specificatie

31-12-2016

31-12-2015

Overige vorderingen en overlopende activa van moederdepartement

3.099

41.072

Overige vorderingen en overlopende activa van agentschappen binnen ministerie VenJ

337

1.383

Overige vorderingen en overlopende activa van andere ministeries

951

Overige vorderingen en overlopende activa van agentschappen andere ministeries

28.004

6.091

Overige vorderingen en overlopende activa van derden (buiten het Rijk)

98.481

102.612

Totaal

130.872

151.158

De overige vorderingen derden betreft voornamelijk Forensische Zorg inzake nog terug te ontvangen bedragen van diverse instellingen over de boekjaren 2013 t/m 2015 inzake het geraamde definitieve verrekenbedrag (verschil tussen de vastgestelde afrekening budgetparameters en DBBC’s en de daadwerkelijke facturatie voor betreffende boekjaren). De boekjaren 2011 en 2012 zijn in 2016 nagenoeg afgewikkeld.

De overige vorderingen liggen redelijk in lijn met vorig jaar, met dien verstande dat DJI eind 2016 geen bijdrage meer te ontvangen had van het moederdepartement.

De stijging in de overige vorderingen en overlopende activa zoals aangegeven in de nadere specificatie categorie andere agentschappen heeft betrekking op nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen inzake RVB.

Toelichting passiva

Voorzieningen

De voorzieningen zijn ultimo 2016 verantwoord voor een bedrag van € 99,1 mln. De voorzieningen zijn als volgt te specificeren:

Tabel 10.1.10 Voorzieningen

Voorzieningen

Bedragen x € 1.000

Omschrijving voorziening

Stand per

Vrijval

Dotatie

Onttrekking

Stand per

 

1-1-2016

in 2016

in 2016

in 2016

31-12-2016

Voorziening SBF

35.317

– 1.559

28.690

– 24.337

38.111

Voorziening Van Werk Naar Werk

35.404

– 2.094

28.353

– 29.394

32.269

Voorziening doorlopende salariskosten VWNW

40.952

– 23.381

17.885

– 17.131

18.325

Voorziening afkoop boekwaarde gebouwen

54.864

3.876

– 53.257

5.483

Reorganisatievoorziening

2.722

– 122

725

– 826

2.499

Voorziening verzelfstandiging Mesdagkliniek

2.496

10

– 224

2.282

Voorziening wachtgelden

211

– 2

2

– 117

94

Totaal

171.966

– 27.158

79.541

– 125.286

99.063

De hier gepresenteerde voorzieningen hebben onder andere betrekking op reserveringen voor de regeling Substantieel Bezwarende Functies (SBF) en flankerend beleid uit eerdere capacitaire maatregelen voorafgaand aan het Masterplan.

Verder zijn er voorzieningen voor de zogenaamde frictiekosten in het kader van het Masterplan. Deze zijn van personele (Van Werk Naar Werk en doorlopende salariskosten) of van materiële aard (afkoop boekwaarde).

Tabel 10.1.11 Crediteuren

Crediteuren

Bedragen x € 1.000

 

31-12-2016

31-12-2015

Crediteuren

36.294

48.296

Betalingen onderweg

5.907

6.877

Totaal

42.201

55.173

     

Nadere specificatie

31-12-2016

31-12-2015

Crediteuren moederdepartement

227

68

Crediteuren agentschappen binnen ministerie VenJ

149

24

Crediteuren andere ministeries

158

949

Crediteuren agentschappen andere ministeries

723

530

Crediteuren derden (buiten het Rijk)

35.037

46.725

Totaal

36.294

48.296

De post crediteuren betreft verplichtingen aan leveranciers, die door middel van een factuur in rekening zijn gebracht. Het saldo van deze post heeft betrekking op de nog te betalen facturen; de negatieve bedragen hebben betrekking op nog niet afgewikkelde creditnota’s.

Tabel 10.1.12 Overige schulden en overlopende passiva

Overige schulden en overlopende passiva

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

31-12-2016

31-12-2015

Nog te betalen kosten

303.230

322.914

Terug te betalen bijdragen aan moederdepartement

2.215

7.225

Totaal

305.445

330.139

Tabel 10.1.13 Overige schulden en overlopende passiva (nog te betalen)

Overige schulden en overlopende passiva (nog te betalen)

Bedragen x € 1.000

Omschrijving

31-12-2016

31-12-2015

Overige schulden: facturen/declaraties

249.597

273.198

Vakantiegeld

26.379

26.356

Niet opgenomen vakantiedagen

22.207

18.542

Eindejaarsuitkering

3.529

3.563

Vooruitontvangen

1.518

1.255

Totaal

303.230

322.914

     

Nadere specificatie

31-12-2016

31-12-2015

Overige schulden en overlopende passiva aan moederdepartement

9.574

8.449

Overige schulden en overlopende passiva aan agentschappen binnen ministerie VenJ

736

 

Overige schulden en overlopende passiva aan andere ministeries

1.726

704

Overige schulden en overlopende passiva aan agentschappen andere ministeries

30.847

12.654

Overige schulden en overlopende passiva aan derden (buiten het Rijk)

262.562

308.332

Totaal

305.445

330.139

Eigen Vermogen

In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar opgenomen.

Tabel 10.1.14 Ontwikkeling eigen vermogen
 

Bedragen x € 1.000

 

2014

2015

2016

Omzet

2.378.111

2.266.620

2.318.768

Plafond eigen vermogen (x € 1.000)

117.856

117.987

116.058

Eigen vermogen (x € 1.000)

– 77.011

61.495

164.506

Eigen vermogen als percentage van omzet

– 3,2%

2,7%

7,1%

Tabel 10.1.15 Eigen Vermogen

Eigen vermogen

Bedragen x € 1.000

 

Exploitatiereserve

Onverdeeld resultaat

Totaal

Stand 01-01-2016

15

61.480

61.495

Toevoeging onverdeeld resultaat 2015 (+/+)

61.480

– 61.480

Toevoeging door moederdepartement (+)

   

Storting aan moederdepartement (–/–)

   

Onverdeeld resultaat 2016 (+/–)

 

103.011

103.011

Stand 31-12-2016

61.495

103.011

164.506

Het positieve exploitatie resultaat 2016 bedraagt € 103,0 mln. en is verantwoord als onverdeeld resultaat 2016. In 2017 zal een bedrag ad € 54,6 mln. van het onverdeeld resultaat 2016 aan de exploitatiereserve worden toegevoegd. Het resterende bedrag van het onverdeeld resultaat 2016 ad € 48,4 mln. zal in 2017 conform de Regeling agentschappen terugvloeien naar het moederdepartement.

Kasstroomoverzicht

Tabel 10.1.15 Kasstroomoverzicht over 2016 (x € 1.000)

Kasstroomoverzicht per 31 december 2016

     
     

Bedragen x € 1.000

 

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

 

1

2

3 (= 2 – 1)

Rekening Courant RHB 1 januari 2016 +/+ stand depositorekeningen

292.223

321.618

29.395

Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+)

 

2.900.435

2.900.435

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 14.100

– 2.817.156

– 2.803.056

Totaal operationele kasstroom

– 14.100

83.279

97.379

Totaal investeringen (–/–)

– 31.350

– 41.380

– 10.030

Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+)

15.000

10.921

– 4.079

Totaal investeringskasstroom

– 16.350

– 30.459

– 14.109

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

   

0

Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+)

   

0

Aflossing op leningen (–/–)

– 14.697

– 8.950

5.747

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

   

0

Totaal financieringskasstroom

– 14.697

– 8.950

5.747

Rekening-courant RHB 31 december 2016 +/+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4). De maximale roodstand is € 0,5 miljoen

247.076

365.488

118.412

Tabel 10.1.16 Investeringen

Activum

Afschrijvingstermijn

Bedragen x € 1.000

Verbouw en nieuwbouw

5 – 10 jaar

14.831

Inventaris/installaties (incl. ICT)

3 – 10 jaar

15.849

Immateriële vaste activa (licenties)

2 – 5 jaar

9.871

Overig

divers

829

Totaal

 

41.380

Doelmatigheid

Prijzen in € 1,–; PxQ in € 1 mln.; Bezetting in %
       

Realisatie

Begroting

 
 

2013

2014

2015

2016

2016

Verschil

DJI totaal

           

Fte’s totaal (ambtelijk)

15.943

15.250

14.489

13.834

13.358

476

Saldo van baten en lasten in %

– 3,3

1,0

3,0

4,4

– 2,7

7,1

             

Intramurale sanctiecapaciteit

           

Aantal

11.920

11.586

11.388

10.204

10.192

12

Verdeeld naar

           

Direct inzetbare capaciteit:

           

– strafrechtelijke sanctiecapaciteit

11.258

11.191

10.877

9.498

9.486

12

– inbewaringgestelden op politiebureaus

50

39

20

20

20

0

– capaciteit ten behoeve van internationale tribunalen

96

96

96

96

96

0

Reservecapaciteit

516

260

395

590

590

0

Prijs operationele capaciteit per plaats per dag

262

253

240

237

250

– 13

Prijs reservecapaciteit per plaats per dag

95

65

83

93

93

0

Totaal p*q

1.108

1.051,2

976

862,7

895,9

– 44,5

Bezettingsgraad

84,7

78,6

73,5

79,9

91,3

– 11,4

Toelichting

Naast de effecten van de gestegen lonen en prijzen zijn als gevolg van de lagere bezetting in 2016 minder kosten gemaakt wat geleid heeft tot een lagere kostprijs.

In stand te houden intramurale sanctiecapaciteit

           

Aantal

0

0

0

1.000

1.000

0

Gemiddelde prijs per plaats per dag

0

0

0

31

31

0

Totaal p*q

0

0

0

11,3

11,3

0

             

Extramurale sanctiecapaciteit

           

Aantal

450

481

444

454

400

54

Verdeeld naar

           

(B)PP met of zonder ET

450

481

444

454

400

54

Gemiddelde prijs per plaats per dag

57

83

64

80

56

24

Totaal p*q

9,4

14,6

10,3

13,3

8,2

5,1

Toelichting

Naast de effecten van de gestegen lonen en prijzen wordt de hogere gerealiseerde kostprijs dan begroot verklaard door een product-mix verschil met- en zonder elektronisch toezicht (enkelband). In de begroting werd rekening gehouden met 40% met elektronisch toezicht, in de realisatie is dat 57%.

Intramurale inkoopplaatsen forensische zorg (PPC’s)

           

Aantal

680

620

620

620

620

0

Gemiddelde prijs per plaats per dag

398

403

412

486

445

41

Totaal p*q

98,7

101,2

93,2

102,5

100,8

1,7

Toelichting

Door volledige invoering van prestatiebekostiging worden uitsluitend bezette bedden bekostigd. Dat betekent dat van de beschikbare 620 plaatsen alleen de gerealiseerde bezetting (93,2%) bekostigd is (578 plaatsen). De hogere prijs wordt verklaard door de hogere verblijfsintensiteiten die worden geleverd door de PPC’s. Vanaf de inkoop 2016 wordt rekening gehouden met deze hogere verblijfsintensiteiten en daarmee hogere prijs. In de ontwerpbegroting 2017 is hiermee rekening gehouden.

             

FPC’s / forensische zorg

Aantal

1.858

1.782

1.630

1.491

1.491

0

Verdeeld naar:

           

Direct inzetbare capaciteit:

           

– Rijks FPC’s

373

362

296

206

200

6

– Tbs-capaciteit bij particuliere instellingen

1.286

1.416

1.334

1.285

1.291

– 6

Prijs operationele capaciteit per plaats per dag

494

508

504

547

538

9

Totaal p*q

335,0

330,4

299,6

276,5

292,6

– 16,1

Bezettingsgraad Justitiële Tbs-klinieken

92,0

89,6

91,2

92,9

91,3

1,6

Toelichting

Door volledige invoering van prestatiebekostiging worden uitsluitend bezette bedden bekostigd. Dat betekent dat van de beschikbare 1.491 plaatsen alleen de gerealiseerde bezetting (92,9%) bekostigd is (1.385 plaatsen).

Intramurale inkoopplaatsen forensische zorg in GGZ instellingen

           

Aantal

1.628

1.916

2.150

2.359

2.223

136

Verdeeld naar:

           

Inkoop forensische zorg in strafrechtelijk kader

1.418

1.707

1.940

2.202

2.013

189

Inkoop forensische zorg voor gedetineerden

210

209

210

157

210

– 53

Gemiddelde prijs per plaats per dag

360

355

315

320

335

– 15

Totaal p*q

213,8

248,3

246,9

275,5

271,9

3,6

Toelichting

Door volledige invoering van prestatiebekostiging worden uitsluitend bezette bedden bekostigd. De totale kosten per productgroep zijn derhalve toegerekend aan het gemiddeld aantal bezette bedden per product.

Bij de overige forensische zorg (OFZ) is overproductie gerealiseerd. In de gerealiseerde productie heeft een verschuiving plaatsgevonden van klinisch naar beschermd wonen. Hierdoor is de dagprijs lager uitgekomen dan begroot.

Vreemdelingenbewaring en uitzetcentra

           

Aantal

2.476

1.762

1.179

738

933

– 195

Verdeeld naar:

           

Direct inzetbare capaciteit:

           

– vrijheidsbeneming (art. 6 Vw)

168

98

50

61

61

0

– vreemdelingenbewaring (art. 59 Vw)

1.361

1.424

1.129

560

696

– 136

Reservecapaciteit

390

240

0

117

176

– 59

In stand te houden korte termijn

330

0

0

0

0

0

In stand te houden lange termijn

65

0

0

0

0

0

Prijs operationele capaciteit per plaats per dag

158

168

198

246

248

– 2

Prijs reservecapaciteit per plaats per dag

93

77

0

87

98

– 11

Prijs in stand te houden korte termijn per plaats per dag

53

0

0

0

0

0

Prijs in stand te houden lange termijn per plaats per dag

13

0

0

0

0

0

Totaal p*q

117,5

104,0

85,0

59,5

74,7

– 15,2

Bezettingsgraad

38,4

30,1

22,8

37,4

91,3

– 53,9

Toelichting

Naast de effecten van de gestegen lonen en prijzen zijn als gevolg van de lagere bezetting (37,4%) in 2016 minder (variabele) kosten gemaakt wat geleid heeft tot een lagere kostprijs. De besparing is minder groot dan bij het Gevangeniswezen door PPS-contractenwaarvoor een vaste vergoeding moet worden betaald. De onderproductie ten opzichte van de begroting houdt verband met de verhuur van capaciteit aan het COA.

             

Jeugdplaatsen

           

Aantal

1.164

777

777

634

634

0

Verdeeld naar

           

Direct inzetbare capaciteit

           

– rijks jeugdinrichtingen

358

319

319

273

273

0

– particuliere jeugdinrichtingen

442

331

328

250

258

– 8

Reservecapaciteit

150

127

130

111

103

8

Prijs operationele capaciteit per plaats per dag

547

608

638

618

631

– 13

Prijs reservecapaciteit per plaats per dag

124

132

125

125

125

0

Totaal p*q

176,2

152,1

156,7

123,0

127,0

– 4,0

Bezettingsgraad

64,0

72,1

66,2

80,3

90,0

– 9,7

Toelichting

Naast de effecten van de gestegen lonen en prijzen zijn als gevolg van de lagere bezetting (80,3%) in 2016 minder (variabele) kosten gemaakt wat geleid heeft tot een lagere kostprijs.

In stand te houden jeugdplaatsen

           

Aantal

214

36

36

36

36

0

Gemiddelde prijs per plaats per dag

124

132

125

125

125

0

Totaal p*q

9,7

1,7

1,6

1,6

1,6

0

Licence