Base description which applies to whole site

2. Operationele gereedheid van eenheden

De inzetbaarheidsdoelstellingen zijn uitgewerkt in een gereedheidsnorm per type operationele eenheid. De norm geeft het aantal te leveren operationeel gerede eenheden weer. Als deze «norm OG» per eenheid wordt gehaald, kan wat de gereedheid betreft volledig worden voldaan aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. In de begroting en het jaarverslag zijn de gereedheidsnormen opgenomen in de doelstellingenmatrices bij de beleidsartikelen van de verschillende operationele commando’s. Zoals eerder aan de Kamer gemeld, zal het enige jaren duren alvorens het effect van de inspanningen ter verbetering van de gereedheid in volle omvang merkbaar is. Het duurt immers enige tijd alvorens de intensiveringen vertaald kunnen worden in bijvoorbeeld extra onderdelen of personeel. Knelpunten verschillen per eenheid en wapensystemen zijn niet altijd financieel van aard.

Hieronder volgt een algemeen beeld van de personele en materiële gereedheid, en de geoefendheid van de krijgsmacht.

Algemeen beeld personele gereedheid

De vulling van vooral de schaarstecategorieën, zoals onderhouds-, technisch, medisch en IT-personeel en personeel werkzaam bij de manoeuvre eenheden, blijft een punt van zorg. Ook is er nog sprake van een te lage instroom, beperkte doorstroom(mogelijkheden) en een hoge uitstroom.

Positief is dat de KMar is uitgebreid voor de bewaking en beveiliging van kwetsbare objecten. Voorts is de snel beschikbare capaciteit van de Dienst Speciale Interventies (DSI) vergroot en zo ook de MIVD in het kader van de versterking van de veiligheidsketen.

In 2016 is de Nederlandse variant op het (internationaal) gehanteerde Total Force concept ontwikkeld onder de noemer «adaptieve krijgsmacht». Dit concept moet het mogelijk maken piekbelasting beter op te vangen en, wanneer en waar nodig, het voortzettingsvermogen snel te vergroten. Ook voorziet dit concept in diverse contractvormen om personeel aan te nemen en te behouden. De Tweede Kamer is op 13 januari 2017 over dit concept geïnformeerd (Kamerstuk 34 550, nr. 73).

Algemeen beeld materiële gereedheid

Zoals reeds gemeld in de inzetbaarheidsrapportage over de eerste helft van 2016 is de daling van de materiële gereedheid van de hoofdwapensystemen een halt toe geroepen. De lichte stijging van de MG in het tweede kwartaal van 2016 heeft zich in het laatste half jaar niet kunnen doorzetten. Dit was een gevolg van benodigd extra onderhoud aan wapensystemen die begin 2017 zijn ingezet in de grote oefeningen Bison Drawsko en Red Flag. Deze noodzakelijke extra onderhoudsinspanning heeft overigens mede bijgedragen aan het succes van de oefeningen. Het spreekt voor zich dat deze oefeningen van groot belang zijn met het oog op het herstel van de generieke geoefendheid.

De intensiveringen uit de begroting 2016 zijn onder meer aangewend voor de versterking van de onderhoudscapaciteit en de logistieke bedrijfsvoering en ook voor de verwerving van extra reserveonderdelen. Bij de verwerving van die extra reserveonderdelen is prioriteit gegeven aan het aanvullen van de voorraden en het verbeteren van de leverbetrouwbaarheid van (goedkope) reserveonderdelen die vaak nodig zijn in het onderhoudsproces (fast movers). Zo is de leverbetrouwbaarheid gestegen van 30 procent aan het begin van 2016 naar 74 procent aan het einde van het jaar, en de voorraadbeschikbaarheid van deze reserveonderdelen van 60 procent naar 81 procent. Op basis van instandhoudingsanalyses voor de PzH2000, het LCF, de OPV, de FRISC, de Chinook en de Apache, is vastgesteld welke reserveonderdelen cruciaal zijn voor de inzetbaarheid en om die reden altijd voorradig moeten zijn. De voorraden van deze availability killers worden aangevuld. Daarnaast is extra geld besteed aan de aanvulling van de voorraad oefenmunitie voor kleinkaliberwapens. Er is nu niet langer meer sprake van tekorten aan dit type munitie. Voorts is de onderhoudscapaciteit van de NH-90 vergroot en is de maritieme instandhoudingscapaciteit versterkt. Hetzelfde geldt voor de verwervingscapaciteit en het assortimentsmanagement. Deze verbeteringen zullen de komende tijd voelbaar worden op de werkvloer.

Een punt van zorg is de veroudering en het onderhoud van de zogenaamde B en C-systemen4. De gereedheid van deze systemen is immers van invloed op de operationele gereedheid van de operationele en ondersteunende eenheden. Een ander punt van zorg is de materiële gereedheid van een aantal oudere wapensystemen, waaronder de luchttransportvloot. Het groeiende aantal ouderdomsklachten zorgt voor langere doorlooptijden en veel correctief onderhoud. Dit zorgt ervoor dat de materiële gereedheid lager is dan verwacht. Dit onderstreept de noodzaak van tijdige vervangingsinvesteringen.

Algemeen beeld geoefendheid

De eenheden waren in 2016 voldoende geoefend voor de geplande inzet. De generieke geoefendheid stond echter, zoals verwacht, onder druk. Vooral de genoemde knelpunten in de personele en materiële gereedheid zijn hier debet aan. Zo heeft dit bij het CLSK heeft voornamelijk betrekking op F-16 en helikoptervliegers als gevolg van langdurige en eenzijdige inzet in MINUSMA en ATFME. Door slechte weersomstandigheden eind 2016 kon er voorts minder geoefend worden dan gepland. Bij het CZSK zijn de intensieve inzet in missies in voorgaande jaren en de nog beperkte beschikbaarheid van de NH-90 van invloed op de generieke geoefendheid van de fregatten. De geoefendheid van het CLAS staat mede onder druk doordat de inzet van (gevechts)ondersteuningscapaciteiten in missies de oefenmogelijkheden beperkte. Onvoldoende CIS-middelen beïnvloedde de geoefendheid van staven, de verminderde beschikbaarheid van nachtzichtapparatuur de geoefendheid van gevechtseenheden, en de lage beschikbaarheid van helikopters de geoefendheid van de Luchtmobiele Brigade en vuursteuneenheden. Positief is dat het CLAS eind 2016 vier oefeningen op hogere geweldsniveaus heeft uitgevoerd. Bij de KMar werd de geoefendheid negatief beïnvloed door de intensieve bewaking en beveiliging van kwetsbare objecten en het versneld gereedstellen van de nieuwe HRB-pelotons.

Het totaalbeeld van de gereedheid in 2016 strookt met de verwachtingen. De dalende trend is de afgelopen jaren afgevlakt en de eerste, voorzichtige tekenen van structureel herstel moeten in 2017 waarneembaar worden, ook op de werkvloer. Het totaal aan maatregelen, zoals genomen en voorbereid, moet de komende jaren leiden tot een duidelijke stijgende lijn in de basisgereedheid. Het afgelopen jaar was de bodem van het dal waaruit Defensie zich de komende jaren vastberaden omhoog zal werken.

4

B-systemen zijn «kleinere» wapensystemen of middelen die noodzakelijk zijn voor gevechtsacties zoals nachtzichtapparatuur, radio’s, etc. C-systemen zijn ondersteunende systemen zoals transportmiddelen, heftrucks, meetapparatuur, etc.

Licence