Base description which applies to whole site

4. Europees Structuurbeleid: Europees Fond voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)

Programmaperiode 2014–2020

Voor de programmaperiode 2014–2020 ontvangt Nederland aan middelen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) € 507 mln voor de vier landsdelige programma’s en € 389 mln voor de Interreg (A,B en C) programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking (bedragen in lopende prijzen). Deze Europese middelen worden nationaal gecofinancierd. EZ stelt in totaal € 91 mln aan Rijkscofinanciering beschikbaar voor de landsdelige en € 49 mln voor de grensoverschrijdende programma’s (Interreg A). Deze middelen worden ingezet in aansluiting op beleidsprioriteiten van het Ministerie van Eonomische Zaken. Ook decentrale overheden en private partijen dragen bij aan cofinanciering van EFRO-projecten.

Landsdelige programma’s

De vier landsdelige programma’s kennen allemaal twee hoofddoelen:

  • versterking van technologische ontwikkeling en innovatie;

  • overgang naar een koolstofarme economie.

Een belangrijkrijke doelgroep is het MKB. MKB-bedrijven zijn door hun flexibiliteit in staat om nieuwe kennis snel te benutten, niches te vinden, innovaties naar de markt te brengen en daarmee economische groei te stimuleren. De uitvoerende organisaties voor EFRO, de managementautoriteiten, geven voorlichting en ondersteuning aan het MKB over deelname aan het EFRO-programma. Waar mogelijk wordt regelgeving vereenvoudigd of verbeterd met het oog op deelname van het MKB. Op Europees niveau is daarvoor de High Level Group on simplification ingesteld. Daarnaast hebben de autoriteiten die in Nederland betrokken zijn bij de uitvoering van EFRO gezamenlijk een kader opgesteld voor de EFRO-controlepraktijk, met als doel de controledruk voor ondernemers te verlagen.

Bij de inzet van de EFRO middelen wordt aangesloten bij sterke sectoren en speerpunten in het betreffende gebied. Voor elk landsdeel zijn hiervoor zogenaamde «Slimme Specialisatie Strategieën» (smart specialisation strategies), opgesteld, waarin de volgende sterke sectoren en speerpunten naar voren komen (inclusief EFRO-budget per landsdeel):

  • Noord (€ 103 mln): energie, watertechnologie, healthy ageing, agribusiness, slimme (sensor)systemen en materialen en accent op maatschappelijke opgaven.

  • Oost (€ 100 mln): agri&food, health, High Tech Systemen en Materialen (HTSM), energie & milieutechnologie (EMT).

  • Zuid (€ 114 mln): agri&food, HTSM, chemie en nadruk op cross-overs.

  • West (€ 190 mln): alle topsectoren, nadruk op cross-overs, duurzaamheid, biobased en ICT.

Vanuit de landsdelige programma’s werd in 2016 een groot en divers pakket aan regelingen opengesteld voor innovatiestimulering (onder andere valorisatie, proeftuinen, R&D samenwerking en clustervorming) en het realiseren van een koolstofarme economie. In het derde kwartaal van 2016 was gemiddeld over de landsdelen 24% van het budget gecommitteerd voor innovatiestimulering en 16% voor de prioriteit koolstofarme economie. Net als in de periode 2007–2013 worden met de EFRO-subsidies in ruime mate private investeringen uitgelokt. Selectie van ingediende projecten vindt plaats door commissies van onafhankelijke deskundigen. Voor de beoordeling van de projecten geldt een uniform toetsingskader voor alle landsdelen waarbij kwaliteit van de businesscase en de mate waarin het project bijdraagt aan duurzame ontwikkeling onder meer criteria zijn.

Rijkscofinanciering wordt ingezet voor projecten die bijdragen aan het realiseren van nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en energie (TK, 21 501-08, nr. 489). In dit verband is aan een aantal fieldlabs van de Actieagenda Smart Industry EFRO-subsidie en Rijkscofinanciering toegekend (TK, 29 697, nr. 23) en dat geldt ook voor diverse grote publiek-private R&D samenwerkingsverbanden en projecten in of rond innovatieve clusters.

Programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking (Interreg A)

Er zijn vier Interreg A programma’s: Twee-Zeeën, Euregio MaasRijn, Duitsland-Nederland en Vlaanderen-Nederland. Na eerdere goedkeuring van de programma’s door de Europese Commissie kunnen bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen projecten indienen. Voor de verschillende programma’s is het beeld over 2016 als volgt:

  • Het Duitsland-Nederland programma heeft tot en met 2016 82 projecten goedgekeurd voor een totale investering van € 314 mln waarvan € 14,38 mln Rijkscofinanciering. Het gaat met name om projecten op het gebied van HTSM, energie efficiency en health & life sciences. Een voorbeeldproject is MariGreen waarin 59 Duitse en Nederlandse maritieme MKB ondernemingen en kennisinstellingen innovaties doen gericht op vergroening van de scheepvaart.

  • Het Vlaanderen-Nederland programma heeft in 2016 26 projecten goedgekeurd waarvan 9 Rijkscofinanciering ontvangen. Het gaat met name om projecten op het gebied van duurzame energie, energie-efficiency en bio-based economy.

  • Het programma Twee-Zeeën heeft in 2016 23 projecten goedgekeurd, waarvan twee Rijkscofinanciering hebben gekregen. Het grootste gedeelte van het budget ging naar projecten op het gebied van koolstofarme technologieën, daarna naar klimaatverandering en technologische innovatie.

  • Het Euregio MaasRijn programma heeft in 2016 de eerste projecten goedgekeurd waarna de tweede call is opengesteld. Onder de projecten in de eerste call zijn geen projecten die Rijkscofinanciering ontvangen.

Communicatie over de resultaten

Over de resultaten van EFRO wordt onder meer gecommuniceerd via de website www.europaomdehoek.nl en via de «Europa om de Hoek Kijkdagen». Deze «Kijkdagen», waarop EFRO-projecten worden opengesteld voor het publiek, worden jaarlijks in mei georganiseerd door de managementautoriteiten van deelnemende programma’s in nauwe samenwerking met de projectuitvoerders. EZ coördineert het netwerk waarbinnen de Europa om de hoek Kijkdagen georganiseerd worden. Gebleken is dat de manier waarop de communicatie over EFRO-resultaten in Nederland is georganiseerd, inspirerend werkt richting andere Lidstaten. Met de eerste prijs (2015) in het kader van de European Public Communication Award voor de «Europa om de Hoek Kijkdagen» heeft Nederland zich in de kijker gespeeld. In de eerste helft van 2017 komen monitoringsgegevens over zowel de landsdelige als grensoverschrijdende programma’s beschikbaar op de website van het Ministerie van Economische Zaken over de voortgang van het bedrijvenbeleid (www.bedrijvenbeleidinbeeld.nl).

Programmaperiode 2007–2013

Voor de programmaperiode 2007–2013 is in totaal € 1,1 mld Europees budget beschikbaar gesteld. Inmiddels is die programmaperiode in de eindfase en zal naar verwachting in 2017 definitief worden afgesloten. Uiterlijk op 31 maart 2017 moeten de eindverslagen van de landsdelen over deze programmaperiode bij de Europese Commissie zijn ingediend. Algemeen beeld is dat de programma’s succesvol zijn geweest onder andere wat betreft het hefboomeffect van EFRO voor het aantrekken van private financiering.

Licence