Base description which applies to whole site

2.1. Financieel beeld op hoofdlijnen

Om de zorgagenda van het kabinet te kunnen uitvoeren was het ook nodig om financieel orde op zaken te stellen. De reële uitgavengroei in de zorg lag jarenlang hoger dan op de lange termijn houdbaar zou zijn. Dat pad lijkt nu doorbroken. Vanaf 2012 stabiliseren de zorguitgaven zich, zoals blijkt uit onderstaande figuur die de historische ontwikkeling van de BKZ-uitgaven over de laatste tien jaar weergeeft. Uit deze figuur blijkt dat de netto-BKZ-uitgaven van circa € 44 miljard in 2006 fors gestegen zijn tot circa € 64 miljard in 2012. Na 2012 is evenwel sprake van een zeer gematigde groei naar circa € 66 miljard in 2016. In paragraaf 5.3 is een nadere analyse opgenomen over de horizontale ontwikkeling van de zorguitgaven van 2012 tot en met 2016.

Figuur 2: Ontwikkeling van de netto BKZ-uitgaven 2006–2016

Figuur 2: Ontwikkeling van de netto BKZ-uitgaven 2006–2016

In dit jaarverslag 2016 kan net als in de jaren 2013, 2014 en 2015 een onderschrijding van het Budgettair kader Zorg worden gemeld. In de begroting 2016 werd reeds uitgegaan van een kaderonderschrijding van € 0,7 miljard. Deze is op basis van actuele inzichten opgelopen tot € 1,8 miljard.

De Zvw-uitgaven komen circa € 1,8 miljard lager uit dan in de ontwerpbegroting 2016. Voor een belangrijk deel is dit het gevolg van de in de curatieve zorg afgesloten hoofdlijnenakkoorden. Zo is ruimte ontstaan als gevolg van het verschil tussen de oorspronkelijk beschikbaar gestelde groeiruimte voor de curatieve zorg en de in de verschillende zorgakkoorden gemaakte afspraken over de toegestane groei in die sectoren. Daarnaast is in de ggz sprake van een onderschrijding van het kader met € 0,3 miljard. Dit hangt onder andere samen met substitutie naar de POH-ggz (onder het huisartsenkader), een verschuiving naar de goedkopere basis ggz en de scherpere inkoop van zorgverzekeraars.

Bij de ggz gaat het net als bij de MSZ om voorlopige cijfers. Hoewel de raming voor de ggz nog grotendeels een bijschatting door verzekeraars van feitelijke declaraties is, ligt de onderschrijding in het verlengde van eerdere jaren. Bij de MSZ is als gevolg van de versnelling van de

dbc-doorlooptijd de bijschatting van feitelijke declaraties met 34% aanmerkelijk kleiner dan bij eerdere jaarverslagen (circa 50%). Om meer transparantie en een beter inzicht in de zorguitgaven te bieden, verwerken we de cijfers over de MSZ en ggz, in tegenstelling tot eerdere jaren, reeds in dit jaarverslag.

Ook de wijkverpleging laat over 2016 een onderschrijding zien: € 0,1 miljard. De belangrijkste oorzaak is dat er uiteindelijk minder extramurale cliënten met een Wlz-profiel vanuit de AWBZ zijn overgaan naar de Zvw dan waar bij de hervorming van de langdurige zorg rekening mee werd gehouden. Vanaf 2017 wordt dit gecorrigeerd en vindt een verschuiving van € 144 miljoen plaats vanuit de Zvw naar de Wlz. Een aanvullende verklaring voor deze onderschrijding vormen de signalen uit het veld die wijzen op een tekort aan wijkverpleegkundigen en een scherpe contractering door zorgverzekeraars.

Ook bij enkele niet-akkoordsectoren is sprake van aanzienlijke ruimte. Zo laat de hulpmiddelenraming een onderschrijding zien van € 0,2 miljard in 2016. De lagere uitgaven doen zich voornamelijk voor bij de hoortoestellen, verzorgingsmiddelen en diabetesmaterialen.

Tenslotte laat de sector grensoverschrijdende zorg in 2016 een onderschrijding van € 0,2 miljard zien als gevolg van een zeer beperkte groei van het zorggebruik. Hiermee hebben ook de niet-akkoord sectoren in de Zvw een belangrijke bijdrage geleverd aan een beheerste ontwikkeling van de zorguitgaven.

De netto-Wlz-uitgaven kwamen circa € 0,1 miljard lager uit dan geraamd, voornamelijk als gevolg van hogere ontvangsten en door de zogenaamde financieringsmutatie, wat betekent dat er in 2016 minder is gefinancierd dan geproduceerd.

De begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven kwamen circa € 0,2 miljard hoger uit dan geraamd, voornamelijk als gevolg van hogere uitgaven binnen het gemeentefonds en in verband met indexatie van de schadevergoeding voor Erasmus MC.

Al met al is er veel bereikt. Het is de opgave de lijn van zorgverbetering en -vernieuwing en houdbare zorguitgaven nu vast te houden. Met het stabiliseren van de zorguitgaven rond de groei van de economie en het tegelijkertijd doorvoeren van gerichte intensiveringen, is hiervoor het fundament gelegd. Tegelijkertijd is er als het gaat om uitgavenbeheersing geen reden tot achterover leunen. Volgens het Centraal Planbureau zullen de zorguitgaven zonder nieuwe maatregelen stijgen met circa 3,4% en daarmee een fors beslag leggen op de verwachte economische groei. In het afgelopen jaar zijn al stappen gezet om toekomstige generaties niet met een te hoge zorgrekening op te zadelen.

Licence