Base description which applies to whole site

2.3. Ontwikkeling van het Budgettair Kader Zorg en de netto-BKZ-uitgaven 2016.

Het Budgettair Kader Zorg legt aan het begin van de kabinetsperiode de genormeerde ontwikkeling van de collectieve zorguitgaven vast voor elk van de komende vier jaren. Gedurende de kabinetsperiode wordt het kader aangepast voor de jaarlijkse prijsstijging. Hiervoor wordt de CPB-raming van de prijsindex van de nationale bestedingen (pNB) gebruikt.

Het BKZ is bij de start van het kabinet-Rutte/Asscher voor de periode 2013–2017 vastgesteld bij Startnota (TK 33 400, nr. 18). Bij de start van dit kabinet zijn de uitgavenkaders herijkt en is de stand ontwerpbegroting 2013 (TK 33 400 XVI, nr. 1 en 33 400 XVI, nr. 2) als uitgangspunt genomen.

Na de Startnota zijn de uitgavenkaders opnieuw herijkt en is de stand ontwerpbegroting 2014

(TK 33 750 XVI, nr. 1 en 33 750 XVI, nr. 2) als uitgangspunt genomen.

Tabel 3 laat de ontwikkeling van het BKZ en de netto-BKZ-uitgaven zien vanaf de stand ontwerpbegroting 2016.

Tabel 3 Ontwikkeling van het BKZ en de netto BKZ-uitgaven 2016 (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2016

BKZ stand ontwerpbegroting 2016

68.564

Prijs nationale bestedingen (pNB)

– 543

IJklijnmutaties

– 92

Bijstelling BKZ

– 634

BKZ stand jaarverslag 2016

67.929

Netto BKZ-uitgaven stand jaarverslag 2016

66.105

Onderschrijding BKZ

– 1.825

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

1

Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Het BKZ is ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2016 met € 0,6 miljard verlaagd.

Dit als gevolg van nominale ontwikkelingen (een neerwaartse bijstelling van de prijs Nationale Bestedingen volgend uit het Centraal Economisch Plan van het CPB) met € 0,5 miljard en met € 0,1 miljard als gevolg van enkele overhevelingen die hebben plaatsgevonden van het BKZ naar de VWS-begroting (behorend tot het kader Rijksbegroting). Omdat ook de zorguitgaven lager zijn uitgekomen dan verwacht is voor 2016 sprake van een onderschrijding van het BKZ met € 1,8 miljard.

In de paragrafen 3.1.1, 3.2.1 en 3.3 is de ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per financieringsbron verder toegelicht.

Tabel 4 geeft een overzicht van de kadertoetsing van het BKZ vanaf de stand ontwerpbegroting 2016.

Tabel 4 Kadertoets Budgettair Kader Zorg 2016 (bedragen x € 1 miljoen; –/– is saldoverbeterend)
 

2016

Kadertoets BKZ ontwerpbegroting 2016

– 722

Bijstelling 1e suppletoire begroting 2016

– 57

Kadertoets BKZ 1e suppletoire begroting 2016

– 779

Bijstelling ontwerpbegroting 2017

– 19

Kadertoets BKZ ontwerpbegroting 2017

– 798

Bijstelling 2e suppletoire begroting 2016

– 402

Kadertoets BKZ 2e suppletoire begroting 2016

– 1.201

Bijstelling jaarverslag 2016

– 624

Kadertoets BKZ jaarverslag 2016

– 1.825

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Sinds de stand ontwerpbegroting 2016 is het kader onderschreden met circa € 1,8 miljard. Van deze € 1,8 miljard is een deel (€ 1,2 miljard) reeds in eerdere budgettaire nota’s gemeld. Ten opzichte van de stand tweede suppletoire begroting 2016 is er sprake van een toename van de onderschrijding met € 0,6 miljard.

Licence