Base description which applies to whole site

6.1. Verdieping in de BKZ-deelsectoren

In deze verdiepingsparagraaf wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen van de uitgaven onder het BKZ. Deze verdiepingsparagraaf is opgedeeld in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). In deze paragraaf zijn de cijfers over de jaren 2013 tot en met 2016 per deelsector gepresenteerd. Dit geeft een overzichtelijker en gedetailleerder beeld van de budgettaire ontwikkelingen binnen de afzonderlijke onderdelen van de zorg. De bijstellingen zijn weergegeven ten opzichte van de ontwerpbegroting 2016. De toelichtingen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën: autonoom, beleidsmatig en technisch.

In deze verdiepingsbijlage worden alleen de belangrijkste bijstellingen die na de tweede suppletoire begroting 2016 hebben plaatsgevonden toegelicht. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de eerste suppletoire begroting 2016 (TK 34 485 XVI, nr. 1 en 2), de ontwerpbegroting 2017 (TK 34 550 XVI, nr. 1 en 2) en de tweede suppletoire begroting 2016 (TK 34 620 XVI, nr. 1 en 2) wordt verwezen naar de betreffende publicaties.

Als gevolg van afronding kan de som der delen in de tabellen in deze verdiepingsbijlage afwijken van het totaal.

6.1.1. Zorgverzekeringswet (Zvw)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Zvw in het afgelopen jaar voor de jaren 2013 tot en met 2016. In tabel 17 worden weergegeven de financiële bijstellingen in 2016 per deelsector tussen de ontwerpbegroting 2016 en het jaarverslag 2016. Het beeld voor 2016 is geactualiseerd bij de eerste suppletoire begroting 2016, de ontwerpbegroting 2017, de tweede suppletoire begroting 2016 en nu bij het jaarverslag 2016.

De opbouw van de ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten wordt na tabel 17 verder per deelsector weergegeven.

Tabel 17 Ontwikkeling van de Zvw-uitgaven en -ontvangsten per deelsector (bedragen x € 1 miljoen)
 

Ontwerpbegroting

Bijstellingen

Stand Jaarverslag

 

2016

2016

2016

Eerstelijnszorg

5.349,6

– 15,7

5.334,0

Huisartsenzorg

2.762,3

– 118,8

2.643,5

Multidisciplinaire zorgverlening

445,2

85,7

530,8

Tandheelkundige zorg

717,4

38,8

756,3

Paramedische zorg

700,8

14,4

715,2

Verloskunde

229,4

1,9

231,2

Kraamzorg

320,5

– 23,9

296,6

Zintuiglijk gehandicapten

174,1

– 13,7

160,4

       

Tweedelijnszorg

23.099,2

307,4

23.406,6

Medisch-specialistische zorg

21.145,8

242,4

21.388,2

Geriatrische revalidatiezorg

777,3

– 56,6

720,8

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg

660,0

– 8,8

651,1

Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg

49,4

– 11,1

38,3

Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg

82,2

– 6,9

75,4

Garantieregeling kapitaallasten

0,0

78,2

78,2

Overig curatieve zorg

384,5

70,1

454,6

       

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

3.779,0

– 330,6

3.448,4

Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg

3.779,0

– 330,6

3.448,4

       

Genees- en hulpmiddelen

6.266,8

– 190,9

6.075,9

Geneesmiddelen

4.598,8

40,8

4.639,6

Hulpmiddelen

1.668,0

– 231,7

1.436,3

       

Wijkverpleging

3.346,1

– 108,6

3.237,4

Wijkverpleging

3.346,1

– 108,6

3.237,4

       

Ziekenvervoer

692,3

– 34,5

657,8

Ambulancevervoer

565,7

– 19,1

546,6

Overig ziekenvervoer

126,6

– 15,4

111,2

       

Opleidingen

1.250,9

23,4

1.274,3

Beschikbaarheidbijdrage opleidingen Zvw

1.250,9

23,4

1.274,3

       

Overig

809,9

– 174,9

634,9

Grensoverschrijdende zorg

809,9

– 174,9

634,9

       

Nominaal en onverdeeld

1.266,3

– 1.266,3

0,0

Nominaal en onverdeeld

1.266,3

– 1.266,3

0,0

       

Bruto Zvw-uitgaven

45.860,1

– 1.790,8

44.069,3

Eigen betalingen Zvw

3.194,8

0,0

3.194,8

Zvw-ontvangsten

3.194,8

0,0

3.194,8

Netto Zvw-uitgaven

42.665,2

– 1.790,8

40.874,4

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In figuur 9 is de samenstelling van de Zvw-uitgaven per sector weergegeven voor het jaar 2016.

Figuur 9: Samenstelling Zvw-uitgaven 2016

Figuur 9: Samenstelling Zvw-uitgaven 2016

1 De eerstelijnszorg bevat ook de multidisciplinaire zorg.

Huisartsen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

2.373,2

2.544,3

2.696,1

2.762,3

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 7,5

8,0

– 105,1

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

18,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,3

0,6

– 9,2

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 1,8

– 20,1

– 137,5

Totaal bijstellingen

– 7,8

6,8

– 134,4

– 118,8

Stand jaarverslag 2016

2.365,4

2.551,1

2.561,7

2.643,5

         

Deze sector bevat de huisartsenzorg. Deze bestaat uit bijzondere betalingen, avond- nacht en weekenddiensten, inschrijftarieven, consultarieven, overige tarieven, resultaatbeloning & zorgvernieuwing huisartsen, verloskundige hulp door huisartsen en het deel van de kwaliteitsgelden dat betrekking heeft op ondersteuning van de eerstelijnszorg.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 1,8

– 20,1

– 137,5

De uitgaven voor huisartsenzorg zijn geactualiseerd op basis van in maart ontvangen gegevens van het Zorginstituut. Hieruit volgen bijstellingen voor 2014, 2015 en 2016. De uitgaven voor 2016 zijn fors lager dan geraamd. Er was voor de huisartsenzorg meer ruimte beschikbaar dan kon worden ingevuld. Delen van de huisartsenzorg, zoals de vergoeding voor abonnementen vertonen weinig groei. Vanaf de aanvang van het akkoord hebben zich in omvang vergelijkbare onderschrijdingen van het kader voorgedaan. Voor 2014 en 2015 zijn deze eerder verwerkt. Hoewel er bij de uitgaven voor huisartsen in 2016 sprake is van een forse onderschrijding, zijn deze uitgaven ten opzichte van 2015 gegroeid met € 82 miljoen. De toename is vooral veroorzaakt door een stijging bij de consulten met € 24 miljoen, de overige tarieven met € 37 miljoen en de resultaatbeloning & zorgvernieuwing huisartsen met € 31 miljoen. De POH-ggz is sterk gegroeid binnen de onderdelen consulten en modules. De uitgaven voor bijzondere betalingen zijn daarentegen gedaald, evenals de avond- nacht en weekenddiensten.

       
Multidisciplinaire zorgverlening (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

415,6

458,9

434,4

445,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 7,9

0,5

31,7

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

15,3

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

1,8

– 1,1

2,8

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

3,3

– 2,5

70,4

Totaal bijstellingen

– 6,1

2,7

32,0

85,7

Stand jaarverslag 2016

409,5

461,6

466,4

530,8

         

De multidisciplinaire zorgverlening (MDZ) betreft ketenzorg en geïntegreerde eerstelijnszorg. Binnen de ketens wordt zorg verleend waarbij zorgaanbieders van diverse disciplines de zorgonderdelen in samenhang en in samenwerking met de betreffende patiënt leveren.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

3,3

– 2,5

70,4

De uitgaven voor multidisciplinaire zorgverlening zijn geactualiseerd op basis van in maart ontvangen gegevens van het Zorginstituut. Hieruit volgt een forse overschrijding voor 2016 van het beschikbare kader met € 70 miljoen. Deze overschrijding wordt in samenhang bezien met de onderschrijding op de uitgaven voor huisartsenzorg (bijna € 138 miljoen). De meeste mogelijkheden om meer zorg te leveren in deze sectoren zitten bij de multidisciplinaire zorgverlening (MDZ). De reguliere multidisciplinaire zorgverlening is sinds 2015 gestegen met circa € 22 miljoen en de zorgvernieuwing MDZ met circa € 40 miljoen. De stijging daarin werd onder andere veroorzaakt door een zestal nieuwe op substitutie gerichte prestaties.

       
Tandheelkundige zorg Zvw (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

697,4

739,5

728,0

717,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,8

5,4

9,8

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

20,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,7

– 0,2

1,4

1,4

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 2,5

4,1

16,7

Totaal bijstellingen

1,5

2,7

15,3

38,8

Stand jaarverslag 2016

698,9

742,2

743,3

756,3

         

Deze deelsector bevat de eerstelijns tandheelkundige zorg.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 2,5

4,1

16,7

De uitgaven aan tandheelkundige zorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut over vier kwartalen. In 2016 is sprake van een overschrijding van bijna € 17 miljoen. Deze overschrijding wordt grotendeels veroorzaakt door een stijging van de preventieve mondzorg bij jeugdige verzekerden.

       
Paramedische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

627,4

657,3

685,0

700,8

Bijstellingen jaarverslag 2015

1,6

– 0,2

– 10,4

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,2

– 0,4

1,3

1,3

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 5,6

0,0

12,7

Totaal bijstellingen

1,8

– 6,2

– 9,1

14,4

Stand jaarverslag 2016

629,2

651,1

675,9

715,2

waarvan fysiotherapie

439,6

457,1

472,1

489,0

waarvan oefentherapie

19,1

19,6

20,2

21,3

waarvan logopedie

115,2

114,1

117,0

127,4

waarvan ergotherapie

27,0

29,9

33,0

39,9

waarvan dieetadvisering

28,3

30,5

33,5

37,7

         

De paramedische zorg omvat fysiotherapie, oefentherapie Caesar, oefentherapie Mensendieck, logopedie, ergotherapie en dieetadvisering.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 5,6

 

12,7

De uitgaven aan paramedische zorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut over vier kwartalen. Hieruit volgen bijstellingen voor 2014 en 2016. In 2016 is sprake van een overschrijding van het beschikbare kader met bijna € 13 miljoen. Dit is het saldo van diverse bijstellingen op de verschillende deelsectoren. Met name de uitgaven aan logopedie en ergotherapie zijn gestegen. Bij de ergotherapie is sprake van een autonome volumegroei. De groei bij de sector logopedie kan mede worden verklaard door acht nieuwe prestaties of prestatiebeschrijvingen logopedie die de NZa per 1 januari 2016 heeft afgegeven.

       
Verloskunde (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

198,6

216,1

224,4

229,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 2,0

– 2,0

– 7,9

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 6,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

– 0,2

– 1,3

– 1,3

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 6,5

– 0,5

10,1

Totaal bijstellingen

– 2,0

– 8,7

– 9,7

1,9

Stand jaarverslag 2016

196,6

207,4

214,7

231,2

         

Deze deelsector bevat de extramuraal verstrekte verloskundige zorg. De verloskundige zorg verricht door huisartsen is bij de deelsector huisartsen opgenomen.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 6,5

– 0,5

10,1

Op basis van in maart 2017 ontvangen cijfers van het Zorginstituut zijn de realisatiecijfers geactualiseerd. Hieruit volgen in omvang geringe bijstellingen voor 2014 en 2015. In 2016 is sprake van een overschrijding van het beschikbare kader met € 10,1 miljoen. Deze is deels te verklaren door het structureel doortrekken van de onderschrijding in 2015, daarnaast is sprake van een stijging van het aantal geboorten in 2016 ten opzichte van 2015.

       
Kraamzorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

281,3

306,0

313,2

320,5

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 0,5

– 5,6

– 15,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 7,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,5

– 0,5

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 0,6

– 4,1

– 16,0

Totaal bijstellingen

– 1,0

– 6,7

– 19,1

– 23,9

Stand jaarverslag 2016

280,3

299,3

294,1

296,6

         

Op deze sector worden de uitgaven voor kraamzorg geraamd en verantwoord. De kraamzorg is tweeledig. Allereerst houdt deze de partusassistentie in: de ondersteuning van de verloskundige bij de bevalling. Daarnaast levert de kraamverzorgende hulp gedurende de eerste dagen na de bevalling en geeft zij advies met betrekking tot de verzorging van de pasgeborene en de kraamvrouw.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 0,6

– 4,1

– 16,0

Op basis van in maart 2017 ontvangen cijfers van het Zorginstituut zijn de realisatiecijfers geactualiseerd. Hieruit volgen in omvang geringe bijstellingen voor 2014 en 2015. In 2016 is sprake van een forse onderschrijding van het beschikbare kader met € 16,0 miljoen, maar het uitgavenniveau 2016 is licht hoger dan 2015. Het aantal geboortes is in 2016 gestegen ten opzichte van 2015.

       
Zintuiglijk gehandicapten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

0,0

0,0

172,7

174,1

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

– 23,7

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

2,8

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,8

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

0,5

– 16,5

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

– 22,4

– 13,7

Stand jaarverslag 2016

0,0

0,0

150,3

160,4

         

Zorg aan zintuiglijk beperkten (auditief en/of communicatief beperkten, visueel beperkten en doofblinden) valt sinds 1 januari 2015 onder de Zvw.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

   

0,5

– 16,5

De uitgaven voor de zintuiglijk gehandicapten zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. Over 2016 is een onderschrijding te zien van bijna € 17 miljoen. De uitgaven zijn ten opzichte van 2015 gestegen met € 10 miljoen en komen hiermee dichter bij de begrotingsraming dan in 2015. Deze sector is vanaf 2015 nieuw onder de Zvw. Er is nog onvoldoende ervaring met de kwaliteit van de raming van deze sector door VWS en zorgverzekeraars.

       
Instellingen voor medisch-specialistische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

18.581,8

18.576,8

   

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 173,4

– 55,5

   

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

   

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

68,6

– 9,2

   

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

   

Bijstellingen jaarverslag 2016

– 1,5

– 97,8

   

Totaal bijstellingen

– 106,3

– 162,5

   

Stand jaarverslag 2016

18.475,5

18.414,3

   
         

Deze sector is samengesteld uit de voormalige onderdelen algemene en categorale ziekenhuizen, academische ziekenhuizen, ZBC’s en een groot deel van overige curatieve instellingen (bijvoorbeeld centra voor erfelijkheidsonderzoek en dialysecentra). Als gevolg van de invoering van integrale tarieven in de medisch-specialistische zorg per 1 januari 2015 maakt deze sector met ingang van de begroting 2015 deel uit van het integrale kader medisch-specialistische zorg.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

– 1,5

– 97,8

   

De onderschrijding bij de ziekenhuizen in 2014 loopt met bijna € 98 miljoen op (van de eerder geboekte € 65 miljoen naar € 163 miljoen). Daarentegen loopt de eerder geboekte onderschrijding bij de vrijgevestigde medisch specialisten in 2014 bijna € 36 miljoen terug (van € 173 miljoen naar € 138 miljoen). Over inzet van het mbi MSZ voor het jaar 2014 moet uiterlijk 1 mei 2017 worden besloten. De actuele cijfers geven geen aanleiding voor inzet van het mbi.

       
Vrijgevestigde medisch specialisten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

2.060,8

2.238,5

   

Bijstellingen jaarverslag 2015

6,7

– 168,7

   

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

   

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 31,0

– 4,6

   

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

   

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

35,7

   

Totaal bijstellingen

– 24,3

– 137,6

   

Stand jaarverslag 2016

2.036,5

2.100,9

   
         

Deze sector omvat de honoraria van de vrijgevestigde medisch specialisten. Als gevolg van de invoering van integrale tarieven in de medisch-specialistische zorg per 1 januari 2015 maakt deze sector met ingang van de begroting 2015 deel uit van het integrale kader medisch-specialistische zorg.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

35,7

   

De eerder geboekte onderschrijding bij de vrijgevestigde medisch specialisten in 2014 loopt bijna € 36 miljoen terug (van € 173 miljoen naar € 138 miljoen). Daarentegen loopt de onderschrijding bij de ziekenhuizen in 2014 met bijna € 98 miljoen op (van de eerder geboekte € 65 miljoen naar € 163 miljoen).

       
Mondziekten en kaakchirurgie (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

94,4

97,3

   

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 1,6

– 18,0

   

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

   

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,2

– 0,7

   

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

   

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 0,7

   

Totaal bijstellingen

– 1,8

– 19,4

   

Stand jaarverslag 2016

92,6

77,9

   
         

Deze sector omvat de medisch-specialistische zorg mondziekten en kaakchirurgie (tandheelkundige specialistische zorg). Het betreft zorg voor verzekerden tot en met 17 jaar en bijzondere tandheelkunde op basis van indicatie voor volwassenen. Verder bevat deze deelsector orthodontie door een specialist en kaakchirurgie. Als gevolg van de invoering van integrale tarieven in de medisch-specialistische zorg per 1 januari 2015 maakt deze sector met ingang van de begroting 2015 deel uit van het integrale kader medisch-specialistische zorg.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 0,7

   

De uitgaven voor mondziekten en kaakchirurgie zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut.

       
Medisch-specialistische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

0,0

0,0

20.353,3

21.145,8

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

149,2

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

11,8

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

19,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

– 307,9

62,4

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

– 307,9

242,4

Stand jaarverslag 2016

0,0

0,0

20.045,4

21.388,2

         

In deze sector vallen met ingang van 2015 de instellingen voor medisch-specialistische zorg inclusief mondziekten en kaakchirurgie en de honoraria voor de vrijgevestigde medisch specialisten.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

   

– 307,9

62,4

De uitgaven voor medisch-specialistische zorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. De actuele realisatiecijfers over 2016 laten een overschrijding van € 62 miljoen zien. Het gaat om voorlopige cijfers; ruim een derde is bijgeschat door verzekeraars. Daarentegen laten de actuele realisatiecijfers over 2015 een onderschrijding van € 308 miljoen zien. Als gevolg van de versnelling van de dbc-doorlooptijd is de balanspost 2016 met 34% aanmerkelijk kleiner dan de balanspost 2015 bij jaarverslag 2015 (50%). Hoewel het bedrag dat met de balanspost is gemoeid nog altijd circa € 7 miljard bedraagt, verwerken we thans de actuele, zij het zeer voorlopige inzichten in de realisatie over 2016.

       
Geriatrische revalidatiezorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

660,8

734,0

755,7

777,3

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 7,2

– 26,3

– 38,1

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 16,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 1,8

– 9,6

– 14,0

– 25,8

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

– 0,1

– 19,3

– 9,5

– 14,1

Totaal bijstellingen

– 9,1

– 55,2

– 61,6

– 56,6

Stand jaarverslag 2016

651,7

678,8

694,1

720,8

         

Geriatrische revalidatiezorg richt zich op kwetsbare ouderen met meerdere aandoeningen, die in het ziekenhuis een medisch-specialistische behandeling hebben ondergaan. Deze oudere cliënten hebben behoefte aan een multidisciplinaire revalidatiebehandeling die aan hun individuele herstelmogelijkheden en trainingstempo is aangepast en rekening houdt met andere aandoeningen. Geriatrische revalidatie onderscheidt zich daarmee in zorginhoud en cliëntgroep van de medisch-specialistische revalidatie. Doel is hen te helpen terug te keren naar de oude woonsituatie en maatschappelijk te blijven participeren.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

– 0,1

– 19,3

– 9,5

– 14,1

De uitgaven voor geriatrische revalidatiezorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. Met name de uitgaven voor 2014 en 2016 zijn aanzienlijk lager dan uit eerdere schadelastrapportages naar voren kwam. De cijfers over 2016 zijn nog zeer voorlopig.

       
Beschikbaarheidbijdrage academische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

700,1

708,7

642,6

660,0

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 0,1

0,0

2,3

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

8,8

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,1

0,0

– 5,5

– 17,6

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

– 3,2

– 8,8

Stand jaarverslag 2016

700,1

708,7

639,4

651,1

         

De academische ziekenhuizen en het NKI-AVL krijgen in verband met hun publieke taken – het leveren van topreferente zorg en onderzoek en innovatie – een beschikbaarheidbijdrage academische zorg.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

0,1

 

– 5,5

– 17,6

Betreft de actualisering op grond van gegevens van de NZa. Het bedrag voor 2016 is gebaseerd op de verleningen; de vaststellingen volgen in de loop van 2017. De beschikbare cijfers over de vaststellingen van eerdere jaren laten met name voor 2013 en 2014 nauwelijks verschillen zien.

       
Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

42,1

40,6

47,3

49,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

– 10,6

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

1,3

– 11,5

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

– 9,3

– 11,1

Stand jaarverslag 2016

42,1

40,6

38,0

38,3

         

De academische ziekenhuizen krijgen voor de kapitaallasten die samenhangen met de academische zorg een beschikbaarheidbijdrage.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

   

1,3

– 11,5

Betreft de actualisering op grond van gegevens van de NZa. Het bedrag voor 2016 is gebaseerd op de verleningen; de vaststellingen volgen in de loop van 2017. De beschikbare cijfers over de vaststellingen van eerdere jaren laten nauwelijks verschillen zien.

       
Beschikbaarheidbijdragen overig medisch-specialistische zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

59,8

58,6

74,4

82,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

14,5

5,1

2,3

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

1,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

1,9

0,0

– 4,4

– 7,9

Totaal bijstellingen

16,4

5,1

– 2,1

– 6,9

Stand jaarverslag 2016

76,2

63,7

72,3

75,4

         

Op deze sector worden de uitgaven geraamd van de beschikbaarheidbijdragen ten behoeve van de spoedeisende hulp, Calamiteitenhospitaal, helikoptervoorziening en Mobiel Medisch Team-voertuigen voor traumazorg, trauma- en brandwondenzorg, kenniscoördinatie, OTO (opleiden, trainen en oefenen), acute verloskunde en de post mortom orgaandonatie. De beschikbaarheidbijdragen academische zorg, kapitaallasten academische zorg en opleidingen worden apart gepresenteerd.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

1,9

 

– 4,4

– 7,9

Betreft de actualisering op grond van gegevens van de NZa. Het bedrag voor 2016 is gebaseerd op de verleningen. De beschikbare cijfers over de vaststellingen van eerdere jaren laten met name voor 2013 en 2014 nauwelijks verschillen zien.

       
Garantieregeling kapitaallasten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

75,0

77,5

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

77,7

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

0,0

78,2

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

77,7

78,2

Stand jaarverslag 2016

75,0

77,5

77,7

78,2

         

In verband met de afschaffing van de functiegerichte budgettering in de ziekenhuiszorg in 2012 is er een garantieregeling kapitaallasten in het leven geroepen voor de periode tot en met 2016. Op basis van de afwikkeling door de NZa kan worden bezien in welke mate een beroep is gedaan op deze regeling.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Beleidsmatig

       

Garantieregeling kapitaallasten

     

78,2

In verband met de afschaffing van de functiegerichte budgettering in de ziekenhuiszorg is er een garantieregeling kapitaallasten in het leven geroepen. De hiervoor gereserveerde middelen voor 2013, 2014 en 2015 zijn telkens bij het jaarverslag van het betreffende jaar geboekt op de sector garantieregeling kapitaallasten, maar voor 2016 vooralsnog onderdeel van nominaal en onverdeeld Zvw. Thans wordt deze reservering voor het jaar 2016 overgeheveld naar de sector garantieregeling kapitaallasten. Het gaat om een bedrag van € 75 miljoen, aangevuld met € 3,2 miljoen voor loon- en prijsbijstelling. Pas na afwikkeling van de transitieregeling kapitaallasten kan worden bezien in welke mate een beroep is gedaan op de garantieregeling kapitaallasten. De regeling heeft betrekking op de periode tot en met 2016; instellingen kunnen tot eind 2017 een aanvraag indienen.

       
Overig curatieve zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

331,8

349,2

373,0

384,5

Bijstellingen jaarverslag 2015

15,5

– 0,2

44,5

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

49,3

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

7,2

– 3,1

– 5,0

– 5,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

4,2

23,0

25,8

Totaal bijstellingen

22,7

0,9

62,5

70,1

Stand jaarverslag 2016

354,5

350,1

435,5

454,6

         

Bij de sector overig curatieve zorg gaat het om zorg die geen onderdeel is van de bestuurlijke akkoorden voor de tweedelijnszorg. Het gaat voornamelijk om de eerstelijnsdiagnostiek aangevraagd door eerstelijnszorgaanbieders en geleverd door huisartsenlaboratoria, alsmede de trombosediensten. De sector overig curatief bevat verder de uitgaven op grond van de beleidsregel innovatie, de kosten van extramuraal werkende specialisten en overige geneeskundige zorg.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

4,2

23,0

25,8

De uitgaven voor overig curatieve zorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. In 2015 is sprake van hogere uitgaven voor de beleidsregel innovatie en trombosediensten. Ook de kosten voor eerstelijnsdiagnostiek aangevraagd door huisartsen en uitgevoerd door huisartsenlaboratoria vallen in 2015 hoger uit en nemen in 2016 verder toe. Daarnaast is in 2016 sprake van hogere uitgaven voor overige geneeskundige zorg ten opzichte van 2015.

       
Geneeskundige ggz (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

4.206,3

4.076,2

3.587,0

3.779,0

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 136,9

– 290,4

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

55,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 59,3

– 44,4

– 22,3

– 98,7

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

1,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 81,8

– 276,9

– 288,3

Totaal bijstellingen

– 196,2

– 416,6

– 299,2

– 330,6

Stand jaarverslag 2016

4.010,1

3.659,6

3.287,8

3.448,4

         

Deze sector omvat tot en met 2013 de geneeskundige ggz geleverd door zowel eerstelijns psychologen (ELP) als aanbieders tweedelijns ggz, vanaf 2014 omvat dit de basis en de gespecialiseerde ggz. Tweedelijns geneeskundige ggz wordt geleverd door instellingen en vrijgevestigden. Vanaf 2015 omvat dit ook de op behandeling gerichte intramurale ggz korter dan drie jaar. Met ingang van de begroting 2013 worden op deze sector ook de uitgaven voor de diagnose en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie geraamd en verantwoord. De sector bevat ook de kwaliteitsgelden voor de ggz en de beschikbaarheidbijdragen voor de ggz.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 81,8

– 276,9

– 288,3

De uitgaven voor de geneeskundige ggz (totaal van beschikbaarheidbijdrage, overgehevelde langdurige ggz en curatieve ggz) zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. Deze gegevens laten zien dat de onderschrijdingen over 2014, 2015 en 2016 verder zijn toegenomen. Over 2016 komt de onderschrijding voorlopig uit op € 288 miljoen. Dit ligt in het verlengde van de onderschrijding over 2015. De onderschrijding hangt ondermeer samen met substitutie naar de POH-ggz (onder het huisartsenkader), een verschuiving naar de basis ggz, de achterblijvende intensivering van de ambulantisering en de scherpere inkoop van zorgverzekeraars. De prognose voor 2016 is nog wel heel onzeker vanwege het grote aandeel van ramingen (84%) in het bedrag.

       
Geneesmiddelen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

4.314,7

4.316,4

4.394,8

4.598,8

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 9,4

9,0

95,2

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

39,6

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 4,2

– 1,7

1,2

1,2

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 2,1

– 11,5

0,0

Totaal bijstellingen

– 13,6

5,2

84,9

40,8

Stand jaarverslag 2016

4.301,1

4.321,6

4.479,7

4.639,6

         

Op deze sector worden de uitgaven voor extramurale geneesmiddelen geraamd en verantwoord.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 2,1

– 11,5

 

De opgave van het Zorginstituut laat voor oude jaren nog kleine onderschrijdingen zien, van o.a. € 11 miljoen in 2015. De realisatie voor 2016 ligt op het niveau van de raming.

       
Hulpmiddelen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

1.469,6

1.513,8

1.603,3

1.668,0

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 0,8

3,8

– 90,8

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 84,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 1,6

– 0,1

6,9

6,9

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 0,9

18,6

– 154,2

Totaal bijstellingen

– 2,4

2,8

– 65,3

– 231,7

Stand jaarverslag 2016

1.467,2

1.516,6

1.538,0

1.436,3

         

Op deze sector worden de uitgaven voor extramurale hulpmiddelen die verstrekt worden krachtens de Regeling hulpmiddelen geraamd en verantwoord.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 0,9

18,6

– 154,2

De hulpmiddelenraming laat een forse onderschrijding zien van € 154 miljoen in 2016. Deze is met name te zien bij de hoortoestellen, verzorgingsmiddelen en diabetesmaterialen.

       
Wijkverpleging (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

0,0

0,0

3.167,3

3.346,1

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

37,7

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

85,7

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

– 23,9

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

– 63,4

– 194,3

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

– 49,6

– 108,6

Stand jaarverslag 2016

0,0

0,0

3.117,7

3.237,4

         

Binnen de aanspraak wijkverpleging is sprake van zowel verpleging als verzorging. Hierbij gaat het om verpleegkundige handelingen zoals wondverzorging, injecties en catheterisaties en verzorgende handelingen zoals wassen en aankleden. De wijkverpleegkundige is in de eerste plaats een zorgverlener. Daarin vormt de (wijk)verpleegkundige tevens de schakel tussen de cliënt, zijn of haar sociale omgeving en de verschillende professionals. Binnen de aanspraak wijkverpleging zijn naast de (wijk)verpleegkundige ook verzorgenden en gespecialiseerde verpleegkundigen werkzaam. Financiering vindt al dan niet plaats via een persoonsgebonden budget.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

   

– 63,4

– 194,3

Op basis van in maart 2017 ontvangen cijfers van het Zorginstituut zijn de realisatiecijfers 2015 en 2016 geactualiseerd. Op basis van deze cijfers is in beide jaren sprake van een onderschrijding van het beschikbare kader. In 2016 loopt deze onderschrijding op tot € 194 miljoen. De belangrijkste oorzaak is dat er uiteindelijk minder extramurale cliënten met een Wlz-profiel vanuit de AWBZ zijn overgaan naar de Zvw dan waar bij de hervorming van de langdurige zorg rekening mee werd gehouden. Vanaf 2017 wordt dit gecorrigeerd en vindt een verschuiving van € 144 miljoen plaats vanuit de Zvw naar de Wlz. Een aanvullende verklaring voor deze onderschrijding vormen de signalen uit het veld die wijzen op een tekort aan wijkverpleegkundigen en een scherpe contractering door zorgverzekeraars.

       
Ambulancevervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

501,5

519,2

551,9

565,7

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,9

– 4,7

– 48,2

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 16,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,2

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

8,3

14,3

– 2,7

Totaal bijstellingen

0,7

3,6

– 33,9

– 19,1

Stand jaarverslag 2016

502,2

522,8

518,0

546,6

         

De ambulancezorg kent twee kerntaken: spoedvervoer en besteld vervoer. Daarnaast staan ambulances ook paraat voor geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen. Op deze sector worden tevens de uitgaven Centrale Posten Ambulancevervoer (CPA) verantwoord.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

   

– 1,1

0,1

Op basis van in maart 2017 ontvangen cijfers van de NZa zijn de budgetten geactualiseerd. Hieruit volgen in omvang geringe bijstellingen voor 2015 en 2016.

       
         

Technisch

       

Financieringsmutatie

 

8,3

15,4

– 2,8

Voor deze sector worden de budgetten vastgesteld door de NZa, terwijl de financiering van de sectoren wordt verantwoord door het Zorginstituut. Als gevolg van het tijdsverloop dat er zit tussen het moment waarop de NZa de budgetten voor de regionale ambulancevoorzieningen vaststelt en de uiteindelijke financiering, kan sprake zijn van financieringsvoorsprongen of financieringsachterstanden.

       
Overige ziekenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

121,0

123,8

123,0

126,6

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 0,2

– 2,9

– 11,7

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 9,8

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 0,2

0,1

– 0,2

– 0,2

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,3

1,8

– 5,4

Totaal bijstellingen

– 0,4

– 2,5

– 10,1

– 15,4

Stand jaarverslag 2016

120,6

121,3

112,9

111,2

         

Het overig ziekenvervoer betreft het vervoer van patiënten van en naar zorgaanbieders. Hiervoor in aanmerking komen verzekerden die chemo- of radiotherapie ondergaan, nierdialyse ondergaan, zich uitsluitend in een rolstoel kunnen verplaatsen, zeer slechtziend zijn of van hun zorgverzekeraar hiervoor toestemming hebben gekregen. Het betreft zowel commercieel vervoer als vergoeding van de kosten van openbaar vervoer.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

0,3

1,8

– 5,4

Op basis van in maart 2017 ontvangen cijfers van het Zorginstituut zijn de realisatiecijfers geactualiseerd. Hieruit volgen in omvang geringe bijstellingen voor 2014 en 2015. In 2016 is sprake van een onderschrijding van het beschikbare kader met € 5,4 miljoen.

       
Opleidingen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

1.049,9

1.198,3

1.230,6

1.250,9

Bijstellingen jaarverslag 2015

1,6

– 1,0

– 13,4

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

17,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

6,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,2

0,0

0,0

Totaal bijstellingen

1,6

– 0,8

– 13,4

23,4

Stand jaarverslag 2016

1.051,5

1.197,5

1.217,2

1.274,3

         

Met ingang van 2013 worden de specialistische vervolgopleidingen uit het zogenaamde opleidingsfonds (inclusief de opleiding tot huisarts) en een aantal ggz-opleidingen via een beschikbaarheidbijdrage op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) gefinancierd. De uitvoering geschiedt door de NZa. De betalingen lopen via het Zorginstituut.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

0,2

   

Op basis van in maart 2017 ontvangen cijfers van het Zorginstituut zijn de realisatiecijfers 2014 geactualiseerd. Hieruit volgt een in omvang geringe bijstelling. Over 2015 en 2016 zijn nog onvoldoende gegevens bekend.

       
Grensoverschrijdende zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

676,2

474,8

779,8

809,9

Bijstellingen jaarverslag 2015

4,2

– 22,9

– 21,7

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 12,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

– 6,4

– 0,4

– 45,8

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 8,5

– 7,8

– 162,9

Totaal bijstellingen

– 2,2

– 31,8

– 75,3

– 174,9

Stand jaarverslag 2016

674,0

443,0

704,5

634,9

waarvan Grensoverschrijdende zorg (buitenland in mpb)

398,0

361,4

463,9

404,4

waarvan Grensoverschrijdende zorg (buitenland niet in mpb)

276,0

81,6

240,5

230,6

         

Deze deelsector betreft de grensoverschrijdende zorg binnen en buiten het macroprestatiebedrag (mpb).

Binnen het macroprestatiebedrag betreft het zorgkosten gemaakt in het buitenland door verzekerden bij Nederlandse zorgverzekeraars. Dit zijn bijvoorbeeld de medische lasten na een skiongeluk, lasten die samenhangen met een behandeling in een Belgisch ziekenhuis of lasten van grensarbeiders die in Nederland werken en in Duitsland wonen.

De grensoverschrijdende zorg buiten het mpb betreft de lasten van internationale verdragen. Het gaat om kosten van zorg aan personen die buiten Nederland wonen en niet aan Nederlandse sociale verzekeringswetgeving zijn onderworpen, maar die op grond van een Europese verordening of een door Nederland gesloten verdrag inzake sociale zekerheid recht hebben op geneeskundige zorg ten laste van Nederland. Ten eerste betreft dit verdragsgerechtigden die wonen in het buitenland met een Nederlands pensioen en hun in het buitenland wonende gezinsleden. Het gaat ook om in het buitenland wonende gezinsleden van in Nederland werkende werknemers. Tegenover het recht op zorg staat de verplichting om een bijdrage aan het Zorginstituut te betalen.

Het betreft ook de kosten van medische zorg voor personen die verzekerd zijn in het buitenland en langdurig of kortdurend verblijven in Nederland. Dit zijn bijvoorbeeld toeristen, in Nederland wonende en in het buitenland voor een buitenlandse werkgever werkende werknemers en hun gezinsleden en in Nederland wonende rechthebbenden op een buitenlands pensioen met hun gezin. Deze kosten worden doorberekend aan de internationale verdragspartners. De baten worden in mindering gebracht op de lasten.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 8,5

– 7,8

– 162,9

De uitgaven voor de grensoverschrijdende zorg zijn geactualiseerd op basis van gegevens van het Zorginstituut. De kosten bij de grensoverschrijdende zorg laten in 2016 een daling zien van € 163 miljoen ten opzichte van de stand ontwerpbegroting 2017. Het deel van de Zvw-verzekerden, binnen het macroprestatiebedrag, is met € 113 miljoen fors lager. De zorgkosten van de Verdragsgerechtigden, buiten het macroprestatiebedrag, zijn bijna € 50 miljoen lager. Het zorggebruik in deze sector groeide de laatste jaren nauwelijks, terwijl in de begrotingsramingen wel van een groei wordt uitgegaan.

       
Nominaal en onverdeeld (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

0,0

0,0

421,7

1.266,3

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

– 421,7

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 1.101,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

14,4

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 417,6

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

0,0

237,8

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

– 421,7

– 1.266,3

Stand jaarverslag 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

         

De sector nominaal en onverdeeld bevat de nog niet toebedeelde maatregelen, de nog niet uitgedeelde groeiruimte en loon- en prijsbijstellingen.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

     

400,0

De in de 2e suppletoire begroting 2016 gerapporteerde onderschrijding van € 400 miljoen op basis van voorlopige gegevens was indicatief en voorlopig op deze sector verwerkt. Deze voorlopige onderschrijding wordt nu tegengeboekt omdat de in maart 2017 van het Zorginstituut ontvangen realisatiecijfers nu op de afzonderlijke sectoren zijn verwerkt.

       
         

Beleidsmatig

       

Vrijval nominaal en onverdeeld

     

– 83,9

Een deel van de gereserveerde middelen op de post nominaal en onverdeeld blijkt niet nodig te zijn en valt daarom vrij. Deze ruimte is grotendeels het gevolg van het verschil tussen de beschikbaar gestelde ruimte voor uitgaven in het kader van Voorwaardelijke Toelating en wat daadwerkelijk nodig is gebleken. Daarnaast bestaat de ruimte met name uit niet-toegedeelde middelen voor nominale bijstellingen en groeiruimte Zvw.

       
         

Beleidsmatig

       

Garantieregeling kapitaallasten

     

– 78,2

In verband met de afschaffing van de functiegerichte budgettering in de ziekenhuiszorg is er een garantieregeling kapitaallasten in het leven geroepen. De hiervoor gereserveerde middelen voor 2013, 2014 en 2015 zijn telkens bij het jaarverslag van het betreffende jaar geboekt op de sector garantieregeling kapitaallasten, maar voor 2016 vooralsnog onderdeel van nominaal en onverdeeld Zvw. Thans wordt deze reservering voor het jaar 2016 overgeheveld naar de sector garantieregeling kapitaallasten. Het gaat om een bedrag van € 75 miljoen, aangevuld met € 3,2 miljoen voor loon- en prijsbijstelling. Pas na afwikkeling van de transitieregeling kapitaallasten kan worden bezien in welke mate een beroep is gedaan op de garantieregeling kapitaallasten in 2016. De regeling loopt tot en met 2016; instellingen kunnen tot eind 2017 een aanvraag indienen.

       
Ontvangsten Zvw (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

2.666,0

3.125,1

3.217,7

3.194,8

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

0,0

0,0

Stand jaarverslag 2016

2.666,0

3.125,1

3.217,7

3.194,8

         

Deze deelsector omvat de eigen betalingen (waaronder het eigen risico) binnen de Zvw.

6.1.2. Wet langdurige zorg (Wlz)

In deze paragraaf wordt ingegaan op de financiële ontwikkelingen binnen de Wlz in het afgelopen jaar voor de jaren 2013 tot en met 2016. In tabel 18 worden de financiële bijstellingen in 2016 per sector weergegeven tussen de ontwerpbegroting 2016 en het jaarverslag 2016. Het beeld voor 2016 is geactualiseerd bij de eerste suppletoire begroting 2016, de ontwerpbegroting 2017, de tweede suppletoire begroting 2016 en voor het jaarverslag 2016.

De opbouw van de ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten wordt na tabel 18 per deelsector weergegeven.

Tabel 18 Opbouw van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten per sector (bedragen x € 1 miljoen)
 

Ontwerpbegroting

Bijstellingen

Stand Jaarverslag

 

2016

2016

2016

Wlz-uitgaven

     

Binnen contracteerruimte

16.455,0

180,0

16.635,1

Ouderenzorg

9.017,8

– 154,7

8.863,0

Gehandicaptenzorg

6.126,0

37,6

6.163,6

Langdurige ggz

369,2

162,5

531,7

Volledig pakket thuis

288,0

131,9

419,9

Extramurale zorg

519,9

– 73,1

446,8

Overig binnen contracteerruimte

134,1

75,9

210,0

       

Persoonsgebonden budgetten

1.346,5

221,0

1.567,5

Persoonsgebonden budgetten

1.346,5

221,0

1.567,5

       

Buiten contracteerruimte

2.097,3

– 485,9

1.611,4

Kapitaallasten (nacalculatie)

801,8

89,3

891,2

Beheerskosten

140,7

15,7

156,4

Overig buiten contracteerruimte1

636,2

65,2

701,4

Nominaal en onverdeeld

518,6

– 656,1

– 137,5

       

Bruto Wlz-uitgaven

19.898,8

– 84,8

19.814,1

Eigen bijdrage Wlz

1.848,0

34,9

1.882,9

Netto Wlz-uitgaven

18.050,8

– 119,7

17.931,2

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

1

Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: bovenbudgettaire vergoedingen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, eerstelijnverblijf, orthocommunicatieve behandeling, innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

In figuur 10 is de samenstelling van de Wlz-uitgaven per sector weergegeven voor het jaar 2016.

Figuur 10: Samenstelling Wlz-uitgaven 2016

Figuur 10: Samenstelling Wlz-uitgaven 2016
Ouderenzorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

8.445,2

8.650,7

8.906,1

9.017,8

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 1,1

– 50,2

– 312,9

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 22,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

– 52,8

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 13,4

– 4,1

– 79,0

Totaal bijstellingen

– 1,1

– 63,6

– 317,0

– 154,7

Stand jaarverslag 2016

8.444,1

8.587,1

8.589,1

8.863,0

         

Op deze deelsector staat de uitgavenontwikkeling van de intramurale ouderenzorg, bestaande uit de zorgzwaartepakketten, de normatieve huisvestingscomponent, de toeslagen en vergoedingen voor dagbestedingen en vervoer.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 13,4

– 4,1

– 79,0

De uitgaven in de intramurale ouderenzorg zijn € 79 miljoen lager dan oorspronkelijk geraamd. Steeds meer ouderen kiezen ervoor om langer thuis te blijven met extramurale zorg vanuit de Wlz (VPT, mpt of pgb).

       
Gehandicaptenzorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

5.263,8

5.462,1

5.949,9

6.126,0

Bijstellingen jaarverslag 2015

3,1

– 4,9

– 7,5

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

64,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

– 58,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 2,1

15,8

31,2

Totaal bijstellingen

3,1

– 7,0

8,3

37,6

Stand jaarverslag 2016

5.266,9

5.455,2

5.958,2

6.163,6

         

Op deze deelsector staat de uitgavenontwikkeling van de intramurale gehandicaptenzorg, bestaande uit de zorgzwaartepakketten, de normatieve huisvestingscomponent, de toeslagen en vergoedingen voor dagbestedingen en vervoer.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 2,1

15,8

31,2

De uitgaven aan intramurale gehandicaptenzorg zijn € 31 miljoen hoger dan de ontwerpbegroting. Onderliggend is sprake van enkele verschuivingen. Zo is de meerzorgregeling verschoven naar de overige zorg in natura binnen de contracteerruimte en is dagbesteding en vervoer toegerekend aan de intramurale sectoren (in plaats van extramurale zorg).

       
Langdurige ggz (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

1.577,9

1.598,0

484,3

369,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,7

3,8

137,9

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

144,2

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

73,7

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,8

– 4,2

– 55,4

Totaal bijstellingen

0,7

4,6

133,7

162,5

Stand jaarverslag 2016

1.578,7

1.602,6

618,1

531,7

         

Op deze deelsector staat de uitgavenontwikkeling van de intramurale langdurige geestelijke gezondheidszorg onder de Wlz, bestaande uit de zorgzwaartepakketten, de normatieve huisvestingscomponent, de toeslagen en vergoedingen voor dagbestedingen en vervoer. De intramurale geneeskundige geestelijke gezondheidszorg korter dan een jaar valt onder de Zorgverzekeringswet. Voor nieuwe instroom vanaf 1-1-2015 geldt dat intramurale geneeskundige geestelijke gezondheidszorg korter dan drie jaar onder de Zvw valt.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

0,8

– 4,2

– 55,4

De uitgaven aan de ggz-sector zijn € 55 miljoen lager dan de oorspronkelijke raming. Deze mutatie hangt onder meer samen met een generieke tariefverlaging om meerzorg in de ggz voor specifieke cliënten mogelijk te maken. Deze meerzorg wordt mogelijk gemaakt onder de overige zorg in natura binnen de contracteerruimte.

       
Volledig pakket thuis (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

0,0

0,0

256,7

288,0

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

96,2

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

72,6

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

– 1,1

59,3

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

95,1

131,9

Stand jaarverslag 2016

0,0

0,0

351,9

419,9

         

Het Volledig Pakket Thuis (VPT) is een budget waarmee cliënten met een indicatie voor een intramuraal zorgpakket (ZZP) de benodigde zorg- en dienstverlening in de thuissituatie ontvangen, waarbij de huisvestingscomponent niet wordt verzilverd.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

   

– 1,1

59,3

Een groter aandeel van de Wlz-cliënten kiest voor het Volledig Pakket Thuis. De stijging van € 59 miljoen doet zich zowel voor bij de ouderenzorg (€ 37 miljoen) als bij de gehandicaptenzorg (€ 23 miljoen).

       
Extramurale zorg (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

4.244,4

4.457,6

720,8

519,9

Bijstellingen jaarverslag 2015

8,5

48,5

56,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

62,2

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 14,4

– 267,1

– 135,3

Totaal bijstellingen

8,5

34,0

– 211,1

– 73,1

Stand jaarverslag 2016

4.252,9

4.491,6

509,7

446,8

         

Een deel van de verblijfsgeïndiceerden ontvangt extramurale zorg, die in de eigen woonomgeving wordt gegeven. Onder deze zorg valt persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en behandeling.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 14,4

– 267,1

– 135,3

De lagere uitgaven aan extramurale zorg (€ 135 miljoen) hangen samen met een verschuiving ten opzichte van de ontwerpbegroting. Dagbesteding en vervoer is in het jaarverslag toegerekend aan de sectoren V&V, GHZ en ggz.

       
Overige binnen contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

1.156,1

1.382,7

129,2

134,1

Bijstellingen jaarverslag 2015

3,5

– 115,6

– 105,4

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 103,4

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

4,3

174,7

179,3

Totaal bijstellingen

3,5

– 111,3

69,3

75,9

Stand jaarverslag 2016

1.159,5

1.271,4

198,6

210,0

         

Op deze deelsector worden alle uitgaven binnen de contracteerruimte verantwoord die niet – direct – toe te rekenen zijn aan één van de andere deelsectoren in de Wlz of waarvoor specifiek middelen beschikbaar zijn gesteld. Het gaat bijvoorbeeld om geoormerkte middelen in de aanwijzing budgettair kader Wlz (onder andere de regeling regelvrije zorg).

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

4,3

174,7

179,3

De uitgaven aan overige zorg in natura zijn € 179 miljoen hoger dan in de ontwerpbegroting. De hogere uitgaven hangen in hoofdzaak samen met een verschuiving van de middelen voor de meerzorgregeling. Dit onder meer omdat meerzorg vanaf 2016 ook van toepassing is op ggz-b en V&V profielen.

       
Persoonsgebonden budgetten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

2.414,9

2.444,0

1.195,4

1.346,5

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

– 33,0

40,9

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

96,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

125,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

37,6

0,0

Totaal bijstellingen

0,0

– 33,0

78,5

221,0

Stand jaarverslag 2016

2.414,9

2.411,0

1.273,9

1.567,5

         

Deze deelsector betreft de uitgaven in het kader van de persoonsgebonden budgetten.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

   

37,6

 

Op basis van de meest recente cijfers van de NZa zijn de pgb uitgaven geactualiseerd en is er in 2015 sprake van een kleine overschrijding van € 37,6 miljoen. Voor 2016 wordt op basis van de realisatie uitgegaan van een sluitend beeld.

       
Kapitaallasten (nacalculatie) (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

2.394,7

2.183,3

1.433,4

801,8

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 19,3

– 61,5

– 44,7

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

2,6

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 13,3

Bijstellingen jaarverslag 2016

– 139,7

– 3,6

17,6

100,0

Totaal bijstellingen

– 159,0

– 65,1

– 27,1

89,3

Stand jaarverslag 2016

2.235,7

2.118,2

1.406,3

891,2

         

Deze deelsector betreft de na te calculeren kapitaallasten van de gebouwen waarin Wlz-zorg met verblijf wordt geleverd.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

– 139,7

– 3,6

17,6

100,0

De nacalculeerbare kapitaallasten laten een overschrijding zien van circa € 100 miljoen in 2016. Voor de jaren 2013 en 2014 waren in het jaarverslag van 2015 per abuis kapitaallasten van andere domeinen meegerekend. Dit is gecorrigeerd.

       
Beheerskosten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

182,2

215,8

142,4

140,7

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

– 1,3

16,7

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

6,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

5,9

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

– 2,4

2,9

Totaal bijstellingen

0,0

– 1,3

14,3

15,7

Stand jaarverslag 2016

182,1

214,5

156,7

156,4

         

Onder deze deelsector vallen de uitvoeringskosten ten laste van de Wlz van zorgkantoren en de kosten van het College Sanering Zorginstellingen.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

   

– 2,4

2,9

De hogere uitgaven in 2016 zijn het saldo van lagere uitgaven van het College Sanering Zorginstellingen (€ 4,8 miljoen) en hogere beheerskosten Wlz (€ 7,7 miljoen). De hogere beheerskosten Wlz komen door een toename van het aantal pgb budgethouders.

       
Overig buiten contracteerruimte (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

1.481,0

1.517,4

621,7

636,2

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,6

– 17,1

– 3,1

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

29,1

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

2,8

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

29,5

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 12,9

47,2

3,8

Totaal bijstellingen

0,6

– 30,0

44,1

65,2

Stand jaarverslag 2016

1.481,6

1.487,4

665,8

701,4

         

Op deze deelsector worden de kosten verantwoord van bovenbudgettaire vergoedingen voor individueel aangepaste hulpmiddelen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, eerstelijnsverblijf, orthocommunicatieve behandeling, innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

 

– 12,9

47,2

3,8

De hogere uitgaven in 2016 zijn het saldo van diverse onderschrijdingen (bovenbudgettaire vergoedingen, medisch-specialistische zorg Wlz, extramurale behandeling, ADL, eerstelijnsverblijf en orthocommunicatieve behandeling) en overschrijdingen (tandheelkundige zorg Wlz, zorginfrastructuur en overig buiten CR). Voor 2014 en 2015 zijn de uitgaven op basis van de meest recente data van de NZa bijgesteld.

       
Nominaal en onverdeeld (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

291,3

– 71,3

10,7

518,7

Bijstellingen jaarverslag 2015

4,7

197,2

191,1

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 501,1

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

– 17,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

139,7

35,3

– 286,1

– 138,1

Totaal bijstellingen

144,4

232,5

– 95,0

– 656,2

Stand jaarverslag 2016

435,8

161,2

– 84,3

– 137,5

         

Deze niet-beleidsmatige deelsector heeft een technisch-administratief karakter. Vanuit deze deelsector vinden overboekingen van loon- en prijsbijstellingen naar de loon- en prijsgevoelige deelsectoren binnen de begroting plaats. Ook worden er taakstellingen of extra middelen op deze deelsector geplaatst die nog niet aan de deelsectoren zijn toegedeeld.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Beleidsmatig

       

Nominaal en onverdeeld

     

– 0,6

Een restant aan groeiruimte van € 0,6 miljoen is vrijgevallen.

       
         

Technisch

       

Financieringsmutatie

139,7

35,3

– 286,1

– 137,5

Bij financieringsmutaties is sprake van een zeker tijdsverloop tussen het moment waarop de NZa de productieafspraken van partijen ontvangt en de verwerking daarvan in de budgetten en de bevoorschotting/declaraties van de instellingen. Als gevolg daarvan is het gebruikelijk dat de financiering binnen een jaargrens afwijkt van de productie (budgetten) in dat jaar. Zo ontstaan zogeheten financieringsachterstanden of -voorsprongen. Deze financieringsmutatie betekent dat er in 2016 minder is gefinancierd dan uiteindelijk is geproduceerd. Voor 2013, 2014 en 2015 is de financieringsmutatie op basis van de meest recente data van de NZa bijgesteld.

       
Ontvangsten Wlz (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

2015

2016

Stand ontwerpbegroting 2016

1.928,2

1.994,6

1.891,3

1.848,0

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 13,4

– 23,7

– 25,4

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

– 21,9

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

26,1

56,8

Totaal bijstellingen

– 13,4

– 23,7

0,7

34,9

Stand jaarverslag 2016

1.914,8

1.970,9

1.892,0

1.882,9

         

Betreft de eigen bijdragen die binnen de Wlz verplicht zijn.

         

Bijstellingen jaarverslag 2016

       
         

Autonoom

       

Actualisering

   

26,1

56,8

Er is sprake van licht hogere ontvangsten bij de eigen bijdrage van € 56,8 miljoen. De hogere ontvangsten zijn in lijn met toegenomen zorggebruik in de Wlz, gecorrigeerd voor verschillende leveringsvoming (intra- en extramuraal) waar een cliënt uit kan kiezen.

       
Preventieve zorg (Rijksvaccinatieprogramma) (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

Stand ontwerpbegroting 2016

93,9

92,4

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

Stand jaarverslag 2016

93,9

92,4

     

Deze deelsector (oude indeling) omvat het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).

Dagbesteding en vervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

Stand ontwerpbegroting 2016

1.140,0

1.162,8

Bijstellingen jaarverslag 2015

– 0,2

– 17,3

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

– 6,9

Totaal bijstellingen

– 0,2

– 24,2

Stand jaarverslag 2016

1.139,8

1.138,6

     

Op deze deelsector (oude indeling) worden de uitgaven verantwoord voor cliënten die thuis wonen en één of meer dagdelen per week voor dagbesteding naar een instelling gaan. Vanwege de geringe mobiliteit van deze cliënten is vervoer veelal noodzakelijk. Het betreft ook intramurale cliënten die dagbesteding genieten op een andere locatie.

     

Bijstellingen jaarverslag 2016

   
     

Autonoom

   

Actualisering

 

– 6,9

Op basis van de meest recente data van de NZa zijn de uitgaven aan dagbesteding en vervoer in 2014 met circa € 7 miljoen neerwaarts bijgesteld.

   
Mee-instellingen (bedragen x € 1 miljoen)
 

2013

2014

Stand ontwerpbegroting 2016

173,8

180,5

Bijstellingen jaarverslag 2015

0,0

0,0

Bijstellingen 1e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

Bijstellingen ontwerpbegroting 2017

0,0

0,0

Bijstellingen 2e suppletoire begroting 2016

0,0

0,0

Bijstellingen jaarverslag 2016

0,0

0,0

Totaal bijstellingen

0,0

0,0

Stand jaarverslag 2016

173,8

180,5

     

Op deze deelsector (oude indeling) wordt de subsidie aan MEE-organisaties verantwoord. MEE-organisaties ontvingen een subsidie van het Zorginstituut op grond van de AWBZ.

Licence