Base description which applies to whole site

3.2. Budgettaire en financiële consequenties van de beleidsprioriteiten 2017

In het begrotingsjaar 2017 hebben zich drie belangrijke mutaties voorgedaan die verbonden zijn met de realisatie van bovengenoemde beleidsprioriteiten.

De eerste mutatie betreft de uitkomst van de normeringssystematiek. De jaarlijkse toe- of afname van het provinciefondsfonds die voortvloeit uit de koppeling aan de rijksuitgaven, wordt het accres genoemd. Het accres kent twee bijstellingsmomenten tijdens het lopende jaar (mei en september) en één moment van vaststelling en afrekening na afloop. De vaststelling van het accres vindt plaats op basis van de stand van het Financieel Jaarverslag Rijk. Het accres over 2017 komt daarin uit op 1,00%, hetgeen overeen komt met € 24,8 miljoen. Dit is € 3,5 miljoen lager dan geraamd in Miljoenennota 2018. De afrekening van het accres 2017 (het verschil tussen Miljoenennota en vaststelling) wordt verwerkt in de 1e suppletoire begroting 2017.

Het BTW-compensatiefonds (BCF) heeft sinds 2015 een plafond. Het plafond groeit of daalt met het accrespercentage zoals volgt uit de normeringssystematiek voor het gemeentefonds en het provinciefonds. Het plafond wordt tevens aangepast voor taakmutaties die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF. Als het plafond overschreden wordt, volgt een uitname uit het gemeentefonds en provinciefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond, komt het verschil ten gunste aan het gemeentefonds en provinciefonds. Het verschil wordt over het gemeentefonds en provinciefonds verdeeld conform de aandelen van het beroep op het BCF door de gezamenlijke gemeenten respectievelijk gezamenlijke provincies in het gerealiseerde jaar.

Bij Najaarsnota 2017 is een onderschrijding van het BCF-plafond 2017 met € 180 miljoen voorzien. De vaststelling of het BCF-plafond in 2017 is over- of onderschreden vindt plaats op basis van het Financieel Jaarverslag van het Rijk. De onderschrijding van het BCF-plafond 2017 komt daarin uit op € 172,2 miljoen, waarvan € 22,7 miljoen ten gunste van het provinciefonds. De definitieve afrekening over 2017 (het verschil tussen Najaarsnota en vaststelling) wordt verwerkt in de 1e suppletoire begroting 2018.

Ten derde is de omvang van de algemene-uitkering in 2017 gestegen naar ca. € 2,1 miljard en de omvang van de decentralisatie-uitkeringen gedaald naar € 0,5 miljard. Dit komt door de invoering van het nieuwe verdeelmodel van het provinciefonds. Met de nieuwe verdeling zijn de decentralisatie-uitkeringen Verkeer en vervoer (€ 919,9 miljoen voor 2017), Natuur (€ 455,5 miljoen voor 2017), Besluit Zware Risico Ongevalleninrichtingen (€ 10,1 miljoen voor 2017) en de Ontwikkel/OEM variabel (€ 406,4 miljoen voor 2017) vanaf 2017 onderdeel van de algemene uitkering. De invoering van het nieuwe verdeelmodel brengt in 2017 geen herverdeeleffecten met zich mee en is budgetneutraal.

Licence