Base description which applies to whole site

3. BELEIDSPRIORITEITEN

Inleiding

Ook in 2017 zette het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna VenJ) zich in voor een veilig Nederland en een sterke rechtsstaat. Deze inspanningen vragen om een goede balans, want in een goed functionerende rechtsstaat houden veiligheid en justitie elkaar in evenwicht én versterken elkaar. Daarbij dienen zich, bijvoorbeeld door nieuwe technologische ontwikkelingen, steeds nieuwe uitdagingen aan. VenJ kreeg in 2017 forse extra middelen toebedeeld. Dit bedrag (structureel € 450 mln.) moest VenJ in staat stellen een aantal maatschappelijke opgaven met prioriteit aan te pakken en gesignaleerde knelpunten op te lossen.

In het algemeen is effectief invulling gegeven aan de beleidsagenda zoals deze voor 2017 was opgesteld. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat op sommige terreinen, zoals bijvoorbeeld de ondermijnende criminaliteit, de problematiek weerbarstig blijft. Het in oktober 2017 gepresenteerde regeerakkoord geeft dan ook een verdere impuls aan de in 2017 ingezette acties om deze ontwrichtende vorm van criminaliteit aan te pakken. Een belangrijk deel van de extra middelen is ingezet om de prestaties van de nationale politie te verbeteren. Ook is er over een breed terrein ingezet op de versterking van de rechtsstaat, onder andere door de inwerkingtreding van de Kwaliteit en Innovatie Rechtspraak (KEI) wetgeving. De inwerkingtreding vindt gefaseerd plaats en is afhankelijk van vorderingen in het omvangrijke en complexe ICT-programma van de rechtspraak. De ontwikkeling daarvan en de ontwikkelkosten lopen langer door dan verwacht en besparingen kunnen pas later worden bereikt. De criminaliteitscijfers vertonen de laatste jaren een duidelijk dalende trend, niet alleen de cijfers van door de politie geregistreerde criminaliteit maar ook de cijfers over door burgers zelf via slachtofferenquêtes gemelde criminaliteit. Tegelijkertijd blijft VenJ zich inspannen de meldingsbereidheid van criminaliteit door de burger verder te verbeteren. Het aantal zogenaamde High Impact Crimes (HIC) nam verder af. Het verleden leert echter dat het zaak is de HIC-aanpak met volle kracht door te zetten om te voorkomen dat verminderde aandacht leidt tot een hernieuwde stijging. Hoewel de regionale capaciteit en expertise voor de opsporing van digitale delicten fors verbeterde door een extra investering in cybersecurity en cybercrime, blijft hier onverminderd inzet op nodig. Het Cyber Security Beeld Nederland 2017 schetst evenals in voorgaande jaren een zorgwekkend beeld. Het Actieprogramma Jihadisme werd in 2017 afgerond. De asielinstroom liep ten opzichte van het jaar 2016 fors terug. Dat bood VenJ de mogelijkheid om verder te werken aan een asielprocedure waarin aanvragen snel, efficiënt en zo veel mogelijk «op maat» kunnen worden behandeld.

Met de hierna volgende resultaten ligt een goede basis om verder te bouwen aan een veilig Nederland en een sterke rechtsstaat.

Een veilig Nederland

De aanpak van de ondermijnende criminaliteit kreeg in 2017 een krachtige nieuwe impuls door de presentatie van de Toekomstagenda Ondermijning. Dit is de gezamenlijke agenda van Politie, OM, Belastingdienst, gemeenten, het Landelijk Informatie en Expertise Centrum en verschillende ministeries. De agenda is gepresenteerd op de bestuurdersconferentie «Georganiseerde Tegenkracht» van 28 juni 2017 en vervolgens naar de Tweede Kamer gestuurd.1 Via de regio’s en de landelijke opererende diensten is de brede versterkingsbeweging om ondermijning van de samenleving tegen te gaan in gang gezet. Het Rijk faciliteert hierin.

In 2017 is besloten tot financiering van het opstellen van actuele ondermijningsbeelden voor de regio’s en de haven van Rotterdam, de versterking van publiek-private samenwerking, de innovatieve projecten op lokaal niveau en het continueren van het werk van de Taskforce Brabant-Zeeland. Ook is de inzet van het OM bij de aanpak van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit versterkt, onder meer met de inrichting, bouw en versterking van operationele «ondermijningsteams» op vier plekken in het land. In deze teams staat de samenwerking centraal tussen OM-onderdelen onderling en met de externe partners bij de aanpak van ondermijningsproblematiek.

Voor de uitwerking van de Toekomstagenda Ondermijning is gestart met het maken van wetgeving om juridische knelpunten bij de samenwerking weg te nemen en het juridische instrumentarium voor de aanpak te versterken. De uitwerking van de Toekomstagenda Ondermijning en de ondermijningswetgeving wordt in 2018 voortgezet.

In 2017 nam het lid Kuiken (PvdA) het initiatief om een Wet bestuurlijk verbod rechtspersonen te ontwerpen die het mogelijk maakt Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) en andere verenigingen die een bedreiging vormen voor de openbare orde sneller te kunnen verbieden. Het OM heeft met behulp van informatie van politie, gemeenten en Belastingdienst bij de rechter het (civiel) verbod verzocht van twee grote OMG’s. Eind 2017 kwam de uitspraak in eerste aanleg inzake een verzoek tot een verbod van een derde OMG. Daarin werd een OMG in zijn geheel verboden en ontbonden. In juni 2017 is de voortgangsrapportage 2016 van het Landelijk Strategisch Overleg OMG’s naar de Tweede Kamer verzonden.2 In het regeerakkoord is opgenomen dat er een verbod komt op OMG’s). Dit verbod maakt deel uit van de ambitie om met een integrale aanpak van ondermijning en georganiseerde criminaliteit te komen.

Financieel rechercheren en aanpak fraude

Het afgelopen jaar is met het project «Verwijzingsportaal bankgegevens» de basis gelegd om in 2018 de technische voorziening te testen voor het centraal en geautomatiseerd vorderen, opvragen en verstrekken van identificerende gegevens. Deze voorziening beoogt witwassen en het financieren van terrorisme te voorkomen.

De aanpak van fraude met publieke middelen en van fraude tegen burgers en bedrijven is verder verbeterd. Activiteiten zijn ontplooid om doelgroepsgewijs de bewustwording van (potentiële) slachtoffers te verhogen zowel door publieke partijen zoals de politie als door private partijen zoals financiële instellingen en de Fraudehelpdesk. Ook is gezamenlijk verder gewerkt aan het opwerpen van barrières om het fraudeurs zo moeilijk mogelijk te maken. Het gaat dan om het uit de lucht halen van websites en het blokkeren van bankrekeningen. Ook is bijvoorbeeld door banken de IBAN-naam-check geïntroduceerd en door onlinehandelsplaatsen een service ten aanzien van derdenrekeningen, waarbij de betaling van een koper pas wordt verstrekt aan de verkoper als de koper aangeeft het product ontvangen te hebben.

Het aantal door de politie bij het OM aangeleverde horizontale fraudezaken in 2017 is 2.740. Hiermee is de afspraak in de Veiligheidsagenda van 1.900 ruimschoots behaald. Daarnaast zijn er ook nog 516 horizontale fraudezaken aan het OM aangeleverd door de bijzondere en overige opsporingsdiensten, waaronder de FIOD en Koninklijke Marchaussee.

Ook is in 2017 in overleg met betrokken partijen binnen en buiten de strafrechtketen, zoals het OM, de politie, FIOD en Belastingdienst bezien of, en zo ja hoe, het afpakken van crimineel vermogen kan worden versterkt. De Tweede Kamer is over de uitkomsten en benoemde acties eind van het jaar geïnformeerd.3

Cybercrime

De Veiligheidsagenda 2014–2018 benoemt cybercrime als prioriteit en stelt streefwaarden voor het aantal opsporingsonderzoeken. In 2017 is de ambitie voor het aantal complexe opsporingsonderzoeken behaald. De ambitie voor het aantal reguliere onderzoeken is bijna behaald. De politie heeft in 2017 verder gebouwd aan de regionale cybercrimeteams. Eind 2017 beschikten acht regionale eenheden over een cybercrimeteam. Daarmee zijn de capaciteit én de expertise voor de opsporing op internet op regionaal niveau sterk verbeterd. Voorts krijgt de aanpak van cybercrime een meer integraal karakter en wordt nadrukkelijker de samenwerking met private partijen en medeoverheden gezocht. Zo ondersteunt het Ministerie van VenJ onder andere initiatieven op gemeentelijk niveau. Daarnaast is in 2017 in het kader van het Cybercrimeverdrag van de Raad van Europa gestart met de onderhandelingen voor een nieuw protocol bij het verdrag voor grensoverschrijdende opsporing op internet. De terms of reference zijn afgelopen zomer aangenomen.

Daarnaast beoogt een nieuw wetsvoorstel de politie ruimere bevoegdheden te geven om ernstige vormen van cybercriminaliteit tegen te gaan. Het wetsvoorstel Computercriminaliteit III, dat deze opsporingsmogelijkheden regelt en enkele nieuwe strafbaarstellingen bevat, ligt nu ter behandeling in de Eerste Kamer.

Versterking van de rechtsstaat

Voor de democratische rechtsstaat is een goed werkende juridische infrastructuur essentieel. Die infrastructuur vergt voortdurend onderhoud om aansluiting te houden bij maatschappelijke ontwikkelingen en zo de rechtsstaat te bestendigen en te verstevigen. Dit draagt bij aan vertrouwen van burgers en bedrijfsleven in de rechtsstaat. In het civiele recht werkt VenJ onder meer aan de modernisering van het Faillissementsrecht en is er een wetgevingsprogramma «verbetering van het burgerlijk procesrecht» in gang gezet. Dat beoogt de rechter dichter bij de burger te brengen en de maatschappelijke functie van de rechtspraak te vergroten. Zo wordt het bewijsrecht vereenvoudigd, komt er een toegankelijke procedure voor massaschade en collectieve actie en wordt het beslag- en executierecht gemoderniseerd. Tevens is gestart met een voorstel voor een experimentenwet rechtspraak. Met deze wet wordt het mogelijk om ter bevordering van toegankelijke, laagdrempelige en conflictoplossende rechtspraak te experimenteren met innovatieve procedures.

In 2017 startte de inwerkingtreding van de KEI-wetgeving bij de Rechtspraak. Digitalisering speelt hierin een belangrijke rol. De aldus bereikte versnelling, vereenvoudiging en uniformering van de procedures bespaart geld en biedt rechtszekerheid. Vanaf 1 februari 2017 geldt voor civiele handelszaken bij de Hoge Raad de verplichting om digitaal te procederen. Vanaf 12 juni 2017 geldt de verplichting om digitaal te procederen in asiel- en bewaringszaken. En vanaf 1 september 2017 is een (verplichte) pilot gestart bij de Rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland met digitaal procederen in civiele handelszaken met verplichte procesvertegenwoordiging. Ook in het domein van het toezicht (faillissement en bewind) zijn in 2017 grote vorderingen geboekt waar het gaat om digitalisering. Rode draad: uniform, eenvoudig en snel procederen. Tegelijkertijd moet ook worden onderkend dat het programma vertraging heeft opgelopen, dat de kosten zijn gestegen en dat verwachte baten later komen. Inmiddels heeft de Raad voor de rechtspraak bekend gemaakt dat herziening van de IT-productkeuze en architectuur nodig is om tot duurzaam betrouwbare, onderhoudbare en schaalbare systemen te komen. De Raad werkt nu aan een nieuw basisplan voor de verdere inwerkingtreding van de KEI-wetgeving.

De modernisering van het Wetboek van Strafvordering verloopt voorspoedig. In 2017 werd de consultatie afgerond van de boeken 1 (strafvordering in het algemeen) en 2 (het opsporingsonderzoek) en gingen de boeken 3 (de vervolgingsbeslissing), 4 (berechting), 5 (rechtsmiddelen) en 6 (bijzondere procedures) in consultatie. De boeken 7 (tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen) en 8 (internationale samenwerking in strafzaken) zijn al door de Eerste Kamer aanvaard en gepubliceerd.

Het bestuursrecht wordt beter afgestemd op de behoeften van de burger. In zijn contacten met de overheid moet de burger – nog duidelijker dan nu – ervaren dat er sprake is van een meer responsieve rechtsstaat, waarin de overheid open en interactief contact heeft met de burger. Dit versterkt het vertrouwen van de burger in de overheid, en biedt ook voor de overheid voordelen doordat beleid sneller en goedkoper gerealiseerd kan worden. Het wetsvoorstel tot aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht om te komen tot integrale geschilbeslechting in het sociaal domein wordt verder vorm gegeven.

Het Bestuurlijk Ketenberaad heeft in 2017 zijn ambities geformuleerd voor de strafrechtketen. Verbetering van de informatievoorziening in de keten en investeren in persoons- en contextgericht werken zijn hierbinnen belangrijke prioriteiten. Ook zijn in 2017 afspraken gemaakt over de ketengerichte financiering van ketenvoorzieningen. Zo worden de middelen uit het Regeerakkoord ten behoeve van de digitalisering van werkprocessen, besteed aan projecten die de ketenpartners gezamenlijk hebben voorgesteld.

In reactie op het eindrapport van de commissie Van der Meer heeft de Minister voor Rechtsbescherming de Tweede Kamer laten weten dat het stelsel van rechtsbijstand zal worden herzien in een gezamenlijke aanpak met organisaties binnen en buiten het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand.4 Met de uitwerking van enkele aanbevelingen van de commissie Wolfsen waarvoor breed draagvlak bestaat, is in 2017 een aanvang gemaakt: versterking van de eerstelijns rechtsbijstand, de regiefunctie van de Raad voor Rechtsbijstand en de kwaliteit van tweedelijns rechtsbijstandsverleners.

Politie

In de afgelopen jaren is de basis gelegd voor de politie als één organisatie. Met de totstandkoming van de herijking is afgesproken dat eind 2017 het volgende gerealiseerd zou zijn: het in werking brengen van de eenheden en de bedrijfsvoering, versterking van de sturing, afronding van de personele reorganisatie en versterken van de kennis en kunde, met name in de opsporing. Het vorige kabinet heeft mede voor dit doel extra geld vrij gemaakt. De politie constateert na intern onderzoek dat zij daar grotendeels in geslaagd is. De Inspectie VenJ heeft de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd gevalideerd.

In haar laatste rapport over de vorming van de Nationale Politie, Modernisering van de gebiedsgebonden politiezorg (GGP), concludeert de Inspectie Veiligheid en Justitie dat de basisteams in de kern zijn gevormd.5 Voor de verdere ontwikkeling zijn in de komende tijd nog stappen nodig. Binnen vrijwel alle teams zijn functies, taken en rollen nu ingevuld en in het politiewerk is gebiedsgebonden politiezorg daadwerkelijk zichtbaar. De opdracht van de korpschef om vóór eind 2017 bij de wijkagentenfunctie een bezetting van 97% te realiseren is behaald. Ook is gestart met het uitreiken van duizenden Chromebooks het korps, om het locatie-onafhankelijk werken te versterken. Daardoor beschikken agenten nu ook «op straat» over informatie en kunnen ze direct aangiftes opnemen.

Uit het rapport van november 2017 van de commissie Evaluatie Politiewet 2012 blijkt dat de vorming van de Nationale Politie heeft gezorgd voor meer operationele slagkracht. Ook is de politie nu beter in staat om op nieuwe uitdagingen te kunnen inspelen en om te functioneren als één organisatie. Over de aanbevelingen van het rapport is een open dialoog gestart met burgemeesters, het Openbaar Ministerie en de vakbonden.

Met de politievakbonden is overeenstemming bereikt over het invoeren van de ambtenaar van de politie die is aangesteld voor de uitvoering van de politiektaak, met een specifieke inzetbaarheid. Na uitwerking hiervan in wet- en regelgeving kunnen specialisten zoals financiële en cybercrimedeskundigen na een korte politieopleiding als executieve politieambtenaar worden ingezet. Ten aanzien van de vrijwilligers is in samenwerking tussen VenJ, politie, politiebonden en de Landelijke Organisatie van Politievrijwilligers (LOPV) gewerkt aan een landelijk en uniform vrijwilligersbeleid met betrekking tot rechtspositie, werkzaamheden, werving en opleiding.

Om de kwaliteit van de opsporing en vervolging te verbeteren hebben de politie en het OM zeventien maatregelen ingezet om het vakmanschap en de professionaliteit van de opsporing te verhogen. Ook werkt de politie aan verhoging van de kwaliteit van het aangifteproces en de selectie van aangiften die worden opgevolgd. De implementatie van de (korte termijn) maatregelen die in 2017 nog niet volledig zijn uitgevoerd, worden in 2018 afgerond. Een integraal kwaliteitssysteem om kennis en kunde van politiepersoneel te verbeteren is uitgewerkt in een aantal specifieke modulen.

De afronding van het Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie (AVP) in 2017 heeft gezorgd voor stabiliteit, verbetering en vernieuwing van systemen. Ook is de continuïteit van de ICT versterkt.6

Het programma Mobiel Werken van de MEOS-app (Mobiel Effectief Op Straat) is ingevoerd. Agenten worden nu op een eenvoudige manier digitaal gefaciliteerd. Op het gebied van contact met de burger en communicatie is politie.nl geheel vernieuwd.

De oplevering van het nieuwe C2000-systeem en het zorgvuldig testen hiervan vergen meer tijd. Voor het standaardiseren en in het systeem opnemen van de gegevens van ruim 80.000 portofoons en mobilofoons, ruim 11.000 gebruikersgroepen en de beproefde rollen en rechten van de ruim 2.200 centralisten is eveneens meer tijd nodig. Dit om risico’s in het gebruik van het systeem in de toekomst te voorkomen.

Tot slot is eind 2017 is een wetsvoorstel in consultatie gegaan waarin een nieuwe screening wordt voorgesteld voor ambtenaren van politie en voor personen die (krachtens overeenkomst) werkzaamheden verrichten voor de politie, de rijksrecherche of de Politieacademie.

Terrorismebestrijding

Jihadistisch geïnspireerde terroristische aanslagen in (onder meer) Londen, Manchester, Stockholm en Barcelona deden de wereld ook in 2017 opschrikken. In Nederland bleef het dreigingsniveau onverminderd hoog: 4 op een schaal van 5. Driemaal verscheen het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN). Daarin is geconstateerd dat de meest bepalende terroristische dreiging voor Nederland die uit jihadistische hoek blijft.

Het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme is in 2017 afgerond. Met dit programma is (onder meer) geïnvesteerd in (lokale) samenwerkingsverbanden en via gerichte preventie ingezet op inperking van de aanwas. Ook is de informatie-uitwisseling (nationaal én internationaal) versterkt door afspraken aan te scherpen en nieuwe informatiesystemen op te zetten. Om goed voorbereid te zijn op terugkeer en detectie van uitreizigers is geïnvesteerd in diverse instrumenten. Zo is er een landelijk werkend adviesteam gekomen, dat gemeenten adviseert over opvang, zorg, onderwijs en eventuele veiligheidsrisico’s van terugkerende minderjarigen. Eind 2017 is het actieprogramma geëvalueerd door de Inspectie VenJ. Die concludeerde dat «het actieprogramma een aanjagende functie heeft gehad voor de integrale aanpak van jihadisme en zijn meerwaarde heeft bewezen».

Gemeenten zijn met advies en financiële middelen (5,8 mln., onderdeel van de verstrekkingsgelden) ondersteund bij de versterking van hun lokale aanpak, wat onder meer de bevordering van deskundigheid van professionals betreft. Verder zijn de bestuurlijke bevoegdheden uitgebreid, waaronder de mogelijkheid om vroegtijdig te kunnen interveniëren door het opleggen van een uitreisverbod, gebiedsverbod, meldplicht of contactverbod en het intrekken van Nederlanderschap in het belang van de nationale veiligheid. Deze wetten zijn op 1 maart 2017 in werking getreden en deels al enkele malen toegepast.

De integrale aanpak jihadisme krijgt een vervolg met de Integrale aanpak terrorisme, die op 24 november aan de Kamer is aangeboden.7

In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017 hebben de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Buitenlandse Zaken, Defensie en de NCTV een analyse gemaakt van de kwetsbaarheden in het verkiezingsproces. Naar aanleiding van deze analyse zijn concrete maatregelen getroffen. De betrokken departementen en diensten hadden nauw contact om informatie en signalen over ongewenste buitenlandse inmenging (zoals desinformatie en andere vormen van (heimelijke) politieke beïnvloeding) te delen en daarop zo nodig te acteren.

In 2017 is extra geld beschikbaar gekomen voor de doorontwikkeling van de Dienst Speciale Interventies (DSI). Focus ligt daarbij op de personele uitbreiding. Afgelopen jaar is daarom verder geïnvesteerd in reguliere opleidingen van de nieuwe DSI-medewerkers, evenals in bewapening/uitrusting, voertuigen, helikoptercapaciteit en verbindingsmiddelen.

Op Schiphol is in 2017 een pilot afgerond waarbij handbagage effectiever, efficiënter en passagiersvriendelijker wordt gescreend. Laptops en vloeistoffen mogen daarbij in de tas blijven. De resultaten van de pilot waren positief. Deze nieuwe technologie wordt de komende jaren dan ook op Schiphol uitgerold. Met deze nieuwe manier van screening draagt VenJ bij aan het behoud van de mainportfunctie van Schiphol.

Cybersecurity

Het Cybersecuritybeeld Nederland 20178 schetst evenals in voorgaande jaren een zorgwekkend beeld. Hieruit komt naar voren dat de digitale weerbaarheid van individuen en organisaties achterblijft bij de ontwikkeling van de dreiging. Voor 2017 zijn in de begroting van VenJ extra middelen opgenomen om te investeren in het Nationaal Detectie Netwerk. Door het delen van informatie kunnen digitale dreigingen zo vroeg mogelijk herkend worden; dit betekent een versterking van de Nederlandse cybersecurity. Tevens zijn in 2017 additionele investeringen aangekondigd voor de komende jaren. Samen met het Ministerie van EZK is VenJ gestart met de bouw van een Digital Trust Centre. Ten behoeve van een sterke cybersecurity zijn in 2017 ook belangrijke mijlpalen op het gebied van wet- en regelgeving gerealiseerd. Zo is op 1 oktober 2017 de Wet gegevensverwerking en meldplicht cybersecurity van kracht geworden: de eerste Nederlandse wet die specifiek ziet op cybersecurity. Hierin worden de taken van het Nationaal Cybersecurity Centrum (NCSC) als Computer Emergency Response Team voor de rijksoverheid en de vitale infrastructuur geborgd. Ook wordt de meldplicht voor vitale aanbieders, die per 1 januari 2018 in werking is getreden, geregeld. Deze wet maakt melding van cyberincidenten op een vertrouwde wijze mogelijk. Ook stelt ze het NCSC in staat om andere partijen te informeren, zodat deze geen slachtoffer hoeven te worden van vergelijkbare aanvalsmethoden. Verder is hard gewerkt aan de implementatie van de EU-richtlijn Netwerk en Informatiebeveiliging die 15 februari 2018 aan uw Kamer is aangeboden.

Crisisbeheersing

In het kader van het programma Vitale infrastructuur is opnieuw een aantal processen vitaal verklaard. In de Kamerbrief Veiligheidsregio’s en crisisbeheersing zijn deze aan de Kamer bekend gemaakt.9 Ook heeft VenJ, ditmaal met het Ministerie van EZK en het Agentschap Telecom, haar jaarlijkse netwerkdag Vitale Infrastructuur georganiseerd, met als thema «Wat doet uw organisatie als de verbinding wordt verbroken».

In 2017 hebben VenJ, de veiligheidsregio’s en het Veiligheidsberaad een effectievere en meer op elkaar afgestemde aanpak ontwikkeld voor overstromingen, stralingsincidenten en uitval van vitale onderdelen van de maatschappij.10 Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) borgt de opgedane kennis van de verschillende trajecten.

Op 1 december 2017 is een aanpassing van de regelgeving in het kader van de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden. Zo zijn enkele functies aangepast aan ontwikkelingen in de praktijk; ook is de samenstelling van het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) geflexibiliseerd.11

In het kader van het programma economische veiligheid is een beleidsinstrumentarium economische veiligheid ontwikkeld. Dit instrumentarium adresseert risico’s voor de nationale veiligheid bij inkoop, aanbestedingen en buitenlandse overnames.

Slachtofferbeleid

Ook waar het gaat om slachtofferzorg werd de rechtsstaat in 2017 verder versterkt. Met de implementatie per april 2017 van de EU-richtlijn minimumnormen slachtoffers is de positie van slachtoffers van misdrijven nu stevig is verankerd in de wet.12 2017 was het eerste uitvoeringsjaar van de meerjarenagenda slachtofferbeleid13, die de focus legt op de uitvoering van nieuw verworven slachtofferrechten in de praktijk. Samen met ketenpartners is gewerkt aan de uitvoering van de thema’s uit de meerjarenagenda: informeren, beschermen en herstel. Slachtoffers ontvangen sinds april 2017 bij hun eerste contact met de politie een verklaring van hun rechten: waar zij recht op hebben in het strafproces en waar zij terecht kunnen voor hulp en ondersteuning.

Het Informatieportaal Justitiabelen (Ijus) geeft slachtoffers en burgemeesters informatie over de terugkeer van ernstige gewelds- en zedendelinquenten. Vanaf 2017 gebeurt dit digitaal. In 2017 is een strategie opgezet en zijn concrete acties uitgezet om te voldoen aan de (nieuwe) wetgeving en verordeningen rondom privacy en data-protectie. Zo is er een audit uitgevoerd op Injus, waarbij onder meer gekeken is naar logging, vernietiging, archivering, autorisatie en beveiliging.

Integriteit en kansspelen

De Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) is een effectief preventiemiddel ter voorkoming van slachtofferschap en daderschap. Uit deze verklaring blijkt dat het gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Om te voorkomen dat jongeren onterecht menen niet in aanmerking te komen voor een VOG, is veel gedaan aan communicatie, bijvoorbeeld door de campagne «Wat de VOG». De gratis VOG voor vrijwilligers die werken met kinderen of verstandelijke beperkten is succesvol geëvalueerd en wordt daarom vanaf 2017 structureel geborgd. En het wetsvoorstel die het mogelijk maakt om een VOG af te geven op basis van louter politiegegevens heeft de consultatiefase doorlopen.

Het wetsvoorstel modernisering speelcasinoregime is in januari 2017 in de Tweede Kamer aangenomen. De behandeling in de Eerste Kamer van dit wetsvoorstel én van het wetsvoorstel Kansspelen op afstand heeft veel tijd in beslag genomen. De inwerkingtreding is vertraagd. De verwachtte inkomsten voor de Kansspelautoriteiten werden hierdoor niet gerealiseerd in 2017. Om die reden heeft VenJ in 2017 binnen de eigen begroting de claim van de Kansspelautoriteiten ter waarde van € 1,5 mln. gehonoreerd. De vertraging heeft ook tot gevolg dat de herijking van het loterijstelsel nog niet heeft kunnen plaatsvinden. Naar verwachting zal dit in 2018 gebeuren.

Veiligheid in Sociaal Domein

In 2017 hebben Politie en Veilig Thuis geïnvesteerd in de kwaliteit van de politiemeldingen aan Veilig Thuis.14 De VenJ-organisaties die vallen onder de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling zijn in 2017 gestart met het uitwerken van een afwegingskader. 15 In Caribisch Nederland is voor de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld een project gestart ter verbetering van de samenwerking tussen de justitiepartners en de aansluiting met de zorgpartners.16 Tot slot heeft VenJ in 2017, samen met VWS en gemeenten, afspraken gemaakt om dit probleem gezamenlijk aan te pakken.

In 2017 heeft VenJ, samen met de VNG en alle ketenpartners (GGZ NL, DJI, OM, Nationale Politie, landelijke vereniging managers veiligheidshuizen etc.), de meerjarenagenda zorg- en veiligheidshuizen 2017–2020 opgesteld. In deze agenda zijn negen doelstellingen opgenomen voor de 32 zorg- en veiligheidshuizen in Nederland, waaronder doelstellingen over informatiedeling en privacy. Hierdoor zullen deze samenwerkingsverbanden de komende jaren nog beter gaan functioneren. Ook krijgen ze een duidelijkere positie krijgen in het zorg- en veiligheidsdomein.17

In 2017 is de Screener voor Intelligentie en Licht verstandelijk beperkten (SCIL) getest in de jeugdstrafrechtketen. Deze screener stelt professionals in de jeugdstrafrechtketen in staat cliënten met een mogelijke licht verstandelijke beperking vroegtijdig op te merken, zodat de bejegening, de strafadvisering en sanctie-uitvoering op hun niveau kan worden afgestemd. Halt en de Raad voor de Kinderbescherming gaan de SCIL structureel inzetten. Ook is in 2017 een subsidieprogramma via ZonMw opengesteld voor het ontwikkelen van domeinoverstijgende, integrale aanpakken, die moeten voorkomen dat mensen met een licht verstandelijke beperking (opnieuw) in aanraking komen met politie en justitie.

High Impact Crimes

Typerend voor de aanpak van High Impact Crimes (HIC) is de strategische inzet van (een mix van) dadergerichte, situationele en slachtoffergerichte preventieve en repressieve maatregelen. De aanpak is gericht op de vier HIC delicten: overvallen, straatroof, woninginbraak en geweld en op de aanpak van personen met een ernstig psychiatrische aandoening. De aanpak is wetenschappelijk onderbouwd en wordt steeds geëvalueerd. De aanpak heeft een integraal karakter. Dit betekent dat met maatschappelijke partners en het bedrijfsleven gewerkt wordt aan het voorkomen van HIC-delicten. Dit betekent dat er voortdurend wordt ingespeeld op actualiteiten waaronder ook de modus operandi van daders. Zo zijn er afspraken gemaakt met banken voor de aanpak van de ram- en plofkraken en het beter beveiligen van geldautomaten. Er zijn ook afspraken gemaakt met woningbouwcorporaties en de telecomsector. In 2017 zijn in 300 gemeenten ruim 4.000 opkopers aangesloten op Digitaal Opkopers Register in combinatie met de database van Stop Heling.

Het aantal overvallen nam in 2017 wederom af met 3%, naar een historisch laag niveau. Het aantal straatroven daalde met 14%, het aantal woninginbraken met 12% en expressief geweld met 6%. High Impact Crimes zijn type delicten die zwaar ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van mensen. De aanpak blijkt inmiddels multi-toepasbaar. Zo is de «HIC-aanpak», op verzoek van het Ministerie van IenW, ook ingezet om het openbaar vervoer veiliger te maken.

De HIC aanpak is gericht op het voorkomen van daderschap en terugdringen van recidive.

De Top-X aanpak in de veiligheidshuizen om recidive door daders van HIC te voorkomen is het afgelopen jaar in drie regio’s verder ontwikkeld. Specifieke aandacht is uitgegaan naar de hardnekkige dadergroep die zich bezighoudt met plof- en ramkraken, dit in samenwerking met het RIEC.

Ook voor de doelgroep personen met ernstig psychiatrische aandoening, die een veiligheidsrisico vormen voor de omgeving, is gewerkt aan een sluitende aanpak in het veiligheidshuis waarbij nadruk is gelegd op het ontwikkelen van een persoonsgerichte aanpak en informatiedeling. Hierbij zijn de handen ineen geslagen met zorgpartners. De blijvende inzet op het voorkomen van zowel slachtofferschap als daderschap maakt dat de aantallen gewelds(delicten) stabiel laag blijven. Het is noodzaak om bij zowel de justitie- en zorgpartners, gemeenten, politie en OM als het bedrijfsleven de urgentie vast te houden om te voorkomen dat de aantallen weer gaan stijgen.

Sanctietoepassing

In 2017 is de strategische verkenning naar toekomst van de sanctie-uitvoering afgerond. Dit heeft geleid tot het whitepaper «Koers en Kansen voor de sanctie-uitvoering», dat in mei 2017 is gedeeld met de Tweede Kamer. Het whitepaper beschrijft drie veranderlijnen «veilig dichtbij», «levensloop centraal» en «vakmanschap voorop» en heeft als doel input te geven op de maatregelen die getroffen zullen worden om de recidive te verminderen.

DJI is in 2017 met een aantal pilots rondom het leefklimaat in detentie gestart. Deze hebben als doel om de zelfredzaamheid van gedetineerden te vergroten en daarmee de re-integratie van gedetineerden buiten en de veiligheid binnen de penitentiaire inrichtingen te vergroten.

Het voorstel tot wijziging van het Besluit Justitiële en Strafvorderlijke gegevens m.b.t. het realiseren van een wettelijke grondslag voor melding aanvang en einde detentie van alle gedetineerden aan de gemeente van (her)vestiging is eind december 2017 in consultatie gebracht. Deze grondslag zal het mogelijk maken dat meldingen dan meer geautomatiseerd kunnen plaatsvinden.

De Verkenning Invulling Vrijheidsbeneming Jeugd leverde diverse pilots kleinschalige voorzieningen en screening voor jeugdigen op en een verkenning voor een landelijke specialistische voorziening. Deze voorzieningen dragen bij aan de continuïteit van zorg en een sluitende aanpak voor jeugdigen.

In 2017 zijn 119 deelnemers ingestroomd in de pilot Social Impact Bond «Werk na detentie». Met deze pilot beoogt VenJ, in samenwerking met ABN AMRO, het Oranje Fonds en de Start Foundation, de werkloosheid en recidive onder ex-gedetineerden aan te pakken. De uitdaging is de interventie zo effectief te laten zijn dat de besparingen door afname van recidive groter zijn dan de kosten van de pilot.

Als gevolg van internationale en nationale rechterlijke uitspraken in de laatste jaren is de toepassing en tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in Nederland onder druk komen te staan. In 2017 is gewerkt aan een herziening van de wijze van tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf, zodat rechters deze straf toch kunnen blijven opleggen. Dit heeft geleid tot de oprichting van een onafhankelijke adviescollege, het Adviescollege levenslanggestraften, dat sinds 1 juni 2017 operationeel is. De Hoge Raad heeft in een uitspraak van 19 december 2017 geconcludeerd dat de beleidswijzigingen die in 2017 zijn ingevoerd ervoor hebben gezorgd dat het opleggen en ten uitvoer leggen van levenslange gevangenisstraf in Nederland aan de eisen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) voldoet.

Met behulp van de Cross Border Enforcement richtlijn kunnen bij acht verkeersovertredingen, waaronder snelheid en roodlicht negatie, de naam- en adresgegevens van een buitenlandse kentekenhouder worden achterhaald. In voorgaande jaren is de verwerking van buitenlandse kentekens uit 11 EU-Lidstaten gerealiseerd. Per 1 november 2017 zijn voor verkeersovertredingen op kentekens uit de landen Estland, Finland, Italië, Letland, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Slovenië, Tsjechië en Zweden de digitale flitspalen en trajectcontrolesystemen in gebruik genomen. Ook aan verkeerovertreders uit deze lidstaten kunnen voortaan verkeersboetes worden opgelegd.

In februari 2017 is het rapport Neurowetenschappelijke toepassingen in de jeugdstrafrechtketen aan de Tweede Kamer aangeboden18 . Daarin heeft de toenmalige Staatssecretaris aangegeven dat hij een aantal veelbelovende toepassingen op dit terrein uittest in de praktijk. Er lopen nu drie pilots; een aanvulling van bestaande screenings- en risicotaxatie-instrumenten met neurobiologische maten, een interventie gericht op beïnvloeding van onbewuste processen bij jeugdige verslaafde justitiabelen en een interventie gericht verminderen van problemen met agressieregulatie door biofeedback (met polsband). De pilots lopen voorspoedig en begin 2018 start een vierde. De pilots worden wetenschappelijk begeleid en geëvalueerd zodat een goed beeld wordt verkregen van meerwaarde van deze aanpak.

Met het wetsvoorstel herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen wordt de verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van straffen verschoven van het Openbaar Ministerie naar de Minister van VenJ. Het wetsvoorstel is op 21 februari 2017 door de Eerste Kamer aanvaard. Ook is het afgelopen jaar de lagere regelgeving nader uitgewerkt. De Minister heeft de coördinatie van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen centraal belegd bij het Administratie- en Informatiecentrum voor de Executieketen (AICE) bij het CJIB.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van de commissie-Hoekstra, die de zaak rond de moord op Els Borst onderzocht, is in 2017 een aantal maatregelen genomen:

  • de politie heeft 24/7 zicht op openstaande vrijheidsstraffen, inclusief in de fase van de zelfmeldprocedure van veroordeelden met een vrijheidsstraf

  • de mogelijkheid tot geprioriteerde, c.q. versnelde, tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen van veroordeelden waarvoor het gevaarscriterium geldt.

Het doel van deze maatregelen is voorkomen dat personen met verward gedrag die een gevaar vormen voor de maatschappelijke veiligheid onnodig lang in vrijheid verblijven, in afwachting van de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf. Om te komen tot een sluitende aanpak krijgen gemeenten en regio’s ondersteuning van het Schakelteam personen met verward gedrag. Inmiddels zijn er al meer dan 100 praktijkprojecten gestart. Ook zijn er eind 2017 in Rotterdam en Oost-Nederland twee pilots van DJI gestart t.b.v. hoog risico (verwarde) patiënten. Deze lopen door in 2018. VenJ heeft in 13 gemeenten de werkwijze van de wijk-GGD’ers geïmplementeerd. De wijk-GGD’er werkt samen met de wijkagenten en overige partners en acteert in een vroegtijdig stadium op signalen van verwarde of overspannen personen met een zorgbehoefte. Deze preventieve maatregel heeft bijgedragen aan het voorkomen van escalaties – en daarmee ook van politie-ingrijpen.19 Op 14 februari 2017 is de Wet Verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) in de Tweede Kamer20 en op 28 november 2017 is de memorie van antwoord aangeboden aan de Eerste Kamer.21 De Wvggz vervangt de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) en geeft nader invulling aan enkele aanbevelingen van de commissie-Hoekstra. Het doel is om gedwongen behandeling van mensen met psychische problemen minder ingrijpend te maken. Zo kan verplichte zorg straks ook buiten een instelling opgelegd worden.

De problematiek die een weigerende observandus mogelijk met zich meebrengt, is onder de aandacht van velen. Het WODC verricht verschillende onderzoeken naar de weigerende observandus, waarvan de eerste resultaten voorjaar 2018 worden verwacht.

Migratie en asiel

Het toegangsbeleid is in 2017 versterkt door bewaking van de buitengrenzen via een effectief en efficiënt grenstoezicht. In 2017 is een belangrijke impuls gegeven aan de grensbewakingscapaciteit van de KMar. Er zijn middelen vrijgemaakt, oplopend tot structureel 43 mln., die ervoor moeten zorgen dat de KMar op termijn weer volledig «Schengenconform» kan gaan werken. Ten behoeve van de ondersteuning van de KMar aan de grens heeft in 2017 bijstand plaatsgevonden vanuit de Landmacht, DJI en de Nationale Politie. Verder is op Schiphol het aantal automatische grenspassagepoorten (No-Q) uitgebreid van 36 (2015) naar 78 stuks (2017). No-Q’s voeren geautomatiseerd alle controles in alle databases uit. Door de inzet van NO-Q kunnen meer personencontroles tegelijkertijd worden uitgevoerd wat bijdraagt aan een efficiënte inzet van KMar. Bovenstaande activiteiten hebben bijgedragen aan het tegengaan van migratiecriminaliteit en illegale migratie. Op nationaal en Europees niveau is in 2017 nauwe samenwerking voortgezet om een meer gereguleerde asielstroom te bewerkstelligen, bijvoorbeeld in het kader van het EU-Turkije Actieplan.

De onderhandelingen over een Europees In- en Uitreissysteem (EES) zijn inmiddels afgerond.

Daarmee is de basis gelegd voor verdere technologische ontwikkeling aan de grens. Dit systeem heeft als doel bestrijding van illegale immigratie en het verhogen van de veiligheid binnen de Europese Unie. Door een elektronische registratie van onderdanen van derde landen bij de in- en uitreis, wordt automatisch de toegestane verblijfstermijn berekend en wordt het stempelen van reisdocumenten overbodig. De onderhandelingen over een Europees Reis Autorisatie Systeem (ETIAS) zijn in 2017 eveneens ineen vergevorderd stadium beland. Het ETIAS zal informatie verzamelen en toetsen van alle niet-visumplichtige reizigers die van plan zijn naar de Europese Unie te reizen. Met dit systeem kunnen personen die mogelijk illegaal het Schengengebied willen binnenkomen of een veiligheidsrisico vormen, vóór hun aankomst aan de grens worden geïdentificeerd en kan de veiligheid van de buitengrenzen fors worden versterkt.

In het kader van het sporenbeleid is er in vroeg stadium onderscheid gemaakt tussen kansrijke en kansarme aanvragen. Asielaanvragen waarvoor op grond van de Dublin verordening een ander Europees land verantwoordelijk is, zijn in een apart spoor snel afgedaan. Dat geldt ook voor asielaanvragen van personen uit veilige landen van herkomst. Dit maakt het mogelijk om, in geval van een afwijzing, een spoedig vertrek van de vreemdeling uit Nederland te realiseren.

Tegelijk heeft de IND ingezet op het verder terugbrengen van de werkvoorraden die door van de eerdere hoge instroom zijn ontstaan Zo is de voorraad aan te behandelen nareisverzoeken gedaald van ruim 20.000 tot circa 6.500. Terugdringen van de voorraad en daarmee verkorten van de wachttijden heeft als doel ook kansrijke asielzoekers snel duidelijkheid te geven.

Vergunninghouders kunnen hierdoor eerder starten met integratie en het vinden van werk. Het nieuwe regeerakkoord geeft hieraan een verdere impuls. De planvorming om op basis van deze uitgangspunten te komen tot een flexibele asielketen is kort na het uitkomen van het regeerakkoord gestart. De uitwerking van het plan voor een flexibele asielketen vindt in goed overleg met lokale overheden en het maatschappelijk middenveld plaats en is een uitwerking van de lessons learned gedurende de hoge instroom.

Het wetsvoorstel Terugkeer en Vreemdelingenbewaring werd ten tijde van het demissionaire kabinet controversieel verklaard. Als gevolg hiervan heeft de parlementaire behandeling nog niet plaatsgevonden.

Naar aanleiding van het arrest Paposhvili is het medisch beleidskader per 29 augustus 2017 aangepast. Het nieuwe medische beleidskader behelst dat bij het toekennen van uitstel van vertrek (artikel 64 van de Vreemdelingenwet) in verband met een medische noodsituatie niet alleen getoetst moet worden of de benodigde medische zorg in het land van herkomst beschikbaar is, maar ook of deze feitelijk toegankelijk is voor de vreemdeling.

VenJ Verandert

Het veranderprogramma van het ministerie had in 2017 als motto «Van denken naar doen». VenJ maakte een Strategische agenda en ook het stakeholdermanagement is verder verbeterd. Een strategisch ontwikkelprogramma voor én door de top 300 van leidinggevenden van VenJ dient ter ondersteuning van de verandering. Ook is in 2017 een begin gemaakt met opgavegericht werken, met als doel om de verandering te koppelen aan de werkpraktijk.

Overzicht prestatie-indicatoren Veiligheidsagenda

Tabel 3.1. Overzicht prestatie-indicatoren Veiligheidsagenda
 

Nulwaarde

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Realisatie

Doel

Verschil

   

2014

2015

2016

2017

2017

2017

High Impact Crimes 1

             

Aantal overvallen

1.633

1.267

1.239

1.133

1.103

1.563

460

Aantal straatroven

7.002

5.418

4.731

4.165

3.576

6.204

2.628

Aantal woninginbraken2

87.345

71.100

64.560

55.470

49.124

76.357

27.233

Ondermijnende en financieel-economische criminaliteit 3

             

Aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden (csv’s)

950

1.025

1.188

1.369

1.361

950

411

Afnemen crimineel vermogen 4

             

Crimineel vermogen dat langs strafrechtelijke weg wordt afgepakt (x € 1 mln.)

90

136

143,5

416,5

221,2

110,5

110,7

Aanpak cybercrime 5

             

Aantal complexe onderzoeken naar cybercrime

20

19

21

34

43

40

3

Aantal reguliere onderzoeken naar cybercrime

180

120

124

171

227

230

3

Aanpak kinderporno 6

             

Totaal aantal interventies

600

– 

842

876

712

650

62

Aantal complexe en grootschalige onderzoeken

20

– 

25

20

30

25

5

Aantal reguliere grootschalige onderzoeken

215

– 

364

335

338

235

103

Aanpak horizontale fraude 7

             

Aantal aan OM aan te leveren zaken

1.500

1.500

2.077

2.794

2.740

1.900

840

1

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM, voorlopige jaarresultaten 2017. De nulwaardes betreffen waarden uit 2013. In de Veiligheidsagenda zijn naast de streefwaarden voor de aantallen ook ophelderingspercentages voor High Impact Crimes te vinden. De genoemde doelen zijn maxima.

2

Dit betreft de optelsom van afspraken gezagen en resultaat aanvullende maatregelen.

3

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM, voorlopige jaarresultaten 2017. Genoemde aantallen zijn een minimum streefwaarde van het aantal criminele samenwerkingsverbanden dat middels strafrechtelijk onderzoek wordt aangepakt (zij het projectmatig onderzoek of TGO-onderzoek). Handhaving van het aantal onderzoeken gaat gepaard met kwalitatieve versterking van de strafrechtelijke aanpak, waarbij deze meer gericht wordt op kopstukken en sleutelfiguren. Sturing op het aantal onderzoeken betreft een wijziging ten opzichte van de voor 2013 en 2014 gehanteerde indicator «percentage bekende csv’s dat wordt aangepakt».

4

Zie toelichting ontvangsten afpakken artikel 33

5

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM, voorlopige jaarresultaten 2017. In de Veiligheidsagenda 2015–2018 is overeengekomen dat het aantal complexe onderzoeken stijgt tot 50, en het totaal aantal onderzoeken tot 360. Het aantal complexe onderzoeken is inclusief tenminste 20 grote internationale zaken dat wordt opgepakt door het Team High Tech Crime. De geformuleerde doelstelling betreft een wijziging ten opzichte van de jaren 2013 en 2014, waarin enkel de complexe onderzoeken door het Team High Tech Crime werden geregistreerd. In het aantal reguliere onderzoeken is ook de productie van Landelijke Eenheid meegenomen.

6

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM, voorlopige jaarresultaten 2017. In de gemeenschappelijke Veiligheidsagenda 2015–2018 is overeengekomen dat de aanpak van kinderporno wordt versterkt. Concreet is afgesproken dat het aantal interventies zal stijgen tot 700, waarvan tenminste 265 complexe en grootschalige onderzoeken in 2018. Dit betekent een wijziging van de doelstelling ten opzichte van 2013 en 2014, waarin werd gekeken naar het aantal ingestroomde verdachten. Door middel van de nieuwe prestatie-indicator kan effectiever op de aanpak worden gestuurd.

7

Bron: Gezamenlijke monitor Veiligheidsagenda politie & OM, voorlopige jaarresultaten 2017. In de Veiligheidsagenda is overeengekomen dat het aantal strafzaken horizontale fraude zal stijgen van 1.500 tot 2.300. In 2017 is ook de productie van de Landelijke Eenheid bij het aantal OM verdachten cybercrime regulier (4) en horizontale fraude (20) meegeteld.

Overzicht realisatie beleidsdoorlichtingen

Tabel 3.2 Overzicht realisatie beleidsdoorlichtingen

Artikel

Naam artikel

2012

2013

2014

2015

2016

2017

20181

Geheel artikel

(ja/nee)

31

Politie

 

X 2

         

N

 

Bekostiging Politie (31.2)

           

X

 
 

Kwaliteit, arbeidsvw en ICT Politie (31.3)

 

X 3

       

X

 

32

Rechtspleging en Rechtsbijstand

             

N

 

Apparaatskosten HR (32.1)

       

X

     
 

Adequate toegang tot het rechtsbestel(32.2)

       

X

     
 

Optimale randvoorwaarden voor doelmatig en doeltreffend rechtsbestel (32.3)

       

X

     

33

Rechtshandhaving en vervolging

             

J

 

Apparaatskosten OM (33.1)

   

X

         
 

Bestuur, informatie en technologie (33.2)

   

X

         
 

Opsporing en vervolging (33.3)

   

X

         

34

Straffen en Beschermen

             

N

 

Raad voor de Kinderbescherming (34.1)

               
 

Preventieve maatregelen (34.2)

 

X

           
 

Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en Vreemdelingenbewaring (34.3)

           

X

 
 

Slachtofferzorg (34.4)

   

X

         
 

Uitvoering jeugdbescherming en Voogdij amv’s (34.5)

X 4

             
 

Tenuitvoerlegging justitiële sancties Jeugd (34.5)

           

X

 

36

Contraterrorisme en Nationale Veiligheidsbeleid

 

X 5

         

N

 

Nationale veiligheid en terrorismebestrijding (36.2)

           

X

 
 

Onderzoeksraad voor Veiligheid (36.3)6

               

37

Vreemdelingen

             

N

 

Toegang, toelating en opvang vreemdelingen (37.2)

           

X

 
 

Terugkeer (37.3)

           

X

 
1

Deze kolom geeft aan de verwachte doorlichtingen in het jaar 2018.

2

Doorlichting Veiligheidsregio’s en politie afgerond in 2013, de oude artikelen 23.1 t/m 23.4).

3

Doorlichting Veiligheid ICT in 2013 afgerond (oude artikel 25.2).

4

Doorlichting Interlandelijke adoptie in 2012 afgerond (oud artikel 14.1).

5

Doorlichting Radicalisering afgerond in 2013 (oude artikel 25.1).

6

In 2018 wordt een (wettelijke) beleidsevaluatie opgesteld.

Voor het meest recente overzicht van de programmering van beleidsdoorlichtingen, klik op deze link:

Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen

Voor de realisatie van andere onderzoeken, zie de bijlage «Evaluatie en overig onderzoek» (bijlage 2).

Toelichting

Artikel 34

De beleidsdoorlichtingen Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en Vreemdelingenbewaring (34.3) en tenuitvoerlegging justitiële sancties Jeugd (34.5) hebben enige vertraging opgelopen omdat de afstemming met de vele betrokken uitvoeringsorganisaties een zorgvuldig proces doorloopt, voordat de beleidsdoorlichtingen kunnen worden aangeboden.

Artikel 36

De beleidsdoorlichting Nationale veiligheid en terrorismebestrijding (36.2) is niet in 2017 opgeleverd maar zal begin 2018 gereed zijn. De reden voor de vertraging is dat gezien de breedte van de werkzaamheden van de NCTV er veel Ministeries direct of indirect betrokken zijn bij de taken van de NCTV, waardoor de beleidsdoorlichting langs veel verschillende Ministeries dient te gaan.

Artikel 37

De beleidsdoorlichting Toegang, toelating en opvang vreemdelingen (37.2) wacht op publicatie van het rapport van de Algemene Rekenkamer over de asielketen. Deze is vertraagd waardoor beleidsdoorlichting ook vertraagd (tot na zomer 2018)22.

Overzicht garanties en achterborgstellingen

Het Ministerie van VenJ kent geen risicovoorziening(en); de begrotingsreserve Asiel is niet gekoppeld aan een risicoregeling.

Tabel 3.3 Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitstaande garanties

Verleend

Vervallen

Uitstaande garanties

Garantieplafond

Totaal plafond

Totaal stand risicovoorziening

   

2016

2017

2017

2017

2017

2017

2017

31

Inkoop Max

928.407

51.917

381.860

598.464

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

34

Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS

19.708

3.757

5.425

18.040

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

34

Garantstelling Hypothecaire leningen aan JJI's

27.182

0

784

26.398

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

 

Totaal

975.297

55.674

388.069

642.902

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tabel 3.4 Overzicht uitgaven1 en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitgaven

Ontvangsten

Saldo

Uitgaven

Ontvangsten

Saldo

Totaalstand mutatie volume risicovoorziening

   

2016

2016

2016

2017

2017

2017

2017

34

Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS

1.845

0

1.845

2.626

0

2.626

n.v.t.

1

bij de uitgaven betreft het de opdrachten tot betaling

1

Kamerstuk II 2016/17 29 911, 167.

2

Kamerstukken II 2016/17, 28 684, 507.

3

Kamerstukken II 2017/2018, 29 911, 174.

4

Kamerstukken II 2017/18, 31 753, 143.

5

Bijlage bij Kamerstukken II 2017/18 29 628, 754.

6

Kamerstukken II 2017/18 29 628, 754, bijlage 4 (Voortgangsbericht Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie).

7

Kamerstukken II 2016/17, 29 754, nr. 436.

8

Kamerstukken II 2016/17, 26 643, nr. 477.

9

Kamerstukken II 2017/18, nr. 29 517.

10

Kamerstukken II 2016/17, 29 517, nr. 123.

11

Staatsblad 2017, nr. 453 en 454 en Staatscourant 2017 nr. 68919.

12

Staatsblad 2017, nr. 128.

13

Kamerstukken II 2016/17, 33 552, nr. 23.

14

Kamerstukken II 2016/17 28 345 nr. 179.

15

Kamerstukken II 2017/18 28 345 nr. 183.

16

Kamerstukken II 2017/18 28 345 nr. 183.

17

Kamerstukken II 2017/18 25 424 nr. 377.

18

Kamerstukken II 2016/17, 28 741, 32

19

Kamerstukken II 2017/18 25 424, 377.

20

Handelingen II 2016/17, 52, 7.

21

Kamerstukken I 2017/18, 32 399, 31 996.

22

Kamerstukken II 2017/2018 33 199 nr. 23

Licence