Base description which applies to whole site

10.2 Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

De Immigratie- en Naturalisatiedienst is dé toelatingsorganisatie van Nederland die als uitvoeringsorganisatie het immigratie- en asielbeleid effectief en efficiënt uitvoert in samenwerking met de partners in de keten. Dit houdt in dat de IND de aanvragen beoordeelt van vreemdelingen die in Nederland willen verblijven of Nederlander willen worden.

I. Staat van baten en lasten
Tabel 10.2.1 Staat van baten en lasten per 31 december 2017 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

(3 = 2 – 1)

Realisatie 2016

Baten

       

Omzet moederdepartement

339.777

344.600

4.823

384.247

Omzet overige departementen

0

0

0

0

Omzet derden

56.360

67.991

11.631

64.750

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

1.493

1.493

1.244

Bijzondere baten

0

0

0

3

Totaal baten

396.137

414.084

17.947

450.244

         

Lasten

       

Apparaatkosten

312.000

316.528

4.528

356.571

– Personele kosten

246.500

257.191

10.691

275.171

Waarvan eigen personeel

200.500

212.355

11.855

204.176

Waarvan inhuur externen

40.000

40.840

840

64.379

Waarvan overige personele kosten

6.000

3.996

– 2.004

6.616

– Materiële kosten

65.500

59.337

– 6.163

81.400

Waarvan apparaat ICT

1.000

1.181

181

1.113

Waarvan bijdrage aan SSO's

28.429

38.545

10.116

61.927

Waarvan overige materiële kosten

36.071

19.611

– 16.460

18.360

Materiële programma kosten

63.937

44.806

– 19.131

58.889

Rentelasten

200

86

– 114

180

Afschrijvingskosten

20.000

17.140

– 2.860

17.208

– Materieel

6.500

3.410

– 3.090

3.681

Waarvan apparaat ICT

3.000

 

– 3.000

 

– Immaterieel

13.500

13.730

230

13.527

Overige lasten

0

5.146

5.146

10.705

– Dotaties voorzieningen

0

4.650

4.650

10.705

– Bijzondere lasten

0

496

496

0

Totaal lasten

396.137

383.706

– 12.431

443.553

         

Saldo van baten en lasten

0

30.378

30.378

6.691

Baten

Omzet moederdepartement

De van het moederdepartement te ontvangen baten zijn in een opdrachtbrief vastgelegd en er wordt afgerekend conform de tussen IND en moederdepartement overeengekomen bekostigingsafspraken. In 2017 is een omzet moederdepartement gerealiseerd van € 344 mln.

De omzet moederdepartement kan als volgt worden gespecificeerd:

Tabel 10.2.2 Specificatie omzet (bedragen x € 1.000)
 

2017

2016

Verdeeld naar productgroep:

   

Omzet (P*Q) Asiel

96.949

137.324

Doelmatigheidstaakstelling Asiel

– 11.400

Omzet (P*Q) Asiel gecorrigeerd voor doelmatigheidstaakstelling

96.949

125.924

Omzet (P*Q) Naturalisatie

8.608

7.827

Omzet (P*Q) Ketenondersteuning

5.279

3.403

Omzet (P*Q) Regulier

125.363

132.188

Indirecte omzet

161.090

158.913

Overige omzet

5.716

10.318

Subtotaal:

403.005

438.573

Omzet leges

– 58.405

– 54.326

Totaal

344.600

384.247

Totaal omzet P*Q:

De gerealiseerde uitstroom aantallen 2017 resulteert in een P*Q bijdrage van € 236,2 mln. De lagere P*Q bijdrage ten opzichte van 2016 is het gevolg van lagere productie.

Ten opzichte van 2016 is met name de productie (uitstroom) «Asiel Beslis AA/VA» afgenomen.

Doelmatigheidstaakstelling Asiel:

Voor 2017 is er geen sprake van een doelmatigheidstaakstelling. De efficiëntievoordelen van het sporenbeleid is reeds verwerkt in de herijkte kostprijzen 2017.

Indirecte omzet (lumpsum + nationale veiligheid):

De indirecte kosten worden lumpsum door de opdrachtgever bekostigd. Hiervoor is in 2017 een bedrag van € 159,7 mln. vastgesteld. De indirecte omzet bestaat verder uit de bijdrage Nationale Veiligheid van € 1,4 mln.

Overige omzet moederdepartement:

De overige opbrengst bestaat uit de door de eigenaar gefinancierde projecten van € 5,7 mln.

Omzet derden

In de omzet derden worden onder andere de leges voor het aanvragen van vergunningen (€ 58 mln.), de bijdrage uit internationale projecten en doorbelastingen voor huisvesting (tezamen € 10 mln.) verantwoord. De omzet derden bedraagt € 68 mln.

Rentebaten

In 2017 zijn geen rentebaten ontvangen.

Vrijval voorzieningen

In 2017 heeft er een vrijval plaatsgevonden op de reorganisatievoorziening VWNW 2014 en 2015 ter grootte van € 1,5 mln.

Bijzondere baten

De Bijzondere baten zijn als volgt opgebouwd:

Tabel 10.2.3 Bijzondere baten (bedragen x € 1.000)
 

2017

2016

Waarborgsommen BES

0

3

Verkoop activa

0

0

Totaal baten

0

3

In 2016 is er door de IND een bijzondere baat geboekt in het kader van de waarborgsommen van de BES-eilanden. In 2017 zijn er geen bijzondere baten geweest.

Lasten

Apparaatskosten

Apparaatskosten zijn verdeeld in twee subcategorieën:

  • Personele kosten

  • Materiële kosten

Personele kosten

Het gemiddelde aantal fte’s ambtelijk personeel over 2017 bedraagt 3.057. De bijbehorende gemiddelde loonsom per fte bedraagt € 67.999. De kosten voor eigen personeel zijn hoger dan begroot, dit als gevolg van de genomen maatregelen met betrekking van de verhoogde instroom die eind 2015 waren ingezet. Als gevolg van deze verhoogde instroom zijn meer medewerkers in (tijdelijke) dienst gekomen. In 2017 heeft de dalende asielinstroom gezorgd voor een forse afname van het aantal uitzendkrachten en de daarbij behorende kosten.

Materiële kosten

De materiele kosten bestaan o.a. uit huisvestingskosten en kosten voor in- en uitbesteding. De lasten laten in 2017 een lagere realisatie zien door de dalende asielinstroom ten opzichte van 2016.

Programmakosten

De programmakosten bestaan o.a. uit automatiseringskosten, proceskosten en tolkenkosten. De lasten laten in 2017 een lagere realisatie zien door de dalende asielinstroom ten opzichte van 2016.

Bijzondere lasten

In 2017 is er een bijzondere last geboekt voor het boekverlies op afgestoten activa in verband met de verhuizing van de panden van Rijswijk en Hoofddorp naar de Rijnstraat/Turfmarkt in Den Haag.

Afwijkingen lasten ten opzichten van begroting:

De posten «Waarvan overige personeelskosten» en «Waarvan overige materiele kosten» zijn hoger dan begroot. De begroting wordt opgesteld middels P*Q/Lumpsum financiering waarbij geen onderscheid wordt gemaakt op de bovengenoemde onderdelen. De post «Dotaties voorzieningen» is niet begroot gezien de onvoorspelbaarheid van het verloop.

Lasten – apparaatskosten

De apparaatskosten nemen per saldo af. Verklaring voor deze daling is de afgenomen asielinstroom die in 2016 is begonnen. Hierdoor namen onder andere de lasten huisvesting af zoals bijvoorbeeld beveiligingskosten en schoonmaak.

Lasten – externe inhuur

De lasten externe inhuur dalen doordat er in 2017 minder externen zijn ingehuurd. Ten opzichte van de begroting zijn de lasten iets hoger dan begroot.

Lasten – afschrijvingskosten materieel

De lasten afschrijvingskosten materieel zijn lager dan begroot. In de begroting 2017 waren meer materiele investeringen geraamd.

Lasten – rentelasten

De rentelasten zijn lager dan begroot. In de begroting 2017 was rekening gehouden met het aantrekken van meer leningen. Dit was voor 2017 niet noodzakelijk.

II. Balans
Tabel 10.2.4 Balans per 31 december 2017 (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2017

31-12-2016

Activa

   

Immateriële activa

41.404

47.644

Materiële vaste activa

5.306

7.774

– Grond en gebouwen

427

1.347

– Installaties en inventarissen

341

1.183

– Overige materiële vaste activa

4.538

5.244

Vlottende Activa

133.530

96.018

– Voorraden en onderhanden projecten

1.295

1.331

– Debiteuren

4.702

4.382

– Overige vorderingen en overlopende activa

18.623

8.233

– Liquide middelen

108.910

82.072

Totaal Activa

180.240

151.436

     

Passiva

   

Eigen vermogen

40.663

14.418

– Exploitatiereserve

10.285

7.727

– Onverdeeld resultaat

30.378

6.691

Voorzieningen

10.860

11.633

Langlopende schulden

30.807

43.491

– Leningen bij het Ministerie van Financiën

30.807

43.491

Kortlopende schulden

97.910

81.894

– Crediteuren

151

55

– Overige verplichtingen en overlopende passiva

97.759

81.839

Totaal Passiva

180.240

151.436

Toelichting op de balans per 31 december 2017

Een aantal balansposten worden hieronder verder toegelicht.

Tabel 10.2.5 Overzicht Eigen Vermogen (bedragen x € 1.000)
 

Exploitatiereserve

Onverdeeld resultaat

Totaal

Stand 01-01-2017

7.727

6.691

14.418

Onverdeeld resultaat 2016 (+/-)

6.691

– 6.691

0

Toevoeging door moederdepartement (+)

0

0

0

Storting aan moederdepartement (-/-)

– 4.133

0

– 4.133

Onverdeeld resultaat 2017 (+/-)

0

30.378

30.378

Stand 31-12-2017

10.285

30.378

40.663

Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen jaar

Het eigen vermogen in 2017 bedraagt per balansdatum € 40,7 mln.

Onverdeeld resultaat

Het onverdeelde saldo van baten en lasten over 2017 bedraagt € 30,4 mln. positief

Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen 3 jaar

Het eigen vermogen is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet berekend over de laatste drie jaar (artikel 27 lid 4 c van de Regeling agentschappen).

In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar opgenomen.

Tabel 10.2.6 Ontwikkeling eigen vermogen in relatie tot gemiddelde omzet afgelopen 3 jaar (bedragen x € 1.000)

Jaar

Omzet

Eigen vermogen

%

2017

414.084

40.663

10%

2016

450.244

14.418

3%

2015

408.385

7.727

2%

In 2017 is een lager omzet (productie) gerealiseerd ten opzichte van 2016.

De voorzieningen zijn als volgt opgebouwd:

Reorganisatievoorzieningen (VWNW):

Vanaf 2014 zijn er diverse voorzieningen gevormd welke verband hielden met de nieuwe inrichting van de IND per 1 september 2015. Deze voorzieningen hebben betrekking op de medewerkers van de afdeling Facilitaire Bedrijfsvoering, de nog niet geplaatste medewerkers uit de verplichte fase van 2015 en remplaçanten. In 2017 is een bedrag van € 1,5 mln. vrijgevallen voor wat betreft de voorziening van de verplichte fase kandidaten. In 2017 is er een bedrag van € 4,2 mln. gedoteerd.

Reorganisatievoorzieningen (VWNW):

Vanaf 2014 zijn er diverse voorzieningen gevormd welke verband hielden met de nieuwe inrichting van de IND per 1 september 2015. Deze voorzieningen hebben betrekking op de medewerkers van de afdeling Facilitaire Bedrijfsvoering, de nog niet geplaatste medewerkers uit de verplichte fase van 2015 en remplaçanten. In 2017 is een bedrag van € 1,5 mln. vrijgevallen voor wat betreft de voorziening van de verplichte fase kandidaten. In 2017 is er een bedrag van € 4,2 mln. gedoteerd.

Voorziening Wachtgeldverplichtingen (WW/BW):

De IND is eigenrisicodrager voor de WW en bovenwettelijke WW aanspraken van voormalige medewerkers. Alle lopende wachtgeldverplichtingen zijn opgenomen in een voorziening. De hoogte en looptijden van de uitkeringen zijn gebaseerd op opgaven van het UWV en AGP. Voor alle medewerkers die in de berekening van de voorziening wachtgeldverplichtingen zijn meegenomen, is voorzichtigheidshalve de maximale uitkeringsduur gehanteerd aangezien geen betrouwbare inschatting is te maken over een eventuele tussentijdse uitstroom. Voor voormalige medewerkers die een nieuwe dienstbetrekking hebben gevonden, worden na verloop van tijd geen verplichtingen meer opgenomen. In 2017 is er een bedrag van € 0,4 mln. gedoteerd.

Tabel 10.2.7 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving voorziening

Stand per

Vrijval

Dotatie

Onttrekking

Stand per

 

1-1-2017

in 2017

in 2017

in 2017

31-12-2017

Voorziening Reorganisatie 2015 – Vrijwillig

222

16

0

192

14

Voorziening Reorganisatie 2015 – Verplicht

715

210

986

505

985

Voorziening Reorganisatie 2016 FM – Vrijwillig

280

0

328

159

449

Voorziening Reorganisatie 2016 FM – Verplicht

4.298

928

1.752

1.380

3.742

Voorziening Maatwerk

1.078

339

0

334

406

Voorziening Remplacenten

219

0

1.214

188

1.245

Voorziening Wachtgeldverplichtingen (BW/W)

4.822

0

371

1.174

4.019

Totaal

11.633

1.493

4.650

3.931

10.860

Niet opgenomen vakantie uren

De stand van de niet opgenomen vakantie uren, de nog te betalen (resterende) verlofdagen, zijn als kortlopende schuld opgenomen op de balans. Naast vakantieverlof, zijn er binnen de overheid ook een aantal bijzondere verlofsoorten, zoals ouderschapsverlof en pasverlof; deze zijn buiten de berekening gelaten. Door verandering in de wet- en regelgeving met betrekking tot de mee te nemen verlofuren zien we een toename van ongeveer € 2,5 mln.

Tabel 10.2.8 Kortlopende schuld niet opgenomen vakantiedagen (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2017

31-12-2016

Vakantiedagen

10.427

7.952

     

Totaal

10.427

7.952

III Kasstroomoverzicht
Tabel 10.2.9 Kasstroomoverzicht per 31 december 2017 (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en

vastgestelde begroting

   

(1)

(2)

3 = (2) – (1)

1

Rekening Courant RHB 1 januari 2017 +/+ stand depositorekeningen

59.257

82.009

22.752

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom(+/+)

451.137

459.806

8.669

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 436.137

– 407.616

28.521

2

Totaal operationele kasstroom

15.000

52.190

37.190

 

Totaal investeringen (-/-)

– 13.410

– 9.294

4.116

 

Totaal boekwaarden desinvesteringen (+/+)

0

782

782

3

Totaal investeringskasstroom

– 13.410

– 8.512

4.898

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

– 4.133

– 4.133

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+)

0

0

0

 

Aflossing op leningen (-/-)

– 17.500

– 14.464

3.037

 

Beroep op leenfaciliteit (+/+)

13.410

1.780

– 11.630

4

Totaal financieringskasstroom

– 4.090

– 16.817

– 12.727

5

Rekening-courant RHB 31 december 2017 +/+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

56.757

108.870

52.113

Algemeen

De realisatiecijfers van het kasstroomoverzicht zijn opgesteld volgens de directe methode.

Investeringen

De investeringen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op hardware, inventaris, installaties, verbouwingen en de ontwikkelkosten van het systeem Indigo, E-dienstverlening, Metis en virtualisatie.

Aflossing op lening

De aflossing op de leningen is lager dan begroot doordat in 2017 er minder beroep op de leenfaciliteit is gedaan.

Beroep op leenfaciliteit

In 2017 is het beroep op de leenfaciliteit lager dan begroot als gevolg van minder investeringen.

IV. Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Tabel 10.2.10 Doelmatigheidsindicatoren
       

Realisatie

Begroting

Omschrijving generiek deel

2014

2015

2016

2017

2017

IND-totaal

         

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

2.984

2.902

2.946

3.054

3.160

Saldo van baten en lasten (%)

0,2

1,2

1,5

6,8

0

Aantal klachten in %

– 

0,2

0,1

0,1

<2,0

           

Asiel:

         

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

93

96

91

86

90

Standhouden van beslissingen in %

87

87

90

90

85

Gemiddelde kostprijs (x € 1)

3.790

3.307

3.089

2.620

2.640

Omzet (P*Q)

197,7

166,0

218,0

169

180

           

Regulier:

         

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

91

91

89

82

95

Standhouden van beslissingen in %

84

88

86

86

80

Gemiddelde kostprijs (x € 1)

795

848

744

797

780

Omzet (P*Q)

154,0

169,0

209,0

219

212

           

Naturalisatie:

         

Doorlooptijd (wettelijke termijn) in %

86

96

95

93

95

Gemiddelde kostprijs (x € 1)

690

610

525

714

670

Omzet (P*Q)

17,8

21,0

12,0

15

19

Doorlooptijden:

De gemiddelde doorlooptijd asiel producten is 86%. De norm wordt niet gerealiseerd doordat o.a. de voorraden Asiel Beslis en Nareis worden weggewerkt. Door de verhoogde instroom, van voorgaande jaren, zijn voorraden ontstaan. Het wegwerken van de voorraden heeft een negatief effect op de gemiddelde doorlooptijd.

De gemiddelde doorlooptijd van de reguliere producten is lager dan de norm van 95%. Grotendeels komt dit door het wegwerken van de voorraden MVV nareis, 8 EVRM, bezwaar Nareis en bezwaar 8EVRM. Het wegwerken van deze voorraden heeft prioriteit.

De tijdigheid naturalisatie is niet gerealiseerd doordat instroompieken zijn opgevangen met interne capaciteit naturalisatie, een deel van de capaciteit was ingezet voor overige beslistaken.

Klachten:

De klachten worden alleen IND totaal bijgehouden en gerapporteerd.

V Interdepartementale vorderingen, schulden en liquide middelen per 31 december 2017
Tabel 10.2.11 Interdepartementale vorderingen, schulden en liquide middelen (bedragen x € 1.000)
 

Ministerie van JenV

Andere Ministeries incl. agentschappen

Derden (buiten het Rijk)

Totaal

Debiteuren

224

78

4.400

4.702

Nog te ontvangen

0

12.783

5.840

18.623

Liquide Middelen

108.910

0

0

108.910

Crediteuren

0

0

151

151

Nog te betalen

12.845

35.105

49.809

97.759

Totaal

121.979

47.966

60.200

230.145

Licence