Base description which applies to whole site

3. Wetenschap

Tabel: Behoud van kwaliteit wetenschap en wetenschappelijk talent en versterken impact wetenschap

Doelstelling/indicator

Sector

Basiswaarde (jaartal)

Realisatie

Realisatie

Streefwaarde (jaartal)

Mondiale top-5 positie op basis van citatiescores

owb

2e plaats (2009–2012)

1,52

2e plaats (2010–2013)

1,53

3e plaats (2012–2015)

1,52

kleiner of gelijk 5 (2012–2015)

De Nationale Wetenschapsagenda (NWA) komt voort uit de Wetenschapsvisie 2025 en is een bron van uitdaging, verbeelding en inspiratie zowel voor onderzoekers als voor de samenleving. De agenda daagde ook vorig jaar uit om te komen tot grensverleggende wetenschappelijke, maatschappelijke en economische doorbraken. In het voorjaar van 2017 is eenmalig 20 miljoen euro geïnvesteerd in meerjarig thematisch onderzoek naar jongeren in een veerkrachtige samenleving, digitalisering als aanjager van vernieuwing en natuurwetenschappelijke kennis als bron van vernieuwend vermogen. Verder is aansluiting gezocht met de kennisagenda’s van departementen. Doel hierbij is om meer synergie te bereiken. Daartoe wordt onder andere samen met de Ministeries van IenW en BZK geïnvesteerd in onderzoek vanuit de NWA-route circulaire economie.

In de Wetenschapsvisie 2025 is ook beschreven dat het bereiken van maatschappelijke impact met de kennis uit wetenschappelijk onderzoek één van de speerpunten van ons wetenschapsbeleid is. In de Kamerbrief «Wetenschap met impact» is dit nader ingevuld. NWO heeft in 2017 een call geopend voor industrial doctorates. Het Take Off programma van NWO met subsidies voor haalbaarheidstudies aan hogescholen rond innovatieve producten en diensten heeft een vervolg gekregen in 2017. Ook heeft NWO de nieuwe Stevinpremies gelanceerd voor impact van kennis. Ten slotte is vanuit StartupDelta met de VSNU gewerkt aan versterking van de kennisoverdracht door Nederlandse kennisinstellingen waardoor meer academische start-ups worden gestimuleerd.

De in de Wetenschapsvisie 2025 aangekondigde uitbreiding van het promotierecht is in 2017 gerealiseerd via de Wet bevordering internationalisering hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De uitbreiding zorgt voor betere loopbaanperspectieven voor onderzoekers in Nederland en sluit aan bij een internationale ontwikkeling. Voorheen kon het promotierecht alleen worden toegekend aan hoogleraren, nu kunnen bijvoorbeeld ook universitair hoofddocenten als promotor worden aangewezen. Door diverse universiteiten wordt inmiddels gebruik gemaakt van de uitbreiding.

Onder het voorzitterschap van Nederland zijn in de Europese Unie belangrijke afspraken gemaakt op het gebied van Open Science. Daarbij stond niet alleen open access centraal, maar ook het optimaal hergebruik van onderzoeksdata en de voor open science benodigde aanpassing van de beoordelings- en evaluatiesystemen. Afgelopen jaar is dit momentum benut om gemaakte afspraken in zowel nationaal als Europees beleid te laten vertalen en verder te werken aan de ambities. Daarbij zijn belangrijke stappen gezet. Een brede coalitie van partijen stelde het Nationaal Plan Open Science op dat beschrijft welke acties in Nederland worden ondernomen. Het Nationaal Platform Open Science geeft vorm aan de gezamenlijkheid waartoe de Raadsconclusies oproepen, en aan de aanbeveling van de AWTI om een masterplan op te stellen onder overheidsregie. Het Platform heeft de taak om de voortgang van de afspraken te begeleiden en te monitoren.

Ook in brede zin is Europese samenwerking op het terrein van onderzoek en innovatie cruciaal. In 2017 lag de focus in het bijzonder op het tussentijds evalueren van Horizon 2020 en het voorbereiden van het nieuwe kaderprogramma. Daarvoor bracht Nederland, naast deelname aan onder andere de Raadsdiscussies, «The Netherlands’ position paper on the Interim Evaluation of Horizon 2020» uit. Nederlandse onderzoekers en bedrijven hebben hun succesvolle deelname aan Horizon 2020 doorgezet: sinds de start in 2014 ontvingen zij 7,6 procent van de totale financiering voor onderzoeks- en innovatieprojecten (2,3 miljard euro tot oktober 2017).

Licence