Base description which applies to whole site

Art.nr. 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid

A. Algemene doelstelling

De algemene doelstelling is het scheppen van een internationaal concurrerende onderzoeksomgeving die onderzoekers uitdaagt tot optimale wetenschappelijke prestaties en die goed aansluit op maatschappelijke behoeften.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor het stelsel van onderzoek en wetenschap.

Financieren

De Minister bekostigt het onderzoeks- en wetenschapsbestel.

Stimuleren

De Minister stimuleert in het wetenschappelijk onderzoek:

  • kwaliteit en excellentie;

  • zwaartepuntvorming en profilering.;

  • samenwerking in de gouden driehoek van bedrijven, kennisinstellingen en overheid, onder meer in het kader van de Nationale Wetenschapsagenda – de samenwerking van kennisinstellingen, bedrijven en overheden bij onderzoek ten behoeve van maatschappelijke transities. In het bedrijvenbeleid, waarvoor de Minister van Economische Zaken en Klimaat verantwoordelijk is, is hiervoor de topsectorenaanpak ontwikkeld met bijbehorende innovatiecontractenaansluiting op het maatschappelijk belang.

Regisseren

De Minister schept voorwaarden voor:

  • een klimaat voor universiteiten en kennisinstellingen voor het doen van excellent onderzoek;

  • borging van het vernieuwend vermogen en de kwaliteit van het Nederlandse onderzoek;

  • het doelmatig functioneren van wetenschappelijke instellingen die, zowel zelfstandig als in relatie tot universiteiten en bedrijven, een belangrijke plaats innemen;

  • de Nederlandse onderzoeksfaciliteiten;

  • de coördinatie en positionering van het wetenschapsbeleid op nationaal en internationaal niveau.

De Minister is verantwoordelijk voor het toezicht op een efficiënte besteding van publieke middelen en op voldoende verspreiding van kennis naar de maatschappij.

Indicatoren/kengetallen

Indicatoren en overige informatie over de toerusting en de prestaties van het onderzoekstelsel worden beschreven in OCW in cijfers: Wetenschap.

De kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en op basis hiervan de kwaliteit van het wetenschapssysteem kan bezien worden op basis van citaties naar wetenschappelijke publicaties. Wanneer het aantal citaties wordt genormeerd op een mondiaal gemiddelde dan geeft dat de positie van Nederland in de wereld aan. Nederland kende in de periode 2012–2015 een citatiescore 1,52 dat wil zeggen een citatiescore die 52 procent boven het mondiale gemiddelde lag. Nederland neemt op basis hiervan mondiaal een vooraanstaande (derde) positie in wat betreft de wetenschappelijke kwaliteit van het onderzoek.

De kwaliteit van de Nederlandse wetenschap blijkt ook uit het hoge aandeel van Nederlandse wetenschappers over de volle breedte van het Europese programma voor onderzoek en innovatie, zowel als het gaat om de maatschappelijke uitdagingen als bijvoorbeeld de European Research Council.

Tabel 16.1 Indicatoren

Doelstelling/Indicator

Basiswaarde (jaartal)

Eerdere realisatie (jaartal)

Realisatie (jaartal)

Streefwaarde

Bron

5

Behoud van kwaliteit wetenschap en wetenschappelijk talent en versterken impact wetenschap

 

Mondiale top-5 positie op basis van citatiescores

2e plaats (2009–2012)1 1,52

2e plaats (2010–2013) 1,53

3e plaats (2012–2015) 1,52

Kleiner of gelijk 5 (2012–2015)

Clarivate Analytics/Web of Science. Bewerking: CWTS2

1

In het verleden werd het basisjaar van jaar tot jaar bezien, maar vanaf Beleidsverslag 2016 is dit vastgelegd op 2009–2012.

C. Beleidsconclusies

In 2017 is door het vorige kabinet gestart met thematisch onderzoek vanuit de NWA-routes. Het kabinet heeft dit gestimuleerd met de startimpuls.

Voor de startimpuls NWA was een budget van ongeveer € 30 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 21,6 miljoen gegaan naar NWA-routes voor de thema’s jongeren in een veerkrachtige samenwerking, digitale samenleving en natuurwetenschappelijke kennis voor vernieuwing. Het geld is door NWO mede namens de Kenniscoalitie verdeeld via een vast bedrag van € 2,5 miljoen per route, waarbij consortia van universiteiten, hogescholen, TO2-instellingen zoals TNO, en semipublieke en publieke organisaties vernieuwend en baanbrekend onderzoek vormgeven.

Eveneens uit de startimpuls kwam een bedrag van € 5 miljoen beschikbaar voor een programma om 100 vrouwelijke hoogleraren aan te trekken. NWO heeft hiervoor de zogeheten «Westerdijk» call opengesteld.

Voor het programma Industrial Doctorates werd € 3,4 miljoen uitgetrokken. Dit programma maakt intensieve samenwerking mogelijk in promotieprojecten uitgevoerd binnen zowel een kennisinstelling als een bedrijf, met bijzondere aandacht voor het midden- en kleinbedrijf.

De Minister van OCW stelde € 4 miljoen beschikbaar (structureel € 2 miljoen vanaf 2018) voor de introductie van een «postdoc/docenten programma» op het hbo. Dit geld is geïnvesteerd in 2-jarige postdoc plekken bij hogescholen teneinde onderzoekers in staat te stellen hun onderwijstaken te blijven uitvoeren.

De nieuwe NWO-wet is op 1 februari 2017 in werking getreden, waarbij NWO een nieuwe structuur heeft opgezet met een raad van bestuur en een raad van toezicht. Daarnaast werden de verschillende instituten van NWO samengevoegd tot één NWO-Institutenorganisatie (NWO-I). De negen gebiedsbesturen zijn omgevormd tot vier domeinen te weten Zorgonderzoek en medische wetenschappen, Exacte en Natuurwetenschappen, Toegepaste en Technische Wetenschappen en Sociale en Geesteswetenschappen.

Voor de update van de Europese ESFRI-Roadmap voor grootschalige onderzoeksfaciliteiten diende Nederland in 2017 twee projecten in. Door aan te sluiten bij de Nationale Wetenschapsagenda en de ESFRI-roadmap heeft ook de Nationale Roadmap een meer strategisch karakter gekregen. Een grotere efficiency werd bereikt door de clustering en prioritering van faciliteiten binnen wetenschapsgebieden.

Nederland is zich onder andere in de Raden voor Concurrentievermogen hard blijven maken voor een verdere verbetering van de Europese Onderzoeksruimte en voor een stevig Kaderprogramma ter ondersteuning daarvan. Hierbij is in het bijzonder aandacht gevraagd voor de verdere implementatie van open science via de European Open Science Cloud en het GO FAIR initiatief. De Nederlandse inzet voor onderzoek en innovatie in de EU heeft met het Regeerakkoord een extra impuls gekregen door het standpunt dat de EU-begroting dient te worden gemoderniseerd en meer moet worden gericht op innovatie, onderzoek, klimaat en duurzaamheid.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 16.2 Budgettaire gevolgen van beleid art. 16 (Bedragen x€ 1.000)
             

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2013

2014

2015

2016

2017

2017

2017

Verplichtingen

859.762

1.342.276

1.038.163

964.085

1.064.240

967.006

97.234

Waarvan garantieverplichtingen

     

–846

–889

0

– 889

Uitgaven

891.076

926.503

1.034.719

1.040.139

1.034.753

950.780

83.973

                   

Bekostiging

701.889

756.167

913.370

923.215

913.550

835.211

78.339

Hoofdbekostiging

460.876

504.082

661.764

669.606

657.342

586.167

71.175

 

NWO-wet en WHW

             
 

NWO

320.900

365.891

483.207

489.560

475.144

453.831

21.313

 

KNAW

93.379

91.331

88.880

89.435

89.573

86.788

2.785

 

KB

46.597

46.860

89.677

90.611

92.625

45.548

47.077

Aanvullende bekostiging

241.013

252.085

251.606

253.609

256.208

249.044

7.164

 

NWO Talentenontwikkeling

169.063

165.865

162.318

161.409

161.246

161.246

0

 

NWO STW

10.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

0

 

NWO Grootschalige researchinfrastructuur

61.950

61.963

54.243

55.295

55.382

55.382

0

 

NWO Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

0

16.257

21.603

23.258

25.933

18.769

7.164

 

Poolonderzoek

0

0

2.942

3.147

3.147

3.147

0

 

Caribisch Nederland

0

0

2.500

2.500

2.500

2.500

0

                   

Subsidies

104.148

83.131

25.759

22.123

21.746

26.101

– 4.355

 

LF TUD bibliotheek

7.742

0

0

0

0

0

0

 

Stichting SURF

7.630

0

0

0

0

0

0

 

CPG

521

261

0

0

0

0

0

 

Montesquieu Instituut

1.083

559

0

0

0

0

0

 

Max Planck Instituut

1.624

0

0

0

0

0

0

 

Naturalis Biodiversity Center

6.490

10.235

6.262

6.266

6.265

6.265

0

 

BPRC

8.919

8.635

8.359

8.359

9.608

8.358

1.250

 

NCWT/NEMO

3.636

3.520

3.366

3.393

3.366

3.366

0

 

STT

237

231

219

221

221

221

0

 

Stichting AAP

1.016

1.027

1.032

1.032

1.032

1.032

0

 

Nationale coördinatie

4.759

6.098

2.885

1.352

1.254

5.609

–4.355

 

Bilaterale samenwerking

3.711

3.570

3.636

1.500

0

1.250

–1.250

 

NTU/INL

3.011

3.053

0

0

0

0

0

 

EIB

1.317

0

0

0

0

0

0

 

Caribisch Nederland

2.500

2.500

0

0

0

0

0

 

Poolonderzoek

2.942

2.942

0

0

0

0

0

 

Genomics

40.500

40.500

0

0

0

0

0

 

Weerstandsverhoging onderzoeksinstellingen (CBRN)

410

0

0

0

0

0

0

 

Hersenen en Cognitie

6.100

0

0

0

0

0

0

                   

Opdrachten

0

676

691

318

223

300

– 77

 

opdrachten

 

676

691

318

223

300

–77

                   

Bijdrage aan agentschappen

297

303

303

291

950

763

187

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

297

303

303

291

286

272

14

 

Nationaal contactpunt Kaderprogramma (RVO)

0

0

0

0

664

491

173

                   

Bijdrage aan medeoverheden

480

480

650

813

0

0

0

 

Nationaal contactpunt Kaderprogramma

480

480

650

813

0

0

0

                   

Bijdrage aan internationale organisaties

84.262

85.746

93.946

93.379

98.284

88.405

9.879

 

EMBC

758

775

812

832

853

812

41

 

EMBL

4.593

4.732

4.846

5.016

5.198

4.851

347

 

ESA

29.792

30.362

30.950

31.061

31.065

31.065

0

 

CERN

40.721

41.363

47.832

44.937

49.891

40.000

9.891

 

ESO

8.398

8.514

7.032

9.044

8.773

9.105

–332

 

NTU/INL

   

2.474

2.489

2.504

2.572

–68

Ontvangsten

4.334

117

441

722

3.793

101

3.692

E. Toelichting op de instrumenten

De realisatie van de uitgaven 2017 ligt € 84,0 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is € 3,7 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot.

De verschillen worden bij de toelichting op de instrumenten verduidelijkt.

Bekostiging

Het Ministerie van OCW bekostigt de nationale onderzoeksinstellingen NWO, KNAW en KB. Hiermede stelt de Minister deze organisaties in staat om binnen de wettelijke kaders en in lijn met de vierjaarlijkse strategische agenda en strategische plannen van de instellingen hun missies en doelstellingen te realiseren. Deze missies en doelstellingen zijn gericht op het bevorderen van de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek in Nederland en het initiëren en stimuleren van nieuwe ontwikkelingen daarin.

OCW draagt met een structureel karakter bij aan:

  • NWO voor grote infrastructurele onderzoeksvoorzieningen voor de uitvoering van projecten die geselecteerd zijn op grond van de resultaten van de nationale roadmap commissie grootschalige researchinfrastructuur. Met de inzet van deze middelen worden onderzoekers in staat gesteld om te kunnen werken met onderzoeksfaciliteiten van wereldniveau;

  • NWO voor het uitvoeren van een integraal persoonsgebonden talentprogramma waarin naast de «vernieuwingsimpuls» ook de voormalige middelen voor de specifieke doelgroepen zijn opgegaan. Doelen zijn om via competitie op basis van wetenschappelijke kwaliteit voldoende ruimte te geven aan (jonge) veelbelovende onderzoekers, excellentie in het onderzoek te bevorderen en te zorgen voor een adequate in- en doorstroom van onderzoekers zodat er verbetering optreedt in hun loopbaanperspectieven;

  • NWO voor het uitvoeren van een onderzoeksprogramma «Wetenschap op de Cariben» en het in stand houden en in bedrijf houden van een multifunctioneel kenniscentrum op Statia;

  • NWO voor het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek ten behoeve van de coördinatie en financiering van het onderwijsonderzoek.

Het budget voor bekostiging is per saldo met € 78,3 miljoen verhoogd. Belangrijkste oorzaken van deze verhoging zijn:

  • De doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 inclusief de compensatie ABP-pensioenpremiestijging (+ € 19,2 miljoen)

  • Een overboeking van € 45,7 miljoen van artikel 14 (Cultuur) met betrekking tot de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen (WSOB). De taken, die zijn vastgelegd in artikel 9 van de WSOB, worden uitgevoerd door de Koninklijke Bibliotheek.

  • Diverse interne en interdepartementale overboekingen o.a. ten behoeve van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (+ € 13,4 miljoen).

Subsidies

Voor het stimuleren en realiseren van de centrale doelstelling van het Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB) worden subsidies verstrekt aan stichtingen en centra met een specifieke rol in de kennisinfrastructuur. Het gaat hier o.a. om bijdragen aan:

  • Naturalis Biodiversity Center voor onderzoek naar biodiversiteit en instandhouding van de nationale grootschalige infrastructuur voor biodiversiteitsonderzoek;

  • Het Biomedical Primate Research Centre (BPRC) voor het primatenonderzoek en de huisvesting van primaten en subsidie aan de Stichting AAP voor het verzorgen van de opvang van de BPRC chimpansees;

  • Stichting Nationaal Centrum voor Wetenschap- en Techniekpromotie (NCWT) voor het beheren en ontwikkelen van NEMO Science Museum en NEMO Kennislink, het organiseren van het festival Weekend van de Wetenschap en het ondersteunen van gerelateerde landelijke activiteiten op het gebied van wetenschaps- en technologiecommunicatie en -educatie.

Het budget voor subsidies is per saldo met 4,3 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door interne overboekingen naar andere instrumenten binnen artikel 16 alsmede naar andere beleidsartikelen.

Opdrachten

Voor de beleidsontwikkeling worden opdrachten verstrekt voor het uitvoeren van diensten. Het gaat hierbij met name om opdrachten voor beleidsgerichtonderzoek en evaluaties.

Bijdragen aan agentschappen

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel.

Het Nationaal contactpunt kaderprogramma betreft de opdracht aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voor het ondersteunen en stimuleren van een zo groot mogelijke Nederlandse participatie in het EU-Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie «Horizon 2020». Team Internationale Research- en Innovatiesamenwerking (IRIS) bij RVO.nl is het Nationaal Contactpunt Kaderprogramma in Nederland.

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

Het betreft hier de contributies aan de grote internationale onderzoeksorganisaties EMBC, EMBL, ESA, CERN en ESO. Door deelname van Nederland aan deze intergouvernementele organisaties krijgen onze wetenschappelijke onderzoekers toegang tot unieke grootschalige onderzoeksfaciliteiten en internationale netwerken van toponderzoekers. Deze deelname is mede van groot belang voor het functioneren van ons nationale onderzoeksbestel.

Het budget is per saldo met € 9,9 miljoen verhoogd. De oorzaak van deze verhoging is:

  • Een verhoging van € 9,9 miljoen van de contributie aan CERN als gevolg van het vrijgeven van de minimum wisselkoers door de Zwitserse Nationale Bank in 2015.

Ontvangsten

De ontvangsten betreft met name een onvoorziene ontvangst van € 3,7 miljoen van het Rijksvastgoed Bedrijf.

Licence