Base description which applies to whole site

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

Inleiding

Het Rijksvastgoedbedrijf is de vastgoedorganisatie van en voor de Rijksoverheid en is onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het Rijksvastgoedbedrijf beheert ruim 12 miljoen vierkante meter gebouwen en circa 91.000 hectare grond en zet dit vastgoed in voor de realisatie van rijksoverheidsdoelen, in samenwerking met, en met het oog voor de omgeving. Hiertoe zorgt het Rijksvastgoedbedrijf voor o.a.:

  • de rijkshuisvesting via kantoren en specialties;

  • de huisvesting van het Koninklijk Huis voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat en de instandhouding van monumenten in beheer van het Rijksvastgoedbedrijf;

  • het onderhoud aan en beheer van Defensiegebouwen en -terreinen;

  • projectontwikkeling en nieuwbouw voor Defensie;

  • de doelmatige verkoop en waar mogelijk ingebruikgeving van overtollig rijksvastgoed;

  • de uitgifte in pacht van rijksgronden;

  • de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige rijksdoelstellingen aanwezig zijn.

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap Rijksvastgoedbedrijf 2017

Staat van baten en lasten van de baten-lastenagentschap RVB 2017 (bijdragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

(4)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2016

Baten

       

Omzet moederdepartement

31.579

24.312

– 7.267

33.731

Omzet overige departementen

1.099.653

1.015.083

– 84.570

1.008.414

Omzet derden

117.073

47.980

– 69.093

83.173

Rentebaten

317

317

1.672

Vrijval voorzieningen

21.363

21.363

21.280

Bijzondere baten

37.233

88.589

51.356

176.834

Totaal baten

1.285.538

1.197.644

– 87.894

1.325.104

         

Lasten

       

Apparaatskosten

213.326

235.036

21.710

219.164

– Personele kosten

162.649

180.631

17.982

165.970

Waarvan eigen personeel

135.725

161.231

25.506

144.598

Waarvan externe inhuur

20.000

19.291

– 709

20.614

Waarvan overige personele kosten

6.924

109

– 6.815

758

– Materiële kosten

50.677

54.405

3.728

53.194

Waarvan apparaat ICT

22.047

25.994

3.947

25.449

Waarvan bijdrage aan SSO's

Waarvan overige materiele kosten

28.630

28.411

– 219

27.745

Rentelasten

77.573

70.955

– 6.618

59.500

Afschrijvingskosten

282.400

295.014

12.614

261.744

– Materieel

295.014

295.014

261.744

Waarvan apparaat ICT

– Immaterieel

Overige lasten

712.239

541.747

– 170.492

707.586

– Dotaties voorzieningen

11.000

28.547

17.547

12.816

– Bijzondere lasten

701.239

513.200

– 188.039

694.770

Totaal lasten

1.285.538

1.142.752

– 142.786

1.247.994

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen

54.892

54.892

77.110

Agentschapsdeel Vpb lasten

750

750

Saldo van baten en lasten

54.142

54.142

77.110

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

Onder de omzet moederdepartement worden de bijdragen van het Ministerie van BZK verantwoord voor de taken die voortvloeien uit de Comptabiliteitswet (onder andere de verkoop en verhuur van vastgoed en grondstoffen aan partijen buiten het Rijk, behandeling zakelijke lasten en afwikkeling onbeheerde nalatenschappen) en de inputfinanciering buiten de huur- en verhuurrelatie. Hieronder vallen het beheer van monumenten met een erfgoedfunctie, de beleidsondersteunende taken van het Rijksvastgoedbedrijf en het Energiebesparingsprogramma Rijkshuisvesting. Het moederdepartement heeft gedurende 2017 voorschotten aan het Rijksvastgoedbedrijf verstrekt. Op basis van de definitieve realisatiecijfers wordt het verschil tussen de voorschotten en de realisatie afgerekend met het moederdepartement. In 2017 is sprake van een lagere omzet dan begroot vanwege een lagere lumpsumbijdrage van BZK.

De specificatie van deze omzet is als volgt:

Specificatie omzet moederdepartement (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Realisatie 2017

Realisatie 2016

Omzet activiteiten hoofdstuk 18

11.461

12.983

Architectuurbeleid

2.308

2.918

Beleidsondersteuning

962

1.765

Inputonderzoek

324

70

Coord. Rijksopdrachtgeverschap bouw

– 188

45

Energiebeparing Rijkshuisvesting

3.649

1.925

Beheer MEF-monumenten

4.406

6.260

Bijdrage BZK

11.725

20.748

ICRV

0

0

Omzet uren verkopen BZK

1.126

0

Totaal

24.312

33.731

Omzet overige departementen

Onder de omzet overige departementen vallen de opbrengsten van de interne verhuurcontracten met de Ministeries, services die zowel via incidentele opdrachten als contracten worden uitgevoerd en huisvestingsadviezen aan rijksdiensten. Tevens valt hieronder het honorarium aan Defensie.

De gerealiseerde omzet is lager dan begroot. Het effect van de stijging van de opbrengsten uit verhuur (zie toelichting omzet per product, verhuur) is niet zichtbaar omdat programmagelden Defensie die wel zijn begroot (voor een bedrag van € 141,3 mln.) niet in de realisatie zijn verantwoord. Dit laatste is een resultaatneutrale presentatiewijziging waardoor zowel de omzet als de lasten lager zijn.

Omzet derden

Onder de omzet derden vallen de opbrengsten van de verkoop en verhuur van vastgoed aan partijen buiten het Rijk. Onder deze post vallen tevens de opbrengsten uit de exploitatie van bijzondere objecten (parkeergarages en de grafelijke zalen) en taxaties voor derden. De realisatie is lager dan begroot omdat in de begroting rekening was gehouden met een hoger volume aan verkopen via het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV).

Omzet per product

De producten zijn in de volgende omzetcategorieën te verdelen:

  • a. Verkoop: betreft verkoop van vastgoed en grondstoffen.

  • b. Verhuur: betreft terbeschikkingstelling intern Rijk van kantoren en specialties, terbeschikkingstelling bijzondere specialties, externe ingebruikgeving en aanvullende dienstverlening binnen het rijkshuisvestingstelsel.

  • c. Beheer, expertise, advies en projectontwikkeling: betreft gebieds- en projectontwikkeling, verwerving, beheer van gebouwen in eigendom van het Ministerie van Defensie, expertise en advies, strategische advisering en ondersteuning van beleidsdirecties.

  • d. Overige producten: betreft afwikkeling van onbeheerde nalatenschappen.

Specificatie omzet per product (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Realisatie 2017

Realisatie 2016

Verkoop

43.210

78.298

Verhuur

956.985

962.665

Beheer, expertise, advies en projectontwikkeling

85.980

83.195

Overige producten

1.200

1.160

Totaal

1.087.375

1.125.318

Verkoop

In de begroting was rekening gehouden met een hoog volume aan verkopen via het KORV. De verkooprealisatie 2017 heeft voor het overgrote deel betrekking op dossiers die al voor de start van KORV aan het Rijksvastgoedbedrijf waren overgedragen.

Verhuur

In 2017 zijn meer m2 verhuurd dan was voorzien in de begroting.

Beheer, expertise, advies en projectontwikkeling

De omzet is lager dan begroot omdat, als gevolg van een presentatiewijziging, programmagelden Defensie die wel zijn begroot niet in de realisatie zijn opgenomen.

Rentebaten

Er zijn geen rentebaten begroot. De gerealiseerde rentebaten bestaan met name uit € 0,1 mln. rente over de depositorekening en € 0,2 mln. overige rentebaten.

Vrijval voorzieningen

Er is geen vrijval begroot. Bij de actualisatie van de voorzieningen is in totaal voor € 21,4 mln. vrijgevallen. Hiervan betreft € 10,3 mln. vrijval op de voorziening geschillen en rechtsgedingen en € 10,8 mln. op de voorziening asbest.

Bijzondere baten

Specificatie bijzondere baten (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Realisatie 2017

Realisatie 2016

(Terugneming) bijzondere waardeverminderingsverliezen

31.683

33.270

Overige baten

56.906

143.564

Totaal

88.589

176.834

Terugneming bijzondere waardeverminderingsverliezen

In totaal kon voor € 31,7 mln. aan eerdere afwaarderingen op de voorraad te verkopen onroerend goed vervallen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het terugnemen van 1 object.

Overige baten

De post overige baten bestaat met name uit de mutaties van onderhanden werk en onderhanden projecten en het geactiveerde honorarium.

De mutaties onderhanden werk en onderhanden projecten zijn het verschil tussen de begin- en eindstand van het jaar inclusief de mutatie in de voorziene verliezen. De overige baten waren in 2016 fors hoger door een hogere mutatie onderhanden werk in dat jaar die met name werd veroorzaakt door de terugneming van een eerdere afwaardering op de voorraad onderhanden werk van € 86,5 mln.

Het geactiveerde honorarium heeft betrekking op het voor eigen rekening ontwikkelen van onroerend goed aan de hand van een functioneel programma van eisen. Het toegerekende honorarium (uren vermenigvuldigd met uurtarief) aan deze vastgoedinvesteringen wordt maandelijks gerealiseerd.

Onder de overige baten is voorts opgenomen een bedrag van € 1,8 mln. inzake nazorgresultaten en € 18,2 mln. aan diverse baten waaronder een aantal nagekomen baten en vrijval van een aantal kortlopende schulden. Deze posten waren niet begroot.

Lasten

Apparaatskosten

De personele kosten van het eigen personeel betreffen voor € 125,7 mln. lonen, € 12,9 mln. sociale lasten, € 17,0 mln. pensioenlasten en € 5,6 mln. aan personele exploitatie. Het gemiddelde aantal gedurende 2017 werkzame werknemers bedroeg 1.968,2 fte waarvan gemiddeld 122,5 fte gedetacheerd vanuit andere departementen, met name Defensie.

De gerealiseerde kosten zijn hoger dan begroot. Dit wordt met name verklaard door de hogere salariskosten en ICT-kosten.

Rentelasten

Onder deze post worden de rentekosten van de leningen en debetrente van de rekening courant Rijkshoofdboekhouding verantwoord. De gerealiseerde rentelasten bestaan uit € 27,2 mln. voor leningen van het Ministerie van Financiën en € 43,8 mln. voor DBFMO-contracten. In het verslagjaar is € 15,5 mln. rente geactiveerd.

Afschrijvingskosten

Onder deze post worden de afschrijvingskosten voor materiële vaste activa (gebouwen, inclusief inbouwpakketten en bedrijfsmiddelen) in het kader van de rijkshuisvesting (inclusief DBFMO-objecten) verantwoord. De begroting is gebaseerd op geplande opleveringen in de projectenportefeuille. De realisatie is afhankelijk van het moment van de werkelijke oplevering.

Dotaties voorzieningen

De gerealiseerde dotaties bestaan met name uit € 26,4 mln. voor asbestverontreiniging. De hogere dotatie wordt met name veroorzaakt door paleis Het Loo (€ 18,2 mln.).

Bijzondere lasten

Specificatie bijzondere lasten (Bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

(4)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2016

Markthuren

204.079

193.274

– 10.805

201.340

DBFMO-lasten

0

43.117

43.117

29.675

Onderhoud

306.762

124.833

– 181.929

160.015

Belastingen en heffingen

23.302

23.316

14

23.708

Energielasten

30.385

32.057

1.672

34.665

Ontwikkeling en verkoop OG

90.775

22.538

– 68.237

61.528

Overige lasten

45.936

74.065

28.129

183.839

Totaal

701.239

513.200

– 188.039

694.770

Markthuren

Onder deze post worden de huren verantwoord die het Rijksvastgoedbedrijf aan de markt betaalt.

DBFMO-lasten

Onder deze post vallen de kosten die aan de consortia van de DBFMO-objecten zijn betaald, onder aftrek van de rente- en afschrijvingskosten. Deze post is niet begroot omdat bij de ontwerpbegroting 2017 dit bedrag nog verondersteld werd in de rente- en afschrijvingskosten te zijn begrepen.

Onderhoud

Onder deze post vallen onderhoud voor de rijkshuisvesting, het beheer van monumenten met een erfgoedfunctie en het beheer van bijzondere objecten.

De gerealiseerde kosten zijn lager dan begroot omdat programmagelden Defensie die wel zijn begroot (voor een bedrag van € 141,3 mln.) niet in de realisatie zijn opgenomen. Dit laatste is een resultaatneutrale presentatiewijziging waarbij zowel de omzet als de lasten lager zijn.

Belastingen en heffingen

Het betreft hier het eigenaarsdeel van de onroerend zaakbelasting (OZB).

Energielasten

Deze post bevat de energiekostenvan de kantorenvoorraad.

Ontwikkeling en verkoop onroerend goed

Dit betreft de kostprijs van de verkochte objecten. In de begroting is rekening gehouden met een volume aan verkopen via de KORV-systematiek. Als gevolg van de late opstart van KORV is een groot deel van de verkopen in 2017 nog volgens de oude procedures uitgevoerd. Aangezien de betreffende objecten zijn verrekend via een middelenafspraak met de materieelbeheerders, zijn deze niet door het Rijksvastgoedbedrijf aangekocht. Daarmee is eveneens geen sprake van kosten bij verkoop.

Overige lasten

De post overige lasten betreft met name kleine investeringen (€ 38,4 mln.), kosten van onderhanden projecten en onderhanden werk (resp. € 2,8 mln. en € 2,9 mln.), facilitaire leegstandkosten (€ 11,6 mln.), herstelkosten (€ 3,9 mln.) en diverse overige lasten (€ 10,3 mln.). De kosten van de onderhanden projecten en onderhanden werk zijn niet begroot, de kleine investeringen zijn begroot op € 22,0 mln. In de begroting was geen rekening gehouden met directe afrekeningen voor bijzondere specialties.

Balans per 31 december 2017

Balans per 31 december 2017 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2017

Balans 2016

Activa

   

Immateriële vaste activa

Materiële vaste activa

6.058.873

5.808.775

– Grond en gebouwen

4.999.482

4.750.548

– Installaties, inventarissen en overig

783.363

755.864

– Projecten in uitvoering

276.028

302.363

Vlottende activa

908.309

859.428

– Voorraden en onderhanden projecten

355.137

359.700

– Debiteuren

35.512

24.655

– Overige vorderingen en overlopende activa

87.055

111.064

– Liquide middelen

430.605

364.009

Totaal activa

6.967.182

6.668.203

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

89.803

115.462

– Exploitatiereserve

35.661

38.352

– Onverdeeld resultaat

54.142

77.110

Voorzieningen

74.208

98.494

Langlopende schulden

6.139.717

5.839.166

– Leningen bij het MvF

5.463.934

5.301.455

– Langlopende schulden DBFMO

675.783

537.711

Kortlopende schulden

663.454

615.081

– Crediteuren

65.182

49.190

– Overige verplichtingen en overlopende passiva

598.272

565.891

Totaal passiva

6.967.182

6.668.203

Waar nodig zijn de cijfers ultimo 2016 voor vergelijkingsdoeleinden geherrubriceerd.

Toelichting

Materiële vaste activa

De post materiële vaste activa bestaat uit grond (inclusief afgekochte erfpachtrechten) en gebouwen die het Rijksvastgoedbedrijf in economisch eigendom heeft, inclusief de inbouwpakketten in huurpanden, installaties en inventarissen, de onderhanden huisvestingsprojecten «projecten in uitvoering» en overige materiële vaste activa.

Onder de materiële vaste activa zijn op grond van de verslaggevingsregels objecten geactiveerd waarvan het Rijksvastgoedbedrijf geen juridisch eigenaar is.

  • Objecten waarvoor het Ministerie van Financiën een financial leaseovereenkomst heeft afgesloten en die het Rijksvastgoedbedrijf bij dit Ministerie heeft afgekocht. De boekwaarde per 31 december 2017 bedraagt € 128,0 mln. Het in 2017 geactiveerde bedrag is nihil. De schulden in verband met de financial leasecontracten zijn met ingang van 1 januari 1999 ondergebracht bij het Ministerie van Financiën en omgezet in een lening bij dit Ministerie conform de Regeling leen- en depositofaciliteit Agentschappen;

  • Van de boekwaarde per 31 december 2017 heeft € 1.162,0 mln. betrekking op objecten waarvoor het Rijksvastgoedbedrijf DBFMO-contracten heeft afgesloten. Hiervan betreft € 703,3 mln. investeringen door het consortium, waarvan het deel dat in 2017 geactiveerd is € 178,0 mln. bedraagt.

Vlottende activa

Voorraden

Onder deze post zijn onder andere de gebouwen en terreinen van het Rijksvastgoedbedrijf opgenomen die beschikbaar zijn voor verkoop. Deze objecten zijn getaxeerd en afgewaardeerd indien de taxatiewaarde lager is dan de boekwaarde.

KORV houdt in dat het Rijksvastgoedbedrijf met ingang van 1 juli 2014 de verplichting heeft al het overtollig (Rijks)vastgoed over te nemen tegen directe betaling op het moment van overname door het Rijksvastgoedbedrijf. Het afstotende Ministerie ontvangt direct 60% van de overnamesom. De overige 40% (of een deel daarvan) wordt betaald na verkoop van het betreffende vastgoed door het Rijksvastgoedbedrijf, mits en voor zover het netto verkoopresultaat dat toelaat. Indien na de nabetaling een positief resultaat overblijft, zal dit op basis van een 50/50 verhouding verdeeld worden tussen het Rijksvastgoedbedrijf en de Ministeries die vastgoed hebben overgedragen.

Voorraad te verkopen onroerend goed

De voorraad te verkopen onroerend goed in eigendom is in 2017 per saldo met € 26,2 mln. afgenomen van € 89,3 mln. tot € 63,1 mln. De objecten worden gewaardeerd tegen kostprijs of de lagere opbrengstwaarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op uitgevoerde (interne) taxaties.

In de voorraad zijn twee objecten opgenomen die reeds zijn verkocht, maar waarvan levering plaatsvindt in 2018. De verkooptransacties hebben geen gevolgen voor de waardering van deze objecten.

Onderhanden werk

Het onderhanden werk heeft betrekking op objecten die voor eigen rekening en risico worden ontwikkeld om een hogere opbrengst te verkrijgen in de vorm van verkoopopbrengst. Deze objecten zullen naar verwachting niet ten dienste komen voor de eigen bedrijfsvoering en worden niet in opdracht van derden en departementen uitgevoerd. Het gaat hierbij om toekomstig te verkopen objecten, die in eigen beheer worden herontwikkeld. Het gaat om de grondexploitatieprojecten Valkenburg, Hembrug en de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone.

Met de brief van de Ministers van Financiën en VROM van 14 november 2008 (Kamerstukken II, 2008–2009, 31 700 XIV, nr. 18) heeft het kabinet kenbaar gemaakt het instrumentarium en de organisatorische inbedding voor deelname aan gebiedsontwikkeling door het Rijk te willen versterken. In het zogeheten Financieel Kader (Kamerstukken II, 2010, 32 275, nr. 1) is beschreven hoe de sturing en beheersing van deze ontwikkelingsprojecten – waar het in de regel gaat om langlopende, complexe projecten met veel (private) partijen, grote marktonzekerheden en mede daardoor financiële risico's – plaatsvindt. Eén van de instrumenten betreft de jaarlijkse waardebepaling van het project om vast te stellen of de balanswaardering wordt terugverdiend bij verkoop van de grond.

Onderhanden projecten

De post onderhanden projecten bestaat uit projecten die in opdracht van departementen en derden worden uitgevoerd.

Debiteuren

Debiteuren (Bedragen x € 1.000)
 

31-12-2017

31-12-2016

Debiteuren

35.755

28.255

Voorziening dubieuze debiteuren

– 243

– 3.600

Totaal

35.512

24.655

Van het debiteurensaldo betreft € 1,5 mln. vorderingen op het moederdepartement, € 4,3 mln. op overige departementen en € 29,7 mln. op derden.

Overige vorderingen en overlopende activa

Van de overige vorderingen en overlopende activa ultimo 2017 betreft € 10,6 mln. vorderingen op het moederdepartement, € 51,7 mln. op overige departementen en € 13,7 mln. op derden.

Van het openstaande debiteurensaldo ligt het debiteurenrisico voor een bedrag van € 16,3 mln. bij BZK en andere materieelbeheerders.

Liquide middelen

Liquide middelen (Bedragen x € 1.000)
 

31-12-2017

31-12-2016

Rekening-courant RHB

420.605

354.009

Depositorekening

10.000

10.000

Saldo per 31 december 2017

430.605

364.009

Eigen vermogen

Overzicht vermogensontwikkeling over de jaren 2016–2017 (Bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

Saldo per 1 januari 2017

220.090

115.462

Stelselwijziging

– 20.630

0

Gecorrigeerd saldo per 1 januari 2017

199.460

115.462

Saldo van baten en lasten

77.110

54.142

     

Directe mutaties in het eigen vermogen

   

Uitkering aan het moederdepartement

– 161.108

– 79.801

Bijdrage door het moederdepartement

0

0

Overige mutaties

0

0

Saldo per 31 december 2017

115.462

89.803

Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. Indien een baten-lastenagentschap korter dan drie jaar bestaat, wordt de gemiddelde jaaromzet berekend over deze kortere periode. Voor het Rijksvastgoedbedrijf mag conform de 5%-regel € 55,3 mln. worden aangehouden. Het restant van € 34,5 mln. wordt aan het moederdepartement afgedragen.

Voorzieningen

Overzicht voorzieningen per 31 december 2017 (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

31-12-2016

Onttrekking

Dotatie

Vrijval

31-12-2017

Asbestverontreiniging

44.487

– 5.286

26.444

– 10.784

54.861

Wachtgelden en pensioenuitkeringen

265

– 72

268

– 214

247

Huis ten Bosch

29.641

– 20.991

1.100

0

9.750

Bodemsanering

1.212

– 35

735

0

1.912

Brandveiligheid

1.314

– 57

0

– 54

1.203

Geschillen en rechtsgedingen

21.575

– 5.029

0

– 10.311

6.235

Totaal

98.494

– 31.470

28.547

– 21.363

74.208

Asbestverontreiniging

De «voorziening asbestverontreiniging» is opgenomen ter bestrijding van asbest (saneren van aangebrachte asbestelementen) in de gebouwenvoorraad. De komende jaren wordt asbest verwijderd in te renoveren en af te stoten eigendomsobjecten. Hierdoor heeft het grootste deel van de voorziening een langlopend karakter.

Huis ten Bosch

In 2017 is voor € 21,0 mln. onttrokken aan de voorziening en is een bedrag van € 1,1 mln. gedoteerd.

Geschillen en rechtsgedingen

De voorziening voor geschillen en rechtsgedingen is opgenomen voor alle lopende geschillen en rechtsgedingen, waarvoor met een redelijke mate van zekerheid de uitkomst van deze zaken en de hieraan gerelateerde juridische kosten zijn in te schatten.

Langlopende schulden

Leningen bij het Ministerie van Financiën

Dit betreft de leningen die bij het Ministerie van Financiën ter financiering van grond en gebouwen zijn afgesloten. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft de beschikking over een bouwrekening bij het Ministerie van Financiën, waarmee projecten in aanbouw, tot het moment van oplevering, worden gefinancierd. Na afronding van een bouwproject wordt een definitieve lening afgesloten.

Het Ministerie van Financiën staat het Rijksvastgoedbedrijf een aantal uitzonderingen toe op de Regeling agentschappen voor het gebruik en de procedure leenfaciliteit. Zo is onder andere toegestaan:

  • te lenen voor investeringen in grondposities en buiten gebruik gestelde activa.

  • te lenen voor de financiering van bijkomende kosten.

  • de rente op de leningen voor herontwikkelingsprojecten toe te voegen aan de hoofdsom.

Langlopende schulden DBFMO

Onder deze schulden worden de lange termijn schulden aan consortia opgenomen als gevolg van de DBFMO-contracten. Tegenover deze schulden (kort en lang) staan onder de materiële vaste activa de objecten gewaardeerd tegen een boekwaarde die hieraan gelijk is. Het Ministerie van Financiën heeft ermee ingestemd het langlopende deel van de schulden in afwijking van de Regeling agentschappen onder de langlopende schulden op te nemen.

Kortlopende schulden

De kortlopende schulden bevatten crediteuren (inclusief overige departementen), schulden aan het moederdepartement en overige schulden en overlopende passiva. In deze laatste zijn onder meer het kortlopende deel van de langlopende schulden en de resterende betalingsverplichtingen uit opgeleverde investeringsprojecten opgenomen.

Crediteuren

De crediteuren bestaan voor € 5,9 mln. uit schulden aan het moederdepartement, voor € 4,3 mln. aan overige departementen en voor € 23,2 mln. aan derden.

Overige verplichtingen en overlopende passiva

Van de overige verplichtingen en overlopende passiva betreft € 58,3 mln. schulden aan het moederdepartement, € 477,3 mln. aan overige departementen en € 75,3 mln. aan derden.

Kasstroomoverzicht over 2017

Kasstroomoverzicht over 2017 (bedragen x € 1.000)
   

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2017 + stand depositorekeningen

368.948

364.009

– 4.939

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

1.158.305

1.890.618

732.313

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 940.656

– 1.551.608

– 610.952

2.

Totaal operationele kasstroom

217.649

339.010

121.361

 

Totaal investeringen (-/-)

– 515.000

– 397.059

117.941

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

60.775

30.482

– 30.293

3.

Totaal investeringskasstroom

– 454.225

– 366.577

87.648

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

– 79.801

– 79.801

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 280.683

– 223.297

57.386

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

515.000

397.261

– 117.739

4.

Totaal financieringskasstroom

234.317

94.163

– 140.154

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2017 + stand depositorekeningen (1+2+3+4), de maximale roodstand € 0,5 mln.

366.689

430.605

63.916

Toelichting

Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen in de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en op welke wijze gebruik is gemaakt van deze middelen. Aan de hand van het kasstroomoverzicht worden de kapitaaluitgaven en -ontvangsten toegelicht.

Operationele kasstroom

De ontvangsten en uitgaven zijn aanzienlijk hoger dan begroot. Dit komt met name omdat de programmagelden van de dienstverlening aan Defensie, kasstromen vanuit het beheer van materiële activa (KV-begroting) en de kasstromen uit hierin zijn meegenomen. Deze dienstverleningen zitten niet in de gerealiseerde baten en lasten.

Investeringskasstroom

Bij de investeringskasstroom zijn de investeringen lager dan begroot omdat er minder is geïnvesteerd dan voorzien in rijkshuisvesting (zoals ook in de 2e suppletoire begroting is aangegeven) en er minder KORV projecten zijn gerealiseerd dan begroot. Ook is er sprake van een lagere realisatie dan begroot bij de desinvesteringen van eigen onroerend goed.

Financieringskasstroom

In 2017 is het surplus eigen vermogen van € 79,8 mln. aan het moederdepartement afgedragen. Een afdracht vloeit voort uit de jaarekening en is bij het indienen van de ontwerpbegroting in jaar t-1 nog niet bekend en derhalve niet begroot.

Het beroep op de leenfaciliteit is als gevolg van de lagere investeringen (zie investeringskasstroom) lager dan begroot. Ook het beroep op de leenfaciliteit ten behoeve van KORV-projecten is achtergebleven bij de begroting.

De aflossingen op leningen betreffen de aflossingen op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. De aflossingen zijn lager dan begroot, met name omdat er minder is afgelost als gevolg van de lagere realisatie bij de verkopen van onroerend goed.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2017

Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2017

Omschrijving generiek deel

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2014

2015

2016

2017

2017

Omzet per product1 € 1.000

         

Verkoop vastgoed

   

78.059

42.979

117.389

Verkoop grondstoffen

   

239

231

216

T.b.s. kantoren en specialties

   

926.714

940.734

898.845

Externe ingebruikgeving

   

16.708

14.664

8.289

Aanvullende dienstverlening

   

19.244

1.587

0

Gebiedsontwikkeling

   

1.958

39

1.494

Projectontwikkeling

   

17.419

19.469

25.000

Verwerving

   

77

71

75

Beheren gebouwen niet in eigendom

   

35.699

43.373

177.775

Expertise en advies

   

20.395

13.571

8.891

Strat. advisering

   

7.646

9.457

8.053

Overige producten

   

1.160

1.200

2.279

           

Saldo baten en lasten

   

77.110

54.142

0

Saldo van baten en lasten (% t.o.v. de baten)

   

5,8%

4,5%

0,0%

           

Huisvestingsvoorraad1 1.000 m² BVO

   

6.211

6.189

5.974

waarvan verhuurd

   

5.881

5.403

5.261

waarvan eigendom

   

4.975

4.867

4.714

waarvan huur

   

1.236

1.322

1.260

           

Gemiddelde leegstand rijkshuisvesting voor rekening RVB

   

5,3%

5,9%

6,60%

ITK rijkshuisvesting

   

2

nnb1

2,1–2,8

           

Voorraad beheerde Defensieobjecten

         

Gebouwen1 1.000 m2 BVO

   

6.161

6.033

5.529

Terreinen1 1.000 m2 BVO

   

350.387

350.575

341.632

           

Doelmatigheid verkoop vastgoed

   

12.890

11.385

> 0

           

Bezetting ambtelijke fte's ultimo

   

1.885

2.009

1.897

Apparaat omzetindicator

   

19,5%

21,6%

16,60%

Projecten binnen budget gerealiseerd

     

87,0%

81%

Projecten tijdig gerealiseerd

     

97,0%

81%

Productiviteit

     

914

815

1

De waarde voor 2017 van deze prestatie-indicator kon bij oplevering van het jaarverslag nog niet worden vastgesteld. Deze waarde wordt opgenomen in de ontwerpbegroting 2019 van het Ministerie van BZK.

Toelichting

Omzet per product

Hiervoor wordt verwezen naar de toelichting bij de staat van baten en lasten.

Saldo van baten en lasten

Het Rijksvastgoedbedrijf is een vraaggestuurde vastgoeddienst. Het positieve resultaat over 2017 is mede een gevolg van het feit dat er in 2017 meer meters rijkshuisvesting verhuurd zijn.

Rijkshuisvestingsvoorraad

De voorraad bedraagt ultimo 2017 215.000 m2 meer dan begroot. Dit is voornamelijk te verklaren door de aankoop van een drietal panden in de regio Den Haag eind 2017. Het Rijksvastgoedbedrijf kon hierbij inspelen op een goed marktaanbod. Dit geeft de mogelijkheid de frictieruimte te vergroten teneinde ruimte te bieden aan noodzakelijke verschuivingen en renovaties (verduurzaming van de voorraad). Ook is er ruimte om de aanvullende vraagbehoefte in de regio Den Haag op te vangen in de nabije toekomst. Dit speelt evenzo in de regio Utrecht. Door de toegenomen ruimtebehoefte van departementen, met name in deze regio’s zijn meer m2 verhuurd dan begroot.

Gemiddelde leegstand

De leegstand voor rekening van het Rijksvastgoedbedrijf (5,9%) is lager dan de begroting (6,6%). De stijging ten opzichte van 2016 wordt verklaard door de uitwerking van de beslissing in Den Haag en Utrecht meer frictieruimte te creëren ten einde noodzakelijke verschuivingen mogelijk te kunnen maken en aanvullende huisvestingbehoeftes op te kunnen vangen.

Indicator Technische Kwaliteit

De Indicator Technische Kwaliteit (ITK) geeft in een cijfer de technische kwaliteit van de vastgoedportefeuille weer op een bepaald tijdstip. Het cijfer loopt van 1 (nieuwbouw) tot 6 (zeer slecht). De ITK is een gewogen gemiddelde van de technische condities van alle gebouwelementen. Deze technische condities worden bepaald door inspecties.

Voorraad beheerde defensieobjecten

Het Ministerie van Defensie is zelf verantwoordelijk voor de opbouw en afname van haar vastgoedbestand. Het Rijksvastgoedbedrijf beheert die portefeuille en adviseert Defensie daarbij. Defensie voorziet een afname van de vastgoedvoorraad en wil daarbij dat op termijn de exploitatiebudgetten daarmee in balans zijn. Defensie heeft daarvoor onder meer opdracht gegeven voor sloop van een selectie op kazernes overtollige gebouwen. Het Rijksvastgoedbedrijf rapporteert de ontwikkeling van het vastgoedbestand periodiek aan Defensie.

Doelmatigheid verkopen

De verkopen van op de balans van het Rijksvastgoedbedrijf opgenomen vastgoed hebben in 2017 tot een positief resultaat geleid.

Bezetting fte’s jaarultimo

Het Rijksvastgoedbedrijf is een vraaggestuurde dienst. De bezetting ultimo 2017 is 124 fte hoger dan begroot. De groei in ambtelijke bezetting wordt met name verklaard door de groei die in 2017 werd voorzien in dienstverlening aan Defensie en voor de rijkshuisvesting. Van de bezetting van 2.009 fte is 120 fte gedetacheerd vanuit andere departementen met name Defensie.

Apparaat/omzet indicator

De indicator is hoger gerealiseerd dan begroot, omdat de programmagelden van Defensie uit de omzet van het Rijksvastgoedbedrijf zijn geëlimineerd. Zonder deze eliminatie was de indicator conform begroting gerealiseerd.

Projecten binnen budget gerealiseerd

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft de ambitie, om het overgrote deel van de projecten binnen budget te realiseren, gerealiseerd met 87% ten opzicht van de norm van 81%.

Projecten tijdig gerealiseerd

De doelstelling om 81% van de projecten tijdig conform afspraken met de opdrachtgever te realiseren is gerealiseerd.

Productiviteit

De productiviteit van het Rijksvastgoedbedrijf is verbeterd ten opzichte van hetgeen in de begroting was voorzien.

Licence