Base description which applies to whole site

1. Mensen

De Defensienota is duidelijk over wat we willen zijn voor onze mensen: een aantrekkelijke en betrouwbare werkgever met een stevige verankering in de samenleving. Een organisatie met een veilige werkomgeving die het vertrouwen heeft van haar mensen. Een organisatie die haar mensen weet te behouden en voldoende nieuwe mensen werft. Een organisatie waarvoor mensen graag willen werken. In de Defensienota zijn concrete opdrachten geformuleerd die eraan bijdragen om deze doelstellingen te bereiken. Die gaan over beloning, behoud en werving, een nieuw personeelsmodel en personeelszorg, samengevat de Personeelsagenda van Defensie.

Behoud en Werving

Diverse maatregelen uit het plan van aanpak Behoud en Werving, zoals het uitkeren van de eerste behoudpremies voor vastgestelde schaarse beroepen, het toekennen van meer fase 2 en fase 3 contracten en het aanpassen van het medisch keuringsprotocol, zijn afgelopen jaar uitgevoerd. Mede hierdoor is zowel het aantal geïnteresseerden in een baan als militair als het aantal interne sollicitaties gestegen. Het vroegtijdig vertrek van personeel blijft een aandachtspunt. De hoge uitstroom, in combinatie met de behoefte aan meer personeel, leidt tot een dalend vullingspercentage bij de militaire functies. Op 31 december 2018 had Defensie voor haar kerntaken 7.000 militairen minder beschikbaar dan op 1 januari 2011, net voor de grote bezuinigingen van 2011. Daarbij is vooral sprake van een sterke teruggang van het aantal militairen dat werkzaam is in operationele functies.

In 2018 zijn binnen de rijksoverheid diverse samenwerkingsverbanden opgestart om de krapte op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden. Zo werkt Defensie binnen het veiligheidsdomein samen met onder meer Justitie, Politie en Douane, en daarbuiten ook met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de gebieden IT, cyber en inkoop. Defensie participeert ook in een samenwerkingsverband dat in 2018 is gelanceerd tussen een (inmiddels groeiend) aantal bedrijven en overheidsorganisaties, teneinde de mogelijkheden voor samenwerking, uitwisselingen en kennisdeling te verkennen. Dat is relevant omdat alle partijen te maken hebben met uitdagingen zoals de krimpende arbeidsmarkt. Defensie maakt tot slot ook steeds meer gebruik van reservisten. De inzeturen van reservisten zijn in de afgelopen periode in de gehele organisatie gestegen.

Beloning

De arbeidsvoorwaarden van Defensie spelen een belangrijke rol bij het herstel van vertrouwen van de medewerkers van Defensie in de werkgever. Mede daarom is in 2018 de compensatie van het AOW-gat verhoogd van 90% naar 100%. Tevens is op grond van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2017–2018 het opleidingsbudget met 20% verhoogd. Daarnaast wilde Defensie een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord sluiten voor het Defensiepersoneel met voelbare en zichtbare maatregelen. Op 20 augustus 2018 heeft Defensie een onderhandelingsresultaat bereikt met de vakbonden. Dit resultaat bevatte onder meer afspraken over salarisverhogingen, een structurele defensiespecifieke pensioenregeling en hogere toelagen. Dit onderhandelingsresultaat is op 4 oktober 2018 afgewezen door een meerderheid van de leden van de bonden. Als gevolg van het niet bereiken van het akkoord is in december 2018 aan het personeel eenmalig € 750 bruto uitgekeerd als blijk van waardering voor hun inzet. Defensie en de vakbonden delen gezamenlijk de verantwoordelijkheid om zo snel mogelijk nieuwe afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden. Begin 2019 zijn de gesprekken hierover weer gestart.

Personeelsmodel

Gezien de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, de operationele ontwikkelingen en de problemen met behoud en werving is een nieuw personeelsmodel noodzakelijk. Zoals benoemd in de Defensienota 2018, zal het huidige Flexibel Personeel Systeem (FPS) worden vervangen door een nieuw, modern en toekomstbestendig model dat recht doet aan de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers maar ook de benodigde flexibiliteit en robuustheid van de organisatie faciliteert. Denk hierbij concreet aan flexibiliteit in aanstellingsvormen maar ook aan een betere balans tussen in-, door- en uitstroom van personeel, zowel binnen de organisatie als ook naar buiten, en van buiten naar binnen. Er is in 2018 onderzoek gedaan naar het invoeren van aanstellingsvormen die passen bij de behoefte van militairen en burgermedewerkers in de verschillende levensfases en die aansluiten bij de behoeftes op de arbeidsmarkt. Het raamwerk voor dit nieuwe personeelsmodel zal medio 2019 gereed zijn.

Personeelszorg

In 2018 is hard doorgewerkt om de zorg voor ons personeel te verbeteren. Het gaat dan onder andere om de volgende zaken:

  • Defensie is bezig het systeem van bijzondere zorg voor veteranen en hun relaties verder te versterken, onder meer door het inrichten van een nieuw besturingsmodel en het ontwikkelen van preventieve medische programma’s.

  • Ook is in 2018 gestart met een omvangrijk onderzoek naar het welzijn van ISAF-veteranen.

  • Het Nationaal Fonds Ereschulden is op de begroting van Defensie ingericht.

  • Voor geïnteresseerden en werkgevers is een reservistenloket gestart.

  • Het meerjaren programma Militaire Gezondheidszorg (MGZ) 2020 dat is gestart, waarbinnen een kwaliteitsmanagementsysteem voor het medisch functiegebied wordt ontwikkeld en de operationele planningsprocessen beter op elkaar worden afgestemd, moet de militaire gezondheidszorg verder verbeteren. Ook is er binnen dit programma veel aandacht voor werving, behoud en opleidingen van militair medisch personeel.

  • Er zijn in 2018 stappen gezet voor een meer georganiseerde afhandeling van individuele zaken door de verantwoordelijkheid te beleggen bij een daarvoor ingericht cluster Individuele Casuïstiek.

Een veilige werkomgeving

Het bieden van een veilige werkomgeving heeft topprioriteit. Hoewel Defensie het liefst alle problemen vandaag nog zou willen aanpakken, is de realiteit dat het tijd en geduld vergt. We komen van ver. Defensie zal daarom ook juist nu continu haar risico’s moeten analyseren en zorgdragen voor tijdige mitigerende maatregelen. Dit betekent helaas niet dat we toekomstige incidenten kunnen uitsluiten. Daarnaast dwingt de beperkte capaciteit ons tot het maken van scherpe keuzes, zowel op het gebied van de inzet van de veiligheidsorganisatie als door operationele commandanten.

Er is hard gewerkt om de veiligheid bij Defensie stap voor stap structureel te verbeteren. Leidend hierbij is het plan van aanpak «Een veilige defensieorganisatie», dat eind maart 2018 is aangeboden aan de Tweede Kamer en waarvan een meer gedetailleerde planning is verstuurd op 5 juli 2018 (Kamerstuk 34 919 nr. 24). De rapporten van de commissie-Van der Veer en van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar aanleiding van de ongevallen in Ossendrecht en Mali vormen de basis voor dit plan. Een aantal maatregelen uit dit plan is in 2018 gerealiseerd, zoals:

  • het instellen van een veiligheidscomité;

  • het toepassen van een operational risk management bij operationele taakuitoefening;

  • het actualiseren van de Gedragscode;

  • het starten van een campagne voor veilig werken.

Andere maatregelen zijn nog in uitvoering, zoals het uitbreiden van capaciteit voor uitvoerende en specialistische functies. De grootste versterking komt terecht bij de uitvoering van de organisatie. In totaal zal Defensie stapsgewijs met ongeveer 260 specialisten worden uitgebreid richting 2021. Gelet op de tijd die het kost om deze medewerkers te werven en op te leiden en de krimpende arbeidsmarkt, verwacht Defensie in 2021 een gevulde veiligheidsorganisatie te hebben.

Inmiddels beschikt Defensie over een eigen, onafhankelijke Inspectiedienst, de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD), met aan het hoofd de Inspecteur-Generaal Veiligheid. Sinds september 2018 worden de eerste onderzoeken uitgevoerd.

In mei 2018 is ook de Directie Veiligheid opgericht. De directie heeft fysieke veiligheid, integriteit, gezondheid en milieu als domein. Dat brede pakket doet recht aan het integrale karakter van veiligheid. Daarbij zijn drie speerpunten aangewezen:

  • 1. Het ontwerpen en inrichten van een integraal veiligheidsmanagementsysteem binnen Defensie.

  • 2. Het verbeteren van de fysieke veiligheid. Hierbij heeft vooral het bevorderen van de bewustwording de aandacht. Defensie heeft in oktober 2018 de volgende veiligheidsdossiers voor de komende tijd als prioriteit bestempeld:

    • 1. Chroom-6

    • 2. Munitieketen (inclusief munitieopslag)

    • 3. Medische zorg bij inzet

    • 4. Schietveiligheid

    • 5. Vervoer gevaarlijk stoffen door de lucht

  • 3. Het versterken van de sociale veiligheid, onder andere in reactie op het rapport van de commissie-Giebels.

In najaar 2018 is de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid begonnen met haar werk.

Overzicht meldingen bedrijfsveiligheid 2018

In de brief aan de Tweede Kamer van 8 februari 2018 (Kamerstuk 34 775-X-81) is toegezegd voortaan in het jaarverslag een overzicht op te nemen van het aantal en het type meldingen van voorvallen. Er zijn in totaal 4.116 meldingen gedaan. In bijlage 7 staan de meldingen geordend naar onderwerp.

Interventieteam

Om concreter invulling te kunnen geven aan de praktische behoeften van het personeel, heeft Defensie het zogenaamde Interventieteam opgericht. Dit team behandelt meldingen uit de gehele organisatie over praktische knelpunten op het gebied van persoonlijke uitrusting en/of woon- werk- en leefklimaat. Het team heeft tot het eind van 2018 meer dan 260 meldingen ontvangen (vanaf 11 oktober 2018) waarvan er ongeveer 49% zijn voltooid. De resultaten worden gedeeld via internet.

Chroom-6

Het afgelopen jaar is het onderzoek van de Rijksinspectie voor de Volksgezondheid en het Milieu (RIVM) naar het gebruik van Chroom-6 op de zogeheten POMS (Prepositioned Organisational Material Storage)-locaties openbaar gemaakt. De conclusie was helder: Defensie heeft de zorgplicht als werkgever geschonden. De paritaire commissie heeft op basis van de bevindingen en de conclusies van dit RIVM rapport vier aanbevelingen gedaan: 1) kom tot een collectieve regeling, 2) continueer de nazorg, 3) investeer in preventie en 4) laat de twee aanvullende onderzoeken naar Chroom-6 op andere Defensielocaties en het gebruik van CARC (Chemical Agent Resistant Coating) op de POMS-locaties op dezelfde wijze door een paritaire commissie begeleiden. Deze zijn alle door Defensie overgenomen. Zo is in overleg met de bonden de Regeling Uitkering chroom-6 Defensie vastgesteld. Om goede nazorg te kunnen bieden aan de (oud-)Defensiemedewerkers is onder meer een centraal informatiepunt ingericht waar zij terecht kunnen met vragen en zijn bedrijfsmaatschappelijk werkers ingezet om hen te ondersteunen.

Defensie blijft de komende jaren geconfronteerd met de aanwezigheid van chroom-6, omdat niet altijd chroomvrije alternatieven beschikbaar zijn en chroom-6 is verwerkt in materieel en vastgoed. Defensie volgt een actief beleid om chroom-6 uit te bannen op grond van de EU-verordening Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen (REACH). Defensie heeft in 2018 onderzoek laten uitvoeren door de interne arbodienst Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) en de Auditdienst Rijk. Uit het CEAG-rapport blijkt dat afdoende maatregelen worden genomen om veilig te kunnen werken. Een geactualiseerde versie van het plan van aanpak chroom-6 is op 4 december 2018 aan de Tweede Kamer aangeboden (35 000 X, nr. 70). De planning is om eind 2020 de in het plan van aanpak genoemde maatregelen te hebben gerealiseerd. De infrastructurele aanpassingen voor de Afdeling Techniek in Leusden (gereed 2021) en het onderzoek naar het toepassen van spuitrobots (gereed 2022) vergen echter meer tijd. Het plan van aanpak chroom-6 is gericht op het toepassen van de arbeid hygiënische strategie. Er wordt hard gewerkt aan de uitvoering van het plan, maar Defensie is er nog niet. De basis – het creëren van de randvoorwaarden zoals het opstellen en actualiseren van protocollen en procedures om veilig te kunnen werken – is gelegd. Het personeel heeft de beschikking over beschermingsmiddelen die, mits goed toegepast, het voorkomen van blootstelling aan deze stof garanderen. Incidenten met betrekking tot het veilig werken met chroom-6 zijn echter nooit helemaal uit te sluiten. De menselijke factor speelt immers een belangrijke rol bij het functioneren van het veiligheidssysteem. Over de uitvoering van het plan van aanpak chroom-6 zal de Kamer via de begrotingsstukken worden geïnformeerd.

Licence