Base description which applies to whole site

8.2 Saldibalans Ministerie van Financiën IXB

Tabel 54 Saldibalans per 31 december 2019 van het Ministerie van Financiën (IX) (bedragen x € 1.000)

Activa

   

Passiva

   
  

31-12-2019

31-12-2018

  

31-12-2019

31-12-2018

 

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

  

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

9.434.461

7.736.486

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

163.660.325

149.861.722

3)

Liquide middelen

74.607

86.312

    

4)

Rekening-courant RHB

154.426.686

142.322.685

    

5)

Rekening-courant RHB begrotingsreserve

489.426

431.770

5a)

Begrotingsreserves

489.426

431.770

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

4.851

4.254

7)

Schulden buiten begrotingsverband

280.280

288.015

 

Subtotaal intra-comptabel

164.430.031

150.581.507

 

Subtotaal intra-comptabel

164.430.031

150.581.507

 

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

  

9)

Openstaande rechten

27.787.713

23.377.060

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

27.787.713

23.377.060

10)

Vorderingen

4.040.407

3.930.949

10a)

Tegenrekening vorderingen

4.040.407

3.930.949

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

11)

Schulden

0

0

12)

Voorschotten

305.339

288.839

12a)

Tegenrekening voorschotten

305.339

288.839

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

166.317.138

164.747.811

13)

Garantie- verplichtingen

166.317.138

164.747.811

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

3.061.556

3.635.402

14)

Andere verplichtingen

3.061.556

3.635.402

15)

Deelnemingen

38.333.575

39.446.168

15a)

Tegenrekening deelnemingen

38.333.575

39.446.168

 

Subtotaal extra-comptabel

239.845.728

235.426.229

 

Subtotaal extra-comptabel

239.845.728

235.426.229

 

Overall Totaal

404.275.759

386.007.736

 

Overall Totaal

404.275.759

386.007.736

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders vermeld. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2019. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2019. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2019 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

5. en 5a. Begrotingsreserves

In de praktijk worden dit ook wel interne begrotingsreserves oftewel risicovoorzieningen genoemd. Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant wordt aangehouden. Het gaat om een interne budgettaire voorziening of reserve binnen de Rijksbegroting. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Voor elke begrotingsreserve wordt in de administratie van de Rijkshoofdboekhouding een afzonderlijke rekening-courant aangehouden.

Tabel 55 Begrotingsreserves (bedragen x € 1 mln.)

Naam Begrotingsreserve

Saldo

1-1-2019

Toevoegingen 2019

Onttrekkingen 2019

Saldo

31-12-2019

Verwijzing naar begrotings-artikel

Garantie BES

2,0

1,0

0

3,0

2

Garantie TenneT

40,0

4,8

0

44,8

3

Ekv

389,7

51,0

0

440,7

5

NHT

0

0,9

0

0,9

2

Totaal

431,7

57,7

0

489,4

 

Garantie BES

In 2017 heeft de Staat een garantie voor het DGS voor de BES-eilanden ingesteld. Jaarlijks wordt voor deze garantie € 1 mln. toegevoegd aan de begrotingsreserve.

Garantie TenneT

In 2010 heeft TenneT de overname van het transportnet van E.ON (Transpower) definitief afgerond. Om deze overname te financieren heeft de Staat een garantie van € 300 mln. aan de Stichting Beheer Doelgelden afgegeven. De premie die voortvloeit uit de garantie wordt jaarlijks in de per 1 januari 2010 opgerichte begrotingsreserve afgestort. Eventuele betalingen vloeien eveneens voort uit deze reserve.

Ekv

In overeenstemming met het garantiekader voor risicoregelingen is er een risicovoorziening voor de Exportkredietverzekering opgericht. Deze risicovoorziening werkt als een buffer om meerjarig grote budgettaire schommelingen in de uitgaven binnen het uitgavenplafond van de begroting van het ministerie van Financiën op te kunnen vangen. De budgettaire verwerking van de financiële stromen van artikel 5 is in 2019 aangepast. Naar aanleiding van een gewijzigde manier van boeken door het CBS van schades en recuperaties, zijn schades niet EMU-saldorelevant zolang het een openstaand dossier betreft. Pas wanneer een dossier is afgesloten wordt de netto-schade-uitkering relevant voor het EMU-saldo. Als gevolg van de gewijzigde manier van boeken door het CBS, vloeien de opgehaalde, kostendekkende, premies in enig jaar daartoe in deze reserve en schades op afgesloten dossiers en uitvoeringskosten vloeien uit de reserve.

NHT

De Staat heft een jaarlijkse premie (€ 875.000) over het afgegeven garantiebedrag van € 50 mln. Deze middelen worden per 2019 gestort in een nieuw per 1 juni 2018 opgerichte begrotingsreserve.

6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn posten opgenomen, die nog met derden moeten worden verrekend.

7. Schulden buiten begrotingsverband

Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de posten opgenomen, die nog aan derden moeten worden betaald. De stand ultimo 2019 van € 280 mln. heeft grotendeels betrekking op in december 2019 ontvangen provinciale opcenten die nog verrekend moeten worden met de provincies en de consignatiekas.

9. Openstaande rechten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 56 Openstaande rechten (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2019

Ultimo 2018

Belastingvorderingen

27.638.842

23.135.902

Vorderingen DRZ

84.842

127.162

Btw-compensatiefonds

4.686

4.078

Overige

59.343 

109.918

Totaal

27.787.713 

23.377.060

Belastingvorderingen

De belangrijkste posten van de ultimo 2019 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen.

Tabel 57 Belastingvorderingen uitgesplitst naar belastingsoort (bedragen € x 1 mld.)
 

Ultimo 2019

Ultimo 2018

Vpb

10,2

7,5

Inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen

5,6

5,2

Omzetbelasting

3,6

2,7

Loonbelasting/premies volksverzekeringen

2,0

1,7

Erf- en schenkbelasting

0,8

0,7

Douanerechten

0,6

0,6

Overig

4,9

4,7

Totaal

27,6

23,1

Het volgende overzicht geeft aan in welk jaar de nog openstaande belastingvorderingen zijn ontstaan.

Figuur 9 - Ouderdom van de Belastingvorderingen (verdeling in procenten)

Van het totale te vorderen bedrag zal uiteindelijk een aanzienlijk gedeelte niet inbaar zijn. Bij 75% van de openstaande belastingvorderingen is de uiterste betaaldatum verstreken. Van deze achterstandsposten is 47% aan te merken als betwist, bijvoorbeeld omdat een bezwaarschrift is ingediend. Ook van de niet-betwiste rechten met een betalingsachterstand zal een gedeelte niet of moeilijk inbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van faillissementen.

De Belastingdienst stelt vorderingen, die niet meer verhaald kunnen worden op de belastingplichtige, buiten invordering. Er worden dan geen invorderingsmaatregelen meer genomen. Een buiten invordering gestelde vordering blijft nog wel invorderbaar (tot het moment van verjaring). Als alsnog betaald wordt of verrekend kan worden, wordt dit bedrag afgeboekt op de vordering. In 2019 bedroeg het nettobedrag aan buiten invordering gestelde vorderingen (incl. alsnog gerealiseerde afboekingen) € 0,3 mld.

Tabel 58 Verloop van de belastingvorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2019

Ultimo 2018

Ultimo vorig jaar

23.135.902

20.433.645

Rechten Belastingdienst Caribisch Nederland (BCN) vorig jaar

‒ 38.831

‒ 31.610

Ontstane rechten

87.804.726

80.319.248

Vervallen rechten

‒ 83.312.680

‒ 77.624.212

Rechten BCN dit jaar

49.724

38.831

Totaal

27.638.842

23.135.902

Tabel 59 Opeisbaarheid van de belastingvorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2019

Ultimo 2018

Reguliere belastingvorderingen

23.866.152

19.614.217

Rechten BCN

49.724

38.831

Conserverende aanslagen Inkomstenbelasting/Premies volksverzekeringen (IB/PVV)

3.694.073

3.431.934

Conserverende aanslagen Erf- en schenkbelasting

28.894

50.920

Totaal

27.638.842

23.135.902

Dit betreft het nominale bedrag van de in de debiteurenadministraties van de Belastingdienst geregistreerde openstaande invorderingsopdrachten, gecorrigeerd voor de betalingen die ultimo 2019 waren ontvangen maar nog niet waren verwerkt in de debiteurenadministraties.

Van de 27,6 mld. is € 3,7 mld. niet direct invorderbaar.

Vorderingen DRZ

De vorderingen (rechten) van € 84,8 mln. ultimo 2019 hebben betrekking op de periode tot en met 2026. De vorderingen van DRZ bestaan voor 99,3% uit verkopen van militair strategische roerende zaken. In 2019 is door DRZ € 57,7 mln. aan betalingen ontvangen voor militair strategische goederen van Defensie.

De ouderdom (jaar van herkomst) van de vorderingen DRZ is als volgt:

Tabel 60 Ouderdom van de vorderingen DRZ (bedragen x € 1.000)

Ontstaan vóór 2016

76.937

Ontstaan in 2016

0

Ontstaan in 2017

0

Ontstaan in 2018

0

Ontstaan in 2019

7.905

Totaal

84.842

Overige

Financiën heeft nog een vordering van ruim € 59 mln. openstaan op dividenden staatsdeelnemingen. Het gaat hier met name om nog terug te ontvangen dividendbelasting over 2019.

10. Vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 61 Vorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2019

Ultimo 2018

Niet gerelateerd aan de kredietcrisis

  

Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering

326.160

392.055

Overige vorderingen exportkredietverzekering

450.976

276.207

Overige

64.891

64.307

Subtotaal

842.027 

732.569

Ontstaan als gevolg van de kredietcrisis

  

Lening Griekenland

3.198.380

3.198.380

Subtotaal

3.198.380

3.198.380

Totaal

4.040.407

3.930.949

Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering

Verreweg het grootste deel van de geconsolideerde vorderingen (excl. consolidatierente) van € 0,33 mld. is opgenomen in consolidatie-overeenkomsten in het kader van de Club van Parijs. Vorderingen begrepen in consolidatie-overeenkomsten zijn door landen erkende schulden waar een betalingsregeling voor geldt en kunnen derhalve worden beschouwd als recuperabel.

Lening Griekenland

In 2010 had Griekenland als eerste land van de eurozone problemen om zichzelf te blijven

financieren op de markt. Als gevolg besloten de lidstaten van de eurozone samen met het IMF tot het verlenen van financiële steun door het verstrekken van bilaterale leningen. Deze zogenaamde Greek Loan Facility (GLF) bestond oorspronkelijk uit € 80 mld. aan bilaterale leningen van de landen van de eurozone en € 30 mld. van het IMF. In juli 2011 is besloten om de nog niet uitgekeerde leningen uit de GLF over te hevelen naar het EFSF. Vanuit de bilaterale leningen in het GLF is € 52,9 mld. uitgekeerd aan Griekenland. Sinds 2012 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt aan Griekenland. Het Nederlandse aandeel in de GLF is in totaal € 3,2 mld. van de € 52,9 mld. Vanaf 2020 zal Griekenland starten met het terugbetalen van deze leningen.

Niet uit de balans blijkende vordering

Tot de voorwaardelijke vorderingen kan het saldo van de Maintenance Of Value posities (MOV) worden gerekend (betreft internationale instellingen). Het betreft een statutaire verplichting voor de aandeelhouders om onder bepaalde voorwaarden de waarde van hun originele ingelegde kapitaalinleg in nationale valuta constant te houden. De stand van de MOV-posities bedroeg € 40,1 mln. Het saldo van de MOV-posities kan afhankelijk van wisselkoersfluctuaties een vordering dan wel een verplichting voorstellen. Door de aandeelhouders van de internationale instellingen is echter besloten dat er geen uitkering van de MOV-verplichtingen zal plaatsvinden. Zodoende zullen er geen financiële transacties op basis van de MOV plaatsvinden, tenzij de aandeelhouders besluiten deze bevriezing op te heffen.

Onderdeel van afspraken van de Eurogroep is dat de inkomsten van de ECB en de nationale centrale banken op de Griekse staatsobligaties worden doorgegeven aan Griekenland. Dit betreffen de inkomsten uit de SMP-portefeuille en de ANFA-portefeuille. Het ESM heeft een speciale rekening waarop lidstaten de inkomsten kunnen overmaken. Nederland heeft in juli 2014 aan het ESM de SMP-inkomsten over 2014 (€ 112 mln.) overgemaakt. Omdat de uitbetaling aan Griekenland vanuit het ESM destijds zijn opgeschort, staan deze nog op deze speciale rekening. Medio 2018 is besloten om conditioneel aan het honoreren van de afspraken de inkomsten in de toekomst weer uit te keren. De Eurogroep heeft daartoe in juni aan de Eurozone-lidstaten verzocht het betalen van de inkomsten van na 2014 aan de speciale ESM rekening te hervatten. Daartoe heeft Nederland eind 2018 de volgende betaling à € 103,3 mln. overgemaakt. In december 2018 is binnen de Eurozone een nieuw schema afgesproken, met als gevolg dat in 2019 geen betalingen zijn overgemaakt.

Ouderdomsoverzicht van de vorderingen

De ouderdom van de vorderingen exclusief de geconsolideerde en overige vorderingen exportkredietverzekeringen, is als volgt:

Tabel 62 Ouderdom van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Ontstaan vóór 2016

3.214.675

Ontstaan in 2016

22.547

Ontstaan in 2017

213

Ontstaan in 2018

1.383

Ontstaan in 2019

801.589

Totaal

4.040.407

Opeisbaarheid van de vorderingen

Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.

Tabel 63 Opeisbaarheid van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Opeisbaarheid

Bedrag

Direct opeisbare vorderingen

20.990

Op termijn opeisbare vorderingen

3.996.917

Geconditioneerde vorderingen

22.500

Totaal

4.040.407

11. Schulden

Onder schulden zijn posten opgenomen die zijn voortgekomen uit ontvangsten ten gunste van de begroting. De begroting IXB van het Ministerie van Financiën heeft geen schulden.

12. Voorschotten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 64 Voorschotten (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2019

Ultimo 2018

Personeel en Materieel

29.529

33.689

Btw-compensatiefonds

151.075 

133.737

Overige

124.735 

121.413

Totaal

305.339

288.839

Personeel en Materieel

Deze post betreft diverse voorschotten aan personeel. Daarnaast hebben deze voorschotten betrekking op betalingen aan diverse crediteuren waarvan de goederen/diensten nog geleverd dienen te worden.

Btw-compensatiefonds

Dit zijn voorschotten die betrekking hebben op bijdragen aan gemeenten en regionale openbare lichamen.

Overige voorschotten

Voor € 124,7 mln. betreft het ambtshalve voorschotten uitbetaald op de evenredige bijdrage verdeling. Deze voorschotten zijn uitbetaald aan burgers bij wie meer dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de zorgverzekeringswet is ingehouden. Het gehele bedrag is ontstaan in 2019.

Het volgende overzicht geeft inzicht in de ouderdom van de voorschotten, waarvan de uitgaven reeds in het jaar van verstrekking ten laste van de begroting zijn gebracht. Tevens is aangeven welk deel in 2019 tot afrekening is gekomen.

Tabel 65 Verloop en ouderdom van de voorschotten (bedragen x € 1.000)
 

Saldo

01-01-2019

Verstrekt 2019

Afgerekend 2019

Saldo

31-12-2019

vóór 2016

0

 

0

0

2016

1.900

  

1.900

2017

1.675

 

300

1.375

2018

285.264

 

284.627

637

2019

0

303.554

2.127

301.427

Totaal

288.839

303.554

287.054

305.339

13. Garantieverplichting

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 66 Garantieverplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Saldo

1-1-2019

Aangegaan in 2019

(=inclusief positieve bijstellingen)

Vrijgevallen garanties in 2019 (garanties die aflopen zonder dat tot een uitbetaling is gekomen) 

Betalingen in 2019

Negatieve bijstelling in 2019

(van in eerdere begrotingsjaren aangegane garantie-verplichtingen)

Saldo

31-12-2019

Deelnemingen

59.062.204

1.406.982

0

0

0

60.469.186

DNB-IMF

43.303.725

529.184

0

0

0

43.832.908

Ontwikkelings-banken/NWB

15.758.479

877.798

0

0

0

16.636.278

       

Kernongevallen (WAKO)

9.768.901

0

0

0

0

9.768.901

       

Verzekeringen:

16.338.885

4.748.141

0

‒ 184.726

‒ 4.499.706

16.402.595

Exportkrediet-verzekering

16.338.885

4.748.141

0

‒ 184.726

‒ 4.499.706

16.402.595

Investerings-verzekering

0

0

0

0

0

0

       

Stabiliteits-mechanisme EFSM

2.880.000

60.000

0

0

0

2.940.000

Stabiliteits-mechanisme EFSF

34.154.159

0

0

0

0

34.154.159

Garantie DNB winstafdracht

0

0

0

0

0

0

Garantie ESM

35.445.400

0

0

0

‒ 15.500

35.429.900

Garantie SRF

4.163.500

0

0

0

0

4.163.500

Overige

2.934.762

58.585

0

‒ 1.156

‒ 3.293

2.988.897

Totaal

164.747.811

6.273.708

0

‒ 185.882

‒ 4.518.499

166.317.138

Bovenstaande tabel bevat interne garanties met betrekking tot schatkistbankieren door de AFM en alle externe garantieverplichtingen uit hoofdstuk 3.4 Overzicht risicoregelingen, met uitzondering van de overeenkomst met FMO, aangezien de garantieverplichting FMO in theorie ongelimiteerd is. De toelichting voor de bovenstaande garantieverplichtingen is opgenomen in hoofdstuk 3.4 Overzicht risicoregelingen, Toelichting per risicoregeling.

Niet in de balans opgenomen garantieverplichting

De garantie aan het FMO betreft een instandhoudingsverplichting en is in theorie onbeperkt. De letterlijke tekst van de overeenkomst is leidend voor de interpretatie.

14. Andere verplichtingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 67 Andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Saldo

1-1-2019

Aangegaan in 2019

(=inclusief positieve bijstellingen)

Vrijgevallen in 2019 (verplichtingen die aflopen zonder dat tot een uitbetaling is gekomen)

Betalingen in 2019

Negatieve bijstelling in 2019

(van in eerdere begrotingsjaren aangegane verplichtingen)

Saldo

31-12-2019

Vordering SRH

1.763.768

1.658

0

0

0

1.765.426

Deelnemingen ontwikkelingsbanken

827.937

120.102

0

‒ 362.506

0

585.533

Kapitaaluitbreiding TenneT

280.000

410.000

0

‒ 690.000

0

0

Overige

763.697

8.355.646

0

‒ 8.196.073

‒ 212.673

710.597

Totaal

3.635.402

8.887.406

0

‒ 9.248.579

‒ 212.673

3.061.556

Vordering SRH

De vordering SRH bestaat uit een vordering van € 1,598 mld. n.a.v. de afsplitsing van SNS Bank van de holding SNS Reaal in 2015, een bedrag van € 161 mln. dat SRH in 2017 aan de Staat heeft overgeheveld, en geaccumuleerde rente over dit bedrag. In 2019 is de vordering per saldo verhoogd met € 1,66 mln. rente.

Deelnemingen ontwikkelingsbanken

Per 31 december 2019 zijn er nog een aantal openstaande betalingsverplichtingen aan de Wereldbank (met name meerjarige betalingen voor IDA). De laatste betaling aan de AIIB is in 2019 gedaan, hiermee is deze betalingsverplichting volledig ingelost.

Kapitaaluitbreiding TenneT

In 2016 heeft de Nederlandse staat een kapitaalstorting toegezegd aan het Nederlandse deel van TenneT met een omvang van € 1.190 miljoen. Deze kapitaalstorting bestaat uit vier tranches, waarbij in 2019 zou worden bezien of de vierde en laatste tranche van € 410 miljoen noodzakelijk is. In 2017 en 2018 zijn de eerste en tweede tranche van respectievelijk € 150 en € 350 miljoen overgemaakt. In 2019 is onderzocht of TenneT de vierde tranche nodig heeft. Uitkomst hiervan was dat TenneT inderdaad aanvullende middelen nodig heeft. Daarom zijn in 2019 de derde en vierde tranche van respectievelijk € 280 en € 410 miljoen overgemaakt.

Overige

De aangegane en tot betaling gekomen verplichtingen betreffen met name verplichtingen voor het Btw-compensatiefonds en verplichtingen van de Belastingdienst. Het saldo van openstaande verplichtingen is in 2019 met name afgenomen door negatieve bijstellingen. De negatieve bijstelling betreft onder andere de bijstelling van de meerjarige verplichting van de vertrekregeling bij de Belastingdienst.

Niet in de balans opgenomen andere verplichtingen

De per 1 januari 2016 ingevoerde belastingplicht van overheidsondernemingen heeft voor het Ministerie van Financiën tot gevolg dat over een deel van het resultaat over 2016 vennootschapsbelasting, zijnde € 245, is betaald. Vanwege uitstel is dit bedrag in 2017 betaald. Als gevolg van de voorlopige aanslag in 2016 is voor het fiscale jaar 2017 in 2017 een voorlopige aanslag opgelegd en betaald van € 261.943. Voor het fiscale jaar 2018 is als gevolg van de voorlopige aanslag in 2016 ook een voorlopige aanslag opgelegd en in 2018 betaald van € 127.276. Er kan nog geen definitieve inschatting worden gemaakt van de omvang van de fiscale Vpb-positie, aangezien het aangifteproces nog loopt. Naar verwachting betreft het geen substantiële verplichting. Sinds enkele jaren loopt een rechtszaak tegen de Staat over de onteigening van effecten en vermogensbestanddelen van SNS Reaal N.V. en SNS Bank N.V. De Ondernemingskamer buigt zich momenteel over het vaststellen van de schadeloosstelling. De uitkomst daarvan is op het moment van schrijven nog niet bekend, net zoals de omvang van de claims die daar mogelijk uit kunnen volgen.

15. Deelnemingen

De post deelnemingen bestaat uit de aandelen in Nederlandse ondernemingen en de aandelen in internationale instellingen. De deelnemingen zijn als volgt gewaardeerd:

  • Nederlandse ondernemingen: op basis van de historische aanschafwaarde. Voor TenneT, DNB en N.V. Luchthaven Schiphol zijn de historische aanschafwaarden onbekend. Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde.

  • Internationale instellingen: op basis van het gestorte kapitaal, waarde per 31 december 2019. Voor het restant dat niet als deelneming is opgenomen, is een garantieverplichting verstrekt (callable capital), die onder saldibalanspost 13 is opgenomen.

De deelnemingen kunnen als volgt gespecificeerd worden. In de tweede kolom van het overzicht is het deelnemingspercentage ultimo 2019 vermeld.

Tabel 68 Deelnemingen (bedragen x € 1.000)
 

Aandeel in %

Ultimo 2019

Ultimo 2018

Nederlandse ondernemingen

   

Nederlandse Gasunie N.V.

100

10.067.312

10.067.312

NS N.V.

100

1.012.265

1.012.265

TenneT B.V.

100

1.890.000

1.200.000

Air France KLM

14

744.396

0

DNB

100

500.000

500.000

BNG

50

69.613

69.613

N.V. Luchthaven Schiphol

69,77

58.937

58.937

Havenbedrijf Rotterdam

29,17

462.667

462.667

Nederlandse Loterij B.V.

99

78.273

78.273

InvestNL

100

50.000

0

Overige

div.

73.209

73.209

Subtotaal Nederlandse ondernemingen exclusief de financiële instellingen

 

15.006.672 

13.522.276

Gerelateerd aan kredietcrisis

   

ABN AMRO GROUP N.V.

56,26

12.186.590

12.186.590

RFS Holdings B.V.

0

0

2.642.000

SRH N.V.

100

2.200.000

2.200.000

Volksbank Holding B.V. (Volksbank)

100

2.700.000

2.700.000

Subtotaal Nederlandse ondernemingen inclusief de financiële instellingen

 

32.093.262

33.250.866

Internationale instellingen

   

IBRD

1,97

302.208

296.067

EFSF

5,70

1.623

1.623

ESM

5,67

4.571.600

4.573.600

EIB

4,47

969.040

969.040

EBRD

2,51

155.250

155.250

IFC

2,19

49.965

48.950

MIGA

2,16

6.988

6.846

AIIB

1,03

183.639

143.926

Subtotaal internationale instellingen

 

6.240.313

6.195.302

Totaal

 

38.333.575

39.446.168

TenneT B.V.

In 2016 heeft de Nederlandse staat een kapitaalstorting toegezegd aan het Nederlandse deel van TenneT met een omvang van €1.190 miljoen. Deze kapitaalstorting bestaat uit vier tranches, waarbij in 2019 zou worden bezien of de vierde en laatste tranche van € 410 miljoen noodzakelijk is. In 2017 en 2018 zijn de eerste en tweede tranche van respectievelijk € 150 en € 350 miljoen overgemaakt. In 2019 is onderzocht of TenneT de vierde tranche nodig heeft. Uitkomst hiervan was dat TenneT inderdaad aanvullende middelen nodig heeft. Daarom zijn in 2019 de derde en vierde tranche van respectievelijk € 280 en € 410 miljoen overgemaakt.

In 2019 heeft dus een kapitaaluitbreiding van in totaal € 690 mln. plaatsgevonden, waardoor de waardering van de onderneming stijgt van € 1,2 mld. naar € 1,9 mld.

Air France KLM

De Staat heeft voor € 744,4 mln. een aandelenbelang van 14% verworven in Air France – KLM. Met de aandelenaankoop beoogt het kabinet ervoor te zorgen dat het Nederlands publieke belang beter wordt geborgd, doordat het breder wordt meegenomen in de besluitvorming van de holding Air France-KLM

Invest-NL

Eind 2019 is Invest-NL N.V. opgericht. Verspreid over enkele jaren ontvangt Invest-NL N.V. een kapitaalinjectie (ter waarde van € 1,7 mld.) waarvan € 50 mln. in 2019 beschikbaar is gesteld.

RFS Holdings B.V.

RFS is het voormalige consortium van Royal Bank of Scotland, Fortis en Santander dat in 2007 gezamenlijk ABN AMRO heeft overgenomen. De Nederlandse staat nam bij de overname van Fortis/ABN AMRO in 2008 de plaats in van Fortis in het consortium. Het grootste activum op de balans van RFS was een belang in Alawwal. Alawwal en de Saudi British Bank (SABB) zijn in 2019 gefuseerd. De aandelen van deze fusiebank SABB zijn in 2019 uitgekeerd aan NLFI, waarna RFS is afgewikkeld. Het verkoopproces van SABB is in 2019 afgerond. Met de afwikkeling van RFS is ook een einde gekomen aan het consortium waar de staat onderdeel van werd als gevolg van de overname van Fortis/ABN AMRO in 2008. Zie de toelichtingen in hoofdstuk 4.3. voor een toelichting op de verkoopopbrengst.

Wereldbank (IBRD, IFC, MIGA)

Door de depreciatie van de euro t.o.v. de dollar is de waardering van de totale deelneming Wereldbank verhoogd.

ESM

De Nederlandse Staat heeft in 2019 een bedrag ontvangen van het European Stability Mechanism (ESM) t.w.v. € 2 mln. Slovenië heeft gedurende een bepaalde periode minder kapitaal hoeven inleggen, en nu deze periode verstreken is, moet Slovenië haar aandelenkapitaal verhogen. Omdat het totale bedrag aan aandelenkapitaal voor het ESM vaststaat, betekent dit dat andere lidstaten een deel van het ingelegde kapitaal terugkrijgen. Gebaseerd op de verdeelsleutel van het ESM is dit dat de Nederlandse deelneming met € 2 mln. afneemt.

AIIB

In 2015 heeft Nederland besloten deel te nemen aan de oprichting van de AIIB. In 2019 is er voor de laatste keer circa € 40 mln. aan aandelen gekocht. De aangekochte aandelen representeren per 31 december 2019 een deelneming van € 183,6 mln. Daarmee is nu de totale toegezegde Nederlandse kapitaalstorting en deelname voltooid.

Licence