Base description which applies to whole site

3.1 Beleidsverslag

Inleiding

Verreweg de meeste Nederlanders (86%) geven aan zich in Nederland1 veilig te voelen. Toch was 2019 een jaar waarin ons land werd geconfronteerd met hevig geweld in de openbare ruimte, geweld tegen hulpverleners en een toenemend aantal zware steekincidenten. Schokkende dieptepunten waren het schietincident in de tram in Utrecht op 18 maart, waarbij vier doden en meerdere gewonden vielen, en de moord op advocaat Derk Wiersum op 18 september.

Beide gebeurtenissen vormden een tragedie voor familie en vrienden. Maar ze werkten ook diep door in de veiligheidsbeleving en het rechtsgevoel bij iedereen in Nederland. Het Openbaar Ministerie en de politie geven dan ook de hoogste prioriteit aan het onderzoek in deze zaken. Ook op beleidsniveau krijgen de bestrijding van terrorisme en georganiseerde en ondermijnende (drugs)criminaliteit onverminderd aandacht.

De kwaliteit van leven in Nederland is hoog en in 2019 was er opnieuw sprake van economische groei. Toch ervaart niet iedereen dit. Mensen grijpen actuele thema’s aan om hun al bestaande bredere onbehagen te uiten. Lokale bestuurders zoeken steun om met deze maatschappelijke onrust te kunnen omgaan en om de sociale inclusie te versterken. Het ministerie van Justitie en Veiligheid is een van de partners die die steun kan verlenen, om escalatie te voorkomen.

Geopolitieke verhoudingen verschuiven, met gevolgen voor statelijke en niet-statelijke dreigingen en voor migratiestromen. Hoewel de instroom het afgelopen jaar stabiel was, zijn nieuwe pieken in het aantal asielaanvragen niet ondenkbaar. Incidenten rond overlastgevende asielzoekers en de moeizame terugkeer van ‘veiligelanders’ krijgen hierbij volop aandacht, zowel in het politieke debat als waar het gaat om de aanpak.

Technologische ontwikkelingen brengen nieuwe dreigingen mee. Steeds meer Nederlanders vrezen slachtoffer te worden van cybercriminaliteit. Een terechte zorg, gezien de laagdrempelige beschikbaarheid van aanvalsmiddelen. Anderzijds biedt technologie kansen. Kansen, die ook in 2019 weer zijn benut. Bijvoorbeeld in de opsporing, of met het oog op versnelling van gerechtelijke procedures.

In 2019 is opnieuw verder gewerkt aan de uitvoering van het Regeerakkoord.

Inmiddels zijn veel ambities uit het Regeerakkoord gerealiseerd, of liggen voor bij de Raad van State, dan wel de Tweede of Eerste Kamer. Over andere thema’s is overleg gevoerd met betrokken partijen. De verwachting is dat deze in 2020 tot uitvoering komen. Dankzij de inzet van velen op uiteenlopende terreinen konden we ook in 2019 weer gestalte geven aan recht, veiligheid en het migratiebeleid in Nederland. Kernelementen hierin zijn het vroegtijdig signaleren en adresseren van problemen, de zoektocht, samen met andere partijen, naar vernieuwende oplossingen, het transparant en rechtmatig delen van informatie en het aanbrengen van verdere kwaliteitsverbeteringen over de hele linie. In dit beleidsverslag geven wij daar een beeld van.

Een sterke rechtsstaat

Een goed werkend rechtsbestel vormt de ruggengraat van onze democratische rechtsorde. Toegang tot het recht speelt hierin een cruciale rol. De hoofdmaatregelen in de herziening van de rechtsbijstand zijn versterking van de nulde lijn (zelfhulp) en de eerste lijn (rechtshulp), een responsieve overheid en verbetering van de kwaliteit in de tweede lijn (gefinancierde rechtsbijstand). Met versterking van de nulde en de eerste lijn wordt beoogd in een zo vroeg mogelijk stadium een (juridisch) probleem te voorkomen of op te lossen, door de toegang tot het recht laagdrempelig, toegankelijk en in de buurt van de mensen te organiseren. Op weg naar die versterking van de nulde en eerste lijn hebben we goede eerste stappen gezet. Zo heeft het Juridisch Loket in 2019 tien toegankelijke voorzieningen in de wijk ingericht, in bibliotheken, wijkcentra of gemeenteloketten. Het online informatieaanbod en online advies op maat is verbeterd. Bijvoorbeeld om onnodige problemen bij echtscheidingen te voorkomen. Dat geniet een hoge prioriteit. En met succes: een diagnosetool voor informatie, advies en hulp op maat bij scheidingen is al door 1.500 mensen benut. En er is méér. Zo zijn in Rotterdam-Zuid wijkteams, het juridisch loket en sociaal advocaten in goede samenwerking een pilot gestart om kwetsbare burgers te helpen. Om dergelijke initiatieven te stimuleren is € 3 mln. extra beschikbaar gesteld. En in Heerlen is de pilot Huizen van het Recht gestart. Hierin wordt ‘aan de voorkant’ de problematiek van een burger integraal bekeken. Vervolgens kijken de betrokkenen of de juiste hulpverlener wordt ingeschakeld en - als de rechtspraak erbij betrokken is - of zaken op verschillende rechtsgebieden snel en effectief met één zitting te behandelen zijn. Al deze instrumenten moeten beter zicht geven in hoe de nulde en de eerste lijn over de hele linie kunnen worden versterkt.

Het programma responsieve overheid richt zich op minder (onnodige) juridisering tussen burger en overheid door een betere dienstverlening. Deze aanpak loopt langs twee sporen: voorkomen van (onnodig) procedeergedrag van en jegens de overheid en het meer gestructureerd in beeld brengen van de gevolgen van rijksbeleid en wet- en regelgeving op de rechtsbijstand. Ook heeft de raad voor rechtsbijstand data-dialogen gehouden met gemeenten. Door data te verzamelen over de factoren die het procedeergedrag van burgers, hun belangenbehartigers en overheden beïnvloeden, krijgen we meer inzicht en kunnen we onnodige juridisering en formalisering van problemen tussen overheid en burger tegengaan. Inmiddels hebben we al enig inzicht in de uitvoeringsorganisaties met de meeste toevoegingen in het bestuursrecht. Dit is een eerste stap op weg naar het gericht terugdringen van onnodige juridisering. Ook is in 2019 het wijzigingsvoorstel van het Besluit proceskosten bestuursrecht in consultatie gegaan. Dit ontwerpbesluit verhoogt de proceskostenvergoeding die de burger krijgt als hij met succes een overheidsbesluit aanvecht bij de bestuursrechter. Het gaat om een verhoging van de standaardbedragen met 40% als de burger procedeert met bijstand van een advocaat. Ook krijgt de bestuursrechter een explicietere bevoegdheid om een hogere vergoeding toe te kennen dan het standaardbedrag als hij vindt dat de overheid in een concrete zaak evident onredelijk is geweest voor de burger.

Een derde belangrijke doelstelling van het nieuwe stelsel is verhoging van de kwaliteit in de tweede lijn. Samen met professionals uit het stelsel ontwikkelen we kwaliteitscriteria voor goede rechtshulp. Het traject om met betrokken partijen en mogelijke nieuwe toetreders tot die kwaliteitscriteria te komen is nog in volle gang. Om de tweede lijn te kunnen verbeteren, hebben we de advocatuur nodig. In 2019 deden minder mensen een beroep op rechtsbijstand. Dat maakte het mogelijk om tijdelijk extra geld beschikbaar te stellen om de sociale advocatuur gesterkt de overgang naar een nieuw stelsel te laten maken.

Versterking Rechtspraak

Het functioneren van de Nederlandse rechtspraak is hoog aangeschreven, maar staat tegelijkertijd onder druk. Zo waren er financiële tekorten, de werkdruk onder rechters is hoog en de doorlooptijden moeten korter worden. Met de Rechtspraak is in 2019 een prijsakkoord bereikt, waarmee € 95 mln. voor de rechtspraak is gemoeid. Hierbij zijn ook afspraken gemaakt over aanpassing van de bekostigingssystematiek. Alle vaste kosten zoals huisvesting, landelijke diensten en ICT zijn niet langer onderdeel van de ‘p x q-systematiek’. Als gevolg hiervan is de bekostiging nu nog maar voor (ongeveer) de helft gebaseerd op de hoeveelheid zaken (p x q). Dit maakt de financiering stabieler, doordat bij een dalende instroom - zoals de afgelopen jaren het geval was - het budget niet meer zo sterk afneemt.

Met deze impuls kan de Rechtspraak weer financieel gezond worden, investeren en moderniseren. De komende jaren gaat de Rechtspraak bijvoorbeeld hard aan de slag om de doorlooptijden te bekorten. Daartoe presenteerde de Raad eind 2019 een plan met de ambitie om in de komende prijsperiode tot en met 2022 alle bestaande achterstanden weg te werken. Ook kan de rechtspraak nu werk maken van de (door de visitatiecommissie) dringend aanbevolen modernisering. Met het oog daarop heeft de Raad aangegeven aan de slag te gaan met de besturing van de Rechtspraak, gerechtsoverstijgende personeelsplanning, de cultuur en leiderschap2.

Voor een toekomstbestendige en goed functionerende strafrechtketen is verdere digitalisering noodzakelijk. Eind 2019 werd al 96% van alle zaken tussen OM en Rechtspraak digitaal afgehandeld. Op het gebied van doorlooptijden zijn voor zeven geprioriteerde zaakstromen kwalitatieve en kwantitatieve ketennormen vastgesteld. Een voorbeeld hiervan is dat de politie 80% van de zedenzaken (m.u.v. kinderporno) binnen 6 maanden na aangifte naar het OM stuurt. De aanpak en ontwikkeling van de doorlooptijden wordt verder uitgewerkt en gemonitord met behulp van de strafrechtketenmonitor.

Vernieuwing in geschiloplossing en rechtspleging

Om burgers te helpen hun geschillen op een bestendige, passende en efficiënt wijze op te lossen, werken we aan een verdere uitbreiding van de mogelijkheden tot buitengerechtelijke geschiloplossing. Een voorbeeld hiervan is het nieuwe wetsvoorstel mediation. Dit wetsvoorstel is mede gebaseerd op de aanbevelingen die mediators aan de Minister voor Rechtsbescherming hebben aangeboden. Het bevat kwaliteitswaarborgen voor mediators en hun dienstverlening en bepalingen die zorgen voor een betere aansluiting tussen gerechtelijke en buitengerechtelijke geschiloplossing.

Binnen verschillende rechtsgebieden zijn in 2019 veranderingen zichtbaar die betere oplossingen voor burgers binnen bereik brengen. Bij herstelrecht tijdens het strafproces staat niet alleen centraal wat het slachtoffer nodig heeft voor herstel. Ook komt aan bod wat de verdachte of veroordeelde kan doen om verantwoordelijkheid te nemen en waar mogelijk herstel te bieden, zowel in emotioneel als materieel opzicht. De belangrijkste vormen van herstelrecht zijn bemiddeling en mediation in strafzaken. Eind 2019 heeft het kabinet het beleidskader herstelrecht voorzieningen gedurende het strafproces vastgesteld. Dit kader besteedt aandacht aan definities, het juridisch kader en verschillende herstelrechtvoorzieningen gedurende het strafproces. Ook gaat het in op kwaliteitseisen, bijvoorbeeld aan mediators in strafzaken. Het kader vormt het startpunt voor verdere acties in 2020, zoals een pilot voor een centraal aanmeld- en informatiepunt, nader onderzoek door het WODC, goed informatiemateriaal en verkennen regelgeving.

Schade bij kinderen door echtscheidingen kan worden voorkomen. Dat toont het programma Scheiden zonder Schade in de twee regiolabs die zijn gestart in Den Haag en Oost-Brabant. Rechters, advocaten, de Raad voor de Kinderbescherming, gemeenten en gecertificeerde instellingen werken hier samen om ouders en kinderen vroegtijdig te begeleiden. In plaats van het klassieke verzoekschrift en verweer leggen ouders samen hun geschilpunten voor aan de rechter. Zo worden onnodige juridische procedures voorkomen. Een digitaal platform maakt goede informatie, hulp en begeleiding beschikbaar.

Snelle en krachtige uitvoering van straffen

Opgelegde straffen moeten snel en krachtig worden uitgevoerd. Een noemenswaardig resultaat van dit streven is de aanhouding van 963 voortvluchtige veroordeelden (tussen 1 oktober 2018 en 1 januari 2020) in het kader van het programma Onvindbare veroordeelden. Daarmee is ruimschoots de doelstelling behaald om in 40 procent van de 1300 kansrijke dossiers van voortvluchtige veroordeelden een aanhouding te verrichten.

Om beter regie te kunnen voeren is de wet tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen in 2019 voorbereid, zodat deze per 1 januari 2020 in werking kon treden. De verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van straffen komt hiermee te liggen bij de Minister voor Rechtsbescherming, in plaats van bij het Openbaar Ministerie. Dit stelt de minister in staat om een strakkere regie te voeren op de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Dat moet leiden tot:

  • het sneller en beter uitvoeren van straffen;

  • versterking van de positie van slachtoffers en nabestaanden;

  • het goed informeren van partners binnen en buiten de strafrechtketen;

  • een persoonsgerichte tenuitvoerlegging.

De coördinatie van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen is centraal belegd bij het Administratie- en Informatiecentrum voor de Executieketen (AICE) bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau. Het AICE zorgt voor een zorgvuldige overgang en het delen van kennis en ervaring met het OM en andere ketenpartners. Ook heeft het AICE centraal zicht en daarmee grip gerealiseerd op alle grote sanctiestromen, waaronder: Voorlopige Hechtenis, Ter Beschikkingstellingstelling, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen (PIJ) en Jeugdtaakstraffen.

In de aanpak van jeugdcriminaliteit3 is in 2019 ruimte gemaakt voor meer maatwerk. Dit past bij de groeiende diversiteit van de doelgroep. Jongeren zijn gebaat bij continuering van zorg, zo bleek uit de Verkenning Vrijheidsbeneming Justitiële Jeugd (VIV JJ) en de uitwerking daarvan in de vorm van proeftuinen en onderzoek. Door overcapaciteit af te bouwen, wordt het mogelijk te investeren in meer maatwerk zowel lokaal als op landelijk niveau. Deze investering bedraagt in 2020 € 3 mln. en loopt op tot € 17.2 mln. structureel vanaf 2024.

Voorwaarden aan invrijheidstelling, veilige detentie en terugkeer in de samenleving

Het wetsvoorstel straffen en beschermen is op 25 juni 2019 aangenomen in de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel brengt onder meer de periode van de voorwaardelijke invrijheidsstelling terug tot maximaal twee jaar voor het einde van de vrijheidsstraf. In detentie is de aanpak gericht op de persoon. Vrijheden en voorwaardelijk invrijheidsstelling worden slechts verleend na toetsing op gedrag van de gedetineerde, risico’s op herhaling van het delict en de belangen van slachtoffers. Het wetsvoorstel ligt op dit moment ter behandeling in de Eerste Kamer.

Het veiligheidsbeleid in de penitentiaire inrichtingen is aanzienlijk aangescherpt. Er is € 3 mln. beschikbaar gekomen, voor onder andere een verdubbeling van het aantal speurhonden en een versterking van de beveiliging. De eerste extra speurhonden zijn in 2020 inzetbaar. In totaal negen inrichtingen zijn en worden extra camera’s, netten en hekwerk geplaatst. Het aantal doorzoekingen is in de afgelopen vier jaar verviervoudigd. Sinds begin 2019 registreert DJI waar, hoeveel en welke soorten contrabande zijn aangetroffen. Sinds het voorjaar van 2019 is het mogelijk de vondst van smokkelwaar, geweld tegen personeel of tussen gedetineerden te bestraffen met de maximale straf: 14 dagen strafcel.

Behalve het binnenbrengen van illegale voorwerpen, zoals drugs en wapens, is per 1 november 2019 ook het binnenbrengen strafbaar gesteld van bepaalde voorwerpen die op zichzelf legaal zijn, maar waarvan het bezit in de inrichting verboden is, zoals mobiele telefoons of gereedschap. Bezoekers die de fout in gaan, kunnen een gevangenisstraf krijgen van ten hoogste zes maanden.

Op 1 juli 2019 is het Bestuurlijk akkoord ‘Kansen bieden voor re-integratie’ ondertekend. In dit akkoord spreken DJI, de reclassering en gemeenten af om tijdens detentie vanaf dag één samen te werken om gedetineerden voor te bereiden op zijn of haar terugkeer in de samenleving.

Forensische Zorg

Naar aanleiding van de rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de Inspectie Justitie en Veiligheid over het detentieverloop van Michael P. zijn de nodige maatregelen getroffen om de samenleving veiliger te maken. Zo zijn delict-analyse en risicotaxatie nu verplicht, als veroordeelden van ernstige gewelds- of zedenmisdrijven worden geplaatst in een instelling voor forensische zorg. Uitgeplaatste gedetineerden die nog niet in de laatste fase van detentie zitten, krijgen voortaan geen vrijheden meer. De verantwoordelijkheden rond het toekennen van vrijheden zijn scherper geborgd door heldere afspraken van DJI met het Openbaar Ministerie en de reclassering.

Per 1 januari 2019 is de Wet Forensische Zorg (Wfz) geïmplementeerd. Hiermee is de wettelijke inbedding van het stelsel van forensische zorg nu geregeld. In de Wet en het bijbehorende Besluit Forensische Zorg is onder meer opgenomen dat voor het delen van relevante informatie over gedetineerden met instellingen voor forensische zorg, de toestemming van de gedetineerde niet langer noodzakelijk is. Ook trad de regeling weigerende observandi uit de Wfz in 2019 in werking. Daarmee kunnen bestaande medische gegevens over weigeraars worden opgevraagd via een daartoe ingestelde adviescommissie.

Ten slotte is in 2019 de toepassing van de regeling Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen verscherpt. Gemeenten worden voortaan beter geïnformeerd over de terugkeer van gedetineerden in de samenleving.

Een veiliger Nederland

Een breed offensief tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit

De aanpak van de ondermijnende criminaliteit is in 2019 verbreed. De aanpak op lokaal en regionaal niveau is versterkt; landelijk en internationaal is de aanpak geïntensiveerd. Oprollen, afpakken en voorkomen is hierbij het motto. Een multidisciplinair interventieteam, met een versterkte preventieve aanpak en extra inzet op bewaken en beveiligen, moet hierbij een belangrijke rol in gaan spelen.

De middelen van € 100 mln. uit het regeerakkoord zijn in januari 2019 toegekend op basis van ingediende regionale en landelijke versterkingsplannen. Van de € 100 mln. zal € 85 mln. naar de regio’s gaan. De focus van de regio’s én de landelijke partners ligt op de illegale drugsindustrie en de daarmee gepaard gaande verwevenheid van onder- en bovenwereld én de bijbehorende criminele geldstromen. De versterkingsprogramma’s hebben een looptijd van drie jaar, voor de periode 2019-2021. In 2019 is gestart met:

  • versterking van integrale intelligence, analysekracht en informatiebeelden;

  • versterking van de aanpak van (drugs)criminaliteit op mainports;

  • verbeterd zicht en grip op criminele geldstromen;

  • versterking van de aanpak in kwetsbare gebieden, waaronder het agrarisch buitengebied, vakantieparken en bedrijventerreinen ;

  • aanpak van criminogene branches, mede via Publiek Private Samenwerking;

  • versterking van de ambtelijke en bestuurlijke weerbaarheid van de overheid.

Ook is een Aanjaagteam Ondermijning (ATO) ingericht, dat het land in gaat om samen met de operationele partijen de aanpak te verbeteren en te versnellen. Dit meer op de operatie gerichte team heeft in 2019 de verbinding bevorderd tussen de diverse regionale en landelijke projecten.

Verder is structureel € 7,4 mln. beschikbaar gesteld voor analyse- en intelligencecapaciteit en versterking operationele capaciteit bij de regio’s. Structureel zijn 171 fte extra agenten toegevoegd aan de regionale eenheden en de landelijke eenheid ten behoeve van ondermijning. Deze capaciteit kan als één blok worden ingezet, als het criminaliteitsbeeld daartoe aanleiding geeft.

Ook aanpassingen in de anti-ondermijningswetgeving stutten de aanpak. Het afgelopen jaar kregen burgemeesters meer mogelijkheden om drugspanden te sluiten (artikel 13b Opiumwet). De strafmaat is verdubbeld voor illegaal bezit van automatische vuurwapens en voor het plegen van zware delicten (liquidaties en geweld) in georganiseerd verband. Aanpassingen in de Wet Bibob bieden bestuursorganen ruimere mogelijkheden om onderling gegevens te delen en eigen onderzoeken uit te voeren. Het wetsvoorstel versterking strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit is in consultatie gebracht. De voorstellen hierin adresseren problemen die in de praktijk worden ervaren en richten zich op:

  • verhoging van het strafmaximum bedreiging en extra strafverhoging bij bedreiging van burgemeesters en andere bestuurders;

  • strafbaarstelling van het bezit of vervoer van illegale grondstoffen (precursoren) voor harddrugs;

  • strafbaarstelling van het binnendringen van containerterminals op havens en luchthavens;

  • het mogelijk maken om de kosten voor het vernietigen van stoffen als drugs en vuurwerk te verhalen op de daders;

  • extra bevoegdheden om het vermogen in kaart te brengen van personen die een geldboete of schadevergoedingsmaatregel niet betalen, of verbeurdverklaarde voorwerpen niet uitleveren.

Om witwassen en fraude tegen te gaan is structureel € 29 mln. beschikbaar gemaakt voor extra capaciteit bij de Belastingdienst, FIOD, Douane, OM en FIU-Nederland. Het plan rust op drie verbonden pijlers:

  • verhogen van de barrières;

  • vergroten van de effectiviteit van de poortwachtersfunctie;

  • versterken van de opsporing en vervolging.

Verbetering in opsporing en vervolging

De Inspectie Justitie en Veiligheid bracht eind 2019 een kritisch beeld van de opsporing uit. De belangrijkste conclusies uit dit rapport zijn:

  • de probleemgestuurde opsporing krijgt te weinig aandacht;

  • het proces van selectie en toewijzing van zaken en capaciteit behoeft verbetering;

  • de kwaliteit van de informatieorganisatie is voor verbetering vatbaar;

  • meer uniformiteit in de werkwijze van de politie zou bijdragen aan de verbeteren van de opsporing.

In 2019 zijn al positieve stappen gezet. De politie werkt aan het verbeteren van de realisatiekracht, dat wil zeggen het vermogen om daadwerkelijk en door de hele organisatie heen te veranderen. Om de kwaliteit van de eerstelijnsopsporing in de basisteams te verbeteren zijn politie en OM in 2019 gestart met de landelijke implementatie van een kader (selectiviteitskader) om te beslissen welke aangiftes worden opgepakt. Ook is een landelijk kwaliteitsdashboard ontwikkeld en (deels) geïmplementeerd. Dat maakt sturing op kwaliteit en kwantiteit mogelijk op het niveau van een basisteam, een district en een eenheid.

Specifieke aandacht was er in 2019 voor experimenten om de opsporing te moderniseren. Een relatief nieuw, groeiend en waardevol verschijnsel is dat betrokken burgers een rol pakken als ‘opspoorders’, ook op eigen initiatief. De politie en het OM hebben in 2019 een aantal leidende principes voor burgeropsporing beschreven. Deze principes zien op gedrag van burgers dat moet worden bekrachtigd, gedrag dat moet worden begrensd en op de taak van de politie en het Openbaar Ministerie om burgers tegen zichzelf en anderen in bescherming te nemen.

Voor gebruik van big data in ondermijningszaken is een Kwaliteitskader big data vastgesteld. Dit kader ziet op zuivere ontwikkeling en toepassing (zowel juridisch als technisch) van algoritmes en data-analysemethoden in de opsporingsketen. Het aanjaagteam ondermijning (ATO) ontwikkelde, in overleg met de Autoriteit Persoonsgegevens, een model-protocol voor gemeentelijke informatie-uitwisseling in het kader van de bestuurlijke aanpak.

Versterking politie in kwantitatief opzicht

De politie staat voor een aanzienlijke vervangings- en uitbreidingsopgave van de operationele sterkte. In de begroting 2019 was een ontwikkeling voorzien naar 50.861 fte. In september is de Tweede Kamer tussentijds geïnformeerd over de achterblijvende toename van de operationele sterkte. De bezetting blijft stijgen, maar minder snel dan verwacht. De oorzaak zit voornamelijk in de hogere doorstroom van operationele medewerkers naar niet-operationele functies, die moeten worden gevuld om de instroom van voldoende personeel de komende jaren mogelijk te maken. Ook is de (niet leeftijdsgebonden) uitstroom in 2019 hoger uitgevallen dan verwacht. Als gevolg van deze factoren kwam de operationele sterkte eind 2019 uit op 50.402 fte.

In 2019 is gestart met de uitvoering van de Veiligheidsagenda 2019-2022, waarvan hieronder de kerncijfers zijn weergegeven.

Tabel 1 Overzicht prestatie-indicatoren Veiligheidsagenda
 

Norm 2019

Realisatie 2019

Verschil

Ondermijnende criminaliteit

   

Aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden (csv’s)

1.370

1.522

152

Mensenhandel

   

Aantal gemelde slachtoffers bij Comensha

 

884

884

Aantal OM-verdachten mensenhandel

190

145

‒ 45

Aantal complexe onderzoeken

 

39

39

Cybercrime

   

Aantal reguliere onderzoeken naar cybercrime

310

381

71

- Waarvan alternatieve of aanvullende interventies

77

35

‒ 42

Aantal fenomeen onderzoeken naar cybercrime

41

21

‒ 20

- Waarvan alternatieve of aanvullende interventies

20

0

‒ 20

Aantal high tech crime onderzoeken

20

19

‒ 1

Online seksueel kindermisbruik

   

Inzet gericht op misbruikers / vervaardigers (in aantal zaken)

100

193

93

Inzet gericht op keyplayers (/netwerken) (in aantal zaken)

15

15

0

Inzet gericht op bezitters / verspreiders (in aantal zaken)

400

632

232

Executie

   

Positief afgedane dossiers

40%

51%

11%

Aantal dossiers in behandeling

100

33

‒ 67

In de aanpak van ondermijning zijn meer onderzoeken gedaan naar criminele samenwerkingsverbanden. De dalende tendens in het aantal OM-verdachten mensenhandel heeft zich in 2019 voortgezet. Een goed resultaat is de toename van het aantal reguliere onderzoeken cybercrime (onderzoeken op regionaal niveau). Het aantal fenomeenonderzoeken blijft echter achter bij de doelstelling. Ook waar het gaat om het terugdringen van online seksueel kindermisbruik is voortvarend opgetreden waarbij de inzet niet alleen is gericht op misbruikers en vervaardigers, maar ook op bezitters en verspreiders van kinderporno.

Op verschillende fronten gaan we door met de verdere uitbouw van succesvolle interventies. Bijvoorbeeld bij de aanpak van high impact crimes: delicten die een grote en soms blijvende impact hebben op slachtoffers, familie en andere betrokkenen. Drie trajecten zijn gestart die zich specifiek richten op (potentiële) plegers van High Impact Crime-delicten: vroegsignalering, arbeidstoeleiding en invoering van de probation-officer. Bij jongeren is opnieuw ingezet op zinvolle vrijetijdsbesteding, door de uitrol van de gedragsinterventie «Alleen jij bepaalt wie je bent». Positieve resultaten zijn te melden waar het gaat om inbraken. 2019 was het zevende jaar op rij dat aantal woninginbraken daalde. Vanaf 2013 is het aantal met 55% afgenomen.

Bij mensen met verward gedrag gaat het om mensen die de grip op hun leven (dreigen te) verliezen, waardoor de kans bestaat dat zij anderen of zichzelf schade berokkenen. In alle zorg- en veiligheidshuizen is dit thema nu belegd en wordt de persoonsgerichte aanpak verder ontwikkeld. Uitgangspunten daarbij zijn: tijdige signalering, betrekken van de juiste partijen, het in kaart brengen van risico’s en het bieden van passende zorg en toezicht. In 2019 zijn in alle regio’s pilots gestart met alternatief vervoer - in plaats van politievervoer - voor verwarde personen en zijn afspraken gemaakt over het terugdringen van wachttijden.

Slachtofferbeleid

2019 was het tweede jaar van de uitvoering van de Meerjarenagenda slachtofferbeleid 2018–2021 (Kamerstukken II 33 552, nr. 43). In 2019 is besloten dat het Openbaar Ministerie voor de begeleiding van slachtoffers van impactvolle zaken (bijvoorbeeld bij berovingen en overvallen) circa 40 slachtoffercoördinatoren zal inzetten4. Het aannemen van de Wet actuele delictsvormen betekent een verruiming van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor kindermishandeling. De meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld is aangescherpt en voor professionals is nu duidelijk wanneer een melding bij Veilig Thuis moet worden gedaan.

Prostitutie

Het wetsvoorstel regulering sekswerk (Wrs) is van 15 oktober tot 15 december 2019 in consultatie geweest. Gedurende die periode hebben in totaal 345 organisaties en personen een reactie gegeven op het wetsvoorstel. Voor de uitstapprogramma’s is een nieuwe tijdelijke regeling opgesteld (RUPS III) die loopt van 1 juli 2019 tot en met 31 december 2020. Met een aangepaste, regionale indeling en een vastgesteld bedrag per regio heeft het programma landelijke dekking.

Ook is verder gewerkt aan versterking van de maatschappelijke positie van sekswerkers. Er zijn voorbereidingen getroffen voor het realiseren van een landelijk ‘klachtenvoorportaal/ombudsfunctie’ en er vond een symposium plaats over destigmatisering van sekswerk. Tijdens dit symposium hebben meerdere organisaties de handen ineengeslagen, om als alliantie vervolgstappen te gaan zetten. Verder ondersteunt JenV het project Ugly Mugs, dat zal voorzien in een alerteringssysteem voor het melden van gewelddadige klanten.

Aanpak kindermisbruik en kinderporno

In 2019 namen de meldingen van online seksueel kindermisbruik bij politie en bij het Meldpunt Kinderporno opnieuw toe. Dit onderstreept de urgentie waarmee acties zijn uitgevoerd om online seksueel kindermisbruik aan te pakken. Politie en Openbaar Ministerie richtten zich op het stoppen van actueel kindermisbruik door het opsporen en vervolgen van daders. Preventieve acties zijn geïntensiveerd, bijvoorbeeld door de uitbreiding van het programma ‘Stop-It-Now’, waar mensen met pedoseksuele gevoelens én downloaders van kinderporno terecht kunnen voor hulpverlening. Publiek-private projecten om internet te schonen van kinderporno zijn opgeleverd. Zo is op 23 juli 2019 de Nederlandse «Hash-check-service» in gebruik gesteld, waarmee bedrijven gratis hun eigen servers kunnen controleren op kinderporno. De politie heeft daartoe een database met 1,4 miljoen hashcodes van kinderpornografische afbeeldingen beschikbaar gesteld en het Meldpunt Kinderporno zorgt ervoor dat bedrijven zich kunnen aansluiten op deze service. Het is duidelijk dat van bedrijven wordt verwacht dat ze kinderporno na een melding direct van hun server verwijderen. Het traag, slordig of niet reageren is geen optie. Om dit te ondersteunen is eveneens een wetgevingstraject gestart om dit via de bestuursrechtelijke weg af te dwingen. Bedrijven kunnen in de toekomst te maken krijgen met een bestuursorgaan dat, door het opleggen van een last onder dwangsom en een bestuurlijke boete, kan afdwingen om kinderporno na een melding direct te verwijderen.

Aanpak mensenhandel

In November 2018 is het programma Samen tegen mensenhandel van start gegaan. Het programma betreft een integrale aanpak van mensenhandel en wordt uitgevoerd door de ministeries van JenV, SZW, VWS en BZ in samenwerking met een groot aantal ketenpartners. De aanpak van mensenhandel staat lokaal, regionaal, nationaal en internationaal hoog op de agenda en ook de media adresseren het thema. Er zijn extra inspecteurs en rechercheurs gekomen en 36 extra opvangplekken voor slachtoffers van mensenhandel met multiproblematiek gerealiseerd en de lokale aanpak is met gemeenten, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Coördinatiecentrum verbeterd. Verder is er tijdens de Algemene Politieke Beschouwing van 2019 een motie aangenomen over extra middelen ten behoeve van de Afdeling Vreemdelingpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM). De Kamer is op 19 november 2019 geïnformeerd over het investeringsvoorstel waarin € 10 mln. structureel aan de AVIM wordt toegevoegd.

Ook is geïnvesteerd in internationaal opsporingsonderzoek. Nederland leidt de operationele EU-samenwerking, EMPACT THB. De inzet is om het samenwerkingsverband zo multidisciplinair mogelijk te maken. Zo worden gemeenten bij EMPACT activiteiten betrokken en bevorderen we de samenwerking met Ngo’s en opvanginstellingen. Ook wordt er gewerkt aan het stationeren van drie politieliaisons in bronlanden van mensenhandel. De besluitvorming over deze plaatsingen is inmiddels rond, de liaisons worden gestationeerd in Polen, Italië (als secundair bronland) en op de Westelijke Balkanroute.

Online criminaliteit en dreigingen het hoofd bieden

Ook een effectieve aanpak van cybercrime begint met preventie. De brede campagne «eerst checken, dan klikken» richt zich op het voorkomen van slachtoffers. De met de politie uitgevoerde schoolcampagne «één klik verwijderd van cybercrime» richt zich op het voorkomen dat jongeren dader worden van cybercrime. En met gemeenten en de regionale Platforms Veilig Ondernemen zijn verschillende projecten uitgevoerd om binnen gemeenten en bij het Midden- en Kleinbedrijf bewustwording van en weerbaarheid tegen cybercrime te versterken.

De wet Computercriminaliteit III biedt ruimere mogelijkheden om ernstige strafbare feiten aan te pakken. Aandacht in de Veiligheidsagenda voor fenomenen als ransomware of helpdeskfraude hielp om te identificeren welke interventies de grootste impact hebben. Voor de aanpak van de helpdeskfraude zijn bijvoorbeeld onder coördinatie van het Parket Rotterdam van het OM met private partijen interventies geïdentificeerd en uitgevoerd, onder meer ter verstoring van deze criminele werkwijze. Doordat de politie in de regionale eenheden nu meer capaciteit heeft voor de aanpak van cybercrime, is er op dit moment geen sprake meer van onderbezetting van forensisch en digitaal specialisten. Verder is Slachtofferhulp Nederland een programma gestart met specifieke aandacht voor de behoeften van slachtoffers van online criminaliteit.

Cybersecurity

Naar aanleiding van het zorgwekkende beeld uit het Cybersecuritybeeld Nederland 2019, is er een aantal aanvullende maatregelen genomen. Deze maatregelen zijn gericht op:

  • versterking van toezicht;

  • beter benutten van bestaande interventiemogelijkheden;

  • verhoging van het beveiligingsniveau;

  • het ontwikkelen van een oefen- en testprogramma ;

  • optimalisering van het instrumentarium voor digitale weerbaarheid.

Ook zijn we in 2019 doorgegaan met de versterking en uitbreiding van het Nationaal Cyber Security Centre, in lijn met het Regeerakkoord, en de NCSA. De Cyber Security Alliantie heeft een aantal initiatieven verder gebracht of kunnen afronden, waaronder het cybersecurity woordenboek dat ook aan de Tweede Kamer is aangeboden. Via de Alert Online campagne in de EU Cyber Security maand is verder bewustzijn over cybersecurity gecreëerd. Bij de One Conference hebben nationale en internationale operationele experts en beleidsmakers gesproken over innovatie-aanpak van cyberdreigingen. Op EU-gebied zijn hiertoe in 2019 stappen gezet met het inrichten van een EU-cybersecurity-certificeringsstelsel.

Terrorisme

Met het uitbrengen van het 51ste Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland is het dreigingsniveau verlaagd van 4 naar 3 op een schaal van 5. Dit betekent dat de terroristische dreiging overigens nog steeds aanzienlijk is.

De integrale, multidisciplinaire aanpak van extremistisch en terroristisch gebruik van digitale media is onverminderd doorgegaan. De Internet Referral Unit (IRU) bij de politie ondersteunt deze aanpak door het signaleren van jihadistische content en verzoeken om deze te verwijderen. Ook heeft Nederland in Europees verband aandacht gevraagd voor de beperkte rechtsmiddelen die zijn opgenomen in het voorstel voor de EU-verordening ter voorkoming van verspreiding van terroristische online content. In lijn met de wens van de Tweede Kamer blijft Nederland zich inzetten tegen het grensoverschrijdend verwijderbevel.

De (internationale) uitwisseling van informatie ten behoeve van contraterrorisme is versterkt. Onder meer door de oprichting van de Pi-NL unit, voor de verwerking van passagiersgegevens uit het vliegverkeer. Deze passagiersgegevens kunnen essentiële informatie bevatten voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit.

Ten aanzien van de terugkeer naar Nederland van de Nederlandse uitreizigers in Syrië is het kabinetsstandpunt niet gewijzigd: uitreizigers noch hun kinderen werden opgehaald uit Syrië. Wel is er onderzoek verricht naar de uitvoerbaarheid van de bevelen tot gevangenneming, zoals die door de rechtbank van Rotterdam tegen Nederlandse uitreizigers zijn uitgevaardigd.

Om geradicaliseerde (ex-) gedetineerden effectiever te laten re-integreren is onder meer het Multidisciplinair Afstemmingsoverleg Resocialisatie (MAR) ingericht. Het MAR bewaakt en stimuleert de inzet en continuïteit van interventies doordat DJI, reclassering en gemeenten gezamenlijk op casusniveau bekijken welke interventies passend zijn voor de betreffende (ex-) gedetineerde.

Gemeenten worden ondersteund bij preventie van radicalisering. Daartoe is in augustus 2019 de Toolkit evidence based werken preventie radicalisering gelanceerd. Deze toolkit helpt gemeenten om inzicht te krijgen in wat werkt bij het voorkomen en tegengaan van radicalisering.

Nederland weerbaar tegen dreigingen van statelijke actoren

In april 2019 is de integrale aanpak Statelijke dreigingen naar de Kamer gestuurd5. Centraal hierin staan de thema’s: ongewenste buitenlandse inmenging; beschermen democratische processen en instituties; economische veiligheid. Meer nadruk is gelegd op het uitwisselen van informatie, kennispositie en governance van statelijke dreigingen, zowel nationaal als internationaal. Tevens vond een doorlopende inzet plaats op het vergroten van bewustzijn. Bijvoorbeeld door themadagen te organiseren voor verschillende doelgroepen en games te ontwikkelen.

De aanpak ongewenste buitenlandse inmenging – waarbinnen signalen van beïnvloeding structureel en snel worden bijeengebracht en gedeeld door rijks- en lokale partijen – is voortgezet en geëvalueerd. In EU-verband is een Rapid Alert System voor desinformatie ingesteld, met bijbehorende invulling van een National Point of Contact.

De in 2019 opgerichte Ministeriële Commissie Economie en Veiligheid (MCEV) faciliteert een brede belangenafweging op de thema’s economie en veiligheid. De Taskforce economische veiligheid richt zich op bescherming van onze telecomnetwerken en het toekomstige 5G-. Om de weerbaarheid tegen nationale veiligheidsrisico’s bij overnames en investeringen te vergroten, wordt gewerkt aan een stelsel van investeringstoetsing. Ook hebben bedrijven en organisaties uit vitale sectoren nu een instrumentarium tot hun beschikking dat kan helpen de risico’s bij inkoop en aanbesteding te beperken.

Het stelsel van crisisbeheersing bij de tijd houden

In de uitvoering van de Agenda risico- en crisisbeheersing 2018-20216 waren van belang: de start van de evaluatie Wet veiligheidsregio’s7, de realisatie van de Nationale veiligheidsstrategie, de herijking van de civiel-militaire samenwerking, harmonisatie van de nationale planvorming en de doorontwikkeling van risico- en crisiscommunicatie.

Er is onderzoek gedaan naar de rechtspositie van de brandweervrijwilligers. Ook is door de zogenoemde «denktank» in juni 2019 het vervolgonderzoek gestart naar het aanbrengen van onderscheid tussen vrijwilligers en beroepspersoneel bij de brandweer.  Dit onderscheid is van belang om te voldoen aan de normen uit Europese en internationale regelgeving en jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie.8

Een voorstel voor een nieuwe systematiek van opkomsttijden is door het Veiligheidsberaad omarmd en voorgelegd aan de Minister van JenV. Het gaat om een verandering van objectgerichte naar gebiedsgerichte opkomsttijden. Het voorstel sluit aan bij het advies van de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV) in het rapport Inrichting Repressieve Brandweerzorg.9 De Minister van JenV heeft onder een aantal randvoorwaarden ingestemd in met de voorgestelde systematiek en komt met een voorstel tot aanpassing van de regelgeving. 10

In Haarlem en Den Bosch, zijn twee nieuwe meldkamers opengegaan. Hierdoor zijn zeven van de tien meldkamerlocaties opnieuw ingericht. Het beheer daarvan is per 1 januari 2020 overgegaan naar de politie. In 2019 is de migratie naar een nieuw spraaknetwerk van C2000 voorbereid en is besloten tot ingebruikneming in het eerste kwartaal van 2020.

Migratiebeleid

Het kabinet heeft de beleidsvoornemens uit de integrale migratieagenda11 verder uitgewerkt. In de voortgangsbrief12 die eind 2019 is verstuurd is de voortgang per pijler beschreven. Er is onder meer vooruitgang geboekt bij de aanpak van mensensmokkel en –handel, versterking van de EU-buitengrenzen, toegang van vluchtelingen tot onderwijs en werk in de regio, herziening van de terugkeerrichtlijn en de aansluiting tussen asielopvang en huisvesting.

Het vernieuwde identificatie- en registratieproces is op verschillende locaties met succes getest, zodat dit vanaf 2020 breder kan worden geïmplementeerd. Ook de doelgroepgerichte aanpak van het asielproces is in de praktijk gebracht. Zo is voor Moldavische asielzoekers, met weinig tot geen kans op een asielvergunning, een versnelling in spoor 4 (de standaardasielprocedure) aangebracht, waardoor de wachttijd met enkele maanden is teruggebracht. Ook groepen asielzoekers met een grote kans op een verblijfsvergunning, zoals (in 2019) uit Jemen en Syrië, zijn geprioriteerd en versneld behandeld in de Algemene Asielprocedure.

Per 1 juli 2019 is de procedure voor het indienen van een herhaalde asielaanvraag herzien en verbeterd. Herhaalde asielaanvragen kunnen niet langer schriftelijk worden ingediend; een asielzoeker moet zijn aanvraag in persoon bij de IND indienen. Incomplete aanvragen worden sneller buiten behandeling gesteld. Verder is het sinds 1 juli mogelijk om bij een herhaalde asielaanvraag het gehoor achterwege te laten, als op basis van de stukken blijkt dat deze aanvraag geen kans van slagen heeft.

Overlastgevende asielzoekers

Overlast van asielzoekers wordt nu steviger aangepakt. Er zijn drie ketenmariniers aangesteld die zich samen met alle betrokken partijen inzetten om de overlast terug te dringen. Essentieel is een geïntensiveerde, individuele aanpak, waarbij de organisaties in de migratieketen, gemeenten, politie en OM nauw samenwerken. De zwaarste overlastgevers worden op een lijst gezet, zodat iedere betrokken organisatie hen in het vizier heeft en maatregelen kan nemen. Ook zijn in 2019 de voorbereidingen getroffen voor een nieuwe separate opvanglocatie: de «Handhaving en Toezichtlocatie" (htl), bestemd voor asielzoekers die binnen de reguliere COA-opvang ernstige overlast veroorzaken. Vanaf 1 februari 2020 wordt gestart met de htl.

Beëindiging kinderpardon en afschaffing discretionaire bevoegdheid

Begin 2019 hebben de coalitiepartijen een nieuwe balans gezocht in het regeerakkoord met betrekking tot enkele onderwerpen op het terrein van asiel en migratie. Dit leidde tot de beëindiging van de Definitieve Regeling Langdurig Verblijvende Kinderen (DRLVK) en daarbij horende overgangsmaatregelen voor langdurig verblijvende kinderen in de vorm van de Afsluitingsregeling.

In het kader van de Afsluitingsregeling heeft de IND vorig jaar een deel van de aanvragen op grond van de DRLVK herbeoordeeld en nieuwe aanvragen beoordeeld. Herbeoordeeld zijn aanvragen die op grond van de DRLVK waren ingediend, maar die enkel en alleen zijn afgewezen vanwege het zogeheten ‘meewerkcriterium’. Deze aanvragen zijn in het kader van de Afsluitingsregeling opnieuw beoordeeld aan de hand van een ruimhartiger ‘beschikbaarheidscriterium’. Personen die niet in aanmerking kwamen voor een herbeoordeling, maar van oordeel waren toch in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning op grond van de Afsluitingsregeling, konden tot 25 februari 2019 op eigen initiatief een aanvraag indienen. De IND heeft in 2019 op alle aanvragen in eerste aanleg beslist.

Een belangrijke verandering was verder dat op 1 mei 2019 de discretionaire bevoegdheid van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid kwam te vervallen. In plaats daarvan is aan de IND de bevoegdheid toegekend om een verblijfsvergunning te verlenen ‘indien sprake is van een schrijnende situatie die gelegen is in een samenstel van bijzondere omstandigheden die de vreemdeling betreffen’. De IND toetst ambtshalve of er sprake is van een dergelijke situatie bij de eerste aanvraag van een verblijfsvergunning (asiel of regulier) in Nederland. Wanneer de beslissing op deze eerste aanvraag onherroepelijk is geworden (uiterlijk tot en met de uitspraak in hoger beroep), is er geen mogelijkheid meer om van deze bevoegdheid gebruik te maken. Door de toets op schrijnendheid te beperken tot de eerste aanvraag wordt de prikkel uit het oude systeem gehaald om het verblijf te verlengen door procedures te stapelen, in de hoop ooit in aanmerking te komen voor een discretionaire vergunning.

Doorlooptijden

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) kampt al enige tijd met te lange doorlooptijden en – mede hierdoor - een oplopende werkvoorraad. Voor die opgelopen doorlooptijden zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. De belangrijkste is de vroegtijdige afschaling van personeel in 2017, in combinatie met een licht verhoogde asielinstroom. Ook had de IND te maken met een financieringssystematiek die niet verder reikte dan de korte termijn, waarbij onvoldoende rekening werd gehouden met de bestaande werkvoorraad. De IND heeft op verschillende terreinen maatregelen getroffen, die bijdragen aan stabiliteit, versnelling en oplossing van de beschreven problematiek. De effecten van de genomen maatregelen laten langer op zich wachten dan wenselijk is. De Staatsecretaris heeft daarom besloten een onafhankelijk externe partij de opdracht te geven om de uitvoering van de asielprocedure bij de IND door te lichten, om op korte termijn met voorstellen te komen die moeten leiden tot verdere verbeteringen van de uitvoering van de asielprocedure.

Gemeenschappelijke Vreemdelingen Locatie

Op 25 april 2019 spraken ketenpartners de intentie uit om, in overleg met de gemeente Cranendonck, langjarig op de locatie Budel te blijven en hier de ontwikkeling van een Gemeenschappelijke Vreemdelingen Locatie (GVL) door te zetten. Ook hebben de ketenorganisaties samen de verwerving van een additionele GVL-locatie in gang gezet.

Wet- en regelgeving

Om regelgeving meer in lijn te brengen met Europese wetgeving, zijn uitvoeringstoetsen uitgevoerd naar de maatregel gericht op het beperken van rechtsbijstand in het eerste deel van de procedure. Waar het gaat om het terugbrengen van de duur van de asielvergunning van 5 naar 3 jaar, is er een voorstel tot wijziging uitgewerkt, in consultatie gebracht en voor advies aangeboden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

Met het wetsvoorstel inzake grensdetentie13 wordt beoogd met spoed een gebrek in de nationale wetgeving te repareren. Als gevolg van uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 5 juni 2019 moet grensdetentie worden opgeheven, na afwijzing van een asielverzoek aan de grens. De aan de grens afgewezen asielzoeker verkrijgt hiermee alsnog onbedoeld (en ongewenst) toegang tot Nederland. Tijdens de grensprocedure is immers vastgesteld dat hij niet in aanmerking komt voor verblijf in Nederland. Door de wetswijziging wordt weer een deugdelijke grondslag geboden voor grensdetentie tijdens de beroepsfase. Op 24 juli jl. bracht de Afdeling advisering van de RvS een positief advies uit over het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is inmiddels als hamerstuk aanvaard in de Tweede Kamer en in behandeling bij de Eerste Kamer.

Brexit

2019 stond ook in het teken van voorbereidingen op de vreemdelingrechtelijke gevolgen van de Brexit. Na de Brexit hebben Britten geen verblijfsrecht als EU-burger meer. In 2019 werden in eerste instantie voorbereidingen getroffen voor een situatie waarbij het VK de EU zonder akkoord zou verlaten. Daarom kregen alle Britten in NL die in de BRP geregistreerd stonden een tijdelijke verblijfsvergunning in de vorm van een brief. Daarmee was hun verblijfsrecht in het geval van een no deal Brexit gedurende de overgangsperiode geregeld. Zo ver heeft het uiteindelijk niet hoeven komen. De EU en het VK besloten echter tot tweemaal toe tot het uitstellen van de Brexit. Aan het einde van 2019 werd duidelijk dat het VK de EU met een terugtrekkingsakkoord per 31 januari 2020 zou verlaten. Sindsdien zijn de voorbereidingen gericht op de implementatie van wat er in het terugtrekkingsakkoord is afgesproken over het verblijfsrecht van Britten in de EU.

Om Nederland als kennisland in de voorhoede te houden, wordt Kennismigratie beter gefaciliteerd. JenV is voornemens om een aparte verblijfsregeling voor zogeheten ‘essentieel startup personeel’ in het leven te roepen in de vorm van een pilot met een looptijd van drie jaar. Deze regeling zorgt voor kortere, eenvoudigere toelatingsprocedures en een betere elektronische dienstverlening. Startups kunnen zo makkelijker internationaal talent werven dat essentieel is voor de doorgroei van de onderneming.

3

Kamerstukken II 2019-2020, 28 741, nr. 53

4

Kamerstukken II 2019-2020, 33 552, nr. 58

6

Kamerstukken II 2018-2019, 30 821, nr. 50

7

Kamerstukken II 2018-2019, 29 571, nr. 174

8

Kamerstukken II 2018-2019, 29 517, nr. 170

9

Kamerstukken II 2017-2018, 29 517, nr. 142

10

Kamerstukken II 2018-2019, 29 517, nr. 177

11

De zes pijlers van de integrale migratieagenda zijn: 1. voorkomen irreguliere migratie; 2. versterken opvang en bescherming voor vluchtelingen en ontheemden in de regio; 3. Een solidair en solide asielstelsel binnen de Europese Unie en Nederland; 4. minder illegaliteit, meer terugkeer; 5. bevorderen legale migratieroutes; 6. stimuleren integratie en participatie.

13

Kamerstukken II 2019-2020, 35 271, nr. 7

Licence