Base description which applies to whole site

Onderdeel A - Instandhouding van de netwerken Rijkswaterstaat

Bij de instandhouding van de netwerken staan de prestaties die deze netwerken moeten leveren en de doelmatigheid van onderhoud centraal. Het zijn de prestaties – de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid en veiligheid van de infrastructuur – die de gebruikers direct ervaren. Over deze te leveren prestaties en de bijhorende budgetten maakt IenW afspraken met RWS. Deze afspraken vormen de basis van het onderhoud dat door RWS jaarlijks wordt uitgevoerd.

Allereerst wordt een overzicht gegeven van de geleverde prestaties op de netwerken. Vervolgens wordt de ontwikkeling van het areaal in beheer bij RWS, de gerealiseerde budgetten voor instandhouding, de ontwikkeling van de balanspost nog uit te voeren werkzaamheden en het volume uitgesteld en achterstallig onderhoud toegelicht. Over duurzaamheidsprestaties wordt vooralsnog gerapporteerd via het IenW Duurzaamheidsverslag.

Prestaties

De prestaties van de infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in prestatie-indicatoren. De indicatoren leggen de verbinding tussen de sturing op en verantwoording over de gewenste prestaties waarvoor RWS budget heeft gekregen. Met RWS wordt een Service Level Agreement (SLA) met een looptijd van vier jaar afgesproken met daarin de afgesproken prestatieniveaus. De huidige SLA-periode loopt van 2018 tot en met 2021.

Tabel 43 Prestatie-indicatoren netwerken RWS

Prestatie-indicator

Streefwaarde 2018-2021

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Toelichting

Hoofdwegennet

     

Beschikbaarheid

     

Technische beschikbaarheid van de weg

90%

99%

99%

99%

 

Files door Werk in Uitvoering als gevolg van aanleg en gepland onderhoud in:

    

1

Voertuigverliesuren (vanaf 2018)

10%

2%

3%

6%

 

Levering verkeersgegevens:

     

– Beschikbaarheid data voor derden

90%

92%

93%

93%

 

– Actualiteit data voor derden

95%

99%

97%

100%

 

Veiligheid

     

– Voldoen aan norm voor verhardingen

99,7%

99,8%

99,8%

99,7%

 

– Voldoen aan norm voor gladheidbestrijding

95%

97%

97%

Voldoende

2

      

Hoofdvaarwegennet

     

Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid

     

Stremmingen gepland onderhoud

0,8%

0,8%

0,3%

 

Stremmingen ongepland onderhoud

0,2%

0,4%

0,4%

3

Tijdig melden ongeplande stremmingen

97%

98%

98%

98%

 

Vaargeul op orde (% oppervlakte op orde)

    

4

– Toegangsgeulen

99%

100%

100%

100%

 

– Hoofdtransportassen

90%

92%

92%

92%

 

– Hoofdvaarwegen

85%

86%

83%

80%

 

– Overige vaarwegen

85%

91%

87%

83%

 

Veiligheid

     

Vaarwegmarkering op orde

95%

95%

93%

91%

5

      

Hoofdwatersysteem

     

Waterveiligheid

     

Handhaving kustlijn

90%

92%

92%

91%

 

Beschikbaarheid stormvloedkeringen

100%

40%

83%

83%

6

Waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden

100%

100%

75%

50%

7

Betrouwbaarheid informatievoorziening

95%

99%

99%

100%

 

Toelichting

  • 1. De files door Werk in Uitvoering als gevolg van aanleg en gepland onderhoud waren in 2020 hoger dan in 2018 en 2019. Dit komt doordat er vanwege de coronacrisis minder files zijn geweest, waardoor het percentage files door onderhoudswerkzaamheden gestegen is. Het totale reistijdverlies (uitgedrukt in miljoen voertuigverliesuren) door files door werkzaamheden is iets lager dan in eerdere jaren (0,63 in 2018, 0,97 in 2019 en 0,55 in 2020). De scores van de overige prestatie-indicatoren liggen in lijn met de scores van 2018 en 2019.

  • 2. Voor de veiligheidsindicator onderdeel gladheidsbestrijding is een kwalitatieve score opgenomen. Voor het eerste half jaar is een prestatie van 97% gerealiseerd. Omdat in het najaar 2020 een nieuw strooimanagementysteem in gebruik is genomen en dit systeem nog enige kinderziektes had, zijn er over het najaar 2020 geen prestatie cijfers beschikbaar. Kwalitatief is de indruk dat ook in de tweede helft van het jaar de norm is gehaald, omdat in deze periode de tijdigheid van de strooiacties vergelijkbaar is geweest met die in andere jaren.

  • 3. De kwaliteit van de stremmingsgegevens is dusdanig verbeterd dat over 2020 weer gerapporteerd kan worden over de geplande en ongeplande stremmingen. Er lopen nog acties ter verdere verbetering van de juistheid en volledigheid van de registraties. Ongeplande stremmingen scoort boven de norm. Door uitgesteld onderhoud, ouderdom en intensiever gebruik dan bij het ontwerp was voorzien neemt de ongeplande uitval van objecten toe.

  • 4. Met deze prestatie-indicator wordt bepaald in welke mate het oppervlak van de vaargeul voldoet aan de nautisch gegarandeerde diepte. De vaarwegprofielen van de vaarwegtypen Hoofdvaarwegen en Overige Vaarwegen voldoen niet aan de norm. De oorzaak ligt aan de overgang van een aantal vaargeulen naar een nieuwe CEMT klasse. De nautisch gegarandeerde diepte, die bij deze nieuwe CEMT klasse hoort, is dieper dan bij de huidig geldende CEMT klasse. Doordat de nieuwe norm in deze overgangsfase al wel wordt gehanteerd, voldoen deze vaarwegen nu nog niet aan de norm. Daarnaast is er sprake van een achterstand in de baggerwerkzaamheden. Deze baggerwerkzaamheden worden, vanuit praktisch oogpunt, gecombineerd met de aanpassing van de vaargeuldimensies behorende bij de nieuwe CEMT klasse.

  • 5. Net als vorig jaar scoort de vaarwegmarkering onder de norm. De oorzaak van de daling in 2020 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat een aantal voor de PIN zwaarwegende objecten in storing raakten tijdens een storm en het herstel langer duurde door weersomstandigheden en vanwege beperkte beschikbaarheid van de markeerschepen.

  • 6. De beschikbaarheid van de stormvloedkeringen wordt niet behaald. Voor de Maeslantkering was in 2019 geen faalkans afgegeven. In 2020 is deze voorlopig kwantitatief vastgesteld op 1:89 per sluitvraag. De kering voldoet daarmee niet aan de gestelde eis van 1:100 per sluitvraag. Na uitvoering van de geplande verbeteracties, voldoet de faalkans van de Maeslantkering voor het stormseizoen 2021/2022 weer aan de wettelijke eis. Tot dat moment wordt door middel van beheersmaatregelen het betrouwbaar functioneren van de Maeslantkering gewaarborgd.

  • 7. De waterhuishouding op orde in alle peil gereguleerde gebieden is dit jaar niet behaald. Dit heeft meerdere oorzaken. Bij Eefde is de capaciteit van het gemaal lager dan afgesproken wanneer het peil op de IJssel beneden de 3 meter NAP komt. Hierdoor is in zowel 2019 als 2020 de prestatieafspraak voor ‘wateraanvoer bij droogte’ niet gehaald. Door inzet van een tijdelijke pompinstallatie is overlast voorkomen.

    De maximale pompcapaciteit van het gemaal in IJmuiden3 is met bijna 40% afgenomen. Eind april 2020 viel een van de zes pompen uit door een kritiek defect aan de aandrijving. Vervolgens is een tweede pomp buiten gebruik gesteld nadat bleek dat deze dezelfde symptomen vertoonde als de uitgevallen pomp. Het gemaal in IJmuiden is een belangrijke schakel in het waterbeheer voor een groot gedeelte van West-Nederland. Totdat de pompcapaciteit van het gemaal is hersteld, zet Rijkswaterstaat tijdelijke pompen in. In het waterbeheer wordt prioriteit gegeven aan het voorkomen van wateroverlast. Dit heeft incidenteel tot een toename van de zoutindringing op het Noordzeekanaal geleid.

Ontwikkeling van het areaal

Hieronder wordt inzicht gegeven in de omvang van het areaal in beheer bij Rijkswaterstaat per verantwoording 2020.

Tabel 44 Areaal netwerken RWS

Areaal

Eenheid

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Toelichting

Hoofdwegennet

    

1

Rijbaanlengte

     

– Hoofdrijbaan

km

5.867

5.843

5.842

 

– Verbindingswegen en op- en afritten

km

1.723

1.745

1.766

 

Areaal asfalt

     

– Hoofdrijbaan

km2

77

77

77

 

– Verbindingswegen en op- en afritten

km2

15

15

15

 

Groen areaal

km2

182

182

183

 

Verkeerssignalering op rijbanen

km

2.781

2.839

2.890

 

Verkeerscentrales

stuks

6

6

6

 

Bediende objecten

     

– Spitsstroken

km

319

310

310

 

– Bruggen Beweegbaar

stuks

55

55

55

 

– Tunnelcomplexen

stuks

19

19

20

 

– Aanleginrichtingen (veren)

stuks

15

15

14

 

Aquaducten

stuks

17

17

17

 

Ecoducten

stuks

54

56

55

 
      

Hoofdvaarwegennet

    

2

Vaarwegen

km

7.082

7.082

7.071

 

– waarvan binnenvaart

km

3.437

3.437

3.426

 

– waarvan zeevaart

km

3.646

3.646

3.646

 

Begeleide vaarweg

km

592

592

592

 

Verkeersposten

stuks

12

12

12

 

Vuurtorens (incl. BES-eilanden)

stuks

23

23

24

 

Bediende objecten

     

– Schutsluiskolken

stuks

128

129

131

 

– Bruggen beweegbaar

stuks

114

113

113

 
      

Hoofdwatersysteem

    

3

Watermanagement wateroppervlak

km2

90.192

90.191

90.189

 

Kustlijn

km

293

293

293

 

Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.:

     

–  Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen

km

198

198

195

 

–  Niet primaire waterkeringen/duinen

km

646

646

625

 

–  Uiterwaarden in beheer Rijk

ha

5.007

5.351

5.185

 

–  Uiterwaarden in beheer Rijk

ha

5.351

   

Binnenwateren

km2

3.050

3.049

3.047

 

Bediende objecten:

     

–  Stormvloedkeringen

stuks

6

6

6

 

–  Spui- en uitwateringssluiskolken

stuks

84

86

85

 

–  Stuwcomplexen

stuks

10

10

10

 

–  Gemalen

stuks

19

20

20

 

Toelichting:

  • 1. Hoofdwegennet

  • Algemeen beeld periode 2018-2020: De omvang van het hoofdwegennet neemt toe door grote verbredingsprojecten. In een aantal van deze projecten worden spitsstroken omgezet naar permanente rijstroken, waardoor de lengte spitsstroken afneemt. De rijbaanlengte hoofdrijbaan is in 2018 toegenomen door de aanleg van de nieuwe N18; in 2019 is de oude N18 grotendeels overgedragen aan de betreffende gemeenten, waardoor de rijbaanlengte weer afnam.

  • Specifiek 2020: De uitbreiding van het Hoofdwegenet in 2020 komt op conto van de projecten "A1 Apeldoorn - Azelo", «A16/N3 Dordtse Kil» en "SAA-3 A9 Holendrecht - Diemen (Gaasperdammerweg)", met daarin de nieuwe Gaasperdammertunnel. Er zijn twee nieuwe ecoducten gerealiseerd: in de N200 bij Halfweg en in de A1 bij Deventer; het totale aantal ecoducten is toch afgenomen door dataverbeteringen, omdat drie ecopassages onder de rijksweg ten onrechte als ecoduct waren geclassificeerd. Verder is de oude sneldienststeiger (aanleginrichting) bij Harlingen, die niet meer in gebruik was, verwijderd.

  • 2. Hoofdvaarwegennet:

  • Algemeen beeld periode 2018-2020: De omvang van het vaarwegennet is vrij stabiel. De meeste veranderingen hebben in 2020 plaatsgevonden. In 2019 heeft alleen een wijziging in de bediende objecten plaatsgevonden: de derde kolk bij de Beatrixsluis is in gebruik genomen en de Paddepoelsterbrug is buiten gebruik gesteld door aanvaring.

  • Specifiek 2020: De lengte vaarwegen neemt af als gevolg van de overdrachten van het Oude Maasje en het Zuiderkanaal naar het Waterschap Brabantse Delta. Het aantal vuurtorens neemt toe door een overdracht naar Rijkswaterstaat van de vuurtoren Fort Oranje op St. Eustatius. Het aantal bediende objecten neemt toe als gevolg van de aanleg van de Reevesluis en de tweede sluiskolk bij sluis Eefde.

  • 3. Hoofdwatersysteem:

  • Algemeen beeld periode 2018-2020: De omvang van het beheerde oppervlak hoofdwatersysteem neemt af, onder andere door de verbreding van de Houtribdijk in 2019. De omvang van de uiterwaarden varieert. Enerzijds door aanleg en anderzijds door overdrachten naar diverse partijen. In 2019 is het aantal bediende objecten in totaal met drie toegenomen door de registratie van een gemaal en spuimiddel bij Sluis II en een spuimiddel bij Sluis IV.

  • Specifiek 2020: Het wateroppervlak neemt af, onder andere als gevolg van de overdrachten van het Oude Maasje en het Zuiderkanaal naar het Waterschap Brabantse Delta. De primaire en niet-primaire keringen nemen af door overdrachten naar andere partijen zoals een aantal voorhavendijken naar het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. In 2020 is de omvang uitwaarden afgenomen, met name door overdrachten naar andere partijen. Bijvoorbeeld de overdracht van de Reevediep uiterwaarden naar Staatsbosbeheer. In 2020 is het aantal spui- en uitwateringssluiskolken gelijk gebleven. Het totale aantal is toch met één afgenomen door dataverbeteringen, omdat een waterreguleringswerk ten onrechte als spuisluis was geclassificeerd. De afname van 86 naar 85 is zodoende puur administratief.

Budgetten Instandhouding Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem

Tabel 45 Budget en realisatie verkeers-/watermanagement en Beheer en onderhoud RWS (bedragen x €1.000)
  

Begroting

Realisatie

Verschil

 

Artikelonderdeel

2020

2020

2020

Toelichting

Hoofdwegen

     

IF 12.01

Verkeersmanagement

3.811

4.109

298

 

IF 12.06.02

Verkeersmanagement Landelijke Taken

20.477

20.834

357

 

IF 12.02.01

Beheer en Onderhoud

501.379

700.022

198.643

1

IF 12.06.02

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken

19.460

41.390

21.930

2

Totaal realisatie Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud Hoofdwegen

545.127

766.355

221.228

 
      

Hoofdvaarwegen

     

IF 15.01

Verkeersmanagement

8.830

11.010

2.180

 

IF 15.06.02

Verkeersmanagement Landelijke Taken

5.589

5.682

93

 

IF 15.02.01

Beheer en Onderhoud

331.829

335.809

3.980

3

IF 15.06.02

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken

5.180

5.686

506

 

Totaal realisatie Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud Hoofdvaarwegen

351.428

358.187

6.759

 
      

Hoofdwatersysteem

     

DF 3.01.01

Watermanagement

7.336

7.458

122

 

DF 5.02.01

Watermanagement Landelijke Taken

4.088

3.956

‒ 132

 

DF 3.02.01

Beheer en Onderhoud Waterveiligheid

81.685

91.761

10.076

4

DF 3.02.02

Beheer en Onderhoud Zoetwatervoorziening

27.739

29.190

1.451

 

DF 5.02.01

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Waterveiligheid

7.159

7.045

‒ 114

 

DF 5.02.01

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Zoetwatervoorziening

2.425

2.465

40

 

Totaal realisatie Watermanagement en Beheer en Onderhoud Hoofdwatersysteem

130.432

141.875

11.443

 
      

Totaal realisatie verkeers-/watermanagement en Beheer en Onderhoud RWS

1.026.987

1.266.417

239.430

 

Toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De hogere realisatie dan begroot bij Beheer en Onderhoud betreft voornamelijk de uitgaven voor de versnelling aan onderhoudswerkzaamheden. Er is extra budget vrijgemaakt voor maatregelen die direct effect hebben op het verminderen van (ver)storingen en relatief snel zijn in te passen in de onderhoudsprogrammering van RWS (€ 122,4 miljoen). Deze maatregelen op het Hoofdwegennet zijn met name gericht op de verlichting, geleiderails, en fauna-afrastering (Kamerbrief 29 385, nr. 106). Daarnaast zijn er extra uitgaven geweest voor geluidsmaatregelen naar aanleiding van de actualisatie van het geluidsplafond (€ 49,0 miljoen).

  • 2. De hogere realisatie dan begroot wordt voornamelijk veroorzaakt door uitvoering van CO2-reducerende maatregelen in het kader van het ‘Urgenda I-pakket’ (€ 10 miljoen). In het kader van de klimaatenveloppe heeft het kabinet middelen beschikbaar gesteld voor circulaire maatregelen in de GWW waarmee CO2- reductie kan worden gerealiseerd zoals door recycling en hergebruik van asfalt, beton en staal in de infrasector (€ 1 miljoen).

  • 3. De hogere realisatie dan begroot bij Beheer en Onderhoud wordt voornamelijk veroorzaakt door een versnelling van onderhoudswerkzaamheden. Op het hoofdvaarwegennet zijn extra werkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van damwanden, bedieningsinstallaties van sluizen en baggerwerkzaamheden.

  • 4. De belangrijkste oorzaken voor de hogere realisatie bij Beheer en Onderhoud Waterveiligheid zijnde in 2020 aangebrachte versnelling van beheer- en onderhoudswerkzaamheden (€ 4,9 miljoen), herstart van de aanpassing besturingssysteem Maeslantkering (€ 3,5 miljoen) en verwerking van de prijsbijstelling 2020 (€ 1,5 miljoen).

Tabel 46 Budget en realisatie Vervanging en Renovatie RWS (bedragen x €1.000)

Artikelonderdeel

 

Begroting

Realisatie

Verschil

 
  

2020

2020

2020

Toelichting

IF 12.02.04

Vervanging en Renovatie Hoofdwegennet

190.701

127.107

‒ 63.594

1

IF 15.02.04

Vervanging en Renovatie Hoofdvaarwegennet

66.245

51.650

‒ 14.595

2

DF 3.02.03

Vervanging en Renovatie Hoofdwatersysteem

16.493

15.482

‒ 1.011

 

Totaal realisatie Vervanging en Renovatie Rijkswaterstaat

273.439

194.239

‒ 79.200

 

Toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De lagere realisatie bij Hoofdwegennet wordt veroorzaakt door een kasschuif van 2020 naar 2021 die in de ontwerpbegroting 2021 is verwerkt voor de projecten:

    • Suurhoffbrug (- € 16,0 miljoen),

    • N3 Wantijbrug (- € 10,6 miljoen),

    • Brug de Noord (- € 9,2 miljoen),

    • Systemen voor bediening, beveiliging en bewaking van tunnels (- € 6,5 miljoen) en

    • A73 Roertunnel en Swalmentunnel (- € 4,2 miljoen).

  • 7. De lagere realisatie bij Hoofdvaarwegennet wordt veroorzaakt doordat RWS een minder groot beroep heeft gedaan op de reservering VenR, wat heeft geleid tot een lagere uitgaven van €7,6 miljoen. Daartegenover staan hogere uitgaven bij de volgende projecten :

    • VenR Groot Onderhoud Stuwen (€ 7,3 miljoen) door herstelwerkzaamheden aan de stuw Linne;

    • Modernisering Objecten Bediening Zeeland (MOBZ) Renovatie en Vernieuwing (€ 2,7 miljoen) Dit komt doordat vanwege de hinderplanning de realisatie van twee bruggen is omgedraaid. Hierdoor zijn kosten eerder gemaakt dan in de oorspronkelijke planning was voorzien.

    • Onderzoeksprogramma V&R (€ 1,8 miljoen). Er zijn meer onderzoeken uitgevoerd in 2020 dan eerder gepland

Balanspost Nog uit te voeren werkzaamheden

RWS is een agentschap met een baten lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar tekort of over zijn , worden op de balans van RWS verantwoord onder de post Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW).

Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Infrastructuurfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar.

Deze post omvat overigens meer. Onder andere ook de mee- en tegenvallers op beheer- en onderhoudscontracten komen in deze balanspost. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. Dit kan komen door:

  • het moeten inpassen van maatregelen die niet waren voorzien;

  • wijzigende marktomstandigheden, met kostprijzen die sneller stijgen dan eerder geraamd. Dit leidt tot aanbestedingstegenvallers;

  • gebrek aan beschikbare capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie of op de markt.

De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de opbrengsten af te trekken. De balanspost wordt in een volgend jaar weer aan de opbrengsten toegevoegd.

Hieronder worden de belangrijkste posten toegelicht die de opbouw van de post NUTW per ultimo 2020 bepalen. Het overgrote deel van de post betreft de SLA Beheer en onderhoud en Verkeer- en watermanagement inclusief de Landelijke Taken.

Tabel 47 Ontwikkeling post NUTW RWS (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

Bedrag x € 1 miljoen

 
 

2019

2020

Toelichting

Beheer en onderhoud en verkeersmanagement

   

1) Hoofdwatersysteem

254

216

1

2) Hoofdwegennet

7

‒ 9

2

3) Hoofdvaarwegennet

94

125

3

Subtotaal Beheer en onderhoud en verkeersmanagement inclusief Landelijke Taken

355

333

 
    

Overig1

   

4) Hoofdwatersysteem

32

54

4

5) Hoofdwegennet

79

85

5

6) Hoofdvaarwegennet

22

9

6

7) Overig

29

37

7

Subtotaal Overig

162

186

 
    

Totaal

517

519

 
1

De post ‘Overig’ bestaat uit opgedragen maatregelen voor onder andere achterstallig onderhoud vaarwegen en uit opgedragen maatregelen voor kwaliteit leefomgeving. De kosten voor deze opgedragen maatregelen worden in 2021 en later gemaakt.

Toelichting

  • 1. Aan de balanspost op Hoofdwatersysteem is € 34 miljoen onttrokken ter dekking van middelen die al in de begroting 2015 beschikbaar zijn gesteld voor het artikel waterkwaliteit op het Deltafonds. Deze middelen zijn aan dat artikel toegevoegd in de jaren 2017 t/m 2023. De onderliggende werkzaamheden worden in deze periode uitgevoerd.

    Het grootste deel van de € 216 miljoen voor Hoofdwatersysteem heeft betrekking op kustlijnzorg: € 134 miljoen. Vorig jaar was dit nog € 116 miljoen. Dit omdat het in 2011 gewijzigde aanbestedingsbeleid heeft geleid tot meer en eerdere meevallers dan verwacht en doordat de opdrachtnemers binnen de hen gegeven vrijheid de daadwerkelijke zandsuppleties naar achteren schuiven. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de activiteiten in 2020 stil hebben gelegen vanwege de stikstofproblematiek.

    Het resterende saldo van € 82 miljoen wordt gebruikt voor noodzakelijke onderhoudsmaatregelen in 2021 en verder.

  • 2. Medio 2020 was gebleken dat in de huidige meerjarige onderhoudsperiode (2018-2021) spanning bestaat tussen het budgettair kader en de budget behoefte van RWS voor beheer en onderhoud. Bij Najaarsnota is daarom besloten € 103 miljoen middels het saldo over te hevelen naar 2020 en bij Voorjaarsnota 2021 dit bedrag vanuit de Investeringsruimte op artikel 20.05.01 naar artikel 12 te boeken. Eind 2020 blijkt sprake te zijn van een beperkt tekort. Dit wordt aangevuld in 2021.

  • 3. In het saldo op Hoofdvaarwegennet heeft voor € 17 miljoen betrekking op Reeds Uitgevoerd Werk. Het gaat om de Overdracht van de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel aan het Waterschap. De toekomstige beheer- en onderhoudslasten zijn toen in één keer afgekocht. Deze post loopt af in jaarlijkse porties van € 3 miljoen.

    De rest van het saldo (€ 142 miljoen) betreft nog uit te voeren werk. Dit saldo is gestegen, hoewel er in 2020 meer kosten zijn gemaakt dan in 2019. In de SLA 2018-2021 was echter uitgegaan van een nóg hogere productie en daarom is in 2020 ook meer agentschapsbijdrage ontvangen dan in 2019. Deze hogere productie is niet geheel gerealiseerd, er zijn maatregelen naar latere jaren doorgeschoven.

  • 4. Van de € 54 miljoen voor Hoofdwatersysteem heeft € 36 miljoen betrekking op Herstel en Inrichting en € 12 miljoen op Verkenningen en Planuitwerkingen.

  • 5. Van de € 85 miljoen op het Hoofdwegennet is € 56 miljoen bestemd voor servicepakketten zoals Meer Veilig, € 19 miljoen voor file-aanpak en € 10 miljoen voor planuitwerkingen.

  • 6. De balanspost op het Hoofdvaarwegennet heeft bijna volledig betrekking op NoMo AOV.

  • 7. De balanspost overig heeft voor € 21 miljoen betrekking op projecten die Rijkswaterstaat uitvoert in Caribisch Nederland. De stijging ten opzichte van eind 2019 wordt grotendeels veroorzaakt door extra budget dat is toegevoegd voor het incident met de tanker Bow Jubail (€ 5 miljoen).

Uitgesteld en achterstallig onderhoud

Bij het in stand houden van de infrastructuur, zoals beschreven bij de onderhoudsprogrammering, staat een veilig gebruik altijd voorop. Binnen dat kader wordt op basis van de technische staat bekeken wat een goed moment is voor onderhoud, renovatie of vervanging (LCC). Dit zorgt ervoor dat een deel van het onderhoud wordt uitgesteld naar latere jaren. Voor een deel gebeurt dit om werk-met-werk te combineren (ander onderhoudswerk of grotere renovatie-, vervangings- of aanlegprojecten) of de hinder voor de gebruikers te beperken. Voor een ander deel gebeurt dit omdat onvoorziene gebeurtenissen plaatsvinden en er maatregelen prioritair moeten worden ingepast die niet waren voorzien. De omvang van het uitgesteld onderhoud wordt jaarlijks gemonitord.

Het bepalen van de omvang van het uitgesteld onderhoud is geoperationaliseerd door te kijken welke onderhoudsmaatregelen per 1 januari van enig jaar op basis van het gebruikte onderhoudsregime een geadviseerd onderhoudsmoment hadden voor dat jaar. Voor het bepalen van de omvang van het achterstallig onderhoud is van de uitgestelde onderhoudsmaatregelen beoordeeld of de assets niet meer voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken.

In onderstaande tabel is de totale omvang van het volume aan uitgesteld en achterstallig onderhoud per modaliteit van eind 2016 tot eind 2020 weergegeven. De oploop van het uitgestelde onderhoud kent diverse oorzaken. Zo spelen bijvoorbeeld wijzigende marktomstandigheden een rol, doen zich onvoorziene gebeurtenissen voor, die met hoge prioriteit moeten worden opgepakt en kan gebrek aan beschikbare capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie of op de markt van invloed zijn.

Dat de stijgende trend in 2020 iets is getemporiseerd en in het geval van het hoofdwegennet en hoofdvaarwegennet zelfs beperkt afgenomen. Dit komt doordat extra budget is ontvangen met de impuls (Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 35 300 A, nr. 5) en het Versnellingspakket (Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 29 385, nr. 106). Hierdoor kon meer onderhoud worden uitgevoerd. Verder is bij het Hoofdwegennet het budget dat uit eerdere jaren beschikbaar was uit de balanspost Nog Uit te voeren Werkzaamheden (NUTW) nagenoeg volledig ingezet. Bij Najaarsnota is verder € 103 miljoen middels het saldo versneld naar 2020. Hierdoor is de groei van het uitgesteld onderhoud geremd.

Ten behoeve van de langjarige instandhoudingsbehoefte (budget en capaciteit) is het beeld verscherpt door externe audits die in 2019 en 2020 zijn uitgevoerd op de budgetbehoefte voor instandhouding van RWS. Over de uitkomsten hiervan is de Kamer eind 2020 geïnformeerd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35570 A nr. 46). Uit deze onderzoeken blijkt dat de budgetbehoefte voor de periode 2022–2035 in de orde van gemiddeld € 1 miljard per jaar hoger ligt dan het beschikbare budget, zonder dat het uitgesteld onderhoud wordt ingelopen. Dit betekent dat zonder aanvullend budget het uitgesteld onderhoud naar verwachting in de toekomst verder zal oplopen.

Tabel 48 Realisatie uitgesteld onderhoud (bedragen x € 1 miljoen)
 

2017

2018

2019

2020

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Hoofdwegennet

314

3

353

1

552

7

544

12

Hoofdvaarwegen

350

36

414

37

493

3

487

9

Hoofdwatersysteem1

80

6,81

106

8

106

8

159

1

Totaal

744

45

873

46

1.151

18

1.190

22

1

Hierbij zijn de kosten voor de kustlijnzorg buiten beschouwing gelaten. Dit is gedaan omdat de opdrachtnemer de vrijheid heeft de suppleties uit te voeren binnen de door het contract bepaalde periode, met een beperkte mogelijkheid tot uitloop.

3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 27 625, nr. 503

Licence