Base description which applies to whole site

3.3 Mensen

Personeelsagenda

HR-model

Op 28 mei 2021 is de Kamer geïnformeerd over de inhoud van het nieuwe HR-model Defensie en de HR-transitie (35570-X, nr. 91), die naar verwachting zal duren tot en met 2025. 2021 was een overgangsjaar, waarin de inhoudelijke uitwerking van het HR-model en de HR-transitie voldoende zijn voorbereid. In de periode tot en met 2025 worden de verschillende elementen van het HR-model stapsgewijs en in samenwerking met de defensieonderdelen concreet gemaakt en ingevoerd. Waar het HR-model gaat over de rechtspositie van het personeel, zoals een nieuw loongebouw en aanstellings- en contractvormen, moet overeenstemming worden bereikt met de centrale van overheidspersoneel. In 2021 heeft geen formeel overleg met de centrales kunnen plaatsvinden. Defensie hoopt in 2022 tot overeenstemming te komen met de centrales om het HR-model en de HR-transitie volgens plan te kunnen uitwerken, testen en invoeren.

Personeelszorg

Het programma militaire gezondheidszorg (MGZ) 2020 is afgerond. De ambities zijn behaald. MGZ 2020 heeft randvoorwaarden gerealiseerd waarmee de kwaliteit van de militair geneeskundige zorg- en dienstverlening structureel wordt verbeterd, bewaakt en beheerst. Er zijn duidelijke normen voor de kwaliteit van gezondheidszorg voor militairen binnen en buiten Nederland opgesteld, de inzetbaarheid van de operationeel geneeskundige keten is verbeterd en er zijn (certificeerbare) kwaliteitsmanagementsystemen voor de MGZ ingevoerd. Daarnaast werkte Defensie aan de verbetering van de medische informatievoorziening van de militaire gezondheidszorg in Nederland. Die wordt zo veel als mogelijk volgens de civiele standaarden ingericht. Er is een digitaal patiëntendossier voor de geïntegreerde gezondheidszorg geïmplementeerd, dat zowel in Nederland als op oefening of missie kan worden gebruikt. Ook heeft in 2021 een ketendoorlichting van de MGZ plaatsgevonden, die aan de basis staat voor verbeteringen in de keten in 2022.

Als het gaat om de zorg voor veteranen is per 1 januari 2021 het Nederlands Veteraneninstituut tot stand gekomen uit een fusie van meerdere organisaties. Door organisaties onder één bestuur en één subsidiestroom te brengen, kan beter uitvoering worden gegeven aan het veteranenbeleid. De uitgaven voor het NFE stijgen doordat meer (en ook jongere) veteranen een beroep op compensatie vanuit het fonds doen en door de gewijzigde te hanteren rekenrente. In 2021 heeft het kabinet incidenteel € 30 miljoen beschikbaar gesteld om gestegen uitgaven op te vangen en daarnaast heeft het kabinet voor de jaren 2022 en verder € 20 miljoen structureel beschikbaar gesteld. In 2021 is daarnaast verder gewerkt aan de herziening van het uitkeringen- en voorzieningenstelsel voor veteranen. Het zal nog zeker tot 2023 duren voordat dit is gerealiseerd.

In december 2020 is het rapport ‘Focus op Dutchbat-III’ gepresenteerd. In 2021 is invulling gegeven aan de aanbevelingen. Met een collectief gebaar is tegemoet gekomen aan het ervaren gebrek aan erkenning en waardering vanuit Defensie. In lijn met de aanbevelingen is onder meer een geldbedrag van € 5.000 (belastingvrij) toegekend. Dit bedrag is inmiddels aan vrijwel alle rechthebbenden uitgekeerd. De uitvoering van de terugkeerreizen wordt uitgewerkt. Eind november zijn alle Dutchbat-III-veteranen geïnformeerd over de stand van zaken over de terugkeerreis en het voornemen voor een reünie bijeenkomst in het voorjaar van 2022. Tot slot is door het kabinet extra geld vrijgemaakt voor het nationaalfonds ereschulden.

Arbeidsvoorwaarden

Het arbeidsvoorwaardenakkoord 2018-2020 liep af op 31 december 2020. Op 23 december 2020 zijn de onderhandelingen voor een nieuw akkoord echter stukgelopen en hebben de centrales het overleg voor onbepaalde tijd opgeschort. De gesprekken zijn in 2021 na het zomerreces voortgezet. Dat heeft ertoe geleid dat door sociale partners een maximaal haalbare uitkomst is vastgesteld binnen de beschikbare arbeidsvoorwaardenruimte, die door de centrales van overheidspersoneel is voorgelegd aan de achterban. Op 2 december bleek dat de arbeidsvoorwaardengesprekken niet hebben geleid tot een arbeidsvoorwaardenakkoord voor 2021. Het streven is om zo snel mogelijk de gesprekken over een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord weer op te starten. Defensie heeft er als werkgever eigenstandig voor gekozen om de aflopende toelage loongebouw tot eind 2022 te verlengen. Hierdoor is het personeel dat deze toelage ontvangt niet de dupe geworden van het achterwege blijven van een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord.

Veiligheid bij Defensie

In 2021 lijkt sprake van een positieve ontwikkeling op het gebied van ervaren ongewenst gedrag. Verder is de meldingsbereidheid om een onveilige situatie te bespreken hoog. Negentig procent van de defensiemedewerkers voelt zich veilig genoeg om onveilige situaties te bespreken binnen het team of met hun leidinggevende. Ruim twee derde van de defensiemedewerkers heeft er vertrouwen in dat een melding professioneel wordt behandeld. Deze positieve ontwikkelingen zijn onder andere bevestigd door de Arbeidsinspectie NL naar aanleiding van herinspecties bij de defensieonderdelen. In bijlage 6 bij het jaarverslag Defensie is een overzicht van meldingen over bedrijfsveiligheid in 2021 opgenomen.

Agenda voor Veiligheid

Een goed ontwikkeld veiligheidsbewustzijn is voor iedereen in de defensieorganisatie essentieel. Dat zorgt ervoor dat veiligheid een integraal onderdeel wordt van het dagelijkse werk. Om de fysieke en sociale veiligheid te versterken, is in 2018 het plan van aanpak ‘Een veilige defensieorganisatie’ (kamerstuk 34 919, nr. 4) en het plan ‘Versterking van de sociale veiligheid’ (kamerstuk 35 000 X, nr. 75) in uitvoering genomen. Het plan richtte zich met structureel 25 miljoen euro budget jaarlijks op de tone at the top, op het versterken van de veiligheidsorganisaties en op het stimuleren van melden en leren. Met beide plannen is een basis gelegd, maar doorontwikkeling was en is noodzakelijk om tot verhoging van de veiligheid te komen. Daarom is in 2021 de Agenda voor Veiligheid vastgesteld, met maatwerk voor de verschillende defensieonderdelen.

Bij de aanbieding van het derde en laatste jaarrapport van de Visitatiecommissie Defensie & Veiligheid op 21 juni 2021 heeft Defensie aangegeven zich nadrukkelijk te richten op het uitvoeren van de plannen uit de Agenda voor Veiligheid (kamerstuk 34 919, nr. 81). Naar aanleiding van het rapport van de Visitatiecommissie is een inventarisatie gemaakt van de actuele veiligheidsrisico’s van Defensie. Het inzicht in deze risico’s en de grip die de organisatie daarop heeft, gaven een beeld van de huidige stand van veiligheid binnen Defensie. Zo worden vanaf 2022 de veiligheidsorganisaties van de defensieonderdelen verder versterkt, zodat commandanten lager in de organisatie hier vaker een beroep op kunnen doen. Ook wordt specifieke kennis op bijvoorbeeld het gebied van kunstmatige optische straling en veiligheidsaudits vergroot binnen Defensie. Het verhogen van de fysieke en sociale veiligheid vraagt echter meer en kan daarom niet los worden gezien van andere herstelmaatregelen voor onder andere personeel, materieel en vastgoed.

Sociale veiligheid en integriteit

Naast de (her)inspectie van Arbeidsinspectie NL op acht locaties bij diverse defensieonderdelen, stond in 2021 de opdracht om het integriteitsbeleid te herzien centraal. De focus lag hierbij op de mening van de medewerker. In december 2021 heeft het Veiligheidscomité ingestemd met integriteitsbeleid voor Defensie. Ondersteund met een communicatieplan gericht op de specifieke doelgroepen zal het beleid verder worden uitgerold. De speerpunten van het integriteitsbeleid zijn in lijn met de vijf sporen van het plan versterking sociale veiligheid: opleiding, leiderschap, meld- en registratiesysteem, personeelsbeleid en cultuur.

Op deze sporen is in 2021 reeds uitvoering gegeven door onder andere aan het opnemen van sociale veiligheid in de relevante opleidingscurricula, diverse opleidingen en workshops voor teams en leidinggevenden, het versterken van (na)zorg bij meldingen, de evaluatie van het Meldpunt Integriteit Defensie en de positionering van de Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) en het introduceren van een digitaal meldformulier. Verder is ter ondersteuning van de leidinggevende geïnvesteerd in de kwaliteit van vertrouwenspersonen en integriteitsadviseurs. Ter versterking van de veilige werkomgeving (cultuur) zijn er op diverse plekken binnen alle defensieonderdelen interventies gedaan onder de noemer ‘just culture’ actieonderzoek.

Integraal risicomanagement

Het toepassen van integraal risicomanagement is voor Defensie van belang - zeker voor veiligheid. In 2021 zijn stappen gezet in het integraal risicomanagement door de toepassing van integraal risicomanagement voor heel Defensie. Voor Defensie betekent dit een wezenlijke sprong vooruit in het managen van veiligheid. Voorbeelden hiervan zijn dat in 2021 defensieonderdelen zijn gaan werken met een uniforme integrale risicomatrix, de CDS een eenduidige risico-escalatieprocedure heeft vastgesteld en DOSCO/NLDA-opleidingen en -trainingen over integraal risicomanagement heeft ontwikkeld en verzorgd.

Gezondheidsmonitoring

Structurele Gezondheidsmonitoring helpt om verbanden tussen werkomstandigheden en gezondheidsaandoeningen vast te stellen om zo tijdig preventieve maatregelen te nemen ter bescherming van de gezondheid en de veiligheid van het personeel. Bij gezondheidsmonitoring gaat het altijd om groepen medewerkers. Het gaat nooit om de gegevens van een enkele persoon. De resultaten van het onderzoek zijn volledig anoniem. Defensie handelt daarmee volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

De wettelijke grondslag voor Structurele Gezondheidsmonitoring, spoor I is omschreven in de Data Protection Impact Assessment (DPIA). Om de wettelijke grondslag nog steviger te verankeren voor Gezondheidsmonitoring spoor I, is gestart met het expliciteren van de wettelijke grondslag via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Dit ter bestendiging van het toekomstig gebruik van pseudo-anonieme gegevens voor gezondheidsmonitoring. De concept AMvB is in ontwikkeling en wordt begin 2022 verwacht.

Gevaarlijke stoffen

In 2021 voltooide het RIVM het derde en laatste deelonderzoek naar het werken met chroom-6 op alle defensielocaties. Verder werd in juni 2021 de gewijzigde Uitkeringsregeling chroom-6 van kracht voor alle (oud-) medewerkers en hun nabestaanden. Een adviescommissie onder voorzitterschap van professor Heerma van Voss is gevraagd advies uit te brengen over drie vragen met betrekking tot de Uitkeringsregeling. De eindrapportage van de commissie, met reactie op de drie vragen, zal naar verwachting in de eerste helft van 2022 gereed zijn.

In 2021 zijn de laatste maatregelen uit het plan van aanpak Beheersing Chroom-6 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 70) gerealiseerd zodat veilig met chroom-6 kan worden gewerkt; de vervanging van de spuitcabines bij de Luchtmacht staat gepland voor 2022 en de nieuwbouw voor Leusden volgt later. In 2021 zijn negen incidenten met chroom-6 gemeld, waarvoor maatregelen zijn genomen. De meldingen worden gepubliceerd op defensie.nl. Inmiddels is de aanpak verbreed naar andere gevaarlijke stoffen, met prioriteit voor kankerverwekkende en mutagene stoffen. Het beleid kenmerkt zich door de zogenoemde S-T-O-P-strategie: zo veel als mogelijk vindt Substitutie van stoffen plaatsen, worden Technische maatregelen genomen zoals betere afzuiging en geschikt gereedschap. Daarvoor is 1 miljoen euro extra budget vrijgemaakt. Organisatorische maatregelen zijn bijvoorbeeld voorlichting door onder andere e-learnings. Tot slot zijn voldoende Persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar. De Arbeidsinspectie NL houdt toezicht op dit onderwerp en heeft gemeld dat de meeste overtredingen zijn weggenomen.

Voor de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn in 2021 drie (interne) publicaties met regelgeving geactualiseerd en vastgesteld. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn de aanbevelingen van de Inspectie Veiligheid Defensie omgezet in concrete verbeteringen voor opleidingen, de rol van de veiligheidsadviseur en de oprichting van een Defensie Luchtvracht Expeditie. De Arbeidsinspectie NL heeft ook in 2021 gecontroleerd op de opslag van munitie en geen noemenswaardige tekortkomingen geconstateerd.

Conform een toezegging door de minister aan de Kamer in april 2019 is het Insitute for Risk Assessment Sciences (IRAS) gevraagd een aanvullende literatuurstudie te verrichten om meer duidelijkheid te krijgen over een mogelijke relatie tussen gezondheidsklachten en de uitstoot van burn pits. Het is van belang dat Defensie in de toekomst over meer data kan beschikken over blootstellingen tijdens missies en deze meer kan relateren aan mogelijke gezondheidsrisico’s en eventuele gezondheidsklachten. Daarom heeft Defensie in 2021 apparatuur in gebruik genomen waarmee continu de luchtkwaliteit kan worden gemonitord in missiegebieden.

Tevens heeft Defensie het rekenmodel Military Exposure Assessment Tool (MEAT) verder doorontwikkeld. MEAT brengt meetgegevens en modelschattingen aan werk- en milieugerelateerde blootstelling in een (mogelijk) missiegebied samen. Defensie blijft de wetenschappelijke ontwikkelingen en literatuur over burn pits nauwlettend volgen, net als de ontwikkelingen bij onze internationale partners.

Toezichthouders en commissies

In de brief behorende bij het jaarrapport 2021 van de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid (Kamerstuk 34 919 nr. 81) is toegezegd om vanaf 2021 de veiligheidsparagraaf in het Jaarverslag Defensie verder uit te bereiden, onder andere met de opvolging van de aanbevelingen van toezichthouders.

Het Toezichtberaad van Defensie bestaat uit de Inspecteur-generaal Veiligheid Defensie (IVD), de Inspecteur Militaire Gezondheidszorg (IMG), het Korps Militaire Controleurs Gevaarlijke Stoffen (KMCGS), de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA), de Beveiligingsautoriteit (BA) en de Functionaris Gegevensbescherming (FG). De Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) is toehoorder van dit beraad. In 2021 hebben de toezichthouders voor het eerst een gezamenlijk jaarbericht opgesteld, op basis van hun aparte jaarverslagen. Deze stukken zijn op 19 mei 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstuk 35 570 X, nr. 87). Daarnaast heeft Defensie in 2021 vijf onderzoeksrapporten van de IVD ontvangen (vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht, blikseminslag Ossendrecht, zelfbeschieting F-16 Vliehors, NH90-helikopterongeval in de Caribisch gebied en Dingo-ongeval Afghanistan) en aan de Kamer gestuurd, voorzien van een beleidsreactie. Via zogeheten interne opdrachtnota’s zet Defensie opvolging van de toegezegde maatregelen in gang. Om voortgang en sturing op de voorgenomen maatregelen te bespoedigen, is er een driehoeksoverleg tussen beleid (DGB), uitvoering (CDS) en toezicht (IVD). In de bijlage bij dit verslag vindt u een overzicht van de opvolging van aan de Kamer toegezegde maatregelen naar aanleiding van aanbevelingen van de OvV en de IVD. In de bijlage bij dit verslag vindt u een overzicht van de opvolging van aan de Kamer toegezegde maatregelen naar aanleiding van aanbevelingen van de OvV en de IVD.

Versterking veiligheidsbewustzijn

Veilig werken en een veilige werkomgeving waren altijd al belangrijke speerpunten van Defensie, maar sinds 2018 vormen zij kernwaarden voor Defensie. Dit vraagt continu aandacht. Daarom zijn de opleidingen voor nieuw instromend personeel aangepast, zodat deze kernwaarde wordt onderwezen. Ook het kunnen toepassen van risicomanagement en het belang van het melden van voorvallen is opgenomen in de syllabi. Door loopbaanopleidingen zoals de Middelbare Defensie Vorming voor leidinggevenden en commandanten en specifieke cursussen en workshops worden zij getraind voor hun rol voor veiligheid en integriteit. Bovendien dragen zij nadrukkelijk bij aan het melden van risico’s en onveilige situaties en stimuleren ze het bespreekbaar maken van vraagstukken.

Licence