Base description which applies to whole site

3.2 Corona

Het ministerie van VWS heeft zich met de samenleving, de verschillende partijen uit de zorgsector, RIVM, Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD)’en en vele andere betrokkenen in 2021 ingezet om de verspreiding van het virus zoveel mogelijk te beheersen en mensen zoveel mogelijk te beschermen. Bij de genomen maatregelen van het afgelopen jaar heeft het kabinet zich op vier doelen gericht: (1) een acceptabele belastbaarheid van de zorg, (2) het beschermen van kwetsbare mensen in de samenleving, (3) zicht houden op en inzicht hebben in de verspreiding van het virus en (4) het sociaal-maatschappelijk perspectief gericht op het beperken van economische en maatschappelijke schade. In de bestrijding van corona zijn daarvoor diverse maatregelen met bijbehorende instrumenten ontwikkeld. De belangrijkste betreffen het testen en traceren van het virus en het beschermen van mensen door middel van vaccinatie. De zorgsector heeft daarbij een enorme inspanning geleverd om mensen die toch besmet waren te ondersteunen.

3.1.1 Vaccinatiecampagne en booster

In 2021 heeft het ministerie van VWS vanaf januari 2021 ingezet op het vaccineren van de bevolking tegen het coronavirus, om zoveel mogelijk te voorkomen dat mensen ernstig ziek worden of komen te overlijden. Met het vaccineren kon worden voldaan aan doelstelling 1 en 2 zoals hierboven beschreven. Hiervoor zijn we samen met de GGD’en, RIVM en diverse zorgaanbieders gestart met de eerste prik op 6 januari 2021 en gedurende het hele jaar zijn er zo’n 29,5 miljoen prikken1 gezet. Dat betekent dat in totaal zo’n 12,9 miljoen mensen volledig gevaccineerd zijn in 2021 en nog eens een half miljoen mensen gedeeltelijk zijn gevaccineerd. Ook hebben in 2021 4,8 miljoen mensen hun boosterprik ontvangen. Dit resulteerde in een vaccinatiegraad voor 18 jaar en ouder van circa 85,9% eind 20212. Ook de inwoners van de (ei)landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk hebben de mogelijkheid gekregen zich te laten vaccineren. Het streven is dat voor iedereen die dat wil, een coronavaccin beschikbaar moet zijn. In 2021 is dit vooral gedaan door vaccineren zo laagdrempelig mogelijk te houden en mensen zo goed mogelijk te informeren.

Vanaf 18 november 2021 is gestart met de zogeheten boosterprik om de beschermende werking van het vaccin, dat na verloop van tijd afneemt, te verhogen. Vaccineren en het zetten van een boosterprik is effectief tegen ziekenhuis- en IC-opname3. Daarom is het van belang dat zoveel mogelijk mensen zich (volledig) laten vaccineren. In 2021 is door diverse (media)campagnes gepoogd het percentage gevaccineerden zo hoog mogelijk te krijgen. Zo zijn er rond de eerste en tweede vaccinatieronde tv-spotjes geweest. Om twijfelaars over de streep te trekken, zijn ook lokaal campagnes ingezet, bijvoorbeeld in wijken waar de vaccinatiegraad achter bleef ten opzichte van het gemiddelde. Ook persconferenties en een versimpelde weergave van de maatregelen zijn onderdeel van deze strategie. Deze campagnes, persconferenties en uitleg over de maatregelen zijn ook beschikbaar gesteld in vele andere talen om een zo groot mogelijke groep mensen te bereiken.

3.2.2 Testen en traceren

Naast het vaccineren is in 2021 het virus gevolgd door mensen met klachten en nauwe contacten met besmette personen en terugkerende reizigers op te roepen zich te laten testen en door bron- en contactonderzoek uit te voeren om zo de verspreiding van corona te monitoren. Het testbeleid heeft twee sporen:

1. Testen om het virus op te sporen en te bestrijden;

2. Testen ten behoeve van het verkrijgen van een coronatoegangsbewijs (CTB).

Om zicht te houden op (de verspreiding van) het virus zijn er in 2021 kon iedereen met klachten zich bij de GGD laten testen en heeft het RIVM in totaal meer dan 2,3 miljoen positieve testen geregistreerd4. Deze positieve testen zijn ons zicht op het virus (en varianten hiervan) en de verspreiding van het virus geweest gedurende 2021. Met deze informatie kan bijvoorbeeld het reproductiegetal opgesteld worden en weten we welke varianten aanwezig zijn in Nederland. Al deze informatie was in 2021 essentieel om beheersmaatregelen te nemen in het bestrijden van het virus en schattingen te maken van de belasting in de zorg en om te besluiten om maatregelen af te schalen.

Naast het testen is in 2021 gebruik gemaakt van bron- en contactonderzoek (BCO). De 25 GGD’en in ons land voeren samen met de koepelorganisatie GGD Geneeskundige Hulpverleningsorganisaties in de Regio (GGD-GHOR) dit BCO uit. Dit onderzoek zorgt ervoor dat we (mogelijk) besmette personen traceren om te voorkomen dat zij anderen besmetten.

Daarnaast is het testbeleid ingezet voor het meer gecontroleerd openhouden van de samenleving. In 2021 zijn er voor het verkrijgen van een CTB meer dan 7 miljoen testen afgenomen5 door Testen voor Toegang vanuit de Stichting Open Nederland, om zo verantwoord sociale activiteiten te kunnen ondernemen.

Het testbeleid is door de oplopende besmettingen eind 2021 gewijzigd. Sinds 3 december 2021 betekent dit dat mensen met milde klachten ervoor kunnen kiezen om ofwel direct naar de GGD-teststraat te gaan ofwel eerst een zelftest te doen. Voor deze tijd waren zelftesten erop gericht mensen meer zekerheid te bieden als zij ergens naartoe gaan of gasten (thuis) ontvangen. Hiervoor hebben alle huishoudens in 2021 een brief gehad voor het bestellen van 2 gratis zelftesten, dit was mogelijk tot 1 oktober 2021. In totaal hebben 3,4 miljoen huishoudens hebben gebruik gemaakt van dit aanbod en de zelftesten besteld6. Ook werd in de zomer op de vliegvelden aan inkomende en terugkerende reizigers een zelftest uitgedeeld, zodat zij zichzelf laagdrempelig konden testen na hun reis.

3.2.3 Zorgcapaciteit/inhaalzorg

Het afgelopen jaar hebben we wederom periodes gezien waarin hoge aantallen Covid-patiënten zorg nodig hadden. Wederom is er ook in 2021 reguliere zorg afgeschaald op het moment dat er veel Covid-patiënten waren. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) geeft aan dat er vooral in de week van 26 april 2021 momenten zijn geweest waarop de situatie zeer nijpend was7. Door grote inspanningen van het LCPS (Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding) en intensieve contacten tussen bestuurders en artsen in verschillende regio’s, konden de meest dringende knelpunten wel tijdig worden opgelost. Het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) laat eind 2021 weten dat er voor de winter van 2021/2022 verantwoord opgeschaald kan worden naar 1350 IC-bedden8. Hierbij zijn er wel extra ondersteuners op de IC nodig zijn wat een afschaling van de reguliere zorg betekent9.

In 2021 is de ruimte die ontstond door een lagere COVID-bezetting in de ziekenhuizen direct ingezet voor de reguliere zorg. Zo zijn wachtlijsten verkort en daarmee de toegankelijkheid van de zorg genormaliseerd. De gehele (acute) zorgketen heeft zich hiervoor ingezet waarbij de intensieve en versterkte samenwerking in het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorgketen) en het LNAZ van grote waarde is gebleken10. Tegelijkertijd zien we dat de zorgsector in het najaar van 2021 onder druk kwam door het toenemende aantal besmettingen en opnames. Tezamen met het oplopende ziekteverzuim onder medewerkers kwam de reguliere zorg wederom in de verdrukking.

3.2.4 Coronatoegangsbewijs en digitale ondersteuning coronacrisis

Het doel van coronatoegangsbewijzen (CTB) is om de samenleving zoveel mogelijk open te houden. Een CTB kan het aantal besmettingen en ziekenhuisopnames verlagen. Dit is een risicoreductie en geen volledige garantie op veiligheid11. Ondanks dat mensen gevaccineerd, genezen of getest zijn, zullen er altijd resterende risico’s op overdracht van het virus zijn. Wel is het met de inzet van het CTB mogelijk om een veiligere setting te organiseren dan zonder de inzet van het CTB het geval zou zijn.

Digitale ondersteuning heeft in 2021 een belangrijke bijdrage geleverd aan de bestrijding. Zo helpt de CoronaMelder app om de verspreiding van het virus tegen te gaan en zorgt de CoronaCheck app dat mensen op basis van een test-, vaccinatie- of herstelbewijs verantwoord toegang kunnen krijgen tot bijvoorbeeld locaties en evenementen of naar het buitenland kunnen reizen. Om het bron- en contactonderzoek bij de GGD te ondersteunen, is daarnaast de digitale oplossing GGD-Contact ontwikkeld, die in 2021 bij alle GGD’en in gebruik genomen is. In 2021 zijn tot slot kosten gemaakt voor de inzet en open source ontwikkeling van de Kwetsbaarheden Analyse Tool (KAT) die wordt gebruikt voor de monitoring van dreigingen en kwetsbaarheden in de systemen en omgevingen die VWS zelf ontwikkeld heeft, zoals hierboven benoemd. In ditzelfde kader is ook een expertteam aangesteld dat de GGD’en ondersteunt bij privacy- en informatiebeveiliging naar aanleiding van het data lek eerder dit jaar, en is er een ‘Red Team’ opgezet om de digitale verdediging te testen en daarmee de privacy en informatiebeveiliging te verbeteren.

3.2.5 Meerkostenregelingen

Om ervoor te zorgen dat zorgaanbieders zich zo goed mogelijk kunnen richten op het bestrijden van het coronavirus en het leveren van veilige en verantwoorde zorg, zijn er onder andere in de curatieve, langdurige en forensische zorg met ingang van 1 maart 2020 maatregelen getroffen. Deze zijn in overleg met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), het Zorginstituut Nederland en Zorgverzekeraars Nederland verlengd in 2021 en waar nodig aangepast aan de ontwikkelingen van de pandemie. Zorgaanbieders kwamen in aanmerking voor een vergoeding van extra kosten als gevolg van corona en er was een compensatie mogelijk voor doorlopende kosten voor niet geleverde zorg. Zo is een bijdrage geleverd om financiële onzekerheid door corona bij zorgaanbieders te beperken, de continuïteit van zorg op de korte termijn te garanderen en de continuïteit van zorg op langere termijn te borgen.

Bovendien konden zorgverzekeraars zo blijven voldoen aan hun wettelijk zorgplicht. De overheid heeft aanvullend gezorgd dat de financiële effecten van de coronacrisis niet eenzijdig bij zorgverzekeraars terecht zijn gekomen. In 2020 en 2021 konden zorgverzekeraars de meerkosten in verband met het coronavirus inbrengen in de Catastroferegeling. Hierdoor krijgen zij deze kosten, boven een bepaalde drempel, vergoed uit het Zorgverzekeringsfonds. Ook waren er in het jaar 2021 aanpassingen in de risicoverevening. Zo is in 2021 is onder andere 85% macronacalculatie toegepast (voor de deelbedragen variabele zorgkosten, GGZ en eigen risico)12. Daarmee is het risico voor een zorgverzekeraar van een overschrijding van het macrokader voor een groot deel weggenomen.

3.2.6 Arbeidsmarktgevolgen corona

De coronacrisis heeft eens temeer laten zien hoe belangrijk de inzet, kwaliteit en betrokkenheid van zorgprofessionals is. Deze betrokkenheid is gezien en er is grote waardering voor de inzet. In vervolg op de zorgbonus van € 1.000,-- in 2020, is in maart 2021 ook voor pgb-budgethouders de mogelijkheid geboden een bonus bij de SVB aan te vragen voor pgb-zorgverleners die rechtstreeks (zonder tussenkomst van een zorgaanbieder) voor hen werkzaam zijn. Hierdoor hebben 16.055 pgb-zorgverleners de bonus 2020 kunnen ontvangen in 202113. Daarnaast konden zorgaanbieders en budgethouders in 2021 opnieuw een aanvraag doen voor een zorgbonus. Deze bonus bedraagt netto € 384,71, op basis van een verdeling van het budget van € 720 miljoen onder het totaal van de ruim 1 miljoen zorgverleners (om precies te zijn: 1.042.071 zorgverleners) voor wie de bonusaanvraag 2021 is goedgekeurd14.

In 2021 is vanuit het ministerie van VWS praktische ondersteuning gegeven voor arbeidsmarktgevolgen door corona. Zo is:

  • Voor het opschalen van de IC-capaciteit onder meer versneld ingezet op de opleiding Basis Acute Zorg (BAZ). Na deze opleiding van zes maanden kan een verpleegkundige worden ingezet voor verschillende taken binnen het acute cluster, onder andere op een IC. In 2021 zijn er 672 verpleegkundigen ingestroomd in de BAZ-opleiding en 396 verpleegkundigen ingestroomd in de opleiding tot IC verpleegkundige. Dit maakt een totaal van 1.068 verpleegkundigen die in opleiding zijn en op termijn mogelijk op de IC kunnen worden ingezet ten opzichte van 540 in 2020 en 441 in 2019.15

  • Daarnaast is met verschillende crisismaatregelen ingezet op het tijdelijk vergroten en het verbeteren van de doorstroom van de zorgcapaciteit in de keten. Zo konden via Extra handen voor de zorg - een initiatief van onder andere de werkgevers en het ministerie van VWS - (voormalig) zorgprofessionals worden gematcht om tijdelijk bij te springen in de zorg. Uiteindelijk zijn er in de gedurende de eerste golven 6.300 zorgprofessionals via Extra Handen voor de Zorg aan de slag gegaan bij zorgorganisaties in nood16.

  • In 2020 is gestart met de Nationale Zorgklas; een leeromgeving waar mensen zonder zorgachtergrond worden opgeleid of worden bijgeschoold om te gaan werken in de zorg. Door de Nationale Zorgklas zijn in 2021 3.280 mensen opgeleid voor ondersteunende taken en zijn ruim 2.041 mensen gestart met opleidingen die leiden tot certificaten op MBO-niveau, waarmee zij duurzaam kunnen instromen in de zorg17.

  • Via de subsidieregeling Coronabanen is voor circa 7.200 mensen subsidie verstrekt aan zorgorganisaties, voor ondersteunende functies die zorgprofessionals ontlasten. Zorgorganisaties maakten daarbij het meest gebruik van de volgende types coronabanen: ondersteuner zorgmedewerker, welzijnsassistenten en zorgbuddy’s18.

3.2.7 Caribisch deel van het Koninkrijk

Ook het Caribisch deel van het Koninkrijk heeft in 2021 met meerdere Covid-uitbraken te kampen gehad. VWS is verantwoordelijk voor de zorg voor patiënten van Caribisch Nederland. Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben Nederland om bijstand verzocht om de crisis te helpen bestrijden. VWS heeft het afgelopen jaar voor een bedrag van € 9719 miljoen bijstand geleverd in de vorm van beschermingsmiddelen, medicatie, het tijdelijk uitbreiden van ic-capaciteit, extra personeel voor de ziekenhuizen en gezondheidsdiensten, vaccinaties, testen, en het versterken van de publieke gezondheid20. In het leveren van bijstand is en wordt intensief samengewerkt met de ziekenhuizen in het Caribisch Gebied, gezaghebbers in Caribisch Nederland, Ministers van Volksgezondheid van de landen en het RIVM. Afgesproken is dat VWS de eilanden blijft ondersteunen in de Covid-bestrijding tot minimaal 1 juni 202221.

3.2.8. Transparant over de aanpak van de coronacrisis

Het ministerie van VWS heeft in 2021, mede ter bevordering van een open bestuurscultuur, besloten om zo snel en zorgvuldig mogelijk transparant inzicht te bieden over de aanpak van de coronacrisis. Om dit mogelijk te maken verwerken ongeveer 100 juristen22 vanuit de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) zo’n 2 miljoen corona-gerelateerde documenten. Per maand en per categorie worden deelbesluiten genomen jegens in totaal 270 verzoekers. Per deelbesluit zijn gemiddeld genomen zo’n 200 belanghebbenden betrokken. Het vorige kabinet heeft over deze aanpak gerapporteerd23. De Raad van State heeft deze aanpak in oktober 2021 aangemerkt als verenigbaar met de Wob24. In het vierde kwartaal van 2021 zijn op basis van een kleine 100.000 documenten deelbesluiten genomen.

3.2.9 Pandemische paraatheid

Door de coronacrisis hebben we ingezien dat we beter voorbereid moeten zijn op volgende onbekende dreigingen voor de volksgezondheid: onze pandemische paraatheid moet beter. We hebben geleerd dat samenwerking binnen het zorgstelsel essentieel is in crisistijd en sturing vanuit de overheid onmisbaar is. Er wordt een plan opgesteld om voorbereid te zijn op toekomstige pandemieën, waar het vergroten van ons aanpassingsvermogen en onze zelfvoorzienendheid een grote rol in zullen spelen. Om een eerste stap te maken met het verbeteren van pandemische paraatheid heeft het vorige kabinet in totaal circa € 8 miljoen beschikbaar gesteld in 2021 (en € 22 miljoen in 2022 en € 13 miljoen structureel)25. Onderdeel van deze eerste stap is het opbouwen van de nationale zorgreserve, een duurzaam bestand van zorgprofessionals die kunnen inspringen in tijden van crisis. In 2021 zijn er 1.200 actieve zorgreservisten geregistreerd bij de stichting Extra Zorg Samen26. Het huidige kabinet werkt in 2022 verder aan het versterken van de pandemische paraatheid. Het heeft hiervoor aanvullend € 300 miljoen structureel gereserveerd in het coalitieakkoord27.

6

Kamerstukken II, 2021/22, 25295, nr. 1468, p. 36

7

Kamerstukken II 2020/21, 25295, nr. 1179, p.66

11

Kamerstukken II 2021/22, 35 971, nr. 11, p. 2

12

Kamerstukken II 2020/21, 29689, nr. 1078, p. 2

13

Interne verantwoording van VWS en SVB

16

Kamerstukken II 2021/22, 25295, nr. 1717, p. 45

17

Kamerstukken II 2021/22, 25295, nr. 1717, p. 44

18

Kamerstukken II 2021/22, 25295, nr. 1638, p.23

19

Zie bijlage 5: overzicht coronasteunmaatregelen

20

Kamerstukken II 2020/21, 25295, nr. 1102

21

Kamerstukken II 2021/22, 25295, nr. 1638, p. 32

23

Kamerstukken II, 2020/2021, 25295, nr. 1385

25

Kamerstukken II 2021/22, 35925 XVI, nr. 2, p. 17 en 18. De middelen zijn verdeeld in vijf posten die optellen tot de vermelden reeks van € 13 miljoen structureel. De omvangrijkste posten zijn € 6 miljoen structureel voor de noodzakelijke opstartkosten voor de (herstel)opgaven en transitie voor pandemische paraatheid en € 5 miljoen structureel voor het creëren van een Nationale Zorgreserve van oud-zorgmedewerkers. De resterende posten worden niet afzonderlijk in de begroting genoemd aangezien deze posten kleiner zijn dan € 2,5 miljoen.

26

Kamerstukken II 2021/22, 25 295, nr. 1638, p. 90

27

Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 143, p.48

Licence