Base description which applies to whole site

Bijlage 4: Focusonderwerp 2021

Voor RIVM en aCBG heeft het focusonderwerp zich gericht op 2021, omdat dit eenvoudiger was in te vlechten in de jaarverantwoording. Bij het opstellen van de jaarrekening 2021 is derhalve een overzicht met toelichting opgesteld ten behoeve van het focusonderwerp.

Naam van de organisatie:

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Type organisatie: 

Agentschap

Corona-impact:

De impact van de COVID-19 op de activiteiten van het RIVM was vanaf het begin van de crisis in maart 2020 zeer groot. Het betreft hier onvoorziene extra kosten door de coronamaatregelen. Met opdrachtgever VWS zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van:

  • 1. het COVID-19 programma voor de onderzoeks- en adviesactiviteiten;

  • 2. het COVID-19 vaccinatieprogramma;

  • 3. het betalen van declaraties van GGD en pandemielabs voor het testen;

  • 4. het aankopen van medicijnen ten behoeve van de bestrijding van COVID-19.

Om bovenstaande opdrachten uit te kunnen voeren is het RIVM vanaf 2020 met in totaal 407 FTE gegroeid en is het externe inhuurpercentage in 2021 gestegen naar 23,5% over geheel 2021. Daarnaast is het percentage declarabel werk vanaf 2020 sterk gestegen en is het percentage overhead sterk gedaald. Hierdoor is zowel in 2020 als in 2021 een positief saldo van baten en lasten gerealiseerd. De keerzijde van de hoge werkdruk is wel dat vanaf het derde kwartaal 2021 het ziekteverzuim oploopt en dat er relatief weinig verlofuren door medewerkers zijn opgenomen. Hiervoor zijn reserveringen getroffen.

Het effect van de COVID-19 op de overige opdrachten is relatief gering en waar de effecten er wel waren, zijn de betreffende medewerkers ingezet bij de COVID-19 programma’s. Per saldo heeft dit niet tot grote nadelige bedrijfsvoeringseffecten en continuïteitsproblemen geleid.

Uitsplitsing en omvang van de problematiek:

In onderstaande tabel is de gerealiseerde omvang van de vier activiteiten voor 2021 opgenomen.

Tabel 75 Uitsplitsing en omvang problematiek RIVM
 

2021

COVID-19 programma

76.232

COVID-19 vaccinatieprogramma

94.780

Declaraties GGD'en en pandemielabs testen

187.586

Aankopen van medicijnen

52.668

Totaal

411.266

Wijze van oplossing:

De vier COVID-19 activiteiten zijn uitgevoerd en bekostigd op basis van opdrachten van VWS aan het RIVM.

Naam van de organisatie:

College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG)

Type organisatie: 

Agentschap

Corona-impact:

Uitsplitsing en omvang van de problematiek:

Als reactie op het uitbreken van het Covid-19 virus zijn diverse farmaceutische bedrijven in 2020 gestart met de ontwikkeling van vaccins en geneesmiddelen. Gezien het belang van het snel beschikbaar komen van deze vaccins en geneesmiddelen zijn het CBG en andere Europese autoriteiten in een eerdere fase dan bij een reguliere procedure gestart met het beoordelen van gegevens (rolling review) en /of zijn de beoordelingstijdlijnen verkort (accelerated assessment). Gezien de gekozen werkwijze en het publieke belang vindt er zowel binnen de Nederlandse context als in Europees verband aanmerkelijk meer overleg plaats wat extra capaciteit vraagt. Tegenover deze extra noodzakelijke monitoring en versnelde registratie staat geen (extra) vergoeding.

De informatievoorziening door het CBG en deelname aan het publieke debat wordt noodzakelijk geacht en ook zeer gewaardeerd door VWS en de samenleving. Vragen vanuit de samenleving over het beoordelingsproces en de betrouwbaarheid van de vaccins worden door het CBG adequaat beantwoord om onrust te voorkomen.

Andere werkzaamheden waarmee inkomsten kunnen worden gegenereerd worden verdrongen door werkzaamheden t.b.v. COVID-19. Hiertegenover staan gedeeltelijke extra inkomsten uit tijdelijk hogere tarieven die het EMA uitkeert voor werkzaamheden in het kader van COVID-19 gerelateerde procedures.

Door de zeer hoge werkdruk, in samenhang met de COVID-19 omstandigheden, is in de jaren 2020 en 2021 veel verlof niet opgenomen. Hiervoor is een voorziening opgenomen.

Tabel 76 Uitsplitsing en omvang problematiek CBG

problematiek

problematiek €

oplossing

oplossing €

Meerkosten in 2021 als gevolg van personele uitbreiding in 2020

460

bijdrage moederdepartement

489

aanvullende uitbreiding in 2021

1.473

bijdrage moederdepartement

677

extra kosten communicatie activiteiten (o.a. corona spreekuur)

235

bijdrage moederdepartement

150

extra opbrengsten en compensatie omzetverlies

‒ 426

bijdrage moederdepartement + compensatie EMA

‒ 136

Subtotaal VJN

1.742

 

1.180

verlofsaldo

198

bijdrage moederdepartement

198

Subtotaal BUR

198

 

198

Totaal

1.875

 

1.378

Toelichting claim VJN - Extra onbetaalde werkzaamheden in verband met Covid

Als reactie op het uitbreken van het Covid-19 virus zijn diverse farmaceutische bedrijven bezig een vaccin te ontwikkelen. Gezien het belang van het snel beschikbaar komen van deze vaccins zijn het CBG en andere Europese autoriteiten in een eerdere fase dan bij een reguliere procedure gestart met het beoordelen van gegevens (rolling review) en /of zijn de beoordelingstijdlijnen verkort (accelerated assessment). Door deze werkwijze is het eerste vaccin eind december 2020 goedgekeurd en toegelaten tot de Europese markt. De (verdere) beoordeling van de andere vaccins zal in 2021 plaats vinden. Deze werkwijze vraagt extra inzet van medewerkers van het CBG.

Met het beschikbaar komen van verschillende vaccins die zeer snel zijn toegelaten op de Europese markt, is de vraag naar onafhankelijk en objectieve informatie in de samenleving zeer groot. Hierin voorzien is van belang om te zorgen voor vertrouwen in deze vaccins. Voor het vertrouwen van de Nederlandse patiënt is het van belang dat het CBG alle vaccins beoordeelt die tot de markt worden toegelaten, zodat het CBG op basis van een eigen beoordeling de Nederlandse samenleving kan informeren. Dit betekent dat het CBG ook de vaccins waarvoor ze zelf geen (co-)rapporteur is (het zogenaamde concerned werk) moet beoordelen. Dit vraagt ook om extra inzet van het CBG. Zoals bekend, wordt het concerned werk niet vergoed.

Gezien de gekozen werkwijze en het publieke belang vindt er zowel binnen de Nederlandse context als in Europees verband aanmerkelijk meer overleg plaats wat extra capaciteit vraagt. Op dit moment wordt dit in eigen tijd van de medewerkers gedaan of gaat dit ten koste van het reguliere werk; dat is voor de langere termijn geen houdbare en wenselijke situatie.

Naast vaccins is het aanbod van geneesmiddelen om de klachten van Covid te behandelen (denk aan remdevisir en dexamethason) ook sterk toegenomen. Ook deze geneesmiddelen worden na een verkort en versneld beoordelingsproces goedgekeurd en tot de markt toegelaten. Ook hier geldt dat deze toepassingen extra gemonitord moeten worden. Tegenover deze extra noodzakelijke monitoring en versnelde registratie staat geen (extra) vergoeding.

Om de beoordelingen versneld te kunnen uitvoeren heeft het CBG pro-actief in 2020 haar capaciteit uitgebreid en zal deze in 2021 verder moeten uitbreiden. Bij het opstellen van de tariefnotitie 2021 in de zomer van 2020 werd nog uitgegaan van 4 fte extra., Echter, nu de eerste twee vaccins positief zijn beoordeeld, blijkt dat voor de versnelde en andere wijze van beoordelen aanmerkelijk meer capaciteit nodig is geweest. Daarnaast krijgen de vaccins een voorlopige goedkeuring onder specifieke condities. Er zal na de voorlopige goedkeuring nog veel extra werk volgen bij het beoordelen van gegevens die worden ingediend om aan de condities te voldoen. Na een jaar zullen de vaccins opnieuw beoordeeld moeten worden om een permanente handelsvergunning te kunnen afgeven. Verder zal de monitoring van bijwerkingen extra intensief zijn, waarbij bijvoorbeeld maandelijks safety updates komen.

De huidige informatievoorziening door het CBG en deelname aan het publieke debat wordt noodzakelijk geacht en ook zeer gewaardeerd door VWS en de samenleving. Vragen vanuit de samenleving over het beoordelingsproces en de betrouwbaarheid van de vaccins zullen door het CBG adequaat beantwoord moeten worden om onrust te voorkomen. Om dit nu en in de toekomst te kunnen waarborgen, is naast extra inzet van beoordelaars ook extra inzet vanuit de afdeling communicatie nodig. Daarom heeft het CBG een extra communicatieadviseur aangetrokken.

Toelichting BUR claim

  • De capaciteitsuitbreiding en extra activiteiten wegens COVID-19 die mogelijk zijn gemaakt door de toekenning van de Voorjaarsnota-claim zijn gerealiseerd.

  • Dit is echter niet voldoende geweest om al het extra werk dat op het CBG is afgekomen als gevolg van COVID-19 mee te dekken. Zowel uit onze tijdschrijfgegevens als uit rapportages van de meest betrokken afdelingen blijkt dat er tot nu toe veel meer – niet door voldoende inkomsten gedekte - extra COVID-gerelateerde activiteiten zijn geweest. De verwachting is dat dit de rest van het jaar zo zal blijven.

  • Dit leidt tot 2 gevolgen:

    • Andere werkzaamheden waarmee inkomsten kunnen worden gegenereerd worden verdrongen door werkzaamheden t.b.v. COVID-19. Naar schatting gaat dit om € 450.000.

    • Door de zeer hoge werkdruk, in samenhang met de COVID-19 omstandigheden, wordt in 2021 veel verlof niet opgenomen. Net als in 2020 moet daarom een omvangrijke voorziening worden gevormd. Naar schatting gaat het om € 750.000.

  • Hiertegenover staan extra inkomsten uit tijdelijk hogere tarieven die het EMA uitkeert voor werkzaamheden in het kader van COVID-19 gerelateerde procedures. Voor 2021 schatten wij deze extra inkomsten op circa € 350.000.

Naam van de organisatie:

Dopingautoriteit

Type organisatie: 

Publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan

Corona-impact:

In zijn algemeenheid is de Dopingautoriteit tijdens lockdowns (in 2020 en 2021) grotendeels niet in staat geweest zijn taken naar behoren uit te voeren. Onder meer het uitvoeren van het dopingcontroleproces en het geven van voorlichting over doping werden door de beperkingen ernstig bemoeilijkt. Los daarvan zijn meerdere medewerkers en hun dierbaren hard getroffen door het virus.

Door de algemene maatregelen voor bijeenkomsten en reizen en door de specifieke maatregelen binnen de sport is het huidige werkprogramma van de Dopingautoriteit aangepast. Dit probeert de Dopingautoriteit zo goed als het kan budgetneutraal te doen door niet-gedane investeringen aan andere nuttige zaken te besteden. Dat lukt redelijk goed.

Uitsplitsing en omvang van de problematiek:

De huidige onzekere situatie bemoeilijkt weliswaar het doel dat wordt beoogd, het tegengaan van doping in de sport, maar het brengt de Dopingautoriteit als organisatie niet in gevaar. De liquiditeit- en solvabiliteitspositie is onverminderd goed en met de financiers spreekt de organisatie ook periodiek over de gewenste activiteiten, en bijbehorende financiering, die in 2023 en verder in de toekomst uitgevoerd zouden kunnen worden. De vaste lasten worden merendeels door het ministerie van VWS gefinancierd en er zijn geen aanwijzingen dat dit tot problemen zal leiden.

Net als in 2020 is het effect in financiële zin in 2021 vooral in de post ‘dopingcontroles’ terug te zien. Een bedrag van € 130.994 kon niet uitgegeven worden op een totaal van € 1.390.750. In overleg met de financier (NOC*NSF namens de Nederlandse Loterij) is besloten om dit bedrag toe te voegen aan het «Bestemmingsfonds Dopingcontroles». Ook omdat het af en toe stilleggen van sportcompetities leidt tot een verschuiving van controles binnen wedstrijdverband naar controles buiten wedstrijdverband en die zijn duurder per controle. Ook de inkomsten uit dopingcontroles voor derden zijn lager dan begroot, maar de impact hiervan voor de Dopingautoriteit is beperkt omdat deze controles zonder winsttoogmerk worden uitgevoerd.

De overige wettelijke taken ondervonden ook een flinke impact van de Covid-19 pandemie. Het internationale werk lag nagenoeg stil, wat leidde tot een overschot van bijna € 70.000. Met deze middelen heeft de Dopingautoriteit verder geïnvesteerd in haar andere wettelijke taken en zijn ICT-voorzieningen in het kader van hybride werken uitgebreid en verbeterd. Binnen de afdeling ‘Educatie’ is vanwege het wegvallen van vrijwel alle persoonlijke ontmoetingsmogelijkheden gekozen voor enkele verschuivingen tussen deelonderwerpen en is meer geïnvesteerd in e-learning en andere digitale contactmogelijkheden. Uiteindelijk zal over 2021 een bedrag van € 47.218 worden terugbetaald aan het ministerie van VWS op een begroting van € 2.928.000. In 2020 was dit € 189.771,- op een begroting van € 2.645.400,-.

Wijze van oplossing:

De dopingautoriteit blijft in nauw contact staan met diens financiers om eventuele veranderingen in het uitgaven- of inkomstenpatroon te bespreken.

Licence