Base description which applies to whole site

4.2 Meerjarige ontwikkeling van de zorguitgaven- en ontvangsten per financieringsbron

De realisatiecijfers in de zorg staan bij de VWS-jaarverslagen nog niet volledig stil en ijlen nog enige jaren na. Daardoor vinden er ook na het verschijnen van VWS-jaarverslagen aanpassingen in de cijfers voor het betreffende jaar plaats. In tabel 15 worden de actuele zorguitgaven en –ontvangsten voor de jaren 2012-2021 weergegeven. De cijfers voor de jaren 2012 ‒ 2018 zijn definitief.

Tabel 15 Ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten 2012-2021 (bedragen x € 1 miljoen)
 

2012

2013

2014

2015 1

2016

2017

2018

2019 2

2020

2021 3

Zorguitgaven en -ontvangsten actuele VWS-stand

          

Zorgverzekeringswet (Zvw)

          

Bruto-uitgaven

36.672

39.210

39.220

41.842

43.779

45.133

46.824

48.710

50.974

51.188

Ontvangsten

1.932

2.666

3.125

3.218

3.195

3.128

3.204

3.124

3.214

3.078

Netto-uitgaven

34.739

36.544

36.095

38.624

40.585

42.005

43.620

45.586

47.760

48.110

Wet langdurige zorg (Wlz)

          

Bruto-uitgaven

27.865

27.452

27.800

19.545

19.930

20.401

21.634

23.801

26.168

28.185

Ontvangsten

1.697

1.915

1.971

1.892

1.892

1.852

1.771

1.846

1.883

1.992

Netto-uitgaven

26.169

25.537

25.829

17.653

18.038

18.549

19.863

21.955

24.285

26.194

Begrotingsgefinancierde zorguitgaven

          

Bruto Wmo (gemeentefonds)

1.511

1.561

1.714

4.943

4.945

4.899

5.111

   

Bruto Jeugdwet (gemeentefonds)

   

2.034

1.920

1.878

1.971

   

Bruto beschermd wonen (gemeentefonds)

       

1.809

1.938

1.489

Bruto overig begrotingsgefinancierd (VWS-begroting en aanvullende post Financiën)

1.893

594

577

491

434

500

513

461

482

492

Bruto begrotingsgefinancierde zorguitgaven

3.405

2.155

2.291

7.468

7.299

7.277

7.595

2.271

2.421

1.981

Ontvangsten

21

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Netto begrotingsgefinancierde zorguitgaven

3.384

2.155

2.291

7.468

7.299

7.277

7.595

2.271

2.421

1.981

Bruto zorguitgaven

67.942

68.818

69.311

68.855

71.008

72.811

76.054

74.782

79.563

81.354

Ontvangsten

3.650

4.581

5.096

5.110

5.087

4.980

4.975

4.970

5.097

5.069

Netto zorguitgaven

64.292

64.237

64.215

63.745

65.922

67.830

71.079

69.812

74.465

76.285

Bron: VWS.

1 Op 1 januari 2015 zijn de Wet langdurige zorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en Jeugdwet in werking getreden.

2 De middelen voor Wmo- en jeugdzorg die per 2019 onderdeel uitmaken van de algemene uitkering van het gemeentefonds tellen vanaf dat moment niet meer mee als voor het Financieel Beeld Zorg relevante zorguitgaven.

3 Hierin is bij de Zvw de technische boeking van de schadelastdip ggz van ‒ € 1,2 miljard verwerkt.

Figuur 6: Bijstellingen van de netto zorguitgaven Zvw en AWBZ/Wlz, na verschijnen van de VWS-jaarverslagen 2012-2020.

Bron: Financieel Beeld Zorg uit de jaarverslagen VWS (diverse jaren) en de actuele VWS-stand.

In figuur 6 zijn de bijstellingen van de netto zorguitgaven van de Zvw en de AWBZ/Wlz na het verschijnen van de VWS-jaarverslagen grafisch weergegeven voor de jaren 2012-2020. Uit de grafiek blijkt dat de bijstellingen zowel hoger als lager zijn uitgekomen. De omvang van de bijstelling blijft in de meeste jaren binnen een bandbreedte van 1%, met een maximale uitschieter van ‒ 2,4% in 2015. Vanaf 2016 zijn de bijstellingen minder groot dan in de jaren daarvoor. De grote bijstellingen vóór 2016 betroffen met name de Zvw en daarbinnen vooral de medisch-specialistische zorg (MSZ) en de ggz. De ramingen van de zorgverzekeraars zijn in de laatste jaren steeds beter geworden, vooral bij de MSZ, waarbij de verkorting van de maximale dbc-duur in de MSZ tot 120 dagen in 2015 een belangrijke rol heeft gespeeld. In 2015 werd tevens de langdurige zorg hervormd. De dbc-duurverkorting en de hervormingen brachten dermate grote onzekerheden met zich mee dat na het jaarverslag 2015 nog relatief grote bijstellingen plaatsvonden. Vanaf 2016 wordt duidelijk dat de zorgverzekeraars beter in staat zijn de uitgaven te ramen en leiden de ramingen die het ministerie van VWS van Zorginstituut Nederland krijgt tot minder aanpassingen na het jaarverslag. De jaren 2019 en 2020 zijn nog niet definitief. Het is mogelijk dat voor deze jaren nog aanpassingen moeten worden verwerkt.

Door de algemene verbeteringen van de ramingen van de zorguitgaven zijn de aanpassingen na de jaarverslagen in de laatste jaren steeds kleiner geworden, maar de coronapandemie heeft vanaf het jaar 2020 de onzekerheid vergroot. Het is mogelijk dat dit zich zal uiten in grotere bijstellingen na het jaarverslag 2021.

Licence