Base description which applies to whole site

1 Onderdeel A - Instandhouding van de netwerken Rijkswaterstaat

Bij de instandhouding van de netwerken staan de prestaties die deze netwerken moeten leveren en de doelmatigheid van onderhoud centraal. Het zijn de prestaties – de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid en veiligheid van de infrastructuur – die de gebruikers directervaren. In de begroting 2022 is aangegeven de periode 2022-2023 als overbruggingsperiode te behandelen in afwachting van besluitvorming van een nieuw kabinet over de financiering van de instandhoudingsopgave. Er zijn geen prestatieafspraken gemaakt. Wel blijven we de prestatieindicatoren monitoren.

Allereerst wordt een overzicht gegeven van de geleverde prestaties op de netwerken. Vervolgens wordt de ontwikkeling van het areaal in beheer bij RWS, de gerealiseerde budgetten voor instandhouding, de ontwikkeling van de balanspost nog uit te voeren werkzaamheden en het volume uitgesteld en achterstallig onderhoud toegelicht. Over duurzaamheidsprestaties wordt vooralsnog gerapporteerd via het IenW Duurzaamheidsverslag.

Prestaties

De prestaties van de infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in prestatie-indicatoren. De indicatoren leggen de verbinding tussen de sturing op en verantwoording over de gewenste prestaties waarvoor RWS budget heeft gekregen. Met RWS is een tweejarig Service Level Agreement gesloten (looptijd 2022-2023), waarin afspraken zijn gemaakt over de uit te voeren werkzaamheden en prestatie.

Tabel 66 Prestatie indicatoren RWS

Prestatie-indicator

Streefwaarde 2022-2023

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Toelichting

Hoofdwegennet

     

1

Beschikbaarheid

      

Technische beschikbaarheid van de weg

90%

99%

99%

99%

98%

 

Files door Werk in Uitvoering als gevolg van aanleg en gepland onderhoud in:

      

Voertuigverliesuren (vanaf 2018)

10%

3%

6%

7%

3%

 

Levering verkeersgegevens:

      

– Beschikbaarheid data voor derden

90%

93%

93%

94%

93%

 

– Actualiteit data voor derden

95%

97%

100%

96%

100%

 

Veiligheid

      

– Voldoen aan norm voor verhardingen

99,7%

99,8%

99,7%

99,8%

99,7%

 

– Voldoen aan norm voor gladheidbestrijding

95%

97%

Voldoende

99%

99%

 
       

Hoofdvaarwegennet

     

2

Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid

      

Stremmingen gepland onderhoud

0,8%

0,3%

2,0%

0,9%

 

Stremmingen ongepland onderhoud

0,2%

0,4%

1,0%

2,4%

 

Tijdig melden ongeplande stremmingen

97%

98%

98%

98%

98%

 

Vaargeul op orde (% oppervlakte op orde)

      

– Toegangsgeulen

99%

100%

100%

100%

100%

 

– Hoofdtransportassen

90%

92%

92%

92%

93%

 

– Hoofdvaarwegen

85%

83%

80%

80%

82%

 

– Overige vaarwegen

85%

87%

83%

83%

83%

 

Veiligheid

      

Vaarwegmarkering op orde

95%

93%

91%

92%

89%

 
       

Hoofdwatersysteem

     

3

Waterveiligheid

      

Handhaving kustlijn

90%

92%

91%

90%

91%

 

Beschikbaarheid stormvloedkeringen

100%

83%

83%

83%

83%

 

Waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden

100%

75%

50%

100%

75%

 

Betrouwbaarheid informatievoorziening

95%

99%

100%

96%

100%

 

Bron: RWS, 2022

1. Toelichting prestaties Hoofdwegennet

  • Alle prestatie-indicatoren scoren voor 2022 binnen de norm. In 2022 was 3% van alle files het gevolg van aanleg en geplande onderhoudswerkzaamheden (werk in uitvoering). Deze score was ruim onder de streefwaarde van 10%. Dit is weliswaar een daling ten opzichte van 2020 en 2021, maar dat geeft een vertekend beeld. Door coronamaatregelen daalden de files in 2020 en 2021 ten opzichte van 2019 met ongeveer 66%, waardoor het percentage files door onderhoudswerkzaamheden ten opzichte van het totale aantal files in die jaren relatief hoger was. Het totale aantal files in 2022 stijgt uit boven het niveau van 2019. De totale hoeveelheid voertuigverliesuren (vvu) door files door werkzaamheden is gestegen naar 1120 vvu x 1000 in 2022 ten opzichte van 729 vvu x 1000 in 2021.

2. Toelichting prestaties Hoofdvaarwegennet

  • De indicator voor het tijdig melden van ongeplande stremmingen voldoet aan de streefwaarde. Ook de indicatoren voor vaargeul op orde voor toegangsgeulen en hoofdtransportassen voldoen aan de streefwaarden. De overige indicatoren halen de streefwaarden niet.

  • Stremmingen gepland onderhoud: Het aantal stremmingen door gepland onderhoud is fors lager dan in 2021, maar voldoet met 0.9% net niet aan de streefwaarde van 0.8%.

  • Stremmingen ongepland onderhoud: Deze score is meer dan verdubbeld ten opzichte van vorig jaar. Het uitstellen van onderhoud en renovaties van de kunstwerken is een oorzaak van de scores.

  • Vaargeul op orde voor hoofdvaarwegen en overige vaarwegen: Er is sprake van een achterstand in het baggeren. Ook geldt voor een aantal vaarwegen dat voor de berekening van de score een vaarwegklasse wordt gebruikt waar nu nog niet aan voldaan hoeft te worden (opwaardering CEMT-klasse).

  • Vaarwegmarkering op orde: Deze scoort onder de streefwaarde en iets lager dan vorig jaar. Er worden korte termijn beheermaatregelen ingezet om het benodigde materieel aan te kopen en risicovolle situaties te controleren.

3. Toelichting prestaties Hoofdwatersystemen

  • Voor de Ramspolkering kan op dit moment niet aantoonbaar gemaakt worden of de kering voldoet aan de afgesproken faalkanseis vanwege het niet voldoen aan de organisatorische randvoorwaarden voor goed probabilistisch beheer en onderhoud. Inmiddels zijn verbetermaatregelen genomen zoals het op peil brengen van de capaciteit en het kennis- en kwaliteitsniveau van de beheerorganisatie. De verwachting is dat de kering met ingang van het stormseizoen ’23-’24 weer voldoet.

  • Waterhuishouding op Orde is opgebouwd uit vier indicatoren. In 2022 zijn de streefwaarden van de volgende indicatoren gehaald: ‘Peilhandhaving Kanalen en meren’, ‘Wateraanvoer bij droogte’ en ‘Verziltingsbestrijding’. De streefwaarde van de indicator ‘Hoogwaterbeheersing Kanalen’ is niet gehaald. De voornaamste verklaring hiervoor: Het is enkele keren voorgekomen dat het aflaatwerk bij Eefde bij een significante neerslagverwachting niet voldeed aan de afgesproken beschikbaarheidseis door de opstelling van de tijdelijke pompinstallatie . Dit heeft niet tot overlast geleid. Het oude gemaal en de sluiskolk boden ruim voldoende spuicapaciteit voor de tijd van het jaar.

    Ontwikkeling van het areaal

Hieronder wordt inzicht gegeven in de omvang van het areaal in beheer bij Rijkswaterstaat per verantwoording 2022.

Tabel 67 Areaal netwerken RWS

Areaal

Eenheid

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Toelichting

Hoofdwegennet

     

1

Rijbaanlengte

      

– Hoofdrijbaan

km

5.843

5.842

5.842

5.846

 

– Verbindingswegen en op- en afritten

km

1.745

1.766

1.794

1.612

 

Areaal asfalt

      

– Hoofdrijbaan

km2

77

77

77

77

 

– Verbindingswegen en op- en afritten

km2

15

15

15

14

 

Groen areaal

km2

182

183

184

184

 

Verkeerssignalering op rijbanen

km

2.839

2.890

2.914

2.931

 

Verkeerscentrales

stuks

6

6

6

6

 

Bediende objecten

      

– Spitsstroken

km

310

310

308

308

 

– Bruggen Beweegbaar

stuks

55

55

54

50

 

– Tunnelcomplexen

stuks

19

20

20

20

 

– Aanleginrichtingen (veren)

stuks

15

14

14

14

 

Aquaducten

stuks

17

17

17

17

 

Ecoducten

stuks

56

55

56

56

 
       

Hoofdvaarwegennet

     

2

Vaarwegen

km

7.082

7.071

7.071

7.071

 

– waarvan binnenvaart

km

3.437

3.426

3.426

3.426

 

– waarvan zeevaart

km

3.646

3.646

3.646

3.646

 

Begeleide vaarweg

km

592

592

592

592

 

Verkeersposten

stuks

12

12

12

12

 

Vuurtorens (incl. BES-eilanden)

stuks

23

24

24

24

 

Bediende objecten

      

– Schutsluiskolken

stuks

129

131

130

131

 

– Bruggen beweegbaar

stuks

113

113

113

112

 
       

Hoofdwatersysteem

     

3

Watermanagement wateroppervlak

km2

90.191

90.189

90.187

90.219

 

Kustlijn

km

293

293

293

293

 

Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.:

      

–  Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen

km

198

195

201

201

 

–  Niet primaire waterkeringen/duinen

km

646

625

623

604

 

–  Uiterwaarden in beheer Rijk

ha

5.351

5.185

5.183

5.182

 

Binnenwateren

km2

3.049

3.047

3.044

3.030

 

Bediende objecten:

      

–  Stormvloedkeringen

stuks

6

6

6

6

 

–  Spui- en uitwateringssluiskolken

stuks

86

85

86

86

 

–  Stuwcomplexen

stuks

10

10

10

10

 

–  Gemalen

stuks

20

20

20

19

 

Bron: RWS, 2022

1. Toelichting areaalgegevens Hoofdwegennet

Algemeen beeld 2018-2022:

  • De rijbaanlengte hoofdrijbaan is in 2018 toegenomen door de aanleg van de nieuwe N18; in 2019 is de oude N18 grotendeels overgedragen aan de betreffende gemeenten, waardoor de rijbaanlengte weer afnam. De toename in 2022 betreft een administratieve verbetering.

  • De omvang van het hoofdwegennet neemt toe door grote verbredingsprojecten, zoals de A1 Oost (2019-2021) en de A9 Gaasperdammerweg met de Gaasperdammertunnel (2020). Door deze projecten is ook de lengte van de signalering toegenomen.

  • De op- en afritten en verbindingswegen zijn de laatste jaren toegenomen door de nieuwe parallelstructuur op de A44 ter hoogte van de toekomstige aansluiting van de Rijnlandroute. Ook zijn nieuwe aansluitingen aangelegd en bestaande aansluitingen verruimd. De afname in 2022 heeft een administratieve oorzaak.

  • In een aantal verbredingsprojecten worden spitsstroken omgezet naar permanente rijstroken, waardoor de lengte spitsstroken afneemt.

  • De afname van de beweegbare bruggen betreft voornamelijk bruggen die niet meer worden bediend en worden vervangen door vaste bruggen met een hogere doorvaarthoogte.

Specifiek 2022:

  • In 2022 is de A20 verbreed ten behoeve van de nieuwe Blankenburgverbinding.

  • Er zijn in 2022 geen verbindingswegen bijgekomen: de afname heeft een administratieve oorzaak. De verbeterde registratie van ventwegen langs N-wegen zorgde de afgelopen jaren voor een administratieve toename van de verbindingswegen, zoals gemeld in de Jaarverslagen 2020 en 2021. De definitie voor verbindingswegen is nu aangescherpt, waarbij ventwegen langs N-wegen niet meer als verbindingsweg tellen, maar in een aparte categorie vallen. De hier gerapporteerde verbindingswegen bevatten vanaf nu alleen nog de parallelbanen en de verbindingswegen op knooppunten.

  • De toename van de verkeerssignalering betreft een administratieve verbetering: de signalering op de A73 ter hoogte de van de Roer- en Swalmentunnels bleek niet goed in de systemen te staan. Dit is in 2022 verbeterd in de data-administratie.

  • Het aantal beweegbare bruggen is met 4 afgenomen: De Julianabrug in de N7 is gesloopt in het kader van het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 en wordt vervangen door een vaste brug met een hogere doorvaarthoogte. Verder worden de 3 Giessenbruggen in de A20 al langere tijd (2017) niet meer bediend wegens een veiligheidsrisico tijdens de bediening. Eind 2021 is besloten dat dit vaste bruggen worden met een hogere doorvaarthoogte.

2. Toelichting areaalgegevens Hoofdvaarwegennet

Algemeen beeld 2018-2022

  • De omvang van het vaarwegennet is vrij stabiel. In 2020 is de lengte vaarwegen afgenomen als gevolg van de overdrachten van het Oude Maasje en het Zuiderkanaal naar het Waterschap Brabantse Delta.

  • Het aantal vuurtorens nam in 2020 toe door een overdracht naar Rijkswaterstaat van de vuurtoren Fort Oranje op St. Eustatius.

  • Het aantal schutsluiskolken neemt geleidelijk toe. In 2019 is de derde kolk bij de Beatrixsluis in gebruik genomen, in 2020 zowel de Reevesluis als de tweede sluiskolk bij sluis Eefde. In 2021 is de Middensluis in Terneuzen buiten gebruik gesteld in verband met de vervanging door de Nieuwe Sluis in Terneuzen in 2023. In 2022 is de zeesluis bij IJmuiden in gebruik genomen.

  • Het aantal bediende bruggen neemt geleidelijk af als gevolg van aanvaringen: de Paddepoelsterbrug in 2018 en de Gerrit Krolbrug in 2021.

Specifiek 2022:

  • In 2022 is het aantal schutsluiskolken met 1 toegenomen, omdat de zeesluis bij IJmuiden in gebruik is genomen.

  • In mei 2021 is de Gerrit Krolbrug in Groningen aangevaren door een schip. De brug bleek onherstelbaar beschadigd te zijn en moest worden verwijderd. In 2022 is het aantal beweegbare bruggen afgenomen met 1, omdat dit toen in de realisatiecijfers verwerkt is.

3. Toelichting areaalgegevens Hoofdwatersysteem

Algemeen beeld 2018-2022

  • De omvang van het hoofdwatersysteem varieert. Dit komt onder andere door de overdrachten van het Oude Maasje en het Zuiderkanaal naar het Waterschap Brabantse Delta in 2020 en een verbeterde registratie in 2021 en 2022.

  • De lengtes van de primaire en niet-primaire keringen variëren. In 2020 namen ze af door overdrachten naar andere partijen zoals een aantal voorhavendijken naar het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (primaire kering). In 2021 zorgde een hernieuwde inventarisatie van de dijken voor een aanpassing in de realisatiecijfers.

  • De omvang van de uiterwaarden varieert. Dit komt door zowel aanleg en overdrachten als verbeterde registratie, zoals bijvoorbeeld de overdracht van de Reevediep uiterwaarden naar Staatsbosbeheer in 2020.

  • Het aantal spui- en uitwateringssluiskolken varieert. In 2019 is het aantal met twee toegenomen door de registratie van een spuimiddel bij Sluis II en een spuimiddel bij Sluis IV. In 2020 is het aantal met één afgenomen doordat de classificatie van een kunstwerk is overgegaan van een spuisluis naar een waterreguleringswerk. In 2021 is het aantal met één toegenomen door de aanleg van een spuisluis bij de Reevesluis.

  • Het aantal gemalen is in 2019 met één toegenomen door de registratie van een gemaal bij Sluis II.

Specifiek 2022

  • In 2022 is de omvang van het water toegenomen, met name door verbeterde registratie van zowel het water voor de kust van het Haringvliet en de Maasvlakte als de water- en oeverlijn van de Westerschelde. De omvang van het binnenwater is in 2022 afgenomen door een verbeterde registratie van de water- en oeverlijn van het Grevelingenmeer, de Oosterschelde en het Veerse Meer.

  • De lengte van de niet-primaire keringen is in 2022 verder afgenomen door een hernieuwde inventarisatie van de duinen.

  • In 2022 is de netto omvang van de uiterwaarden iets afgenomen, onder andere door de verwerking van de Grensmaas projecten Itteren en Nattenhoven in het bronsysteem.

  • Het aantal gemalen is in 2022 met één afgenomen, omdat de classificatie van een kunstwerk is overgegaan van een gemaal naar een waterreguleringswerk.

Budgetten exploitatie en onderhoud Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem

In onderstaande tabel zijn de begrote en gerealiseerde budgetten op exploitatie en onderhoud toegelicht.

Tabel 68 Budgetten exploitatie en onderhoud Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Begroting

Verschil

 

Artikelonderdeel

2022

2022

2022

Toelichting

Hoofdwegen

     

MF 12.01

Exploitatie

9.298

3.959

5.339

 

MF 12.02.01

Onderhoud

1.021.510

905.185

116.325

1

MF 12.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

251.992

108.115

143.877

2

Totaal realisatie Exploitatie en Onderhoud Hoofdwegen

1.282.800

1.017.259

265.541

 
      

Hoofdvaarwegen

     

MF 15.01

Exploitatie

10.972

10.433

539

 

MF 15.02.01

Onderhoud

461.832

368.020

93.812

3

MF 15.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

58.964

30.782

28.182

4

Totaal realisatie Exploitatie en Onderhoud Hoofdvaarwegen

531.768

409.235

122.533

 
      

Hoofdwatersysteem

     

DF 3.01.01

Watermanagement

8.028

7.634

394

 

DF 3.02.01

Onderhoud Waterveiligheid

144.350

111.076

33.274

5

DF 3.02.02

Onderhoud Zoetwatervoorziening

99.251

97.102

2.149

6

DF 5.02.01

Overige netwerkgebonden uitgaven

103.854

68.829

35.025

7

Totaal realisatie Watermanagement en Onderhoud Hoofdwatersysteem

355.483

284.641

70.842

 
      

Totaal realisatie exploitatie, watermanagement en Onderhoud RWS

2.170.051

1.711.135

458.916

 

Toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

Hoofdwegennet

1. De hogere realisatie op Onderhoud Hoofdwegennet van € 116.,3 miljoen wordt veroorzaakt door:

  • Vanuit de afrekening van de SLA 2018-2021, is het budget verhoogd met € 140,7 miljoen. De afrekening betreft budgettoevoeging voor saldo mee en tegenvallers SLA en extra opgedragen (onderhouds)werkzaamheden.

  • Toevoegen van extra budget vanuit de jaarlijkse prijsbijstelling (IBOI) (€ 48,6 miljoen).

  • Om de tekorten op beheer en onderhoud tot en met 2023 op te lossen is er in de begroting 2022 € 300 miljoen van de jaren 2031-2033 naar 2023 geschoven. Met een aanvullende schuif is dit in de 1e suppletoire 2022 verdeeld over de netwerken. Voor het hoofdwegennet gaat het om € 32,4 miljoen.

  • Overboeking van budget naar de post overige netwerk gebonden uitgaven ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden die gecentraliseerd worden opgepakt (Landelijke Taken ‒ € 115,2 miljoen).

  • Tot slot leiden diversie kleine mutaties < 5 miljoen per saldo tot een hogere realisatie (€ 9,8 miljoen).

2. De hogere realisatie op de post overige netwerk gebonden uitgaven € 143,9 miljoen wordt veroorzaakt door:

  • Vanuit de afrekening van de SLA 2018-2021 is het budget verhoogd met € 16,7 miljoen. De afrekening betreft budgettoevoeging voor saldo mee en tegenvallers SLA en extra opgedragen (onderhouds)werkzaamheden.

  • Overboeking van budget vanuit de post onderhoud naar de post overige netwerk gebonden uitgaven ten behoeve van uitvoering van werkzaamheden die gecentraliseerd worden opgepakt (Landelijke Taken) (€ 115,2 miljoen).

  • Toevoegen van extra budget vanuit de jaarlijkse prijsbijstelling (IBOI) (€ 5,8 miljoen).

  • Tot slot leiden diverse kleinere mutaties < € 5 miljoen tot een hogere realisatie van € 6,1 miljoen.

Hoofdvaarwegennet

3. De hogere realisatie op Onderhoud Hoofdvaarwegen van € 93,8 miljoen wordt veroorzaakt door:

  • Vanuit het de afrekening van de SLA 2018-2021 is het budget verhoogd met € 21 miljoen voor het uitvoeren van onderhoud.

  • Toevoegen van extra budget vanuit de jaarlijkse prijsbijstelling (IBOI) (€ 22,8 miljoen).

  • Om de tekorten op beheer en onderhoud tot en met 2023 op te lossen is in de begroting 2022 € 300 miljoen van de jaren 2031-2033 naar 2023 geschoven. Met een aanvullende schuif is dit in de 1e suppletoire 2022 verdeeld over de netwerken. Voor het hoofdvaarwegennet gaat het om € 45,3 miljoen.

  • Overboeking van budget naar de post overige netwerk gebonden uitgaven ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden die gecentraliseerd worden opgepakt (Landelijke Taken, ‒ € 32,4 miljoen).

  • Extra middelen voor de kosten door het hoogwater in Limburg in juli 2021 (€ 12 miljoen).

  • Bijdrage vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan het Maritiem Informatievoorziening Servicepunt (MIVSP) waarvoor in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Rijkswaterstaat data verzamelt over water, wind, neerslag en fauna bij diversie windparken op zee (bijdrage EZK, € 9,4 miljoen).

  • Bijdrage van het ministerie van EZK ten behoeve van het Maritiem Informatievoorziening Servicepunt II (MIVSP II). RWS verzamelt data over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee, zogenoemde Maritieme IV-Servicepunten. MIVSP II is het vervolg en betreft de uitrol voor de windparken uit de routekaart Windenergie op zee 2030 en omvat zowel nautische sensoren als sensoren ten behoeve van het functioneren van het windpark (bijdrage EZK € 8,7 miljoen).

  • Verlenging van de Search and Rescue (SAR) contract op de Noordzee (€ 6,0 miljoen). Voor het uitvoeren van de SAR-functie op de Noordzee huurt IenW een helikopter. De administratieve verantwoordelijkheid voor het contract ligt bij het ministerie van IenW (RWS). Het benodigde budget voor de verlenging is door het ministerie van Defensie overgemaakt.

  • Tot slot leiden diverse kleine mutaties < € 5 miljoen per saldo tot een hogere realisatie (€ 1 miljoen).

4. De hogere realisatie op de post overige netwerk gebonden uitgaven van € 28,2 miljoen wordt veroorzaakt door:

  • Vanuit de afrekening van de SLA 2018- 2021 is het budget verlaagd met € - 5,3 miljoen.

  • Overboeking van budget vanuit de post onderhoud naar de post overige netwerk gebonden uitgaven ten behoeve van uitvoering van werkzaamheden die gecentraliseerd worden opgepakt (Landelijke Taken (€ 32,4 miljoen).

  • Tot slot leiden diverse kleine mutaties <5 mln per saldo tot een hogere realisatie (€ 1 miljoen).

Hoofdwatersysteem

5. De hogere realisatie op Onderhoud Waterveiligheid van € 33,3 miljoen wordt veroorzaakt door:

  • Toevoegen van extra budget vanuit de jaarlijkse prijsbijstelling (IBOI) (€ 7,5 miljoen).

  • Om de tekorten op beheer en onderhoud tot en met 2023 op te lossen is er in de begroting 2022 € 300 mln van de jaren 2031-2033 naar 2023 geschoven. Met een aanvullende schuif is dit in de 1e suppletoire 2022 verdeeld over de netwerken. Voor het hoofdwatersysteem gaat het om € 22,2 miljoen.

  • Overboeking van budget naar de post overige netwerk gebonden uitgaven ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden die gecentraliseerd worden opgepakt (Landelijke Taken, ‒ € 18,7 miljoen).

  • Aanvullende opdrachten voor ondermeer groot onderhoud IJmuiden en Schellingwoude, klimaatadaptatie, bestuurlijke afspraken Wadden, zeer zorgwekkende stoffen en thermische energie (€ 9,9 miljoen)

  • Extra middelen voor de kosten door het hoogwater in Limburg in juli 2021 (€ 12,8 miljoen).

  • Tot slot leiden diverse kleine mutaties < 5 mln per saldo tot een lagere realisatie (- € 0.5 miljoen).

6. De hogere realisatie op Onderhoud Zoetwatervoorziening van € 2,2 miljoen wordt veroorzaakt door:

  • Bijdrage vanuit het ministerie van Economische Zaken en Klimaat aan het Maritiem Informatievoorziening Servicepunt (MIVSP) waarvoor in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Rijkswaterstaat data verzamelt over water, wind, neerslag en fauna bij diversie windparken op zee (bijdrage EZK, € 10,6 miljoen).

  • Toevoegen van extra budget vanuit de jaarlijkse prijsbijstelling (IBOI) (€ 5,0 miljoen).

  • Overboeking van budget naar de post overige netwerk gebonden uitgaven ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden die gecentraliseerd worden opgepakt (Landelijke Taken, ‒ € 13,7 miljoen).

  • Tot slot leiden diverse kleine mutaties < 5 mln per saldo tot een lagere realisatie (€ 0,2 miljoen).

7. De hogere realisatie op de post overige netwerk gebonden uitgaven van € 35 miljoen wordt veroorzaakt door:

  • Overboeking van budget vanuit de post onderhoud naar de post overige netwerk gebonden uitgaven ten behoeve van uitvoering van de uitvoering van Landelijke Taken (€ 32,4 miljoen).

  • Toevoegen van extra budget vanuit de jaarlijkse prijsbijstelling (IBOI) (€ 3,5 miljoen).

  • Tot slot leiden diverse kleine mutaties < € 5 miljoen per saldo tot een lagere realisatie (€ - 0,9 miljoen).

Budgetten Vernieuwing Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem

In onderstaande tabel zijn de begrote en gerealiseerde budgetten op vernieuwing toegelicht.

Tabel 69 Budgetten Vernieuwing Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem (bedragen x € 1.000)

Artikelonderdeel

 

Realisatie

Begroting

Verschil

 
  

2022

2022

2022

Toelichting

MF 12.02.04

Vernieuwing Hoofdwegen

166.793

286.981

‒ 120.188

1

MF 15.02.04

Vernieuwing Hoofdvaarwegen

38.160

70.973

‒ 32.813

2

DF 3.02.03

Vernieuwing Hoofdwatersysteem

9.807

16.525

‒ 6.718

3

Totaal realisatie Vernieuwing Rijkswaterstaat

214.760

374.479

‒ 159.719

 

Toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

1. De per saldo lagere uitgaven op artikelonderdeel 12.02.04 Vernieuwing Hoofdwegennet (€ 120,2 miljoen) zijn met name veroorzaakt door:

  • Programma Vervanging en Renovatie (€ 31 miljoen) door vertraging van projecten door contractuele wijzigingen bij o.a. de A12 IJsselbruggen en Haringvlietbrug;

  • Uitstellen van de realisatiefase van de renovatie van de Haringvlietbrug en de vervanging van de tuien Galecopperbrug ( € 33 miljoen).

  • Aanbestedingsmeevaller op het project A32 Heerenveen-Akkrum (€ 19 miljoen);

  • Verwerking van de prijsbijstelling (€ 10 miljoen);

  • Vertraging van de uitrol van de intelligente wegkantstations (€ 23 miljoen);

  • Diverse kleinere mutaties (€ 4,2 miljoen).

2. De per saldo lagere uitgaven op artikelonderdeel 15.02.04 Vernieuwing Hoofdvaarwegennet van € 32,8 miljoen zijn veroorzaakt door:

  • Verschuivingen vanuit 2021 naar 2022 (€ 24,5 miljoen): dit betreft voornamelijk de Waalbrug. Vanwege het ontbinden van het contract na fase 1 heeft de aannemer een claim ingediend en is de betaling tot realisatie gekomen in 2022 .

  • Kasschuiven (- € 16,6 miljoen): Om binnen een modaliteit tot een sluitende programmering tekomen zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren noodzakelijk. De kasschuiven binnen het programma Vervanging en Renovatie worden met name veroorzaakt door de projecten: Damwanden Eemskanaal, Brug Itteren en Planuitwerking Maas vervanging van de bediening van de besturing.

  • Vertraging programma Vervanging en Renovatie (- € 15,2 miljoen): met name veroorzaakt door de projecten Demkabocht en sluizen Weurt en Heumen.

  • Reservering Vervanging en Renovatie (- € 29,9 miljoen): door actualisatie van het programma Vervanging en Renovatie projecten schuift de reservering door naar latere jaren.

  • Diverse kleinere mutaties leiden tot per saldo hogere uitgaven (€ 4,4 miljoen).

3. De lagere uitgaven op artikelonderdeel 3.02.03 Vernieuwing Hoofdwatersysteem (€ 6,7 miljoen) betreft het saldo van een kasschuif van € - 7,9 miljoen GVO Vervanging en Renovatie als gevolg van het aanpassen van het kasritme van het project Landelijk Meetnet Water. En € 1,2 miljoen aan diverse kleine mutaties.

Balanspost nog uit te voeren werkzaamheden

RWS is een agentschap met een baten lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar tekort of over zijn , worden op de balans van RWS verantwoord onder de post Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW).

Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar.

Deze post omvat overigens meer. Onder andere ook de mee- en tegenvallers op beheer- en onderhoudscontracten komen in deze balanspost. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. Dit kan komen door:

  • het moeten inpassen van maatregelen die niet waren voorzien;

  • wijzigende marktomstandigheden, met kostprijzen die sneller stijgen dan eerder geraamd. Dit leidt tot aanbestedingstegenvallers;

  • gebrek aan beschikbare capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie of op de markt.

De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de opbrengsten af te trekken. De balanspost wordt in een volgend jaar weer aan de opbrengsten toegevoegd.

Hieronder worden de belangrijkste posten toegelicht die de opbouw van de post NUTW per ultimo 2022 bepalen. Het overgrote deel van de post betreft de met RWS afgesloten SLA.

Tabel 70 Ontwikkeling post NUTW RWS (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

Bedrag x € 1 miljoen

 
 

2020

2021

2022

Toelichting

Exploitatie en Onderhoud

    

1) Hoofdwatersysteem

216

205

265

1

2) Hoofdwegennet

‒ 9

‒ 149

373

2

3) Hoofdvaarwegennet

125

51

164

3

Subtotaal exploitatie en onderhoud inclusief Landelijke Taken

333

107

802

 
     

Overig1

    

4) Hoofdwatersysteem

54

58

59

4

5) Hoofdwegennet

85

137

157

5

6) Hoofdvaarwegennet

9

27

29

6

7) Overig

37

43

63

7

Subtotaal Overig

185

265

308

 
     

Totaal

518

372

1110

 
1

De post ‘Overig’ bestaat uit opgedragen maatregelen voor onder andere achterstallig onderhoud vaarwegen en uit opgedragen maatregelen voor kwaliteit leefomgeving. De kosten voor deze opgedragen maatregelen worden in 2021 en later gemaakt.

Toelichting

Exploitatie en onderhoud

1. Hoofdwatersysteem: Voor het Hoofdwatersysteem zijn er meer opbrengsten ontvangen dan er kosten zijn gemaakt. Het grootste deel van de € 265 miljoen voor Hoofdwatersysteem heeft betrekking op kustlijnzorg: € 125 miljoen. Vorig jaar was dit nog € 112 miljoen. De realisatie bleef achter doordat de opdrachtnemers binnen de hen gegeven vrijheid om de werkzaamheden uit te voeren de daadwerkelijke zandsuppleties naar achteren schuiven. Ook bevat het totaalsaldo middelen die specifiek zijn ontvangen voor aanvullende opdrachten die RWS uitvoert ( voor Hoogwater 2021, Wind op Zee en voor KCI (klimaatneutrale circulaire infrastructuurprojecten) heeft gekregen. Dit betreft circa € 25 miljoen die in 2022 is ontvangen. Het resterende saldo van € 115 miljoen wordt gebruikt voor noodzakelijke onderhoudsmaatregelen in 2023 en verder.

2. Hoofdwegennet: Het saldo op hoofdwegennet is fors gestegen ten opzichte van vorig jaardoor meer opbrengsten en lagere productie. Een bedrag van € 136 miljoen is bij Voorjaarnota 2021 toegevoegd in 2022 ter aanvulling van het tekort uit 2021. Hiermee is het negatieve saldo per eind 2021 grotendeels opgelost. Daarnaast heeft RWS in 2022 € 157,4 miljoen ontvangen bij de afrekening van de SLA 2017-2021 voor doorgeschoven werkzaamheden (waarvan 18,4 mln voor schades). En nog € 4 miljoen heeft te maken met budgetten die RWS heeft ontvangen voor de aanvullende opdrachten Urgenda en SEB (Schoon en Emissieloos Bouwen). De realisatie is achtergebleven vanwege onderbezetting bij een deel van de onderhoudsteams van Rijkswaterstaat vanwege de krapte op de arbeidsmarkt, marktonzekerheid door de situatie in OekraÏne. Van het totaal saldo op HWN van € 373 miljoen is nu € 360 miljoen voor werkzaamheden voor onderhoudsmaatregelen voor de SLA in 2023 en verder. En € 13 miljoen heeft betrekking op aanvullende opdrachten (zoals AIR/BIM en Cyber aanpak).

3. Hoofdvaarwegennet: Het saldo van het hoofdvaarwegennet is gestegen ten opzichte van vorig jaar. In 2022 zijn meer opbrengsten ontvangen en de productie was iets lager dan vorig jaar. Een bedrag van € 27,5 miljoen is bij Voorjaarnota 2021 toegevoegd in 2022. Daarnaast heeft RWS in 2022 circa € 16 miljoen ontvangen bij de afrekening van de SLA 2017-2021 voor doorgeschoven werkzaamheden. En is€ 23 miljoen ontvangen voor aanvullende opdrachten als Hoogwater 2021, MIVSP en scheepvaartmaatregelen Wind op Zee. Niet al het extra budget kon worden omgezet in opdrachten die tot uitvoering en betaling komen. De realisatie is achtergebleven vanwege door onderbezetting bij een deel van de onderhoudsteams van Rijkswaterstaat vanwege de krapte op de arbeidsmarkt, marktonzekerheid door de situatie in OekraÏne. Van het totaalsaldo op HVWN € 164 miljoen heeft € 115 miljoen betrekking op de SLA werkzaamheden en € 49 miljoen op aanvullende opdrachten.

Overig

De post ‘Overig’ bestaat uit opgedragen maatregelen voor onder andere planstudies, en opgedragen maatregelen voor kwaliteit leefomgeving. De kosten voor deze opgedragen maatregelen worden in 2023 en later gemaakt.

4. Hoofdwatersysteem: Van de € 59 miljoen voor Hoofdwatersysteem heeft € 32 miljoen betrekking op Kader Richtlijn Water (Herstel en Inrichting, natuurcompensatie), en € 27 miljoen op Planuitwerkingen. Het deel saldo voor planuitwerkingen is hoger dan vorig jaar ondermeer door lagere uitgaven aan het project MONS (Monitoring Onderzoek Natuurversterking Soortenbescherming), waarvan de opbrengst eind 2022 is gekregen en nog geen uitgaven zijn gedaan.

5. Hoofdwegennet: Het saldo van € 157 miljoen voor Hoofdwegennet is € 95 miljoen bestemd voor servicepakketten, € 27 miljoen voor file-aanpak en € 34 miljoen voor planuitwerkingen. Ook bij dit netwerk is het saldo voor planuitwerkingen hoger dan vorig jaar, omdat er vanwege de stikstofmaatregelen projecten in de planuitwerkingsfase zijn stilgelegd.

6. Hoofdvaarwegennet: Het saldo van € 29 miljoen heeft voor € 19 miljoen betrekking op NoMo AOV en voor € 10 miljoen op Planuitwerkingen.

7. Overig: De post overig heeft voornamelijk betrekking op € 26 miljoen voor projecten die Rijkswaterstaat uitvoert in Caribisch Nederland en € 33 miljoen op vastgoed. Het saldo voor vastgoed is gestegen door een eenmalige verkoop van areaal. Het saldo dient als buffer voor toekomstige jaren waarin minder losse verkopen zijn dan afgesproken.

Uitgesteld en achterstallig onderhoud

Bij het in stand houden van de infrastructuur, zoals beschreven bij de onderhoudsprogrammering, staat een veilig gebruik altijd voorop. Binnen dat kader wordt op basis van de technische staat bekeken wat een goed moment is voor onderhoud, renovatie of vervanging (LCC). Dit zorgt ervoor dat een deel van het onderhoud wordt uitgesteld naar latere jaren. Voor een deel gebeurt dit om werk-met-werk te combineren (ander onderhoudswerk of grotere renovatie-, vervangings- of aanlegprojecten) of de hinder voor de gebruikers te beperken. Voor een ander deel gebeurt dit omdat onvoorziene gebeurtenissen plaatsvinden en er maatregelen prioritair moeten worden ingepast die niet waren voorzien. De omvang van het uitgesteld onderhoud wordt jaarlijks gemonitord.

Het bepalen van de omvang van het uitgesteld onderhoud is geoperationaliseerd door te kijken welke onderhoudsmaatregelen per 1 januari van enig jaar op basis van het gebruikte onderhoudsregime een geadviseerd onderhoudsmoment hadden voor dat jaar. Voor het bepalen van de omvang van het achterstallig onderhoud is van de uitgestelde onderhoudsmaatregelen beoordeeld of de assets niet meer voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken.

In onderstaande tabel is de totale omvang van het volume aan uitgesteld en achterstallig onderhoud per modaliteit van eind 2017 tot eind 2022 weergegeven. De oploop van het uitgestelde onderhoud kent diverse oorzaken. Zo spelen bijvoorbeeld wijzigende marktomstandigheden een rol, doen zich onvoorziene gebeurtenissen voor, die met hoge prioriteit moeten worden opgepakt en kan gebrek aan beschikbare capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie of op de markt van invloed zijn.

De stijgende trend heeft zich in 2022 fors doorgezet. Ondanks dat het budget voor beheer en onderhoud in 2022 fors hoger was (ondermeer door kasschuif uit latere jaren en extra budget vanuit het coalitietakkoord) heeft het bijstellen van de onderhoudsprogrammering veel inspanning gekost van de RWS organisatie waardoor de uitvoering langzamer op gang kwam dan verwacht. Verschillende factoren spelen hierbij een rol, zoals onderbezetting bij een deel van de onderhoudsteams van Rijkswaterstaat vanwege krapte op de arbeidsmarkt en de marktonzekerheid door de situatie in Oekraine. Hierdoor schuiven veel onderhoudsmaatregelen met adviesjaar 2022 naar latere jaren. Waardoor de stand uitgesteld onderhoud 2022 verder is opgelopen.

In november 2022 (kst. 2021-2022 29385, nr.116) bent u geïnformeerd over het proces om te komen tot een nieuw basiskwaliteitsniveau voor de netwerken in beheer van Rijkswaterstaat. Hierbij werken we toe naar een balans in prestaties en beschikbaar budget (inclusief de coalitie akkoord middelen), rekening houdend met maakbaarheid qua capaciteit van Rijkswaterstaat, markt en grondstoffen. Wanneer de balans is gerealiseerd kan het uitgesteld onderhoud worden ingelopen. De gebruikers zullen dan in steeds mindere mate met verstoringen worden geconfronteerd.

Tabel 71 Uitgesteld onderhoud (bedragen x € 1 miljoen)
 

2018

 

2019

 

2020

 

2021

2022

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Hoofdwegennet

353

1

552

7

544

12

649

19

905

14

Hoofdvaarwegen

414

37

493

3

487

9

494

3

686

7

Hoofdwatersysteem1

106

8

106

8

159

1

190

3

249

16

Totaal

873

46

1.151

18

1.190

22

1.333

25

1.840

37

1

Hierbij zijn de kosten voor de kustlijnzorg buiten beschouwing gelaten. Dit is gedaan omdat de opdrachtnemer de vrijheid heeft de suppleties uit te voeren binnen de door het contract bepaalde periode, met een beperkte mogelijkheid tot uitloop.

Licence