Base description which applies to whole site

3. Beleidsprioriteiten

Dit jaarverslag gaat in op de in 2022 gerealiseerde beleidsprioriteiten. Uitgangspunt daarbij is in de eerste plaats de oorspronkelijk in de begroting 2022 geformuleerde beleidsprioriteiten. Daarbij wordt echter ook aandacht geschonken aan de voornemens van het kabinet Rutte IV, zoals vastgelegd in het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» (Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 77).

Eerst wordt de realisatie van de beleidsprioriteiten in 2022 beschreven. Vervolgens is een overzicht van steunmaatregelen ten aanzien van de coronapandemie opgenomen. Tot slot worden de budgettaire en financiële consequenties van de beleidsprioriteiten weergegeven.

De tabel realisatie beleidsdoorlichtingen en het overzicht risicoregelingen zijn voor het provinciefonds niet van toepassing.

Realisatie van de beleidsprioriteiten 2022

Interbestuurlijke en financiële verhoudingen

Ten behoeve van de herijking van het verdeelmodel van de algemene uitkering van het provinciefonds is in 2022 aanvullend onderzoek verricht door Cebeon.

In januari 2022 is het Kabinet Rutte IV aangetreden. Op 24 januari heeft Minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties haar Hoofdlijnenbrief naar de Tweede Kamer gestuurd. Eén van de overkoepelende thema’s die de Minister benoemt is «Werken aan een stabiele en toekomstbestendige financiering van de medeoverheden». Op dat thema zijn in het afgelopen jaar stappen gezet.

In het regeerakkoord is opgenomen dat, om een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten, in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 wordt uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. Op 11 juli heeft de Minister via de Kamerbrief «Contourennota financieringssystematiek medeoverheden» de Tweede Kamer geïnformeerd over de stappen die het kabinet wil zetten om te komen tot een nieuwe financieringssystematiek voor medeoverheden (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 170). Op 7 oktober heeft de Minister de Tweede Kamer per brief nader geïnformeerd over het vervolg van deze aanpak (Kamerstukken II, 36200 B, nr. 10). Ook heeft het kabinet het voorstel aan de VNG en het IPO gedaan om het volumedeel van het accres voor 2022–2025 vast te zetten. Het IPO heeft laten weten niet met dit voorstel in te stemmen.

Op 25 maart heeft de Minister het rapport «Advies over het uitkeringsstelsel tussen Rijk en provincies en gemeenten» naar de Tweede Kamer gestuurd. Het rapport was richtinggevend voor de verdere uitwerking van de gewenste en benodigde aanpassingen in het uitkeringsstelsel. Deze uitwerking heeft plaats gevonden binnen een interdepartementale Taskforce. Op 11 juli is de Tweede Kamer nader geïnformeerd, via een bijlage bij de hierboven genoemde Contourennota. De verbeteringen en het honoreren van het vormgeven van de bestuurlijke wensen in de onderlinge samenwerking worden doorgevoerd door aanpassingen binnen de bestaande decentralisatie uitkering en specifieke uitkering. Dit vraagt herziening van de Financiële-verhoudingswet. Het streven is om deze herziening in 2024 af te ronden.

Ook is in 2022 gewerkt aan de invoering van de «Uitvoerbaarheidstoets Decentrale Overheden (UDO)». Die toets moet waarborgen dat gemeenten en provincies bij nieuwe taken toegerust zijn om die uit te voeren. De UDO bevat een gezamenlijk proces voor Rijk en medeoverheden, dat helpt om beleid vorm te geven dat uitvoerbaar en effectief is.

Corona steunmaatregelen

Ook in 2022 heeft het Rijk maatregelen getroffen om medeoverheden tegemoet te komen voor extra uitgaven en/of gederfde inkomsten als gevolg van de coronacrisis. Deze maatregelen zijn, voor zover ze betrekking hebben op het provinciefonds, verwerkt in de verschillende begrotingen van het provinciefonds (zie tabel 1 hieronder).

Overzicht coronasteunmaatregelen

Tabel 1 Overzicht coronasteunmaatregelen (bedragen x € 1 mln.)

Maatregel

Verplichtingen 2022

Uitgaven 2022

Relevante Kamerstukken

Inkomstenderving toltunnels provincies

0,7

0,7

Kamerstukken II 2022/2023, 36250 C, nr. 2

Budgettaire en financiële consequenties van de beleidsprioriteiten 2022

Als gevolg van het coalitieakkoord Rutte IV (Kamerstukken II 2021/22, 35788, nr. 77) is voor 2022 meer accres beschikbaar gekomen voor de provincies. Tevens heeft het kabinet besloten de oploop van de opschalingskorting voor de jaren 2022 tot en met 2025 te schrappen. Ook zijn de gederfde inkomsten Motorrijtuigenbelasting, in verband met de vrijstelling voor electrische voertuigen, over de periode 2021-2024 gecompenseerd. Tot slot heeft het kabinet het voorstel aan de VNG en het IPO gedaan om het volumedeel van het accres voor 2022–2025 vast te zetten. Het IPO heeft laten weten niet met dit voorstel in te stemmen. Het accres voor het provinciefonds wordt daarom tot en met 2025 op de reguliere wijze, via trap-op-trap-af, berekend.

Licence