Base description which applies to whole site

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Paragraaf 1 - uitzonderingsrapportage voor vier verplichte onderwerpen

1a - Rechtmatigheid

Tabel 24 Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten en onzekerheden

(1) Rapporterings-tolerantie

(2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis)

(3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in €

(4) Bedrag aan fouten in €

(5) Bedrag aan onzekerheden in €

(6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in €

(7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100%

Samenvattende staat baten-lastenagentschappen

€ 2.728.002.476

€ 54.560.050

€ 81.899.502

€ 14.242.854

€ 96.142.356

3,5%

Samenvattende staat batenlasten agentschappen

De rapporteringstolerantie van de samenvattende staat baten-lasten agentschappen is overschreden. Het totaalbedrag aan fouten en onzekerheden bedraagt € 96,1 mln. en is als volgt opgebouwd.

Tabel 25 Samenvattende staat baten-lasten agentschappen
 

Financiële fouten per BLA

waarvan fouten als gevolg van rijksbrede raamovereenkomsten

Financiële onzekerheden per BLA

Som fouten en onzekerheden per BLA

Totaal

€ 81.899.502

€ 20.107.846

€ 14.242.854

€ 96.142.356

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

€ 6.410.114

€ 6.398.752

 

€ 6.410.114

Logius

€ 56.779.922

€ 1.899.122

 

€ 56.779.922

P-Direkt

€ 795.772

€ 772.128

 

€ 795.772

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

€ 8.773.732

€ 5.479.598

€ 490.843

€ 9.264.575

FMHaaglanden (FMH)

€ 1.338.577

€ 458.889

 

€ 1.338.577

Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT)

€ 2.212.037

€ 195.149

€ 13.752.011

€ 15.964.048

Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

€ 5.528.848

€ 4.904.208

 

€ 5.528.848

Dienst van de Huurcommissie (DHC)

€ 60.500

  

€ 60.500

Een onrechtmatigheid van circa € 20,1 mln. wordt voor de agentschappen veroorzaakt door rijksbrede overbruggingsovereenkomsten van categoriemanagement. Dit betreft onder meer overbruggingsovereenkomsten voor Interim Management & Organisatieadvies (IMOA), Inkoopadvies en Auditdiensten, hotel- en vergaderaccommodaties (HVA) en enkele communicatiediensten. Voor inkoopadvies, auditdiensten en HVA zijn in 2022 nieuwe overeenkomsten in werking getreden. Dit vermindert de onrechtmatigheid. Voor andere diensten worden in 2023 nieuwe overeenkomsten verwacht. Gelet op de verplichting tot gebruik van deze raamovereenkomsten, leidt dit tot onrechtmatigheid voor BZK bij het afsluiten van verplichtingen onder deze raamovereenkomsten.

De grootste onrechtmatigheden, die niet het gevolg zijn van rijksbrede raamovereenkomsten, worden hierna toegelicht.

Logius continueert onrechtmatig de dienstverlening voor de komende jaren uit een oude overeenkomst die eind 2022 afliep. Dit leidde tot een onrechtmatigheid van € 54,3 mln. in 2022. Voortzetting en afname van de dienstverlening is noodzakelijk voor de continuïteit van belangrijke voorzieningen als MijnOverheid, Berichtenbox en Digipoort. Momenteel wordt gewerkt aan een vernieuwde en herbouwde MijnOverheid en Digipoort zodat onder andere de onrechtmatigheid beëindigd kan worden. In de Bedrijfsvoeringsparagraaf 2021 was al de verwachting opgenomen dat continuering van deze dienstverlening ook in 2022 tot onrechtmatigheid zou leiden.

SSC-ICT heeft over 2022 financiële fouten en onzekerheden die optellen tot € 16 mln. Het grootste deel hiervan hangt samen met de constatering op externe inhuur dat niet in alle gevallen de geselecteerde kandidaten voldoen aan de door SSC-ICT gestelde harde eisen, of dat dit niet toereikend uit het inkoopdossier bleek. Dit leidt tot een fout in de rechtmatigheid van € 0,6 mln. en een onzekerheid van € 11,9 mln.

UBR onderdeel Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD) distribueert sinds april 2021, op basis van een prioriteitsstelling van OCW, zelftesten onder onderwijsinstellingen in Nederland. Met de distributie van zelftesten wordt invulling gegeven aan noodmaatregelen aangekondigd door de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport in het bestrijden van COVID-19 (Kamerstukken II 2020/2021, 25 295, nr. 1063). Om snel en slagvaardig invulling te geven aan deze logistieke uitdaging heeft de IPKD de opslag en distributie uitbesteed en hiervoor overeenkomsten afgesloten. Deze overeenkomsten zijn niet rechtmatig onder de raamovereenkomst Binnenlandse Transport- en Koeriersdiensten. Dit leidde voor UBR tot een onrechtmatigheid van circa € 2,8 mln. als direct gevolg van noodmaatregelen als gevolg van corona.

Verwachte onrechtmatigheden Logius

In de Bedrijfsvoeringsparagraaf 2021 is melding gemaakt van een onrechtmatige overeenkomst voor de onderliggende infrastructuur van meerdere belangrijke Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) voorzieningen. Gewerkt wordt aan een nieuw infrastructuurplatform. Door vertraging in het migratieverloop van de bestaande naar de nieuwe infrastructuur neemt de omvang van de onrechtmatigheid in de aankomende jaren toe (Kamerstukken II 2022/2023, 26643, nr. 928). Indien dit in 2023 of de jaren daarna leidt tot een overschrijding van de tolerantiegrens zal BZK dit in de bedrijfsvoeringsparagraaf van het betreffende jaarverslag toelichten.

1b - Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

1c - Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

In 2022 zijn extra inspanningen geleverd om de juiste verplichtingen standen te communiceren naar de Tweede Kamer. Wij hebben in december geconstateerd dat er nog op twee artikelen een overschrijding is van de budgettaire ruimte. Op begrotingshoofdstuk IV wordt hiermee ook de rapporteringstolerantie voor een artikel overschreden, zie hiervoor de toelichting in de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties. Op begrotingshoofdstuk VII blijft deze overschrijding weliswaar binnen de rapporteringstolerantie, maar de overschrijdingen vormen niettemin aanleiding om in 2023 nog verdere maatregelen te treffen. In beide gevallen gaat het specifiek om kasbeherende diensten die op afstand hun eigen bedrijfsvoering voeren en middels maandverantwoordingen en verloopoverzichten aansluiting maken met de boekhouding van BZK.

Misbruik en oneigenlijk gebruik

Ter voorkoming van Misbruik & Oneigenlijk (M&O) gebruik van subsidies werkt het Ministerie van BZK volgens een vastgesteld M&O-beleid en houdt het een departementaal M&O-register bij. Het M&O-register wordt risicogericht geraadpleegd bij subsidieaanvragen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert een aantal subsidieregelingen uit voor BZK en houdt een eigen M&O-register bij. Intern wordt omgegaan met M&O-risico’s door bij de totstandkoming van een regeling een risico analyse uit te voeren en schriftelijke vast te leggen. Materiële resterende M&O risico’s worden daarmee op regelingenniveau bijgehouden. Middels checks en balances in het subsidieproces worden beheersmaatregelen getroffen op gesignaleerde M&O-risico’s. 

Materiële risico's fraude en corruptie

BZK heeft in 2022 een start gemaakt met het opstellen van een controlmatrix. Hierin staan naast de frauderisico’s, de genomen maatregelen, de kans, de impact en het restrisico. De belangrijkste risico’s die zich bij BZK mogelijk voor kunnen doen liggen op het gebied van vastgoed. Het RVB heeft hiervoor als beheersmaatregel een fraude weerbaarheidskader RVB opgesteld. Daarnaast zijn er nog een aantal potentiële risico’s die zich bij alle onderdelen van BZK kunnen voordoen: Inkopen en aanbesteden en Beheer crediteuren. De genomen maatregelen hiervoor liggen vast in procesbeschrijvingen en worden via de Interne Controle gemonitord. Aansluitend op de gedragscode Rijk heeft BZK voor medewerkers uit de financiële kolom een training fraudepreventie en detectie georganiseerd.

Onvolkomenheden

Uit het Verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer over 2021 is geconcludeerd dat de helft van de onvolkomenheden op begrotingshoofdstuk VII (vijf van de tien) zijn opgelost. Dit komt vooral doordat een aantal meerjarige trajecten tot een goed einde zijn gebracht. De betere bewaking van de voortgang van de lopende verbetertrajecten, waarvoor ook een Monitoringscommissie is ingesteld, heeft dit bespoedigd. Deze aanpak is in 2022 voortgezet. In oktober 2022 is de Kamer op hoofdlijnen geïnformeerd over de opvolging van de verantwoordingsrapportage 2021 (Kamerstukken II 2022/2023, 36200 VII, nr. 7).

Per onvolkomenheid wordt hierna de aanpak en huidige stand van zaken beschreven.

Onvolkomenheden 2021 op financieel- en materieel beheer

Opbrengsten Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

RvIG heeft de afgelopen jaren diverse maatregelen getroffen om de juistheid en volledigheid van de berichtenaantallen aantoonbaar te maken. Deze berichtenaantallen vormen het uitgangspunt voor de facturatie van de Basisregistratie Personen (BRP). Het proces dat leidt tot registratie van het aantal uitgewisselde BRP-berichten is door RvIG uitbesteed aan twee partijen. Voor het aantoonbaar maken van de betrouwbaarheid van het aantal uitgewisselde berichten, maakt RvIG met beide partijen afspraken over het ontvangen van onafhankelijke verantwoordingsrapportages met betrekking tot de juistheid en volledigheid van het aantal berichten. Met de ene partij was dit gelukt in 2021 maar met de andere organisatie nog niet. Bij die organisatie was in 2021 door externe omstandigheden een vertraging opgetreden in de uitvoering van benodigde activiteiten. In 2022 zijn ook met deze partij afspraken gemaakt en zijn stappen gezet waarmee ook hiervoor een onafhankelijke verantwoordingsrapportage wordt verzorgd. Tijdens een geplande 'early warning meeting' in december met de accountant die deze verantwoordingsrapportage opmaakt, zijn constateringen gemeld die een nadere analyse vragen. De rapportage is hierdoor uitgesteld, omdat eerst de analyse wordt afgerond. Dit zal in 2023 leiden tot vervolgstappen, die ervoor zorgen dat ook voor de tweede partij de verantwoordingsrapportage kan worden opgeleverd.

Voorschottenbeheer agentschappen

Om voorschotten van BZK aan de agentschappen binnen het Rijk voldoende te onderbouwen en monitoren, waren in 2021 verbeteringen doorgevoerd in de processen, de werkinstructies en de monitoring. Daarmee waren de verbetermaatregelen naast opgezet ook geïmplementeerd. In 2022 is opnieuw dossieronderzoek door de directie Financieel Economische Zaken (FEZ) en de Auditdienst Rijk (ADR) gedaan om inzicht te krijgen in de werking van de verbeteringen, met een aanvullend dossieronderzoek later in het jaar. Hieruit blijkt dat de aangescherpte werkinstructies effect hebben en er geen sprake is van parkeren van begrotingsgeld in de geanalyseerde periode.

Om een kwaliteitsslag te maken zodat het proces van het verstrekken van voorschotten aan de agentschappen nog beter gemonitord en beheerst kan worden, wordt vanaf 2022 een nieuwe tool ontwikkeld. Dit zorgt voor meer inzicht in de voorwaarden en afspraken over de voorschotverlening aan agentschappen. Deze automatiseringsslag loopt door vertraging in de implementatie nog door in 2023. Om in de tussentijd, totdat de tool geïmplementeerd is, onder andere de voorschotten goed te kunnen monitoren, werkt Financieel Beheer in 2023 tijdelijk met een checklist.

1d - Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Onvolkomenheden 2021 op overige aspecten van de bedrijfsvoering

SSC-ICT Beveiliging van componenten

De IT-systemen die SSC-ICT beheert kennen onderliggende componenten, zoals databases, die beveiligd moeten zijn tegen ongeautoriseerde toegang, wijzigingen of dataverlies. In 2022 zijn de nog openstaande bevindingen van de Auditdienst Rijk opgelost en een aantal specifieke maatregelen vanuit het verbeterproject ‘Hardening’ voltooid. Het doel van ‘hardening’ is om zo veel mogelijk veiligheidsrisico’s te elimineren. In 2022 is verder gewerkt aan het systematisch versterken van het stelsel van interne controle en beheersing door de implementatie van het In Control Framework en is tweewekelijks de voortgang gerapporteerd aan het management van SSC-ICT. De werking van het In Control Framework wordt in 2023 geëvalueerd en doorontwikkeld.

Rijksbreed IT-beheer

Eind 2022 is een projectleider aangesteld die zich volledig richt op het oplossen van deze onvolkomenheid, in lijn met het eerder gemaakte plan van aanpak. De focus van het project ligt op de vier beheerdomeinen autorisatiebeheer, wijzigingsbeheer, beveiliging van componenten en back-up & recovery. Het doel van het project is een (herhaalbaar) proces in te richten dat inzicht geeft in de mate waarin de rijksbrede kaders waar CIO-Rijk eigenaar van is, zijn geïmplementeerd binnen het Rijksbreed IT-Beheer. Dit inzicht zal vervolgens gebruikt worden om in samenwerking met de departementen verbeterplannen op te stellen met betrekking tot IT-Beheer of aanpassingen door te voeren in kaders en handreikingen.

In 2022 is de inventarisatie gestart bij SSC-ICT als grote ICT dienstverlener van het Rijk. Er is vastgesteld dat SSC-ICT voor de genoemde beheerdomeinen een set richtlijnen en processen heeft ingericht die voldoende inzicht verschaffen. Daarnaast is geïnventariseerd wat de status is van de bestaande kaders en processen welke gerelateerd zijn aan de bovengenoemde beheerdomeinen. In 2023 zal deze informatie opgehaald worden bij de andere grote interne dienstverleners en departementen. Deze eenmalige uitvraag zal tot een proces moeten leiden wat bestendig inzicht geeft in de status van rijksbreed IT-beheer.

IT-beheer SSO-CN

SSO-CN heeft eind 2021 een projectleider aangesteld om het lopende traject te intensiveren om het IT-beheer op orde te brengen, te borgen door implementatie van de PDCA (Plan-Do-Check-Act)-cyclus en verbeteringen op het vlak van informatiebeveiliging door te voeren. Hierin zijn significante stappen gezet in 2022, zoals de beschrijving van de IT-beheer processen, de uitwerking van de beheercyclus per «I-component» en het verbeteren van de (keten)samenwerking tussen SSO-CN en haar afnemende departementen en diensten. Naast voorgaande is er veel tijd en aandacht besteed aan awareness op het gebied van informatietechnologie en -beveiliging voor medewerkers en management van SSO CN en haar afnemers. Deze stevige veranderopgave voor SSO-CN loopt door in 2023.

Coördinatie SiSa-controle

SiSa staat voor Single information, Single audit (eenmalige informatie-verstrekking, eenmalige accountantscontrole). Deze verantwoording over de besteding van specifieke uitkeringen maakt onderdeel uit van de jaarrekeningen van gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen. De minister van BZK geeft jaarlijks opdracht aan de Auditdienst Rijk (ADR) om een indruk te krijgen van de kwaliteit van de accountantscontroles die uitgevoerd zijn. De onvolkomenheid hield primair verband met het aantal deelwaarnemingen en de mate waarin rekening gehouden werd met het risico op onrechtmatigheden, op het niveau van de regelingen voor de specifieke uitkeringen.

In 2021 is de visie vastgelegd voor de verantwoordelijkheid van BZK voor de coördinatie van het rijksbreed functioneren van het SiSa-systeem. In 2022 zijn de coördinerende taken uitgevoerd volgens dit visiedocument. Hierbij is extra aandacht besteed aan het zichtbaar maken hiervan, onder andere door vastlegging van de risico’s en afwegingen die zijn gemaakt. Ook heeft de ADR de opdracht gekregen om over 2021, net als afgelopen jaar, 25 reviews uit te voeren. Dit is een relatief omvangrijk aantal deelwaarnemingen, mede vanwege het stijgende aantal en de financiële omvang van de specifieke uitkeringen.

2 - Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Grote lopende ICT-projecten

Het Ministerie van BZK publiceert ICT-projecten groter dan € 5 mln. op het Rijks ICT Dashboard. De CIO BZK monitort deze projecten volgens de afspraken in het rijksbrede CIO-stelsel en het Handboek Portfoliomanagement Rijk. Eind 2022 waren dit in totaal 14 actieve programma’s en projecten. De Strategische Portfolioboard (onder voorzitterschap van de SG) wordt door CIO BZK geadviseerd over: de samenstelling van het portfolio van BZK, de uitvoering van individuele projecten en de ontwikkeling van portfoliomanagement binnen BZK. Bij aanleiding is er advies gegeven gericht op een bepaald organisatiedeel of project, vaak in de vorm van een CIO-oordeel.

Open standaarden en open source software

Het Ministerie van BZK handelt in overeenstemming met artikel 3, eerste lid van de Instructie rijksdienst bij aanschaf ICT-diensten of ICT-producten. BZK ziet er op toe zoveel mogelijk te voldoen aan de open standaarden op de pas toe of leg uit -lijst van het Forum Standaardisatie. BZK stimuleert ook rijksbreed het gebruik en publicatie van open source software met inachtneming van de wetten en beleidsregels omtrent privacy, informatiebeveiliging en informatiehuishouding. Daarnaast is binnen BZK ook in 2022 verder gewerkt aan het bevorderen en op orde brengen van de open standaarden voor beveiliging van domeinen en email. Daarnaast zijn er inmiddels meerdere broncodes gepubliceerd op de BZK Github.

Betaalgedrag

De rijksbrede norm voor betalingen is dat 95% van alle handelsfacturen binnen dertig dagen na ontvangst van de facturen zijn betaald. Over 2022 bedraagt het percentage tijdig betaalde facturen van het BZK-kerndepartement 98%. Dit is een stijging ten opzichte van 2021.

De AIVD is qua op tijd betaalde facturen met 89,3% onder de norm van 95% gebleven. Dit is een daling ten opzichte van het jaar ervoor. Dit komt door langdurige onderbezetting bij de financiële administratie wat een drukkend effect heeft gehad op de snelle verwerking van de facturen.

Onderstaande tabel bevat de betaalcijfers van de SSO's en agentschappen. Deze cijfers zijn gedaald ten opzichte van 2021 en meer organisaties dan vorig jaar halen de norm niet. Na de tabel volgt een toelichting op de betaalcijfers die lager zijn dan de norm.

Tabel 26 Betaalgedrag SSO's en Agentschappen

Organisaties

Betaalpercentage

SSC-ICT

93,70%

UBR

94,70%

FMH

91,00%

P-Direkt

92,00%

RVB

94,40%

Logius

96,30%

DHC

91,80%

RvIG

95,00%

SSC-ICT heeft met 93,7% niet voldaan aan de norm, dat is voor het eerst sinds 2019. Hoofdoorzaak van het niet halen van de norm zijn de problemen in de communicatie en dienstverlening door de uitvoerder van de betalingen. Om hier grip op te krijgen heeft een specifieke afdeling van SSC-ICT de leiding genomen in het contact met de uitvoerder.

UBR heeft met 94,7% de norm niet gehaald, maar ten opzichte van 2021 is dit een grote verbetering. In 2022 is vanuit programma Vernieuwing UBR gewerkt aan de vervanging van het inkoopsysteem. Deze inkoop module is in december live gegaan, daarmee zijn de beoogde voordelen voor het betaalgedrag voor 2022 nog beperkt gebleken.

Met 91% valt het betaalgedrag van FMH over 2022 onder de norm. Dit komt doordat voor relatief veel facturen geen automatische match kon worden gemaakt met de inkooporder. Er zijn extra controles uitgevoerd op geblokkeerde inkooporders en medewerkers zijn erop gewezen om dit zo snel mogelijk af te handelen.

Het percentage van P-direkt komt uit onder de norm met 92%. Hoofdoorzaken hiervan waren storingen bij de applicaties voor factureren en het betaalverkeer, dit leidde tot de vertraging van een groot aantal betalingen tot buiten de betaaltermijn. De verstoringen van deze applicaties zijn opgelost door het inschakelen van een software specialist.

Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) laat ten opzichte van 2021 een stijging zien in het betaalgedrag maar komt met 94,4% niet aan de norm. De voornaamste oorzaken hiervan zijn het niet goed inregelen van vervanging in bepaalde (vakantie) perioden en de afhankelijkheid van andere derde partijen bij de beoordeling van facturen. Door diverse maatregelen waaronder het indienen van een melding rondom vakantieperioden in het systeem, is het betaalpercentage in de loop van het jaar verbeterd.

De Huurcommissie (DHC) heeft over 2022 91,8% van de facturen op tijd betaald. In 2022 heeft een grote update plaatsgevonden van het boekhoudsysteem van de Huurcommissie. Door moeilijkheden met de update zijn een aantal facturen niet verwerkt door het boekhoudsysteem en hebben deze te lang gewacht op betaling. Het boekhoudsysteem werkt nu weer naar behoren.

Evaluatie van het Audit Committee

In 2022 evalueerde het Audit Committee (AC) van BZK zelf zijn eigen functioneren. Een belangrijke conclusie is dat het AC in de afgelopen jaren steeds beter is gaan functioneren en dat de bedrijfsvoering bij BZK steeds meer op orde komt. Daardoor is het een logische stap dat het AC zich nu meer gaat richten op strategische advisering. Tegelijkertijd blijven bedrijfsvoering en de risicoanalyse van belang en mogen deze niet uit het oog verloren worden. Uit de evaluatie zijn vier (actie)punten naar voren gekomen. Zo is afgesproken dat de externe leden en de leden van de Bestuursraad verbinding zullen maken voor een verdere adviesrol, dat er een jaaragenda wordt opgesteld met onderwerpen voor de themasessies, dat er een standaard agendapunt wordt toegevoegd om de externe leden te laten reflecteren op mogelijke blinde vlekken van de departementale leiding en dat de bekendheid van het AC vergroot zal worden binnen de organisatie.

Departementale checks and balances subsidieregelingen

Ten opzichte van de toelichting in het jaarverslag 2020 en 2021 zijn er geen wijzigingen te melden.

Normenkader financieel beheer

Met de aanpassing van de ministeriele regeling sturing van en verantwoording door het Dienst van het Kadaster, is het normenkader ­financieel beheer geïmplementeerd.

Beheer projecten Nationaal Groeifonds (NGF)

Het Ministerie van BZK heeft in 2022 geen middelen uit het NGF ontvangen.

Voorgedane bedrijfsvoeringsrisico's en/of problemen door corona

In 2022 was er tot 23 maart een (gedeeltelijk) thuiswerkadvies van kracht. Hierna is een groot deel van de rijksambtenaren over gegaan op hybride werken.

3 - Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Organisatieontwikkeling BZK

Als gevolg van het coalitieakkoord en de daarin opgenomen ambities op het werkterrein van BZK is de topformatie van BZK aangepast. Doel van de aanpassing is het bestuurbaar en beheersbaar houden van de organisatie(eenheden). Zo is er in 2022 een plaatsvervangend secretaris-generaal benoemd. De pSG functie is een bestuurlijke functie die uiteenvalt in 2 primaire aandachtsgebieden: (1) de (gemandateerd) eigenaar voor de uitvoeringsorganisaties van BZK, voor zover ze niet onder het Directoraat-Generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR) vallen, en (2) de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering en daarmee de aansturing van de stafdirecties en de vertegenwoordig daarvan in de Bestuursraad (BR), met uitzondering van de directeur FEZ. De CIO BZK heeft in de nieuwe structuur, met instemming van de CIO Rijk, een staande uitnodiging voor de BR. In de BR is ook vastgesteld dat de CIO door middel van een CIO oordeel ICT projecten kan opschorten tot er voldoende mitigerende maatregelen zijn genomen voor een vervolg. Verder heeft er een herschikking plaatsgevonden van de portefeuille van Directoraat-Generaal Bestuur, Ruimte en Wonen (DGBRW). Dit heeft geresulteerd in de vorming van 3 nieuwe DG’s: Directoraat-Generaal Openbaar Bestuur en Democratische Rechtsstaat, Directoraat-Generaal Volkshuisvesting en Bouwen en als derde programma Directoraat-Generaal Ruimtelijke Ordening. Tenslotte is binnen DG Digitalisering en Overheidsorganisatie (voorheen DGOO) de directie Digitale Overheid gesplitst in twee nieuwe directies.

Asielcrisis en crisis noodopvang (CNO)

In het voorjaar is de doorstroom en opvang van asielzoekers hevig onder druk komen te staan. Het kabinet heeft - vanwege de ernst van de situatie – aanleiding gezien om in juni de nationale crisisstructuur te activeren met het doel snel extra opvangcapaciteit te creëren. Het inrichten van de crisisstructuur en de snelheid waarmee beleid gerealiseerd is, heeft een groot beslag gelegd op de ambtelijke capaciteit van BZK. Het kabinet heeft besloten de veiligheidsregio’s capaciteit toe te zeggen in de vorm van maximaal 30 medewerkers, 7 dagen per week, per veiligheidsregio, om te ondersteunen bij de werkzaamheden van de opvanglocaties. Namens het kabinet faciliteert BZK de extra personele inzet, die taken uitvoert zoals het registreren en identificeren van asielzoekers, het uitdelen van voedsel, het begeleiden van mensen en het beantwoorden van vragen. Om dit te realiseren is in 2022 een raamovereenkomst gesloten met verschillende uitzendbureaus, op basis waarvan ook in 2023 uitzendkrachten aan CNO worden geleverd. OenP Rijk voert de matching uit. BZK faciliteert in 2023 de extra personele inzet tot en met uiterlijk 1 juli 2023 of wanneer een uitputting wordt bereikt van € 6 mln., daarna neemt JenV de inzet van uitzendkrachten over.

Uitfasering DigiInkoop

De Rijksbrede overeenkomst voor het gebruik van DigiInkoop is eindig in 2023. De Interdepartementale Commissie Bedrijfsvoering Rijksdienst (ICBR) besloot de overeenkomst voor het centrale DigiInkoop systeem niet te vernieuwen. Dit betekent dat BZK DigiInkoop moet vervangen. BZK koos voor een strategie waarbij ieder onderdeel zelfstandig verantwoordelijk is voor de vervanging van DigiInkoop. De plaatsvervangend secretaris-generaal (pSG) van BZK stuurt op tijdige uittreding door BZK uit DigiInkoop per maart 2023. De Chief Procurement Officer Rijk (CPO Rijk) realiseert daarnaast drie centrale voorzieningen voor het gehele Rijk. Deze drie voorzieningen zijn een leveranciersportaal waarmee e-facturen kunnen worden verstuurd naar het Rijk, een centraal catalogussysteem en een archiefsysteem voor het raadplegen van de data uit DigiInkoop.

Ontvlechting Nationaal Coördinator Groningen (NCG)

Bij de vorming van het huidige kabinet is besloten dat de verantwoording van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), van BZK over gaat naar het Ministerie van Economische Zaken. Hiertoe is op 28 juli 2022 het overdrachtsprotocol getekend tussen BZK en EZK. Zowel de begrotingsmiddelen als de standen in de financiële administratie zijn over gegaan naar EZK. In de saldibalans 2022 BZK leidt deze uitvlechting er toe dat de balansstanden per 1-1-2022 (aanzienlijk) afwijken van de eindstanden 2021. Dit is in de toelichting saldibalans zichtbaar gemaakt als waardensprong.

Transitie SSC-ICT

In 2019 is SSC-ICT gestart met een transitie waarmee een duidelijke scheiding is aangebracht tussen standaard- en maatwerkdienstverlening. Ook is het kostprijsmodel doorontwikkeld en is het voor afnemers transparanter welke dienstverlening geleverd wordt en tegen welke tarieven. De transitie heeft er ook voor gezorgd dat de dienstverlening van SSC-ICT een kwaliteitsimpuls heeft gehad. Zo zijn de levertijden van de standaard klantvragen gehalveerd, voldoet SSC-ICT aan de norm van beschikbaarheid en is de (cyber) security versterkt door het invoeren van een risico gestuurde aanpak. Om de organisatie naar een volgend kwaliteitsniveau te brengen, is de transitie in het 3e tertaal van 2022 over gegaan naar de transformatiefase. Hiermee wil SSC-ICT haar positie, als betrouwbare ICT dienstverlener, binnen de Rijksdienst verstevigen. SSC-ICT wil de doelen van de transformatie bereiken langs vier strategische thema’s: klantgerichtheid verhogen; diensten optimaliseren en moderniseren; digitale weerbaarheid versterken en talent en organisatie verder ontwikkelen.

Doorontwikkeling UBR

Om rijksbreed de samenhang tussen beleid, besluitvorming en uitvoering te versterken en af te stemmen op maatschappelijke en rijksbrede ontwikkelingen is een transitietraject gestart om de onderdelen van de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) binnen BZK te herpositioneren. 2022 heeft in het teken gestaan van het inrichten van de nieuwe organisatiestructuren. De UBR onderdelen Binnenwerk en Personeel gaan samen verder met het agentschap P-Direkt onder de nieuwe naam Organisatie & Personeel Rijk. Het onderdeel KOOP is bij Logius gepositioneerd en de onderdelen Rijksbeveiligingsorganisatie en de Interdepartementale Post en Koeriersdienst gaan samen verder in het nieuw opgerichte agentschap RBL (Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek). De onderdelen als het Ontwikkelbedrijf, Organisatie en I-Interim Rijk zijn achtergebleven in het UBR construct en gaan verder onder de naam Rijksorganisatie voor Organisatie, Digitalisering en Innovatie. De Haagse inkoopsamenwerking gaat door onder de naam Rijksinkoopsamenwerking en de onderdelen Bedrijfsvoering en Financiën en Concernstaf gaan door onder de naam Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën. Deze laatste twee onderdelen gaan verder in het kas-verplichtingenstelsel. Al deze wijzigingen worden per 1 januari 2023 geëffectueerd.

Implementatie Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV)

2022 stond, naast de verdere implementatie van de huidige wet, in het teken van de voorbereiding van de implementatie van de Tijdelijke wet «Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma». Deze wet moet de diensten in staat stellen bestaande bevoegdheden effectiever in te zetten tegen cyberdreigingen. Om verdringingseffecten te beperken, wordt zoveel mogelijk aangesloten bij lopende verandertrajecten en ingezet op structurele oplossingen die niet alleen voor de Tijdelijke wet, maar ook voor de herziening van de Wiv 2017 ingezet kunnen worden. Tegelijkertijd heeft de AIVD een doorlopende verbeteropdracht om te zorgen dat de organisatie blijft voldoen aan de vereisten uit de huidige wet- en regelgeving.

Licence