Base description which applies to whole site

4.5 Beleidsartikel 5 Koninklijke Marechaussee

De Koninklijke Marechaussee (KMar) waakt over de veiligheid van Nederland en het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk der Nederlanden. Wereldwijd wordt de marechaussee ingezet op plaatsen van strategisch belang. Van koninklijke paleizen tot aan de buitengrenzen van Europa. Van luchthavens in Nederland en het Caribisch gebied tot oorlogs- en crisisgebieden overal ter wereld. De marechaussee heeft 3 hoofdtaken:

  • 1. Grenspolitietaak;

  • 2. Bewaken en beveiligen;

  • 3. Internationale en militaire politietaken.

De Minister is beheerverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Justitie en Veiligheid (inclusief de Directoraat-Generaal Migratie, het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie.

In artikel 4 van de Politiewet wordt de KMar de onderstaande taken opgedragen:

  • Het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen;

  • De uitvoering van de politietaak ten behoeve van Nederlandse en andere strijdkrachten en internationale militaire hoofdkwartieren en de personen behorende tot die strijdkrachten en hoofdkwartieren;

  • De uitvoering van de politietaak op de luchthaven Schiphol en op de andere door de Minister van JenV en de Minister van Defensie aangewezen luchtvaartterreinen en de beveiliging van de burgerluchtvaart;

  • De verlening van bijstand en de samenwerking met de politie krachtens deze wet, daaronder begrepen de assistentieverlening aan de politie bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. Als gevolg van de meest recente wijziging van de Politiewet kan de KMar ook assistentie verlenen aan de politie bij het bewaken en beveiligen van objecten en diensten en het waken over de veiligheid van aangewezen personen als bedoeld in artikel 42, eerste lid, onder c;

  • De uitvoering van de politietaak op plaatsen onder beheer van Onze Minister van Defensie, op verboden plaatsen die krachtens de Wet bescherming staatsgeheimen ten behoeve van de landsverdediging zijn aangewezen en op het terrein van de ambtswoning van Onze Minister-President;

  • De uitvoering van de bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000 opgedragen taken, waaronder begrepen de bediening van de daartoe door Onze Minister voor Immigratie en Asiel aangewezen doorlaatposten en het, voor zover in dat verband noodzakelijk, uitvoeren van de politietaak op en nabij deze doorlaatposten, alsmede het verlenen van medewerking bij de aanhouding of voorgeleiding van een verdachte of veroordeelde;

  • De bestrijding van mensensmokkel en van fraude met reis- en identiteitsdocumenten;

  • Het in opdracht van Onze Minister en Onze Minister van Defensie ten behoeve van De Nederlandsche Bank N.V. verrichten van beveiligingswerkzaamheden.

De Militaire Politiezorgtaak (art 4 lid 1 b PW) wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies, oefeningen en andere inzet uitgevoerd. Door de uitvoering van deze taken levert de KMar een continue bijdrage aan de veiligheid van de Staat en de integriteit van de Krijgsmacht.

De marechaussee heeft in 2022 een bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van Defensie en heeft uitvoering kunnen geven aan de aan haar opgedragen taken. De KMar heeft in 2022 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. In 2022 is een groot beroep gedaan op de KMar als gevolg van de oorlog in Oekraïne, de aanhoudende crisis in de asielketen, de alsmaar groter wordende vraag naar bewaken en beveiligen, de extra personele inzet voor het landen-pakket in het Caribisch Gebied en de inzet van de Landelijke Bijstandsorganisatie bij onder andere COVID- en boerenprotesten.

Grenspolitietaak

Het grensproces is volgens de Schengengrenscode uitgevoerd. Ten opzichte van 2021 was gedurende 2022 sprake van een groei van de passagiersstromen op de grote luchthavens. Daarbij was als gevolg van de problematiek op Schiphol een verschuiving in passagiersstromen zichtbaar naar Rotterdam The Hague Airport en Eindhoven Airport. Dit zorgt voor een toegenomen druk op het segment grenstoezicht op deze luchthavens. Deze druk heeft een capacitair effect gehad op de uitvoering van het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV). Door intensivering van controles met de beschikbare capaciteit bleef het aantal onderkende illegalen in het MTV hoog en het aantal grensweigeringen op peil.

Bewaken en beveiligen

Alle taken zijn uitgevoerd volgens de geldende beveiligingsconcepten. Hierbij hebben zich geen vermeldenswaardige incidenten voorgedaan. Naast objectbeveiliging is een toenemende vraag naar persoonsbeveiliging waarneembaar. Op 8 juli 2022 is het wetsvoorstel wijziging Politiewet in werking getreden. Door deze wetswijziging vallen de objectbeveiliging en persoonsbeveiliging onder de eigen taakstelling van de KMar en worden deze niet meer onder bijstand uitgevoerd.

(Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken (MPZ)

Om bij te dragen aan de inzetbaarheidsdoelen van Defensie moet de KMar de capaciteit (Inter)nationale en militaire politie(zorg)taken operationeel gereed hebben. Voor MPZ geldt onverminderd dat de KMar een bijdrage levert aan de integriteit van de krijgsmacht. Als gevolg van verdringing door onder andere inzet Caribisch gebied, bijstand aan Noordelijke gemeentes en ondersteuning Schiphol heeft er geen groei in geplande inzet MPZ plaatsgevonden.

Internationale inzet

De KMar heeft in 2022 voldaan aan de operationele gereedheid (OG)-norm van 153 vte ten behoeve van expeditionaire taken. Het Crowd Riot Control (CRC) peloton is niet ingezet voor specifieke opdrachten. De KMar is wel in staat om CRC-capaciteit te leveren wanneer daar om gevraagd wordt. Deze capaciteit wordt gefaciliteerd vanuit de huidige Bijstandseenheden (BE) pelotons. De Close Protection Teams zijn in 2022 ingezet voor specifieke opdrachten en voldeden aan alle generieke opdrachten voor de hoofdtaken.

In 2022 is tweemaal een onderzoeksteam naar Oekraïne afgereisd. Het team heeft, onder verantwoordelijkheid van het International Criminal Court (ICC), forensisch onderzoek gedaan naar mogelijke oorlogsmisdaden in Oekraïne. Het opsporingsteam is daarbij ondersteund door andere defensieonderdelen, het UMC Maastricht en het Nederlands Forensisch Instituut.

Grenzen en veiligheid

Op het gebied van grenzen en veiligheid speelt een aantal ontwikkelingen als gevolg van nieuwe EU-wetgeving inzake een Europees In- en Uitreissysteem (EES), een Europees Informatie- en Reisautorisatiesysteem (ETIAS), wijzigingen in het Schengen Informatiesysteem (SIS), de voorstellen voor aanpassing van EURODAC, het Visum Informatiesysteem (EUVIS) en inzake de interoperabiliteit tussen deze systemen. Dit zal op termijn consequenties hebben voor alle betrokken partijen, waaronder de KMar. Deze ontwikkelingen worden intern KMar aangestuurd door het programma Future Borders. In 2022 is bij de KMar de nodige voortgang geboekt in het programma Future Borders op het gebied van planningssystematiek, financiële beheersing, IT-voorbereiding, aanpassing basissystemen en sturing onder regie van het programma Grenzen en Veiligheid onder leiding van JenV.

Eurostar

De KMar is in oktober 2020 gestart met de grenscontroles op Amsterdam en Rotterdam Centraal ten behoeve van twee Eurostartreinen. In 2022 heeft Eurostar de dienstregeling uitgebreid met een derde en vierde trein. De vierde trein is vanaf september 2022 gaan rijden.

Eurosur

Het IV-systeem EUROSUR verzamelt de incidenten die aan en tussen de grensdoorlaatposten plaatsvinden om te komen tot bruikbare ‘situational pictures’ voor Nederland. De invoering van Eurosur 2.0 moet uiteindelijk leiden tot een totale ‘European situational picture’, waarin ook een analyselaag is opgenomen. Voor EUROSUR 2.0 dient elke lidstaat over een Nationaal Coördinatiecentrum (NCC) te beschikken. In 2022 is een start gemaakt met het oprichten en inrichten van de NCC-organisatie. Op 9 december 2022 zijn, binnen de daarvoor door de Europese commissie gestelde deadline, de contact en locatiegegevens doorgegeven aan de Europese Commisie. De deadlines, vastgesteld in de Eurosur Programme-Roadmap, zijn behaald.

EMSWe-Verordening

Op 15 augustus 2019 is de Europese EMSWe-verordening in werking getreden. EMSWe staat voor European Maritime Single Window environment. Het is de opvolger van de al eerder door de KMar geïmplementeerde Europese verordening «Maritime Single Window». Met de EMSWe-verordening wordt de meldplicht vanuit de scheepvaart aan de verschillende partijen (havenautoriteiten, Douane, KMar, Zeehavenpolitie) in de lidstaten geharmoniseerd. EMWSe is voor de KMar/JIVC voornamelijk een ICT-vraagstuk. Nationale implementatie wordt uitgevoerd o.l.v. het ministerie van IenW. De KMar neemt deel aan de Stuurgroep EMSW onder leiding van het ministerie IenW. EMSWe is in 2021 en 2022 ontworpen en gebouwd. Uiteindelijk dient EMWSe op 15 augustus 2025 succesvol geïmplementeerd te zijn.

Geoefendheid en inzetbaarheid

De impact van de COVID-19 op de geoefendheid en inzetbaarheid zijn in 2022 significant afgenomen. Het COVID-19-virus heeft in 2022 vrijwel geen impact gehad op de operatie.

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

410.732

459.737

481.437

501.167

576.983

486.905

90.078

        

Uitgaven

410.737

460.387

482.825

501.802

569.037

486.905

82.132

        

Opdrachten

4.907

5.051

6.377

4.474

5.123

6.873

‒ 1.750

- Gereedstelling

4.905

4.974

5.167

4.474

5.123

6.873

‒ 1.750

- Instandhouding materieel

2

77

1.210

    

(Schade)vergoeding

    

227

0

227

- Schadevergoeding overig

    

227

0

227

Personele uitgaven

361.209

440.314

462.232

484.265

544.365

460.685

83.680

- Eigen personeel

351.521

398.462

435.912

451.984

509.945

441.623

68.322

- Externe inhuur

9.688

14.296

6.484

7.518

6.969

158

6.811

- Overige personele exploitatie1

 

27.556

19.836

24.763

27.451

18.904

8.547

Materiële uitgaven

44.621

15.022

14.216

13.063

19.322

19.347

‒ 25

-Instandhouding infrastructuur

  

533

    

- Overige materiële exploitatie1

43.371

15.022

13.480

13.063

19.322

19.347

‒ 25

- instandhouding IT

  

203

    

- Bijdragen aan SSO Paresto

1.250

      
        

Apparaatsontvangsten

14.529

12.478

8.463

8.199

6.205

4.459

1.746

1

In 2019 zijn de uitgaven overige exploitatie gesplitst in personele en materiële exploitatie

De posten met een verschil groter dan €5 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De gerealiseerde verplichtingen zijn €90,1 miljoen hoger dan begroot. Dit betreffen voornamelijk de hogere personele uitgaven voor formatie en inhuur (€83,7 miljoen) in 2022 zoals hieronder wordt toegelicht. De resterende afwijking van €6,4 miljoen komt voort uit een aantal kleinere verplichtingen die zijn aangegaan voor opleidingen en persoonsgebonden uitgaven.

Uitgaven

Personele uitgaven

Binnen de uitgaven voor het eigen personeel zijn de uitgaven €68,3 miljoen hoger dan begroot. Reden hiervoor is het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord waardoor het budget met €63,9 miljoen is verhoogd. Verder zijn interdepartementale budgetoverhevelingen doorgevoerd voor o.a. het Convenant Beveiliging Ambassades in Hoog Risico Gebieden (€12,1 miljoen BUZA), Breed Offensief tegen georganiseerde Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC) (€3,3 miljoen J&V) en Bijdrage 3e tranche Liquiditeitssteun CARIB (€2,4 miljoen BZK) waardoor het budget verder toeneemt met € 17,8 miljoen. Tevens is er €2,0 miljoen (NCTV) gevorderd ten behoeve van de hoog risico beveiliging van De Nederlandse Bank en is de Tijdelijke Toelage Loongebouw verlengd (€6,0 miljoen).

Als gevolg van een tragere vulling met betrekking tot de projecten Breed Offensief Tegen Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC) en Versterking Grenstoezicht Carib is €5,6 miljoen teruggeboekt naar het gezag (J&V en BZK). Ook is er sprake van een onderrealisatie van €14,3 miljoen. Deze onderrealisatie wordt veroorzaakt doordat niet alle maatregelen uit het arbeidsvoorwaardenakkoord zijn gerealiseerd en het vullingspercentage lager is dan verwacht. Tot slot zijn er verschillende herschikkingen geweest binnen Defensie.

Bij de post Externe Inhuur zijn de uitgaven €6,8 miljoen hoger dan was opgenomen in de Ontwerpbegroting. Dit wordt voornamelijk verklaard door de verhoogde inzet van inhuurcapaciteit voor o.a. het Project Grenzen en Veiligheid (€1,3 miljoen) en de inhuur van IT-specialisten en uitzendkrachten (€5,3 miljoen) ter ondersteuning van diverse IT-projecten.

Binnen de overige personele uitgaven zijn de uitgaven €8,5 miljoen hoger dan begroot. Het opleidingsdeel ad €4,5 miljoen betreft extra uitgaven voor opleidingen als gevolg van de groei van de organisatie door o.a. de projecten Grenzen en Veiligheid en BOTOC (MIT en B&B). Verder zijn de persoonsgebonden uitgaven €4,0 miljoen hoger dan begroot. Het merendeel van deze uitgaven heeft betrekking op binnen/buitenlandse dienstreizen.

Licence