Base description which applies to whole site

Bijlage 4: Inhuur externen

Tabel 117 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat verslagjaar 2022 (bedragen x € 1.000)

Programma- en apparaatskosten

 

1. Interim-management

34.945

2. Organisatie- en Formatieadvies

1.138

3. Beleidsadvies

38.001

4. Communicatieadvisering

2.631

Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)

76.715

5. Juridisch Advies

4.997

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

149.738

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

22.418

(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7)

177.153

8. Uitzendkrachten (formatie & piek)

156.287

Ondersteuning bedrijfsvoering

156.287

Totaal uitgaven inhuur externen

410.154

Toelichting op het inhuurpercentage 2022

Het kabinet hanteert, naar aanleiding van de motie Roemer, een norm voor externe inhuur van 10% van de totale personeelskosten. Evenals over voorgaande jaren wordt ook dit jaar deze norm overschreden. Het inhuurpercentage voor EZK komt over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 uit op 32,1%. De overschrijding van de norm voor inhuur van extern personeel is vooral veroorzaakt door de NCG, DICTU en RVO. Het inhuurpercentage voor EZK over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 zonder de NCG, DICTU en RVO komt uit op: 10,1%.

De NCG organisatie kenmerkt zich als een projectorganisatie en is van tijdelijke aard (t/m 2028). De organisatie en de benodigde capaciteit zijn in 2022 sterk gegroeid. De formatie is per 1 april 2022 uitgebreid naar 717 fte (was 448). De formatie uitbreiding heeft de mogelijkheden voor een vaste aanstelling verruimd. Er is zwaar ingezet op werving. Echter, NCG heeft te maken met de volgende omstandigheden:

  • 1. Krapte in de arbeidsmarkt over de volle breedte breedte en veel openstaande vacatures.

  • 2. Voor een groot aantal specifieke (vaak technisch) georiënteerde functies / vacatures bestaat relatief weinig belangstelling omdat het salarisniveau van het Rijk niet voldoende kan concurreren met de vergoedingen die verstrekt worden via detacheringsbureaus.

  • 3. De behoefte aan bepaalde functies bestaat voor een relatief korte periode, er is behoefte aan het aanhouden van een relatief ruime flexibele schil.

Het hogere inhuur percentage bij DICTU komt met name door de behoefte aan specifieke ICT-expertise, vooral bij ontwikkeling van nieuwe applicaties en structureel hoge vraag van opdrachtgevers (o.a. door rijksbeleid op het vlak van energie, klimaat en landbouw, rijks digitalisering en overheid op orde). De krappe arbeidsmarkt heeft het dit jaar niet mogelijk gemaakt om te groeien in interne formatie. Gezien de kerntaken en de fluctuerende opdrachtenportefeuilles van DICTU is de Roemer-norm van 10% voor EZK niet haalbaar.

Maatregelen om inhuur te beperken zijn onder meer het jaarlijks formuleren van een inhuurstrategie, verscherpt toezicht op de duur van inhuur, verambtelijking, het gebruik van Rijkstrainee-programma’s en samenwerking met hogescholen en universiteiten. DICTU zet daarnaast in op het beperken van haar dienstverlening tot het verzorgingsgebied van EZK/LNV en het op basis van een afwegingskader leveren van generieke diensten breder in het Rijk. Daarbij wordt ingezet op het maken van keuzes in het dienstverleningsportfolio in overleg met CIO Rijk door het anders beleggen van generieke diensten. Een andere belangrijke lange termijn maatregel is de implementatie van de nieuwe strategie van DICTU waar door aanbestedingen diensten worden afgenomen voor innovatie, beheer en ontwikkeling in plaats van inhuur. Het effect hiervan zal pas in 2024 zichtbaar worden.

De algemene oorzaak van het hogere percentage dan afgesproken komt bij RVO door het opdrachtenpakket, dat gedurende het jaar te maken heeft met pieken en aanvullende opdrachten, o.a. door tijdelijke regelingen (Covid-19 en Energie). Aangezien dit vaak geen structurele werkzaamheden zijn wordt gekozen voor inzet via externe inhuur. Daarnaast wordt het door de krapte op de arbeidsmarkt steeds lastiger om ambtelijk personeel te werven met name bij ICT functies.

Rapportage overschrijding maximumuurtarief externe inhuur buiten mantelcontracten

In onderstaande tabel wordt weergegeven in hoeveel gevallen in 2022 door het ministerie buiten de mantelcontracten om externe krachten zijn ingehuurd boven het voor de organisaties van het rijk afgesproken maximumtarief van € 225 (exclusief btw).

Tabel 118 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten

Inhuur externen buiten raamovereenkomsten

2022

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

1

Toelichting

Bij de RVO is een senior fiscalist via de Rijksbrede mantel Financiële Adviesdiensten (fiscaal perceel) voor meer dan het maximumuurtarief ingehuurd. De tarieven passen binnen de Rijksbrede afspraken bij die mantel waar in het fiscale perceel geen maxima zijn afgesproken. Tarief is marktconform voor een Vennootschapsbelasting fiscalist.

Licence