Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) en de Specifieke uitkeringen voor Woningbouwmiddelen toegelicht. De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | ||
Verplichtingen | 29.189 | 5.939 | 60.433 | 1.050.282 | 1.099.206 | 1.132.811 | ‒ 33.605 | 1 |
Uitgaven | 87.247 | 77.533 | 86.838 | 563.297 | 844.795 | 1.142.688 | ‒ 297.893 | |
Waarvan juridisch verplicht | 0 | |||||||
14.01 Regionale infrastructuur | 61.843 | 77.533 | 35.737 | 0 | 48.227 | ‒ 48.227 | 2 | |
14.01.02 Planning en studies prg reg/lok | 11.172 | ‒ 11.172 | ||||||
14.01.03 Aanleg reg/lok | 61.843 | 77.533 | 35.737 | 0 | 37.055 | ‒ 37.055 | ||
14.03 Bereikbaarheidsprogramma's | 25.404 | 0 | 51.101 | 563.297 | 844.795 | 1.094.461 | ‒ 249.666 | 3 |
14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten | 25.404 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
14.03.02 Regionale mobiliteitsprojecten | 0 | 0 | 51.101 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
14.03.03 Ruimtelijke economisch programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
14.03.04 Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur | 0 | 0 | 0 | 563.297 | 541.460 | 731.657 | ‒ 190.197 | |
14.03.05 Mobiliteitspakketten | 0 | 0 | 0 | 0 | 303.335 | 362.804 | ‒ 59.469 | |
14.09 Ontvangsten | 0 | 1.004 | 0 | 0 | 293 | 0 | 293 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De lagere verplichtingenrealisatie van € 33,6 miljoen wordt met name verklaard door de Regeling Mobiliteitspakketten. Een deel van de beschikkingen (voor in totaal € 33,6 miljoen) zijn begin 2025 verstuurd, hierdoor worden de verplichtingen ook pas in 2025 aangegaan.
2. Het verschil van € 48,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door een lagere kasrealisatie op het project HOV Net Zuid-Holland van € 37,1 miljoen.
Verder is een lagere kasrealisatie van € 11,2 miljoen op planning en studies. Die lagere kasrealisatie wordt onder ander veroorzaakt doordat er bij Najaarsnota 2023 per saldo € 9,8 miljoen naar 2024 is geschoven op verschillende projecten. Daarnaast is er vanwege een voorkeursbesluit in de BO-MIRT een overboeking gedaan vanuit de verkenningsfase naar de planuitwerking, waardoor er in 2024 € 5 miljoen is toegevoegd aan het Rotterdam HOV budget. Daarentegen schuift er bij OV Amsterdam-Haarlemmermeer € 15,1 miljoen door naar 2025. Er wordt voor BOV kosten HOV-net € 5,5 miljoen doorgeschoven naar latere jaren. Ten slotte is er bij Najaarsnota 2024 € 5,5 miljoen via een saldo mutatie naar 2025 geboekt omdat er uiteindelijk minder budget is aangevraagd op DGB-budget en Rotterdam HOV dan geraamd.
3. Per saldo is er € 249,7 miljoen minder gerealiseerd dan bij ontwerpbegroting 2024 was begroot. Dit betreft € 190,2 miljoen voor Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur en € 59,5 miljoen voor Mobiliteitspakketten. Dit wordt met name veroorzaakt doordat het kasritme in lijn moest worden gebracht met de opengestelde beschikkingen en de nog op te stellen beschikkingen.
14.01 Grote regionale/lokale projecten
Motivering
Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten, waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan € 225 miljoen indien dat project geheel of gedeeltelijk wordt gerealiseerd binnen één of meer van de samenwerkingsgebieden, waarin de gemeente Amsterdam, de gemeente Rotterdam of de gemeente ‘s-Gravenhage is gelegen, of € 112,5 miljoen, indien dat project geheel in een ander gebied wordt gerealiseerd. Het project moet passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid, zoals verwoord in de begroting HXII beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor, de Lange Termijn Spooragenda (LTSa) en het Toekomstbeeld OV.
Tevens worden op dit artikel de uitgaven verantwoord van de specifieke uitkeringen voor bovenplanse infrastructurele voorzieningen zodat op korte termijn op locaties in heel Nederland grootschalige woningbouw kan plaatsvinden conform de regeling van 29 september 2023.
Producten
Algemeen
Regionale lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de decentrale overheid. IenW levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.
Verkenningen
Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de decentrale overheid uitgevoerd en pas na toetsing en besluitvorming door IenW al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.
14.01.02 Planuitwerkingsprogramma Regionaal/lokaal
Planuitwerkingsprogramma Regionaal, lokale infrastructuur (14.01.02) | Projectbudget | Indienststelling | Toelichting | ||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting | huidig | huidig | vorig | |
Overige projecten en reserveringen | |||||
Rotterdam HOV | 0 | 691 | 1 | ||
Stedelijk OV Den Haag | 0 | 275 | 2 | ||
Randstadrail/Metronet Rotterdam | 0 | 337 | 3 | ||
Projecten in voorbereiding | 19 | 20 | |||
Overige projecten in voorbereiding | 61 | 62 | |||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 80 | 1.386 | |||
Planuitwerkingkosten op MF 11 | 32 | 33 | |||
Begroting (MF 14.01.02) | 112 | 1.418 |
Toelichting
De budgetten van de onderstaande projecten die op artikel 11 van het MF staan geraamd, zijn in verband met de faseovergang overgeboekt naar artikel 14 van het MF. Zie toelichting bij artikel 11.
1. Rotterdam HOV (€ 691 miljoen)
2. Randstadrail/Metronet Rotterdam (€ 275 miljoen)
3. Stedelijk OV Den Haag (€ 337 miljoen)
14.01.03 Realisatieprogramma Regionaal/Lokaal
Realisatieprogramma Regionaal, lokale infrastructuur (14.01.03) | Kasbudget 2024 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2024 | 2024 | 2024 | |||||
Projecten Zuidwest-Nederland | 0 | 0 | 0 | 83 | 83 | |||
HOV-NET Zuid-Holland Noord (vh Rijn-Gouwelijn) | 37 | 0 | ‒ 37 | 180 | 183 | 1 | ||
Afrondingen | ||||||||
Begroting (MF 14.01.03) | 37 | 0 | ‒ 37 | 263 | 266 |
Toelichting
1. Het deelproject Leiden-Utrecht ligt stil ligt vanwege een aanzienlijke kostenoverschrijding. Omdat de afgesproken mijlpalen verschuiven, verschuift ook de hieraan gekoppelde uitgavenplanning ter hoogte van € 37 miljoen.
Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur (14.03.04): | Kasbudget 2024 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2024 | 2024 | 2024 | |||||
Woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur | 732 | 542 | ‒ 190 | 1.523 | 1.399 | nvt | 1 | |
Begroting (MF 14.03.04) |
Toelichting
1. Het verschil in kasbudget is voornamelijk te verklaren door de BTW-afdrachten aan het BTW-Compensatiefonds ten behoeve van de SPUK Mobiliteitspakketten van in totaal € 143 miljoen.
Mobiliteitspakketten (14.03.05) | Kasbudget 2024 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2024 | 2024 | 2024 | |||||
Mobiliteitspakketten | 363 | 303 | ‒ 60 | 1.130 | 1.080 | nvt | nvt | 1 |
Begroting (MF 14.03.05) |
Toelichting
1. Het verschil in kasbudget is met name te verklaren door de BTW-afdacht aan het BTW-Compensatiefonds ten behoeve van de SPUK Mobiliteitspakketten van € 54 miljoen.