Algemeen
Voor u ligt het jaarverslag 2024 van het ministerie van Financiën, begrotingshoofdstuk IX (Financiën en Nationale Schuld) van de Rijksbegroting. In het jaarverslag worden de gerealiseerde beleidsdoelen, gebruikte instrumenten en ingezette middelen verantwoord ten opzichte van de begroting. Waar relevant wordt verwezen naar Kamerstukken of andere beschikbare verantwoordingsinformatie. De Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) en de Comptabiliteitswet (CW) vormen het regelgevend kader voor het jaarverslag.
Het algemeen financieel-economische beleid en het begrotingsbeleid worden primair verantwoord in het Financieel jaarverslag van het Rijk (FJR). Daarin worden ook de belastingontvangsten toegelicht.
Vanwege tussentijdse afrondingen op duizenden, miljoenen of miljarden euro’s kan het voorkomen dat de som der delen afwijkt van het totaal in de tabellen.
Opbouw van het jaarverslag
Het jaarverslag bestaat, conform RBV, uit de volgende onderdelen:
A. Algemeen;
B. Beleidsverslag;
C. Jaarrekening;
D. Bijlagen.
A. Algemeen
Dit gedeelte bestaat uit de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten, de aanbieding van het jaarverslag met een verzoek tot dechargeverlening en deze leeswijzer (hoofdstukken 1 en 2).
B. Beleidsverslag
Beleidsprioriteiten
In het beleidsverslag wordt allereerst ingegaan op de beleidsprioriteiten (hoofdstuk 4): welke resultaten zijn bereikt in 2024? Hierin wordt teruggekeken op de beleidsagenda uit de begroting 2024, waarin de belangrijkste beleidsdoelen voor 2024 staan. Ook is een samenvatting van de Nationale Schuld, een overzicht van de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen, een overzicht risicoregelingen, een openbaarheidsparagraaf en een overzicht van de onderuitputting met daarbij een analyse over de arbeidsmarktkrapte (focusonderwerp 2024) opgenomen.
Beleidsartikelen
Daarna wordt in de beleidsartikelen (hoofdstuk 5) en de niet-beleidsartikelen (hoofdstuk 6) per artikel op hoofdlijnen gerapporteerd over de bereikte resultaten in 2024. Waar relevant en beschikbaar worden de realisaties van indicatoren of kengetallen weergegeven om te laten zien in welke mate de doelstellingen op een beleidsterrein zijn behaald. De beleidsartikelen in het jaarverslag hebben volgens de RBV standaard de volgende indeling:
A. Algemene doelstelling;
B. Rol en verantwoordelijkheid;
C. Beleidsconclusies;
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;
E. Toelichting op de instrumenten.
Ter nadere onderbouwing van de Beleidsconclusies in onderdeel C, is voor artikel 1 Belasting een toelichting opgenomen in een aanvullend onderdeel F.
Niet-beleidsartikelen
In hoofdstuk 6 komen de niet-beleidsartikelen aan bod:
– artikel 8 Apparaat kerndepartement;
– artikel 10 Nog onverdeeld.
Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Zowel de beleidsartikelen als de niet-beleidsartikelen bevatten een tabel ‘Budgettaire gevolgen van beleid’ met een toelichting op de verschillen tussen de begrote en gerealiseerde bedragen. Niet alle verschillen in verplichtingen, uitgaven en ontvangsten worden toegelicht. Voor het opnemen van een toelichting zijn op het niveau van financiële instrumenten onderstaande normen gehanteerd, conform de RBV.
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) | Beleidsmatige mutaties (ondergrens) | Technische mutaties (ondergrens) |
< 50 | 1 | 2 |
≥ 50 en < 200 | 2 | 4 |
≥ 200 en < 1.000 | 5 | 10 |
≥ 1.000 | 10 | 20 |
Bedrijfsvoeringsparagraaf
Hoofdstuk 7 is de bedrijfsvoeringsparagraaf met relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het ministerie van Financiën. De bedrijfsvoeringsparagraaf heeft het karakter van een uitzonderingsrapportage. Er wordt onder andere ingegaan op de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden bij het vorige jaarverslag (2024) en de maatregelen die zijn getroffen om deze onvolkomenheden in het verantwoordingsjaar (2024) en de jaren daarna weg te werken. Ook wordt gerapporteerd over de rechtmatigheid van de verantwoorde bedragen, rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen en belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering.
C. Jaarrekening
De hoofdstukken 8 tot en met 10 vormen de jaarrekening. Hoofdstuk 8 geeft de verantwoordingsstaten weer, hoofdstuk 9 de saldibalans met toelichtingen en hoofdstuk 10 de verantwoording betreffende de Wet Normering Topinkomens (WNT).
D. Bijlagen
Tot slot zijn acht bijlagen opgenomen:
– Bijlage 1: Toezichtsrelaties zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s)
– Bijlage 2: Moties en Toezeggingen
– Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek
– Bijlage 4: Inhuur externen
– Bijlage 5: Rijksuitgaven Caribisch Nederland
– Bijlage 6: Budgettair overzicht Oekraïne
– Bijlage 7: Overzicht coronasteunmaatregelen
– Bijlage 8: Lijst van afkortingen
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2025 en de Regeling agentschappen 2024. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lastenagentschappen het baten-lastenstelsel.
Het verslag van de Nationale Schuld heeft twee specifieke eigenschappen. De eerste eigenschap is dat de rente-uitgaven en renteontvangsten op transactiebasis worden verantwoord, in plaats van op kasbasis zoals bij alle andere onderdelen van de Rijksbegroting. Dit is vastgelegd in de CW 2016, artikel 2, negentiende lid. Met de registratie van rente op transactiebasis voor de Nationale Schuld wordt aangesloten bij de Europese voorschriften van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010. De tweede eigenschap is dat voor beide artikelen het verplichtingen-kasstelsel wordt gevoerd en daarbij wordt ervan uitgegaan dat de aangegane financiële verplichtingen gelijk zijn aan de uitgaven (kas = verplichtingen).
Motie Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. In de beleidsprioriteiten wordt teruggekomen op de landenspecifieke aanbevelingen zoals verwoord in de begroting 2024.
Groeiparagraaf
Het ministerie van Financiën werkt doorlopend aan stapsgewijze verbeteringen in de informatievoorziening aan de Kamer en de burger. Dit is een samenspel van eigen ambities en inzichten, en wensen vanuit de Kamer. Ten opzichte van het jaarverslag Financiën en Nationale Schuld 2023 is een aantal verbeteringen doorgevoerd.
– Het onderwerp onderuitputting (focusonderwerp van 2023) is nogmaals opgenomen in het jaarverslag in het onderdeel beleidsverslag. Ook zal in dit onderdeel worden ingegaan op het focusonderwerp van het Financieel Jaarverslag Rijk voor 2024 'Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt'.
– Naar aanleiding van de accountantsbevindingen is een nieuwe werkwijze voor omgaan met negatieve bijstellingen van verplichtingen die in eerdere jaren zijn aangegaan gehanteerd. Voor vrijval van verplichtingen die in een eerder jaar door de Kamer zijn geautoriseerd en aangegaan is het niet meer toegestaan dat deze worden gesaldeerd met nieuwe verplichtingen in de budgettaire tabellen en de verantwoordingsstaat. Indien de vrijval van financiële (overige) verplichtingen niet systeemtechnisch inzichtelijk gemaakt kan worden, kan voor deze nieuwe werkwijze een ondergrens van 25 mln. euro gehanteerd worden. Het ministerie van Financiën maakt van deze mogelijkheid gebruik.
– Met ingang van de begroting 2024 worden op artikel 9 de belastingontvangsten die door de Douanesystemen worden geheven en geïnd, alsmede de hiermee samenhangende niet belastingontvangsten begroot en verantwoord.
– Bij beleidsartikel 13 Toeslagen zijn de prestatie-indicatoren vanaf de begroting 2024 opgenomen in het onderdeel B Rol, verantwoordelijkheid en beleidsinformatie en worden vanaf het jaarverslag 2024 ook verantwoord in onderdeel B in plaats van in onderdeel F.