De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2024 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale specifieke onderuitputting op de begroting 9A en 9B gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige meevallers» toegelicht. De onderuitputting bestaat uit onderuitputting ingeleverd bij Najaarsnota (totaal € 236 mln.) en onderuitputting gerapporteerd in de Slotwet (verschil tussen realisaties en de begrotingsstand in de 2e suppletoire begroting).
Bedrag in miljoenen euro | Als percentage van de vastgestelde ontwerpbegroting 2024 | |
---|---|---|
Toeslagen Herstel | ‒ 213,2 | ‒ 2,9% |
Meevaller apparaatsuitgaven Toeslagen | ‒ 85,9 | ‒ 1,2% |
Meevaller niet-belastingontvangsten | ‒ 82,7 | ‒ 1,1% |
Vrijval Nog onverdeeld | ‒ 54,1 | ‒ 0,7% |
Meevaller Vertragingsrente Traditionele Eigen Middelen | ‒ 35,3 | ‒ 0,5% |
Meevaller apparaatsuitgaven artikel 8 (Apparaat) | ‒ 21,3 | ‒ 0,3% |
Meevaller apparaats- en programmauitgaven Douane | ‒ 12,6 | ‒ 0,2% |
Overige meevallers (en tegenvallers) | ‒ 6,7 | ‒ 0,1% |
Totaal1 | ‒ 511,7 | ‒ 7,0% |
Toelichting
Toeslagen Herstel
Inclusief de onderuitputting bij de tweede suppletoire begroting van € 135,0 mln. bedraagt de totale onderuitputting voor Toeslagen Herstel € 213,2 mln. (exclusief kasschuiven naar latere jaren die al in het lopende begrotingsjaar zijn verwerkt). De uitvoering van de aanvullende schaderoutes door de Stichting Gelijkwaardig Herstel (SGH) verloopt minder snel dan eerder verondersteld. De heropstart van SGH is langzamer op gang gekomen dan aanvankelijk beoogd en het aantal getekende vaststellingsovereenkomsten (VSO’s) lag lager dan verwacht. Dit leidt ertoe dat niet alle gereserveerde middelen in 2024 tot besteding zijn gekomen. Daarnaast vielen het aantal aanmeldingen en de uitbetalingen bij het kwijtschelden van private schulden lager uit dan eerder verondersteld.
Meevaller apparaatsuitgaven Toeslagen
Inclusief de onderuitputting bij de tweede suppletoire begroting van € 42,5 mln. bedraagt de totale onderuitputting voor apparaat Toeslagen € 85,9 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door vertraging van de uitvoering van de programma’s Herstel Toeslagen. Verder is er sprake van meer bezetting door intern personeel en minder gebruik van externe inhuur, dit leidt tot lagere uitgaven.
Meevaller niet-belastingontvangsten artikel 1
De niet-belastingontvangsten artikel 1 (Belastingen) betreffen ontvangsten uit de doorbelasting van kosten van invorderingsmaatregelen (bijv. aanmaning en dwangbevel) en uit verzuim- en vergrijpboetes. Hier is een meevaller van in totaal € 82,7 mln. ontstaan (inclusief de bij tweede suppletoire begroting verwerkte € 40,0 mln.), doordat de realisaties hoger liggen dan voorgaande jaren en pre corona. De toename ziet vooral op de boete-ontvangsten en lijkt verband te houden met de stijging van het aantal belastingplichtigen en de economische ontwikkeling.
Vrijval Nog Onverdeeld
Het resterende budget in 2024 van € 54,1 mln. op artikel 10 Nog onverdeeld komt niet meer tot besteding en is daarom bij 2e suppletoire begroting vrijgevallen.
Meevaller Vertragingsrente Traditionele Eigen Middelen
Bij Voorjaarsnota 2024 zijn middelen van de Aanvullende Post naar de Financiënbegroting overgemaakt voor het voldoen van de vertragingsrente op de Traditionele Eigen Middelen (TEM).25De betaalde vertragingsrente is in 2024 € 35,3 mln. minder dan begroot. Dit zijn betalingen aan de Europese Commissie die voortkomen uit (na)betalingen van TEM oftewel douane invoerrechten. Het budget is niet volledig benut, doordat de Europese Commissie (EC) in 2024 niet alle verzoeken tot betaling van vertragingsrente heeft ingediend.
Meevaller apparaatsuitgaven artikel 8 (Apparaat)
De apparaatsuitgaven vallen € 21,3 mln. lager uit. Dit komt met name door openstaande vacatures, met name bij de Concerndirectie Informatievoorziening en Openbaarmaking. Hiernaast zijn er lagere materiële uitgaven doordat er minder gebruik is gemaakt van o.a. dienstverlening van de Auditdienst Rijk (ADR).
Meevaller apparaats- en programmauitgaven Douane
Op artikel 9 Douane doet zich een meevaller voor van € 12,6 mln. Dit wordt grotendeels verklaard doordat de Douane een subsidie heeft ontvangen van € 11,7 mln. van de EC voor de financiering van 80% van de aanschafkosten voor specifieke scan-, detectie- en laboratoriumtechniek en bijbehorende onderhoudskosten. De verwachting is echter dat de uitgaven in 2026 vallen.
Overige meevallers (en tegenvallers)
Onder overige meevallers van per saldo € 6,7 mln. vallen beperkte meevallende uitgaven op de specifieke budgetten van artikel 2 Financiële markten, artikel 3 Financieringen, artikel 5 exportkredietverzekeringen en op de apparaats- en programmauitgaven van de Belastingdienst.
Prioriteren van beleid met aandacht voor de uitvoering en arbeidsmarkt
De krapte op de arbeidsmarkt in Nederland is ook merkbaar bij Financiën, met name bij verschillende typen juristen, IT-functies, en fiscalisten. De arbeidsmarktkrapte is niet alleen zichtbaar in beleidsontwikkeling, maar ook in de uitvoering en handhaving van beleid en de staatsrechtelijke aspecten die met beleid gemoeid zijn. Ingrijpende budgettaire, politieke en beleidsmatige veranderingen kunnen de concurrentiepositie van de Rijksoverheid/Financiën en de krapte op de arbeidsmarkt verslechteren.
Ieder Directoraat-Generaal (DG) heeft een strategisch personeelsplan (SPP) waarin visie, strategische analyse van de personele behoefte en het beschikbare aanbod op de arbeidsmarkt gekoppeld worden aan concrete maatregelen om personele knelpunten aan te pakken. Hiermee beoogt Financiën de continuïteit van (het werk van) Financiën te borgen; niet alleen op korte maar ook op de (meerjarige) lange termijn.
Naast planvorming werkt Financiën actief aan het vergaren en actueel houden van kennis over actuele ontwikkelingen in de arbeidsmarkt: welke functies zijn in welke organisatieonderdelen nodig? Waar ontstaan knelpunten in de bezetting? Hoe worden die knelpunten aangepakt? Past de wijze waarop personeel wordt geworven nog wel bij de huidige generatie?
Daarnaast zorgt vroegtijdige afstemming tussen beleid en uitvoering over (nieuwe) wetgeving voor beter uitvoerbaar beleid en efficiëntere inzet van de krappe personele capaciteit. Om dit te toetsen zijn verschillende safeguards ingebouwd zoals de invoerings- en uitvoeringstoets, waarmee beoogd wordt te voorkomen dat beleid in uitvoering wordt genomen dat op het moment niet uitvoerbaar is. Bijvoorbeeld vanwege een gebrek aan uitvoeringscapaciteit om het beleid kwalitatief goed uit te voeren. Door gebruik te maken van het beleidskompas wordt vroegtijdig inzichtelijk gemaakt wat de impact van nieuw beleid op de personele capaciteit is en welke personele maatregelen nodig zijn.
Aangezien in de planvorming en ramingen rekening gehouden wordt met onderbezetting en krapte, vertaalt dit zich niet altijd direct in onderuitputting. Zoals hierboven te lezen is, kent onderuitputting veel verschillende oorzaken. We zien dat bij eerder genoemde functies onderbezetting is, maar over het algemeen is de onderbezetting het afgelopen jaar afgenomen, zoals bij de Belastingdienst. Moeilijk vervulbare functies en tijdelijke werkzaamheden worden gevuld met externe inhuur. Dit zorgt juist voor extra personele uitgaven. DG's spannen zich maximaal in voor continue werving, verambtelijking en investeren in het behoud van bestaand personeel.