Programma- en apparaatskosten | |
---|---|
1. Interim-management | 26.447 |
2. Organisatie- en Formatieadvies | 11.900 |
3. Beleidsadvies | 10.819 |
4. Communicatieadvisering | 11.987 |
Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4) | 61.153 |
5. Juridisch Advies | 3.140 |
6. Advisering opdrachtgevers automatisering | 156.363 |
7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie | 17.407 |
(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7) | 176.910 |
8. Uitzendkrachten (formatie & piek) | 111.687 |
Ondersteuning bedrijfsvoering | 111.687 |
Totaal uitgaven inhuur externen | 349.750 |
Algemene toelichting op de tabel
Bovenstaand overzicht geeft een beeld van de uitgaven voor inkoop van adviseurs en tijdelijk personeel conform de Rijksbrede definitie in de Rijksbegrotingsvoorschriften (conform model 3.60). De agentschappen die mee zijn genomen in dit overzicht betreffen Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG), Dienst van de Huurcommissie (DHC), Rijksvastgoedbedrijf (RVB), Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (Rijksorganisatie ODI), Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL), FMHaaglanden (FMH), Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk), Shared Service Center-ICT (SSC-ICT) en Logius. De agentschappen verantwoorden de externe inhuur op basis van kosten.
De inhuur voor beleidsgevoelige diensten betreft 17,5%. Het merendeel wordt ingehuurd voor (beleids)ondersteuning (50,6%) en ondersteuning bedrijfsvoering (31,9%).
Toelichting op het inhuurpercentage 2024
Het gerealiseerde percentage externe inhuur van het kerndepartement is gemiddeld 17,2%. De agentschappen komen uit op een inhuurpercentage van gemiddeld 22,8%. Het gerealiseerde percentage externe inhuur voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) als totaal komt in 2024 uit op gemiddeld 21,1% (t.o.v. 21,7% in 2023).
Omschrijving | Heel BZK | Kern | Agentschappen |
---|---|---|---|
Uitgaven ambtelijk personeel | 1.304.246 | 407.813 | 896.433 |
Uitgaven externe inhuur | 349.750 | 84.775 | 264.975 |
Totaal personele uitgaven | 1.653.996 | 492.588 | 1.161.408 |
0 | |||
Percentage inhuur 2024 | 21,1% | 17,2% | 22,8% |
Toelichting bij het kerndepartement
Bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties realiseert het kerndepartement 17,2% voor inhuur van externen. Dit is gelijk gebleven t.o.v. 2023. Het inhuurpercentage is daarmee boven de norm. Hieronder worden de oorzaken van de grootste posten van inhuur van externen toegelicht.
DGVBR
De overschrijding op de roemernorm bij DGVBR is met name te verklaren door een overschrijding bij RvIHH. Op 1 mei 2024 is de nieuwe organisatie RvIHH (voormalig Doc-direkt) van start gegaan. RviHH maakt ook gebruik van een flexibele schil bij de inzet van externe I-adviseurs. Wanneer de vraag naar deze specifieke kennis groeit, groeit ook de externe inhuur.
DGDOO
De externe inhuur is met name hoog bij de digitale directies. De uitdagingen voor deze directies zijn groot. Om invulling te geven aan het beleid van het kabinet in combinatie met krapte op de arbeidsmarkt is (tijdelijk) extra capaciteit nodig.
DGRO
De Omgevingswet is op 1 januari 2024 in werking getreden. Dit betekent niet dat het werk klaar is. In 2024 is verder gewerkt aan de afbouw, doorontwikkeling, uitbouw en beheer van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Ook is ondersteuning geboden aan bevoegd gezag en bij het (leren) werken met en het uitvoering geven aan de Omgevingswet. Bij al deze werkzaamheden is vanwege het tijdelijke en inhoudelijk ingewikkelde karakter relatief veel gebruik gemaakt van externe inhuur bij de programmadirectie Aan de Slag.
DGVB
De externe inhuur bij DGVB kwam aan het eind van het jaar in totaal uit op een percentage van 11,4%. Dit betreft een daling ten opzichte van 2023.
Toelichting bij de agentschappen
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens
Het sturingspercentage externe inhuur is t.o.v. 2023 gelijk gebleven. Het percentage externe inhuur voor (tijdelijke) projecten bedraagt 17,5%. Het percentage externe inhuur m.b.t. reguliere werkzaamheden bedraagt 16,8% en is daarmee toegenomen ten opzichte van 2023. Er wordt binnen RvIG veel gebruik gemaakt van externe inhuur, vanwege de tijdelijke aard van projecten, en de schaarste van ICT-personeel op de arbeidsmarkt. Tevens wordt ook ingehuurd op moeilijk in te vullen vacatures binnen RvIG. Tot slot vindt er momenteel een herstructurering plaats waardoor in 2024 een vacaturestop heeft plaatsgevonden. Om deze werkzaamheden toch (tijdelijk) te continueren is gebruik gemaakt van extern personeel.
Dienst van de Huurcommissie
Hoewel minder dan in de begroting richting Kamer opgenomen, is de inhuur externen hoger dan het gestelde plafond van 10%. Dit heeft een tweeledige oorzaak. Allereerst is er sprake van een forse seizoensinvloed bij een van de zaaksoorten van de Huurcommissie die enkel kan worden weggewerkt met de inzet van tijdelijke krachten. Nu het O&F is vastgesteld vindt verambtelijking plaats. Per 1 januari 2025 wordt een enorme slag gemaakt in het terugdringen van de externe inhuur. De raming 2025 gaat uit van een externe inhuur van 14% en in 2026 zal de inhuur conform Roemernorm uitkomen.
Logius
Logius heeft in 2024 niet kunnen voldoen aan de maximale norm van 10% voor externe inhuur. Externe inhuur bedraagt in 2024 47,8%. Dit is het gevolg van het relatief hoog aantal vacatures bij Logius. Veel van de vacatures zijn gerelateerd aan ICT Dienstverlening en binnen de arbeidsmarkt voor deze functies is het een enorme uitdaging om de vacatures met interne medewerkers vervuld te krijgen. Logius heeft zich voor 2025 tot doel gesteld de invulling door externe inhuur terug te brengen tot 25%.
Shared Service Center-ICT
Als agentschap verantwoordt SSC-ICT de externe inhuur op basis van kosten en niet op basis van kasuitgaven. Externe inhuur bij het SSC-ICT vindt plaats om dienstverlening aan ander ministeries te realiseren. Het heeft ieder jaar een aanzienlijk aantal externe medewerkers nodig vanwege tijdelijke werkzaamheden, behoefte aan specifieke expertise en de voortdurende krapte op de arbeidsmarkt. Het sturingspercentage is van 35,7% gestegen naar 36% en is daarmee enigermate hoger t.o.v. 2023.
Organisatie en Personeel Rijk
Het gerealiseerde percentage inhuur 2024 bedraagt 18,6%. O&P-Rijk blijft voor de basis dienstverlening met 11,5% net niet binnen het plafond. Daarnaast heeft O&P Rijk jaarlijks ook extra externe inhuur nodig in verband met de ontwikkeling van nieuwe dienstverlening en de samenwerking in de keten: 7,1%. De inhuur voor de basis dienstverlening betreft de extra inzet van externen omdat het aantrekken van o.a. ICT-deskundigen en bedrijfsmaatschappelijk werkers.
Rijksvastgoedbedrijf
Het Rijksvastgoedbedrijf is een uitvoeringsdienst van het Rijk en is een vraaggestuurde dienst, waarbij veelal specifieke en specialistische kennis nodig is. De inhuur externen bestaat voor het grootste deel uit inhuur ten behoeve van het primair proces (bv. projectmanagers van bouwprojecten). Gebleken is dat het Rijksvastgoedbedrijf op bepaalde terreinen géén of onvoldoende genoemde specialistische kennis in huis heeft en dat dit per project wordt ingehuurd. De externe inhuur is verantwoord op basis van gerealiseerde kosten.
Rapportage overschrijding maximumuurtarief externe inhuur buiten raamwerkovereenkomsten
De onderstaande tabel toont het aantal gevallen in 2024 waarin het Ministerie van BZK externe krachten heeft ingehuurd buiten de raamovereenkomsten. Daarnaast toont de tabel of er externe krachten ingehuurd zijn boven het maximum uurtarief van € 225,- (exclusief BTW) buiten raamovereenkomsten.
Omschrijving | 2024 |
---|---|
Inhuur externen buiten raamovereenkomsten | ‒ |
Aantal overschrijdingen maximumuurtarief | 2 |