Base description which applies to whole site

4.2 Horizontale ontwikkeling van de netto zorguitgaven

In deze paragraaf wordt de horizontale ontwikkeling van de zorguitgaven grafisch weergegeven en toegelicht voor de jaren 2020-2024. De horizontale ontwikkeling geeft de jaar-op-jaar groei van de netto zorguitgaven weer. Hierbij wordt een tweetal groeiontwikkelingen onderscheiden:

– Nominale groeiontwikkeling: de groei van de zorguitgaven inclusief de loon- en prijsontwikkeling.

– Reële groeiontwikkeling: de ontwikkeling van de zorguitgaven gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling van het bbp.

In onderstaande figuur is de horizontale groei van de totale netto zorguitgaven (Zvw, Wlz, Wmo beschermd wonen en AP-middelen) grafisch weergegeven voor de jaren 2020-2024. De verwachte reële groei van de totale netto zorguitgaven in 2024 is 3,9%.

Figuur 6 Horizontale groei van de totale netto zorguitgaven 2020-2024 (in %)2

1 Dit betreft de totale netto zorguitgaven in 2021 gecorrigeerd voor de technische boeking van de schadelastdip ggz van ‒ € 1,2 miljard.

2Vanwege het afschaffen van de deelplafonds vanaf het jaar 2024 zijn de begrotingsgefinancierde zorguitgaven vanuit de VWS-begroting en de gereserveerde loon- en prijsbijstellingen niet meer opgenomen in het PZ hoofdstuk. Om vergelijkbare cijfers te kunnen presenteren zijn de cijfers voor de jaren 2020 t/m 2023 ook gecorrigeerd. Het gaat hierbij om een bedrag van circa € 0,5 miljard voor elk jaar.

Bron: VWS-cijfers, CPB CEP 2025

De nominale groei van de netto zorguitgaven van het jaar 2024 ten opzichte van het jaar 2023 is voornamelijk het gevolg van loon- en prijsontwikkelingen en maar deels volumegroei en beleidsmatige ontwikkelingen.

Om de reële groei te berekenen, is de nominale groei van de zorguitgaven gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling BBP. De ontwikkeling van de reële groei in de jaren 2021-2023 wordt sterk bepaald door de bijzondere ontwikkeling van de gewogen lonen en prijzen van de nominale zorguitgaven in deze periode. In normale jaren is de gewogen stijging van lonen en prijzen van de nominale zorguitgaven hoger dan de prijsontwikkeling BBP. In 2021-2023 en met name 2022 was de gewogen loon- en prijsstijging van de nominale zorguitgaven lager dan de prijsontwikkeling BBP, waardoor de reële groei van de zorguitgaven gedrukt is door de reële loondaling. (Dit zelfde beeld is ook te zien bij de Zvw in figuur 7 en bij de Wlz in figuur 8.)

In onderstaande figuur is de horizontale groei van de netto Zvw-uitgaven grafisch weergegeven voor de jaren 2020-2024. De reële groei van de netto Zvw-uitgaven in 2024 is 3,1%.

Figuur 7: Horizontale groei van de netto Zvw-uitgaven 2020-2024 (in %).

1 Dit betreft de netto Zvw-zorguitgaven in 2021 gecorrigeerd voor de technische boeking van de schadelastdip ggz van ‒ € 1,2 miljard.

Bron: VWS-cijfers, CPB CEP 2025

De nominale groei van de netto Zvw-uitgaven van het jaar 2024 ten opzichte van het jaar 2023 is voornamelijk het gevolg van loon- en prijsontwikkelingen en maar deels volumegroei en beleidsmatige ontwikkelingen.

In onderstaande figuur is de horizontale groei van de netto Wlz-uitgaven grafisch weergegeven voor de jaren 2020-2024. De reële groei van de netto Wlz-uitgaven in 2024 is 5,5%.

Figuur 8: Horizontale groei van de netto Wlz-uitgaven 2019-2023 (in %).

Bron: VWS-cijfers, CPB CEP 2025

De nominale groei van de netto Wlz-uitgaven van het jaar 2024 ten opzichte van het jaar 2023 is voornamelijk het gevolg van loon- en prijsontwikkelingen en maar deels volumegroei en beleidsmatige ontwikkelingen.

Licence