Base description which applies to whole site

BIJLAGE 5

AANBEVELINGEN NATIONALE OMBUDSMAN

Van 1 juni 1998 tot 1 juni 1999 heeft de Nationale ombudsman één rapport uitgebracht waaraan een aanbeveling is verbonden.

Rapport over de Rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam

Verzoeker klaagt erover dat de Rijksacademie van beeldende kunsten (RABK) te Amsterdam:

1. in oktober 1995 de samenwerkingsovereenkomst met hem heeft beëindigd op basis van eenzijdige, niet door de RABK onderzochte beschuldigingen en zonder dat hij in de gelegenheid is gesteld zich daartegen te verweren;

2. in verband met een schade die verzoeker aan een monitor heeft aangebracht van hem heeft verlangd dat hij valse aangifte zou doen bij zijn verzekeringsmaatschappij en terzake f 400 van de hem over 1995 toegekende beurs onder zich heeft genomen en gehouden;

3. de door het Nuffic aan hem toegekende beurs ten onrechte onder zich heeft gehouden.

De Nationale Ombudsman beoordeelde de klacht als gegrond voor wat betreft:

• het niet in staat stellen van verzoeker om zich tegen de beschuldigingen te verweren vóórdat aan hem op 4 oktober 1995 is meegedeeld dat geen tweede werkperiode met hem zal worden aangegaan;

• de inhouding van de f 400 op verzoekers beurs.

Voor het overige werd de klacht door de Nationale Ombudsman als ongegrond beoordeeld. De Nationale Ombudsman deed de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de aanbeveling om te bewerkstelligen dat de f 400 die op verzoekers beurs is ingehouden alsnog aan hem wordt uitbetaald. De minister heeft deze aanbeveling overgenomen en heeft de directeur van de RABK in een brief verzocht dit ter hand te nemen. Voorts heeft hij genoemde directeur meegedeeld dat een besluit zoals de beëindiging van een samenwerkingsovereenkomst naar zijn mening in het algemeen eerst tot stand dient te komen, nadat hierover tenminste eenmaal formeel met betrokkene is gesproken.

Licence