Base description which applies to whole site

nr. 2MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVEblz.
   
A.Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel2
 Wetsartikelen 1 en 2 (uitgaven en ontvangsten)2
   
B.Algemene toelichting bij de begroting3
1.Inleiding3
2.Uitgaven4
3.Ontvangsten7
4.Totaaloverzicht van het Fonds9
   
C.Toelichting per begrotingsartikel11
1.Uitgaven11
2.Ontvangsten20

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2 (uitgaven en ontvangsten)

De begrotingen die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begroting van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2002 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2002. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2002.

Met de vaststelling van deze wetsartikelen wordt de in de begrotingsstaat opgenomen begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 2002 vastgesteld. De in die begroting opgenomen begrotingsartikelen worden door middel van een algemene toelichting en een toelichting per begrotingsartikel toegelicht in de onderdelen B en C van deze memorie van toelichting.

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van het bepaalde in artikel 25a, derde lid, onder b, van de Wet op de Raad van State.

De Minister van Economische Zaken,

A. Jorritsma-Lebbink

De Minister van Financiën,

G. Zalm

B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTING

1. Inleiding

Bij wet van 21 december 1995 is het Fonds economische structuurversterking (Fes) ingesteld (Wet Fonds economische structuurversterking, Stb. 1996, 51 en 52). Het fonds is een begrotingsfonds conform de Comptabiliteitswet en heeft als doel het financieren van investeringsprojecten van nationaal belang waarmee beoogd wordt de economische structuur te versterken. Hiertoe worden vanuit het fonds bijdragen toegekend aan andere begrotingshoofdstukken ter financiering van dergelijke projecten. Het Fes is dus een verdeelfonds, de feitelijke projectuitgaven worden onderbouwd, geraamd en verantwoord op de andere begrotingshoofdstukken. Daarom heeft de introductie van de VBTB-begroting geen directe gevolgen voor het Fes.

De voeding van het fonds bestond tot en met 1998 uit bepaalde aardgasbaten, de common area baten, andere voor het fonds te bestemmen ontvangsten uit de winning van aardgas, opbrengsten uit het vervreemden van bepaalde vermogensbestanddelen van het Rijk en uit overige ontvangsten.

Met ingang van 1999 is de voeding van het fonds overeenkomstig de afspraken in het Regeerakkoord gewijzigd. Op hoofdlijnen wordt uitgegaan van een voeding uit 41,5% van de aardgasbaten (niet-belasting middelen) en de opbrengsten uit hoofde van de structureel bespaarde rentelasten die het gevolg zijn van het in mindering brengen op de staatsschuld van common area baten, vervreemdingen van staatsdeelnemingen en veilingen van rechten. Op de structureel bespaarde rentelasten bij vervreemdingen van staatsdeelnemingen wordt de daarmee samenhangende structurele derving van dividendontvangsten in mindering gebracht.

Inzake de opbrengsten van veilingen van rechten is het kabinet voornemens nog dit jaar een wetswijziging aan de Staten-Generaal voor te leggen waarin wordt geregeld dat het Fes met ingang van 2001 niet meer wordt gevoed uit de rentevrijval die plaatsvindt ten gevolge van het ten gunste van de staatsschuld brengen van de opbrengsten van deze veilingen, maar uit zogeheten annuïteiten op basis van deze opbrengsten. Een annuïteit is een jaarlijks gelijk blijvende reeks, samengesteld uit rente en «aflossing» van de hoofdsom van de opbrengst. Aan het begin van de reeks is sprake van een relatief hoge rentecomponent en een relatief lage aflossingscomponent. Aan het einde van de reeks zal de aflossingscomponent echter relatief hoog en de rentecomponent relatief laag zijn. Er is derhalve niet alleen sprake van voeding uit rentevrijval, maar ook van voeding uit de opbrengst van de veiling zelf. De looptijd van een dergelijke annuïteit komt overeen met de voorziene looptijd van de geveilde rechten. Deze wijziging van het voedingsregime, in afwijking van de methodiek bij verkoop van staatsdeelnemingen, wordt om de volgende reden voorgesteld. De verkopen van staatsdeelnemingen betreffen eenmalige opbrengsten, waardoor het voor de hand ligt om hierbij uit te gaan van de hiermee samenhangende structurele rentevrijval. De opbrengsten van veilingen van rechten met een eindige looptijd zijn echter niet eenmalig, maar doen zich na ommekomst van de looptijd van de geveilde rechten in principe opnieuw voor vanwege een nieuwe veiling.

De opbrengsten van de veiling van UMTS-frequenties in 2000 (EUR 2,7 mld) zijn met ingang van 2001 reeds via een annuïteit met een looptijd van 15 jaar ten gunste van het Fes gebracht. De wettelijke grondslag hiervoor is inmiddels verkregen via de eerste suppletore begroting 2001 van het Fes.

2. Uitgaven

2.1. Investeringsimpuls 1994

Bij Voorjaarsnota 1993 is besloten tot een Investeringsimpuls van in totaal EUR 2 269 mln in de periode 1994–1998 voor de versterking van de economische structuur. De impuls heeft betrekking op projecten in de sfeer van verkeer en vervoer (EUR 1 929 mln), bodemsanering (EUR 227 mln) en kennisinfrastructuur (EUR 113 mln). Voor de projecten op het terrein van verkeer en vervoer is destijds binnen het fonds EUR 681 mln gereserveerd voor de financiële doorloop na 1998. Eveneens is EUR 150 mln beschikbaar voor het tekort in de Europese bijdrage aan verkeer en vervoer projecten. Hiermee bedraagt de totale Fes-bijdrage in de Investeringsimpuls 1994 per saldo EUR 3,10 mld (EUR 3,12 mld inclusief prijsbijstelling), waarvan tot en met 2000 EUR 2,83 mld uit het fonds is uitgekeerd.

2.2. Betuweroute en Hogesnelheidslijn

De feitelijke projectuitgaven voor de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn-Zuid (HSL-Zuid) worden geraamd op de begroting van het Infrastructuurfonds. Ten aanzien van de Betuweroute is reeds in 1995 een positief besluit genomen door het parlement. Ten aanzien van de HSL-Zuid heeft het kabinet zich in de PKB-3 in mei 1996 uitgesproken voor het voorkeurstracé uit de PKB-1, met een aantal inpassingsmaatregelen naar aanleiding van het gevoerde bestuurlijk overleg en de discussies rondom het Groene Hart.

Voor deze projecten is in het fonds EUR 4 525 mln geraamd, inclusief EUR 545 mln aan reeds uitgekeerde en nog uit te keren prijsbijstelling. Aan voorfinanciering voor deze projecten is in het fonds EUR 1 784 mln geraamd, inclusief EUR 168 mln aan uitgekeerde en nog uit te keren prijsbijstelling. Dit brengt de binnen het Fes geraamde middelen voor de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn in totaal op EUR 6 308 mln. Tot en met 2000 heeft het Fes hiervan EUR 1 665 mln uitgekeerd.

2.3. SWAB, Extra impuls en Hubertustunnel

Van de ontvangsten uit hoofde van het tussenvonnis in het common area geschil is in de ontwerpbegroting 1998 EUR 592 mln via het Fes ingezet voor investeringen in het kader van Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB). Bij Najaarsnota 1999 is ter vermindering van het destijds bestaande tekort in het Fes ultimo 2010 besloten EUR 45,4 mln van deze uitgaven niet meer uit het Fes te financieren, maar ten laste van de algemene middelen. Het totaal binnen het Fes geraamde bedrag van EUR 550 mln (inclusief prijsbijstelling) is ultimo 2000 helemaal besteed, waarmee dit project binnen het Fes is afgesloten.

In de brief van 31 maart 1998 betreffende de Impuls voor de ruimtelijk-economische structuur (Kamerstukken II 1997/98, 25 017 nr. 6) heeft het kabinet aan een aantal verkeer- en vervoerprojecten middelen toegekend uit het Fes. In totaal is hiertoe in het Fes een bijdrage geraamd van EUR 858 mln (EUR 895 mln inclusief prijsbijstelling), waarvan tot en met 2000 EUR 262 mln uit het fonds is uitgekeerd.

Bij Voorjaarsnota 2000 is een bijdrage aan het Infrastructuurfonds van EUR 28 mln (inclusief prijsbijstelling 2001) opgenomen ten behoeve van de Hubertustunnel. Hiervan is tot en met 2000 EUR 4,6 mln uit het fonds uitgekeerd.

2.4. Investeringsimpuls 1998

Het Regeerakkoord bevat een investeringspakket dat, voorzover het Fes-waardige projecten betreft, via het fonds gefinancierd wordt. Het gaat hierbij in de periode 1999 tot en met 2010 om een totaalbedrag van EUR 6 916 mln (EUR 7 039 mln inclusief prijsbijstelling) via het Fes. Hiervan is tot en met 2000 EUR 718 mln door het fonds uitgekeerd. De concrete uitwerking van het pakket naar projecten vindt plaats via de ICES (Interdepartementale Commissie Economisch Structuurbeleid). Indien individuele projectvoorstellen voldoende zijn uitgewerkt, worden bijdragen van de post Projecten in voorbereiding (uitgavenartikel 01.07) overgeboekt naar de post Investeringsimpuls 1998 (uitgavenartikel 01.08).

2.5. Investeringsimpuls 2001

Het kabinet heeft bij de begrotingsvoorbereiding 2001 besloten tot een investeringspakket van in totaal EUR 5 464 mln (EUR 5 736 mln inclusief prijsbijstelling) voor de clusters Bereikbaarheid, Natuur, Milieu en vitaliteit steden en Kennis voor de periode 2001 tot en met 2010. Ook bij deze impuls vindt de concrete uitwerking van de verschillende projecten plaats via de ICES. Voorzover voorstellen nog onvoldoende zijn uitgewerkt, worden de daarmee samenhangende middelen geraamd op artikel 01.07 (Projecten in voorbereiding). Indien projectvoorstellen voldoende zijn uitgewerkt, worden de middelen geraamd op het nieuwe artikel 01.09 Investeringsimpuls 2001.

2.6. Bruggetje

Tezamen met de besluitvorming over de Investeringsimpuls 2001 is besloten in de jaren 2001 en 2002 voor EUR 204 mln per jaar en in de jaren 2000 en 2003 tot en met 2010 voor EUR 159 mln per jaar aan reeds bestaande investeringsprojecten uit het Fes te financieren. Bij de begrotingsvoorbereiding 2002 is de omvang van het bruggetje bijgesteld tot EUR 245 mln voor 2002, EUR 235 mln voor 2003, EUR 69 mln voor 2004 en een bedrag variërend tussen EUR 54 mln en EUR 60 mln voor de jaren 2005 tot en met 2010. Deze bedragen zijn inclusief prijsbijstelling. Het betreft hier Fes-waardige projecten die voorheen ten laste van de reguliere Rijksbegroting werden geraamd. De hierdoor ontstane ruimte op de Rijksbegroting wordt aangewend voor andere uitgaven.

2.7. Kenniswijk

Bij begrotingsvoorbereiding 2002 heeft het kabinet besloten voor het project «Kenniswijk» in de regio Eindhoven een Fes-bijdrage van EUR 45,4 mln ter beschikking te stellen onder de voorwaarde dat private partijen minimaal 50% bijdragen in de kosten. De uitgaven zijn voorzien te starten in 2002.

2.8. Prijsbijstelling

Om aan te sluiten bij de systematiek van prijsbijstelling die voor uitgaven op de Rijksbegroting geldt, is op artikel 01.10 Prijsbijstelling een reservering opgenomen voor prijsbijstelling. Voor de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn wordt separaat op de desbetreffende artikelen in prijsbijstelling voorzien. De geraamde prijsbijstelling op artikel 01.10 betreft de verkeers- en vervoersuitgaven van de Investeringsimpuls 1994, de Impuls voor de ruimtelijk-economische structuur van (destijds) EUR 858 mln, het cluster Bereikbaarheid van de Investeringsimpuls 1998 en alle uitgaven van de Investeringsimpuls 2001. De uitdeling van de prijsbijstelling zal conform de systematiek op de Rijksbegroting (in jaarlijkse tranches en zonder nacalculatie) geschieden.

2.9. Kasplafond

De totale geraamde fondsuitgaven in enig jaar mogen niet hoger zijn dan de totale voor dat jaar geraamde ontvangsten, minus 10% van de voor dat jaar geraamde ontvangsten uit de aardgasbaten (de zogenaamde buffer), plus het eindsaldo van het jaar ervoor. In onderstaande tabel worden de in deze ontwerpbegroting opgenomen uitgaven geconfronteerd met het kasplafond.

(x EUR 1000)200120022003200420052006
Geraamde uitgaven2 383 4052 480 6042 763 6451 682 2161 550 0781 546 144
Kasplafond4 096 3933 768 5213 168 6092 093 6641 999 7252 092 559

2.10. Toezeggingen

De fondsbeheerders kunnen ten laste van het fonds toezeggingen doen voor bijdragen aan begrotingshoofdstukken. In deze toezeggingsbrieven is aangegeven onder welke voorwaarden de bijdrage beschikbaar wordt gesteld en hoe de verantwoording dient te geschieden. Tot nu toe zijn op deze wijze de volgende toezeggingen geformaliseerd:

Specificatie van toezeggingsbrieven
Aand.d.Voor project(en)Bedrag (EUR)
EZ16.08.94HPCN en NOBIS27 mln
VenW16.08.94Verkeer en vervoer, Bodemsanering, LWI, Transportechnologie en Ondergronds bouwen2 072 mln
VROM16.08.94Bodemsanering136 mln
OCW16.08.94Mainport Rotterdam en MIBITON20 mln
LNV16.08.94Agro ketenmanagement14 mln
VenW16.02.96Betuweroute (BR)44 mln
EZ15.08.96MARIN45 mln
VenW20.12.96Betuweroute en Hogesnelheidslijn1 833 mln
VenW22.01.98Hogesnelheidslijn (HSL)8 mln
VenW12.01.99Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB)592 mln
VenW12.01.99Betuweroute (BR)315 mln
VenW12.01.99Impuls ruimtelijk economische structuur847 mln
VenW12.01.99Doorloop na 1998 van verkeer en vervoer projecten uit Investeringsimpuls 1994830 mln
VenW12.01.99Hogesnelheidslijn (HSL)24 mln
VROM12.01.99Impuls ruimtelijk economische structuur, ontsluiting vinex-locatie Deventer – Colmschate Noord.11 mln
VROM15.10.99Stichting kennisontwikkeling en kennistransfer Bodem (SKB)16 mln
VenW15.10.99Ondergronds Logistiek Systeem (OLS)4 mln
EZ15.10.99Gigaport64 mln
VenW15.10.99Connekt, Kenniscentrum Verkeer en Vervoer16 mln
VenW15.10.99Expertisenetwerk Meervoudig Ruimtegebruik (EMR)16 mln
OCW15.10.99Wetenschap en Technologie Centrum Watergraafsmeer14 mln
OCW15.10.99Biomade7 mln
OCW15.10.99Kaderregeling Technocentra18 mln
LNV15.10.99Ketennetwerken, Clusters en ICT (KLICT)13 mln
OCW15.10.99Delfts Cluster19 mln
VenW21.12.99Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB)–45 mln
VenW21.12.99Bereikbaarheidsimpuls 1998149 mln
EZ21.12.99Economie Ecologie en Technologie (EET)18 mln
VROM21.12.99Programma Milieutechnologie (ProMT)9 mln
VROM21.12.99Nationaal Initiatief voor Duurzame Ontwikkeling (NIDO)13 mln
V&W18.12.00Bereikbaarheid voorfinanciering506 mln
OCW18.12.00ICT en Onderwijs467 mln
OCW18.12.00Kennis onderzoek en innovatie113 mln
V&W19.12.00Hogesnelheidslijn (HSL)172 mln
V&W19.12.00FES-brug159 mln
V&W21.02.01Prijscompensatie Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB)3 mln
V&W21.02.01Hubertustunnel (inclusief prijscompensatie 2000)27 mln
Totaal  8 596 mln

3. Ontvangsten

De tot en met 1996 ten gunste van het Fes gekomen opbrengsten uit de verkoop van staatsdeelnemingen (EUR 2 592 mln uit verkoop KPN en EUR 675 mln uit verkoop DSM) worden aangewend voor de Investeringsimpuls 1994.

Uit hoofde van het tussenvonnis met betrekking tot het common area overbeleveringsgeschil tussen Brigitta en NAM is EUR 1 136,9 mln in het Fes gestort. Van de resterende ontvangsten zijn conform de nieuwe voedingssystematiek de structureel bespaarde rentelasten met ingang van 1999 ten gunste van het Fes gebracht.

In 1998 is EUR 600,1 mln ontvangen uit de veiling van etherfrequenties. De opbrengsten van de veiling van UMTS-frequenties in 2000 bedroegen EUR 2,7 mld. De hierdoor bespaarde rentelasten in 2000 zijn ten gunste van het Fes gebracht. Met ingang van 2001 zijn deze via een annuïteit met een looptijd van 15 jaar ten gunste van het Fes gebracht. Voor een toelichting op het verwerken via een annuïteit wordt verwezen naar de inleiding van deze toelichting bij de begroting.

Met ingang van 1999 zijn de ontvangsten uit aardgas niet meer gebaseerd op het extra exportvolume (ten opzichte van het Plan Gasafzet 1990), maar bedragen deze op grond van de nieuwe Fes-voedingswet een vast percentage van 41,5% van de totale niet-belasting ontvangsten uit aardgas. In onderstaande tabel worden de gehanteerde olieprijzen en dollarkoersen gepresenteerd.

 2001200220032004200520062007–2010
Olieprijs $/vat26231919191919
Dollarkoers1,131,111,001,001,001,001,00

In de jaren 1999 en 2000 is in totaal EUR 163 mln aan rentebesparingen uit incidentele baten gerealiseerd (ontvangstartikel 01.02).

Voor de meerjarige raming van ontvangsten uit hoofde van aardgasbaten en rentebesparingen zijn technische aannames gehanteerd. Uitgegaan is van behoedzame veronderstellingen ten aanzien van zowel olieprijs en dollarkoers en als verkoop staatsdeelnemingen, veilingen en rente (rekening houdend met eventuele dividendderving).

Met het oog op de verwachte toekomstige vervreemdingen van staatsdeelnemingen en veilingen van rechten en frequenties, is de taakstellende ontvangstraming voor rentebesparingen uit incidentele baten neerwaarts bijgesteld ten opzichte van de begroting 2001. Uitgangspunt in deze begroting zijn additionele opbrengsten uit vervreemding van deelnemingen en veilingen van circa EUR 9 mld in de komende jaren, uiteraard mede afhankelijk van aard en tijdstip van verkoop.

4. Totaaloverzicht van het fonds

(x EUR mln)t/m 20002001200220032004200520062007–10Totaal
Investeringsimpuls2 72110121 162   3 004
Overig V&V26612811713715090315924
Kennisinfrastructuur158 99999 204
BR en HSL1 66591277168912227887 4 525
SWAB550       550
Impuls 1998/ voorfinanc. BR HSL7186208107592532766254 7628 822
Impuls 200103854808788727736081 7415 736
Bruggetje RA1592372452356960602261 290
Prijsbijstelling  265746641261 0011 322
Totale uitgaven6 2372 3832 4812 7641 6821 5501 5467 73426 377
Naar Infrastructuurfonds 2 0752 1782 3891 3181 1811 0965 520 
Overig aardgas2 0091 6011 6391 3371 0559239984 61414 176
Incidentele baten1633654215136066526522 6085 981
Staatsdeelnemingen3 267       3 267
Overig vermogen600       600
Common area1 137       1 137
Extra export gas1 351       1 351
Totale ontvangsten8 5271 9662 0601 8511 6601 5751 6507 22326 512
Jaarsaldo – 417– 421– 913– 2225104– 511 
Cumulatief saldo2 2901 8731 452539517542646135 

Het jaarsaldo is het batig (nadelig) saldo van uitgaven en ontvangsten over het betreffende begrotingsjaar. Het cumulatief saldo is het batig (nadelig) saldo tot en met het betreffende begrotingsjaar. Dit laatste saldo is als batig (nadelig) saldo opgenomen in de saldi artikelen van de Fes-begroting.

De gasbaten in de periode 2007 tot en met 2010 zijn gebaseerd op een dollarkoers van EUR 1,00 en een olieprijs van 19 $ per vat. De veronderstellingen voor deze jaren zijn opwaarts bijgesteld ten opzichte van de begroting 2001 om beter aan te sluiten bij het huidige niveau.

Uit de meerjarige doorkijk in bovenstaande tabel blijkt dat het fonds bij deze ramingsveronderstellingen in 2010 een positief cumulatief saldo heeft van EUR 135 mln. Bezien ten opzichte van het wettelijke kasplafond is in 2010 echter sprake van een besteedbare ruimte van circa EUR 12,5 mln.

Investeringsprojecten uit het Fes hebben tot doel ruimtelijk-economische problemen in Nederland op te lossen. De verschillende investeringsprojecten staan daarbij niet op zichzelf, maar vormen een onderdeel van samenhangende investeringspakketten. Deze samenhangende en integrale benadering is een effectieve methode gebleken om de uitdagingen, zoals bijvoorbeeld geformuleerd in de impulsbrief 1998, tegemoet te kunnen treden. De investeringspakketten bestaan naast de uit het Fes gefinancierde investeringen ook uit investeringsprojecten die met algemene middelen worden gefinancierd.

In onderstaande tabel zijn alle Fes-bijdragen aan door departementen uitgevoerde investeringsprojecten gerangschikt naar de thema's Bereikbaarheid, Vitaliteit steden (inclusief bedrijventerreinen), Milieu en Kennis. Een totaaloverzicht van de investeringspakketten (inclusief de niet uit het Fes gefinancierde projecten) is opgenomen in de jaarlijkse monitoringsrapportage over de investeringsimpulsen.

(in EUR mln) t/m 20002001200220032004200520062007–2010totaal
Bereikbaarheid5 8832 0682 1822 4161 3361 1911 0965 52021 692
Vitaliteit steden06071728479108388862
Milieu13385381414141454364
Kennis2211701642052022022027712 137
Prijsbijstelling 0265746641261 0011 322
Totaal6 2372 3832 4812 7641 6821 5501 5467 73426 377

C. TOELICHTING PER BEGROTINGSARTIKEL

1. UITGAVEN

01 Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen

Artikel 01.01 Bijdragen aan de begroting van het Infrastructuurfonds in het kader van verkeer & vervoer

Opbouw uitgaven (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 147 068112 311130 792298 09386 048 
1e suppl. wet 2001 6 5364 3105 88613 4043 872 
Ontwerp-begr. 2002428 852153 604116 621136 678311 49789 92031 257

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd aan het Infrastructuurfonds ten behoeve van het onderdeel verkeer en vervoer uit de Investeringsimpuls 1994. Met ingang van de begroting 1998 worden deze uitgaven binnen het Infrastructuurfonds geraamd op de uitgavenartikelen 01.01, 01.02, 01.03 en 02.02. In de uitgavenraming 2004 voor verkeer en vervoer zijn middelen opgenomen ter dekking van lager uitvallende Europese bijdragen.

Tevens is een bijdrage voorzien aan het infrastructuurfonds ten behoeve van de Hubertustunnel.

Specificatie artikel 01.01
(x EUR 1000)200120022003200420052006
V&V Investeringsimpuls25 497  161 763  
Overig V&V IF119 144103 703131 899149 50789 92031 257
Overig V&V VROM1 8151 134 227  
Hubertustunnel7 14811 7844 779   
Totaal153 604116 621136 678311 49789 92031 257

Artikel 01.02 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van bodemsanering

Opbouw uitgaven (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 54 51517 871  
1e suppl. wet 2001 20 6693 446  
Ontwerp-begr. 200218 84975 18421 317  

In het kader van het onderdeel bodemsanering is EUR 136 mln beschikbaar voor de ontwikkeling van VINEX-woningbouwprojecten. Hiervan is tot en met 2000 EUR 78 mln via de begroting van VROM aan de betrokken provincies en stadsgewesten beschikbaar gesteld. Voor een nadere toelichting op deze uitgaven wordt verwezen naar uitgavenartikel 07.18.05 van de begroting 2002 van VROM.

Daarnaast is EUR 91 mln (exclusief prijsbijstelling) beschikbaar voor bodemsanering in verband met infrastructuur-projecten. Hiervan is EUR 68 mln bestemd voor onvoorziene uitgaven bij de uitvoering van de verkeer en vervoerprojecten uit de Investeringsimpuls 1994 en voor VINEX-infrastructuurprojecten. De resterende EUR 23 mln is met name ingezet voor bodemsanering van percelen van de NS ten behoeve van de ontwikkeling van stationslocaties. Van deze middelen is tot en met 2000 EUR 54 mln uit het FES bijgedragen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar uitgavenartikel 04.02 van de begroting van het Infrastructuurfonds.

Specificatie artikel 01.02
(x EUR 1000)200120022003200420052006
VROM58 686     
Infrastructuur (V&V en VINEX)16 49821 317  
Totaal75 18421 317  

Artikel 01.03 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennisinfrastructuur

Opbouw uitgaven (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001       
Mutatie  9 0769 0769 0769 0769 076
Ontwerp-begr. 2002672 9 0769 0769 0769 0769 076

Op dit artikel worden de Fes-bijdragen geraamd in het kader van kennisinfrastructurele projecten zoals bijvoorbeeld de reeds afgeronde projecten MARIN, NOBIS en MIBITON.

Toelichting op de mutatie

Op dit artikel wordt de bijdrage geraamd aan het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor het project «Kenniswijk» in de regio Eindhoven van EUR 45,4 mln.

Artikel 01.04 Overige bijdragen vanuit het fonds

Opbouw uitgaven (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 882 602663 880628 939135 181308 116 
Mutatie 29 042107 54660 081– 12 706– 29 949 
Ontwerp-begr. 2002570 220911 644771 426689 020122 475278 16786 672

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd aan het Infrastructuurfonds voor de Betuweroute (BR) en de Hogesnelheidslijn (HSL). Op dit artikel wordt tevens in totaal EUR 545 mln aan prijsbijstelling geraamd over de Fes-bijdragen aan deze twee projecten.

De uitgaven aan de BR en de HSL worden op het Infrastructuurfonds geraamd op de artikelen 03.02 en 03.03.

Specificatie artikel 01.04
(x EUR 1000)200120022003200420052006
Betuweroute535 914430 183244 588112 038– 4 084 
HSL375 730321 730426 28110 437282 25186 672
Prijsbijstelling 19 51318 151   
Totaal911 644771 426689 020122 475278 16786 672

Toelichting op de mutatie

Vanwege de onderuitputting bij de HSL in 2000 worden de ramingen voor de HSL opgehoogd met EUR 68 mln in 2002 en EUR 42,4 mln in 2003. Tevens is prijsbijstelling voor de BR en de HSL uitgedeeld (zie onderstaande specificatie) en zijn de resterende reserveringen voor latere jaren geactualiseerd.

Specificatie prijsbijstelling tranche 2001
(x EUR 1000)200120022003200420052006
Betuweroute23 59725 8659 9834 538– 4 084 
HSL22 68919 51324 958– 7 2612 269– 4 538
Totaal46 28645 37834 941– 2 723– 1 815– 4 538

Artikel 01.07 Projecten in voorbereiding

Opbouw uitgaven (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 102 569124 669261 497263 293288 267 
Nota van wijziging – 45 378– 45 378    
Amendement – 22 689     
1e suppl. wet 2001 20 519– 39 245– 77 863– 67 804– 92 733 
Mutatie  23 597    
Ontwerp-begr. 2002 55 02163 643183 634195 489195 534226 561

Op dit artikel worden middelen gereserveerd voor uitgaven uit een tweetal investeringsimpulsen.

Op de eerste plaats worden middelen geraamd voor het in het Regeerakkoord aangekondigde investeringspakket, voor zover het Fes-waardige projecten betreft. De concrete invulling van het pakket wordt in de Interdepartementale Commissie Economische Structuurbeleid (ICES) voorbereid. Inmiddels zijn voor veertien projectplannen voor de periode 1999 tot en met 2002 de gereserveerde gelden overgeheveld naar artikel 01.08 Investeringsimpuls 1998. Op artikel 01.07 wordt voor de periode 1999 tot en met 2002 alleen nog een bijdrage aan het onderdeel Sleutelprojecten uit het cluster Vitaliteit steden geraamd.

Op de tweede plaats heeft het kabinet bij de begroting 2001 besloten om voor de jaren 2001 tot en met 2010 voor een bedrag van in totaal EUR 5 464 mln (exclusief prijsbijstelling) te investeren in de volgende clusters:

• Bereikbaarheid (EUR 3 068 mln)

• Natuur, milieu en stedelijke ontwikkeling (EUR 1 588 mln)

• Kennis (EUR 808 mln)

Voor uit dit investeringpakket voldoende uitgewerkte projecten, worden de middelen geraamd op artikel 01.09 Investeringsimpuls 2001. Voorzover dit nog niet het geval is, worden de projecten op het artikel 01.07 Projecten in voorbereiding geraamd.

Specificatie artikel 01.07
(x EUR 1000)200120022003200420052006
Impuls 1998: Vitaliteit steden31 31116 33624 64024 64024 68524 685
Impuls 1998: Milieu  13 61313 61313 61313 613
Impuls 1998: Kennis  109 816109 816109 816109 816
Impuls 2001: Natuur, milieu en Stedel. Ontw.23 71047 30735 56547 42047 42078 447
Totaal55 02163 643183 634195 489195 534226 561

Bij de eerste suppletore begroting is de prijsbijstelling tranche 2001 uitgedeeld en is de nieuwe raming voor de prijsbijstelling opgenomen op een apart artikel 01.10 Prijsbijstelling. Aan de op dit artikel geraamde middelen voor de investeringsimpuls 2001 is bij voorjaarsnota prijsbijstelling toegedeeld.

Toelichting op de mutatie

De verschuiving van de middelen van de periode 2006 tot en met 2010 naar 2002 is ten behoeve van de sanering van beleidsmatig ongewenst gebruik van grond op basis van nieuw ruimtelijk beleid.

Artikel 01.08 Investeringsimpuls 1998

Opbouw uitgaven (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 568 716767 342600 607133 473134 036 
1e suppl. wet 2001 26 48517 24310 221– 21 826– 6 384 
Mutatie – 5 4459 459 – 7 260  
Ontwerp-begr. 2002559 617589 756794 044610 828104 387127 652477 300

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor door de Interdepartementale Commissie Economische Structuurbeleid (ICES) goedgekeurde projectvoorstellen van de Investeringsimpuls 1998. De projectvoorstellen zijn onderdeel van het in het Regeerakkoord aangekondigde investeringspakket. Voor 2003 en latere jaren zijn, behoudens de reeks bereikbaarheid/voorfinanciering en een vanuit de periode 1999–2002 doorgeschoven bedrag EMR, nog geen bedragen toegedeeld. Over de verdeling van de voor de periode 2003–2010 in het Regeerakkoord vermelde bedragen voor de onderdelen kennis en milieu heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden.

Op basis van de huidige besluitvorming worden de volgende bijdragen geraamd:

Specificatie artikel 01.08
(x EUR 1000)Departement200120022003200420052006
Bereikbaarheid/Voorfinanciering private financiering 506 861705 647603 29386 236117 669477 300
Prijsbijstelling voorfinanciering   4 08418 1519 983 
Milieu       
MilieutechnologieVROM4 99213 160    
MilieutechnologieEZ4 8553 176    
Kennis       
Nationaal Initiatief Duurzame OntwikkelingVROM5 5214 084    
St.kennisontwikkeling en -overdracht bodemVROM5 9344 992    
Ondergronds Logistiek SysteemV&W2 403454    
Experimentele FaciliteitenEZ 11 345    
GigaportEZ20 42016 427    
KonnectVenW7 7146 988    
EMRVenW6 0985 4453 451   
WatergraafsmeerOCW4 5384 538    
BiomadeOCW2 7232 360    
TehnocentraOCW5 4455 445    
Ketennetwerken, Clusters en ICTLNV5 7183 176    
Delfts ClusterOCW6 5346 807    
Totaal 589 756794 044610 828104 387127 652477 300

Toelichting op de mutatie

Bij de regeling experimentele faciliteiten is EUR 6,8 mln verschoven van 2001 naar 2002. Reden hiervoor is dat de eerste commiteringen eind dit jaar plaatsvinden. De daaruit voortvloeiende betalingen vinden daarna in 2002 plaats. Bij Gigaport vindt een versnelling plaats van EUR 1,4 mln van 2002 naar 2001 en wordt de doorwerking van de slotwet 2000 (EUR 0,8 mln) verlaagd in 2002. Bij EET wordt de onderuitputting in 2000 van EUR 7,3 mln doorgeschoven naar 2002.

Voorts is sprake van een louter technische en neutrale correctie van EUR 2,4 mln op de bij eerste suppletore begroting uitgedeelde prijsbijstelling. Hiertegenover staat een hogere prijsbijstelling op artikel 01.04 Overige bijdragen uit het fonds.

Daarnaast wordt prijsbijstelling toegevoegd aan de ramingen voor voorfinanciering van de private financiering HSL/BR en wordt de reservering voor prijsbijstelling in latere jaren bijgesteld.

Specificatie mutatie
(x EUR 1000)20012002200320042005
EET 7 261   
Experimentele faciliteiten (EZ)– 6 8066 806   
Gigaport1 361– 2 178   
Correctie prijsbijstelling HSL/BR – 2 430   
Prijsbijstelling private financ. HSL/BR  12 25232 21823 143
Reservering prijsbijstelling private financ.  – 12 252– 39 479– 23 143
Totaal– 5 4459 4590-7 2600

Artikel 01.09 Investeringsimpuls 2001

Opbouw uitgaven (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 504 478574 939964 820948 039852 959 
Nota van Wijziging 45 37845 378    
1e suppl. wet 2001 275 23024 58843 41742 66238 383 
Mutatie – 226 89033 58068 975– 97 563– 106 185 
Ontwerp-begr. 2002158 823598 196678 4851 077 212893 138785 158588 962

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor de Investeringsimpuls 2001 waartoe het kabinet bij de begroting 2001 heeft besloten. Het gaat hierbij om een impuls van EUR 5 464 mln (exclusief prijsbijstelling) in de jaren 2001 tot en met 2010 voor de volgende uitgavenclusters:

• Bereikbaarheid (EUR 3 068 mln)

• Natuur, milieu en vitaliteit steden (EUR 1 588 mln)

• Kennis (EUR 808 mln)

Voor uit dit investeringspakket voldoende uitgewerkte projecten, worden de middelen geraamd op artikel 01.09 Investeringsimpuls 2001. Voorzover dit nog niet het geval is, worden de projecten op artikel 01.07 Projecten in voorbereiding geraamd.

Ook worden op dit artikel de middelen geraamd voor reeds bestaande Fes-waardige projecten uit het Infrastructuurfonds die voorheen ten laste van de reguliere Rijksbegroting werden gefinancierd (overeenkomstig het zogenaamde «bruggetje» uit het Regeerakkoord).

Specificatie artikel 01.09
(x EUR 1000)Departement200120022003200420052006
Bereikbaarh & stedelijke ontwIF259 256342 689747 427729 891635 274441 449
Natuur milieu en stedelijke ontw (bedrijventerreinen)EZ4 7427 11311 85511 8557 1134 742
Kennis onderzoek en innovatieEZ23 71023 71023 71023 71023 71023 710
Kennis onderzoek en innovatieOW11 85511 85511 85511 85511 85511 855
KennisOW61 64647 42047 42047 42047 42047 420
Fes-bruggetje RegeerakkoordIF236 987245 698234 94568 40759 78659 786
Totaal 598 196678 4851 077 212893 138785 158588 962

Toelichting op de mutatie

De mutatie betreft de bijstelling van het Fes-bruggetje die nodig is vanwege nieuwe inzichten in de ruimte die het Fes hiervoor biedt als gevolg van mutaties bij zowel de uitgaven als de ontvangsten uit rentebaten en aardgas.

Artikel 01.10 Prijsbijstelling

Opbouw uitgaven (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001       
1e suppl. wet 2001  24 66154 04451 57072 576 
Mutatie  1 3313 153– 5 416– 8 005 
Ontwerp-begr. 2002  25 99257 19746 15464 571126 316

Om aan te sluiten bij de systematiek van prijsbijstelling die voor uitgaven op de Rijksbegroting geldt, is op dit artikel een raming opgenomen voor prijsbijstelling. Deze prijsbijstelling betreft de verkeers- en vervoersuitgaven van de Investeringsimpuls 1994, de Impuls voor de ruimtelijk-economische structuur van (destijds) EUR 858 mln, het cluster Bereikbaarheid van de Investeringsimpuls 1998 en alle uitgaven van de Investeringsimpuls 2001. De uitdeling van de prijsbijstelling geschiedt conform de systematiek op de Rijksbegroting in jaarlijkse tranches.

Toelichting op de mutatie

De mutatie betreft de actualisatie van de reservering voor prijsbijstelling.

02 Saldi

Artikel 02.01 Voordelig eindsaldo

Opbouw standen (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 1 488 269973 955132 912118 731269 472 
1e suppl. wet 2001 52 647293 090586 376783 009850 336 
Mutatie 332 167184 734– 180 591– 384 831– 577 860 
Ontwerp-begr. 20022 290 3851 873 0831 451 779538 697516 909541 948646 248

Op dit artikel wordt het voordelig eindsaldo geraamd. Het voordelig eindsaldo is gelijk aan het positieve verschil in enig jaar tussen de ontvangsten inclusief batig beginsaldo en de uitgaven inclusief nadelig beginsaldo.

Toelichting op de mutatie

De nieuwe mutatie is per saldo het gevolg van de mutaties in de bijdragen aan de begrotingshoofdstukken en bij de ontvangsten. Een neerwaartse mutatie in de bijdragen leidt tot een opwaartse mutatie bij het voordelig eindsaldo. Een opwaartse mutatie bij de ontvangsten (inclusief het voordelig beginsaldo) heeft hetzelfde effect. De nieuwe mutatie is als volgt opgebouwd (de raming in 2006 vloeit voort uit de extrapolatie van de uitgaven en ontvangsten):

(x EUR 1000)20012002200320042005
Uitgavenmutatie Kenniswijk – 9 076– 9 076– 9 076– 9 076
Uitgavenmutatie HSL en BR– 29 042– 107 546– 60 08112 70629 949
Uitgavenmutatie Projecten in voorbereiding – 23 597   
Uitgavenmutatie Investeringsimpuls 19985 445– 9 459 7 260 
Uitgavenmutatie Investeringsimpuls 2001226 890– 33 580– 68 97597 563106 185
Uitgavenmutatie Prijsbijstelling – 1 331– 3 1535 4168 005
Ontvangstenmutatie Gasbaten150 655188 31994 38637 664– 18 605
Ontvangstenmutatie Rentebesparing– 21 781– 151 164– 318 427– 355 773– 309 488
Mutatie voordelig beginsaldo 332 167184 734– 180 591– 384 831
Totaal332 167184 734– 180 591– 384 831– 577 860

2. ONTVANGSTEN

01 Ontvangsten van het fonds

Artikel 01.01 Overige ontvangsten uit aardgas

Opbouw ontvangsten (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 1 299 6271 186 635998 316922 988979 258 
1e suppl. wet 2001 150 655263 646244 58893 933– 37 664 
Mutatie 150 655188 31994 38637 664– 18 605 
Ontwerp-begr. 20021 153 6041 600 9371 638 6001 337 2901 054 585922 989998 316

Op dit artikel zijn de voor het fonds bestemde overige ontvangsten uit aardgas geraamd. Het betreft 41,5% van de niet-belastingontvangsten uit aardgas, zoals geraamd op de begroting van Economische Zaken. Voor de gehanteerde olieprijzen en dollarkoersen wordt verwezen naar de tabel in hoofdstuk 3 van de algemene toelichting bij de begroting.

Toelichting op de mutatie

De mutatie in de aardgasbaten is het gevolg van een stijging van de ramingen van de olieprijs en de dollarkoers en wijzigingen in de verwachte afzet.

Artikel 01.02 Rentebesparingen uit incidentele baten

Opbouw ontvangsten (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 338 801560 066747 295840 909840 910 
1e suppl. wet 2001 48 14611 79884 403120 706120 706 
Mutatie – 21 781– 151 164– 318 427– 355 773– 309 488 
Ontwerp-begr. 2002132 095365 166420 700513 271605 842652 128652 128

Met ingang van 1999 worden eenmalige opbrengsten in de vermogenssfeer ten gunste van de staatsschuld gebracht en komen de daardoor structureel bespaarde rentelasten (gecorrigeerd voor eventuele dividendderving) ten gunste van het Fes.

Voorzover de voeding betrekking heeft op opbrengsten van veilingen van rechten, wordt met ingang van 2001 op dit artikel de voeding van het Fes geraamd op basis van annuïteiten. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van de algemene toelichting bij deze begroting.

02 Saldi

Artikel 02.01 Voordelig beginsaldo

Opbouw standen (in EUR 1000)
 2000200120022003200420052006
Ontwerp-begr. 2001 2 109 7881 488 269973 955132 912118 731 
1e suppl. wet 2001 180 59752 647293 090586 376783 009 
Mutatie  332 167184 734– 180 591– 384 831 
Ontwerp-begr. 20022 932 4042 290 3851 873 0831 451 779 538 697516 909 541 948

Op dit artikel wordt het batig eindsaldo van het voorafgaande jaar geraamd, welk saldo op grond van het eerste lid van artikel 4 van de Wet Fes ten gunste van de begroting van het fonds in enig jaar komt (zie ook de toelichting bij uitgavenartikel 02.01 Voordelig eindsaldo).

Toelichting op de mutatie

De nieuwe mutatie sluit aan op de mutatie in het batig eindsaldo (uitgavenartikel 02.01) en is bij dat artikel nader toegelicht.

Licence