Base description which applies to whole site

nr. 2MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting 2001, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de departmentale begrotingsstaat van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2005 te wijzigen.

De in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

2.2 De beleidsartikelen

2.3 De niet-beleidsartikelen

B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGS(STAAT)

1. Leeswijzer

Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op beleidsartikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2005.

Daarna is onder het onderdeel 2 «Het beleid» in de begrotingstoelichting eerst de aansluiting gemaakt met de Najaarsnota 2005. Vervolgens worden de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel gespecificeerd en toegelicht.

Tenslotte wordt inzicht gegeven in de financiële mutaties die op beleidsartikelniveau zijn opgenomen via de verdiepingsbijlage.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

In de 2e suppletore begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven van de effecten van de besluiten van het Kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg van de besluitvorming wordt in de OCW-begroting in 2005 een uitgavenpeil van circa € 27,6 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is circa € 1,3 miljard.

In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven en ontvangsten tussen de 1e suppletore begroting 2005 en de 2e suppletore begroting 2005. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2006 en de hiermee samenhangende OCW-begroting.

Tabel 1: Overzicht belangrijkste suppletore mutaties 2005 (x € 1 miljoen)

 ArtikelUitgavenOntvangsten
Stand ontwerpbegroting 2005 26 684,21 303,6
    
Stand 1e suppletore begroting 2005 (Voorjaarsnota) 27 213,01 405,0
    
Belangrijkste suppletore mutaties:   
1) Monumentenzorg1497,597,5
2) Afschaffing lesgeld12/13– 124,0– 211,0
3) Invordering naar aanleiding van de hbo-fraude 60,5 
4) Doorwerking gewijzigde taakstelling ww-maatregel 3,9 
5) Versnelde uitbetaling interimvergoeding ziektekosten17326,9 
6) Bijstelling reclameontvangsten publieke omroep15– 30,0– 30,0
7) Overige mutaties 38,8– 2,3
    
Stand 2e suppletore begroting 2005 (Najaarsnota) 27 586,61 259,2

Toelichting

De belangrijkste beleidsmatige mutaties, die de begrotingsomvang beïnvloeden zijn de volgende:

1. Uit het FES is € 100 miljoen beschikbaar gekomen. Hiervan zal € 97,5 miljoen worden aangewend voor het wegwerken van achterstanden in de monumentenzorg en wordt 2,5 beschikbaar gesteld voor de Hermitage.

2. Deze wijziging betreft de verlaging van de ontvangsten als gevolg van de afschaffing van het lesgeld in het voortgezet onderwijs en de deelnemers van 16 en 17 jaar in de beroepsopleidende leerweg en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs met ingang van het schooljaar 2005–2006.

3. De € 60,5 miljoen is onderverdeeld in een verrekening van € 25,7 miljoen en een kasschuif van 34,8 miljoen. Daarnaast betreft het een verrekening van in totaal € 25,7 miljoen die plaatsvindt op basis van de resultaten van het onderzoek door de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap. Het betreft hier een deel van de verrekeningen voor het BVE (€ 0,5 miljoen), HBO (€ 20,7 miljoen) en WO (€ 4,5 miljoen); ook in 2006 zullen nog vorderingen worden vereffend. Met het bedrag van € 25,7 miljoen dat in 2005 bij de betreffende instellingen wordt geïnd, wordt een deel ingevuld van de geraamde ontvangst die in 2005 op beleidsartikel nominaal en onvoorzien is geboekt in verband met de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude». Het restant van de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude» ad € 34,8 miljoen wordt doorgeschoven naar 2006.

4. Deze post betreft een aanpassing van in de begroting 2004 opgenomen taakstelling doorwerking ww-maatregel. De OCW-begroting wordt hiermee verhoogd met € 3,9 miljoen in 2005. De verdeling van de gewijzigde taakstelling over de verschillende beleidsartikelen is in de onderstaande tabel weergegeven.

Gewijzigde taakstelling doorwerking ww-maatregel (bedragen x € 1 000)

 2005
Primair onderwijs537
Voortgezet onderwijs835
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie682
Hoger beroepsonderwijs466
Wetenschappelijk onderwijs1 300
Onderzoek en wetenschappen58
Ministerie algemeen41
Inspecties6
Totaal3 925

5. Door de invoering van het nieuwe ziektekostenstelsel wordt de interimvergoeding ziektekosten voor het onderwijs- en rijkspersoneel van in totaal € 396,1 miljoen, waarvan € 326,9 miljoen in 2005 en € 66,5 miljoen in 2006, versneld uitbetaald.

6. Het betreft een negatieve bijstelling van de beschikbare STER-inkomsten bij de publieke omroep.

7. Daarnaast is er nog een saldo van beleidsmatige en autonome uitgavenmutaties, die de begrotingsomvang beïnvloeden (totaal € – 5,5 miljoen) en technische bijstellingen (totaal € 44,3 miljoen). Deze categorieën tellen op tot € 38,8 miljoen.

2.1.1 Uitdeling van de loon- en prijsbijstelling

Loonbijstelling

De mutatie op de post loonbijstelling wordt grotendeels veroorzaakt door de loonbijstelling tranche 2005 en additionele middelen voor onder meer de gestegen pensioenpremies. Met dit totaal aan middelen wordt in de 1e suppletore begroting 2005 voor alle beleidsartikelen een nullijn gerealiseerd. Tenslotte wordt ook de interimvergoeding ziektekosten voor onderwijs- en rijkspersoneel versneld uitbetaald vanwege de invoering van het nieuwe ziektekostenstelsel. De verdeling van de loonbijstelling over de verschillende beleidsartikelen is in de onderstaande tabel weergegeven.

Loonbijstelling (bedragen x € 1 000)

 2005
Primair onderwijs177 984
Voortgezet onderwijs173 753
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie78 402
Hoger beroepsonderwijs44 842
Wetenschappelijk onderwijs42 664
Internationaal beleid119
Arbeidsmarkt en personeelsbeleid1 767
Informatie- en communicatie technologie42
Studiefinanciering763
Cultuur6 635
Media401
Onderzoek en wetenschappen7 385
Nominaal en onvoorzien764
Ministerie algemeen1 959
Inspecties1 185
Adviesraden134
Totaal538 799

Prijsbijstelling

De mutatie op de post prijsbijstelling wordt veroorzaakt door de uitdeling van de prijsbijstelling van € 72,4 miljoen. De verdeling van de prijsbijstelling over de verschillende beleidsterreinen is in de onderstaande tabel weergegeven.

Prijsbijstelling (bedragen x € 1 000)

 2005
Primair onderwijs23 535
Voortgezet onderwijs5 597
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie5 540
Technocentra80
Hoger beroepsonderwijs4 817
Wetenschappelijk onderwijs9 196
Internationaal beleid111
Arbeidsmarkt en personeelsbeleid531
Informatie- en communicatie technologie440
Studiefinanciering7 302
Cultuur3 331
Media7 972
Onderzoek en wetenschappen2 851
Nominaal en onvoorzien848
Ministerie algemeen177
Inspecties48
Adviesraden5
Totaal72 381

2.2 De beleidsartikelen

1. Primair Onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 1 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen7 525 5357 617 348256 1047 873 452
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven7 526 6647 618 477256 1047 874 581
Programma-uitgaven7 521 0857 612 980255 7927 868 772
     
• Toerusting5 823 9985 998 25518 4116 016 666
• Onderwijskwaliteit13 89118 245– 2 38315 862
• Toegankelijkheid1 566 5241 592 44617 8961 610 342
     
Programma-uitgaven overig:    
• Uitvoeringsorganisatie IBG8 85511 5035 98017 483
• Uitvoeringsorganisatie CFI20 61131 23135431 585
     
Voorcalculatorische uitdelingen87 206– 38 700215 534176 834
Apparaatsuitgaven5 5795 4973125 809
Ontvangsten20 13351 4494 57456 023

Toelichting

Voor het primair onderwijs is sprake van een stijging van de uitgaven en verplichtingen met € 256,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005.

Voor € 208,7 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 47,4 miljoen gestegen.

De ontvangsten zijn met € 4,6 miljoen gestegen. Dit betreft uitsluitend technische mutaties.

Toelichting uitgavenmutaties

Participatiefonds

Deze mutatie van € 20,3 miljoen betreft een verhoging van het beschikbare budget voor Participatiefonds. In de voorjaarsnota is reeds melding gemaakt van verwachte hogere uitgaven bij het Participatiefonds. De hogere uitgaven bij het Participatiefonds ontstaan doordat het aantal I/D-banen in het onderwijs daalt. De kosten van de daaruit voortvloeiende werkloosheidsuitkeringen worden gedragen door dit fonds. Er zijn maatregelen getroffen om het verschil tussen de uitgaven en inkomsten van het fonds te verkleinen; voorts is in het kader van de voorjaarsnota het budget voor Participatiefonds verhoogd. De resterende problematiek wordt met deze mutatie opgelost. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toegankelijkheid.

Schoolbudget

Om het tekort bij het Participatiefonds te dekken, wordt ondermeer met een aantal maatregelen geld vrijgemaakt uit het schoolbudget (€ 8,4 miljoen). Zo worden de geraamde oploop in verband met integraal personeelsbeleid en de loonbijstelling over het schoolbudget niet uitgekeerd en wordt tevens het betalingsritme aangepast. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.

Opleiden in de school

Als gevolg van het succesvol gevoerde arbeidsmarktbeleid in de afgelopen jaren valt binnen de regeling opleiden in de school € 2,5 miljoen vrij. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.

Gemiddelde personeelslasten

In het kader van de nieuwe CAO zijn ondermeer afspraken gemaakt over een contractloonontwikkeling van 1% per 1 augustus 2005 en een verhoging van de structurele eindejaarsuitkering met 0,5%. Hiervoor is € 35,6 miljoen aan de begroting toegevoegd. Tevens is hiervoor een intertemporele compensatie tussen 2005 en 2006 van € 2,4 miljoen opgenomen. Deze mutaties doen zich voor bij de voorcalculatorische uitdelingen.

Verder zijn er meer middelen nodig voor kinderopvang. Tot dit jaar was er sprake van een gebudgetteerde regeling met wachtlijsten. Als gevolg van nieuwe wetgeving is er nu sprake van een open einde regeling. Volgens de ramingen van de uitvoeringsorganisatie Kintent leidt dit tot een structurele kostenstijging. In 2005 gaat het om € 3,3 miljoen voor het primair- en voortgezet onderwijs. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.

Onderwijsnummer

Voor de kosten samenhangend met de voorbereiding van het invoeren van het onderwijsnummer is naast de enveloppemiddelen binnen de begroting ruimte gevonden voor een intesivering van € 6,6 miljoen. Dit geld komt ten goede aan de scholen. Dekking voor dit bedrag is ondermeer gevonden binnen de materiële budgetten voor toerusting en bereikbaarheid en voor Weer Samen Naar School. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.

Flankerend beleid schoolbegeleidingsdiensten

Voor flankerend beleid schoolbegeleidingsdiensten is conform de toezegging aande Tweede Kamer € 2,7 miljoen vrijgemaakt binnen de OCW-begroting. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.

Innovatie

De uitputting van de innovatieprojecten in 2005 is vertraagd omdat de sector primair onderwijs, waarin vele partijen vertegenwoordigd zijn, is gevraagd zelf de regie te voeren op de vorm en de inhoud van het innovatiebeleid. De uitvoering van het gezamenlijke plan vindt derhalve grotendeels in 2006 plaats. Om het gereserveerde budget te behouden voor dit doel is deze (2e) suppletore wet een mutatie opgenomen van -/- € 3,2 miljoen. Een tegengestelde mutatie zal in de 1e suppletore wet 2006 worden opgenomen

3. Voortgezet onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 3 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen5 378 0195 393 156199 3905 592 546
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven5 361 8285 376 965199 2045 576 169
     
Programma-uitgaven 5 337 0715 350 533193 4655 543 998
     
• Personeel en materieel5 266 3735 279 636194 2495 473 885
• Onderwijsverzorging en projecten70 69870 897– 78470 113
     
Programma-uitgaven overig:    
• Uitvoeringsorganisatie IBG10 26810 2684 72814 996
• Uitvoeringsorganisatie CFI9 86711 26829211 560
     
Apparaatsuitgaven4 6224 8967195 615
Ontvangsten1 3611 3613 0744 435

Toelichting mutaties

Voor het voortgezet onderwijs is ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 sprake van een stijging van de uitgaven met € 199,2 miljoen.

Voor € 179,4 miljoen is dit het gevolg van bijstellingen uit de aanvullende posten.

De voornaamste overige mutaties betreffen:

• het saldo van de kosten van de incidentele eindejaarsuitkering 2005 (+ € 29,4 miljoen) en de gedeeltelijke dekking van deze kosten binnen het voortgezet onderwijs (– € 17,8 miljoen);

• het saldo van diverse interne overboekingen met andere directies ad. € 7,3 miljoen, deze mutaties hebben geen beleidsconsequenties;

• overige (+ € 0,9 miljoen).

Ontvangsten:

De ontvangsten zijn met € 3,1 miljoen gestegen. € 2,1 miljoen wordt verklaard door extra inkomsten ten behoeve van pensioenpremies WW ’ers; het restant (€ 1,0 miljoen) door terugontvangsten op in voorgaande jaren verstrekte subsidies.

4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 4 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen2 753 2132 768 860119 9152 888 775
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven2 738 0052 742 866100 2402 843 106
Programma-uitgaven2 734 2282 739 17099 9002 839 070
     
• Middelbaar beroepsonderwijs2 390 1352 385 83382 9592 468 792
• Educatie243 857248 0112 836250 847
• Specifieke stimulering89 43991 868– 5 16586 703
• Leren en werken  14 09714 097
     
Programma-uitgaven overig:    
• Uitvoeringsorganisatie IBG4 4794 4791 0655 544
• Uitvoeringsorganisatie CFI6 3188 9794 10813 087
Apparaatsuitgaven3 7773 6963404 036
Ontvangsten0000

Toelichting mutaties

De uitgaven voor het beroepsonderwijs zijn ten opzichte van de 1e suppletore begroting verhoogd met € 100,2 miljoen. Deze mutaties zijn voornamelijk technisch van aard.

Middelbaar beroepsonderwijs

De verhoging van de uitgaven van dit onderdeel wordt voornamelijk veroorzaakt door:

• uitdelingen uit de aanvullende post (met name loon- en prijsbijstelling) en interimvergoeding ziektekosten van € 83,9 miljoen;

• een verrekening van in totaal € 4,5 miljoen die plaatsvindt in verband met de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude». Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting;

• de doorwerking van de gewijzigde ww-taakstelling voor € 0,6 miljoen. Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting.

Educatie

Uitdelingen uit de aanvullende post (met name loon en prijsbijstelling) van € 2,8 miljoen.

Specifieke stimulering

Uitdeling vanuit de aanvullende posten van € 1,2 miljoen.

Daarnaast is in verband met het apart zichtbaar maken van de middelen bedoeld voor het actieplan «Leren en werken» (zie het volgende onderdeel) een bedrag van € 13,9 miljoen overgeboekt naar dat onderdeel.

Leren en Werken

Dit budget is overgeboekt van het onderdeel «specifieke stimulering» (04.03) Naar onderdeel «Leren en Werken».

Uitvoeringsorganisaties

Deze mutaties betreffen uitdelingen vanuit de aanvullende posten en interne overboekingen. De voornaamste interne overboeking betreft € 4,7 miljoen voor het onderwijsnummer.

6. Hoger beroepsonderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 6 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen1 737 7341 874 21427 3961 901 610
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven1 764 6331 773 37130 7171 804 088
Programma-uitgaven1 759 5641 768 33130 2061 798 537
     
Toerusting    
• Toerusting van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek1 679 814 1 686 122 33 0741 719 196
Toegankelijkheid    
• Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs1 1161 3001501 450
• Verbetering doorstroom beroepskolom*4 8684 868– 4 8680
• Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs3 2933 2939834 276
• Zorgopleidingen in het hoger onderwijs4 9004 9004755 375
• Beta/techniek en emancipatie100100 100
• Deltaplan beta/techniek13 94613 9468 83122 777
• Prestatieafspraken8 6679 650– 9 6500
Kwaliteit    
• Internationalisering in het hoger onderwijs445445 445
• Lectoren/Kennisinnovatie in het hoger beroepsonderwijs34 62234 62281335 435
• Digitale universiteit in het hoger onderwijs2 0002 000 2 000
Doelmatigheid onderdeel lumpsum    
     
Programma-uitgaven overig:    
• Uitvoeringsorganisatie IBG1 9041 904421 946
• Uitvoeringsorganisatie CFI3 8895 1813565 537
Apparaatsuitgaven**5 0695 0405115 551
Ontvangsten1717017

* Exclusief de middelen impuls beroepskolom. Deze maken deel uit van toerusting (lumpsum).

** In 2004 zijn de directies HBO en WO samengevoegd. De totale apparaatskosten voor de nieuwe directie Hoger Onderwijs zijn begroot op artikel 6. De middelen voor beleidsgericht onderzoek maken voor het gehele hoger onderwijs deel uit van de programma-uitgaven van artikel 7.

Toelichting mutaties

Voor het hoger beroepsonderwijs is ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 sprake van een stijging van de uitgaven met € 30,7 miljoen. Als belangrijkste oorzaken hiervoor worden genoemd een bijstelling uit de aanvullende posten van € 49,7 miljoen, en een bedrag van – € 20,7 miljoen als gevolg van verrekeningen met meerdere hogescholen van vorderingen op basis van de resultaten van het onderzoek door de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap (zie verder bij Toerusting).

Toelichting per operationele doelstelling

Toerusting

De verhoging van het onderdeel «toerusten van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek» met € 33,1 miljoen is met name het gevolg van:

• het terugboeken naar de normatieve exploitatievergoeding van € 4 miljoen uit de prestatieafspraken (zie ook onder Toegankelijkheid, onderdeel prestatieafspraken);

• een bijstelling uit de aanvullende posten van in totaal € 49,7 miljoen (zie de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting) en

• een verrekening van in totaal € 20,7 miljoen die plaatsvindt op basis van de resultaten van het onderzoek door de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap (het betreft hier een deel van de verrekeningen). Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting.

Toegankelijkheid

• Het onderdeel «verbetering doorstroom beroepskolom» is verlaagd met € 4,9 miljoen. Omdat alle activiteiten (dus ook die voor het hbo) uit het actieplan Leven lang leren (27 406, nr. 32) centraal op begrotingsartikel 4 worden geraamd en verantwoord, is dit bedrag overgeboekt. In deze 2e suppletore begroting is een correctie aangebracht in de bedragen voor dit onderdeel bij de stand ontwerp-begroting 2005 en de stand 1e suppletore begroting 2005. In de 1e suppletore begroting 2005 is bij dit onderdeel abusievelijk tweemaal een bedrag van € 1,9 miljoen vermeld in plaats van – overeenkomstig de begroting 2005 – een bedrag van € 4,9 miljoen. In de totalen is wel rekening gehouden met het juiste bedrag van € 4,9 miljoen.

• Het onderdeel «Deltaplan bèta/techniek» is verhoogd met € 8,8 miljoen. Belangrijkste verklaring voor deze verhoging is een toevoeging van € 8,5 miljoen uit de middelen voor prestatieafspraken hbo (€ 4,3 miljoen) en wo (€ 4,2 miljoen) voor de financiering in 2005 van het WO-Sprint-programma. Deze € 8,5 miljoen wordt overigens in 2008 vrijgemaakt uit de middelen voor «Deltaplan bèta/techniek» en weer toegevoegd aan de middelen prestatieafspraken hoger onderwijs ten behoeve van de International centres of excellence (€ 5 miljoen), verhoging deelname allochtone studenten (€ 1,5 miljoen) en verhoging deelname studenten met een handicap (€ 2 miljoen).

• Voor het onderdeel «prestatieafspraken» is sprake van een verlaging van € 9,7 miljoen. Belangrijkste verklaringen voor deze verlaging zijn:

– een toevoeging aan de lumpsum van € 4 miljoen (zie ook onder Toerusting);

– een toevoeging aan het onderdeel «Deltaplan bèta/techniek» van in totaal € 4,3 miljoen. Deze middelen komen in 2008 weer beschikbaar voor onderwerpen die uit de middelen prestatieafspraken worden gefinancierd (zie hiervoor de toelichting bij het onderdeel «Deltaplan bèta/techniek»).

7. Wetenschappelijk onderwijs

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 7 x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen3 289 9763 369 05863 2573 432 315
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven3 260 4463 290 27349 6573 339 930
Programma-uitgaven3 260 4463 290 27349 6573 339 930
     
Toerusting    
• Toerusten van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek3 205 9003 229 49953 6443 283 143
• Toerusten van faciliterende organisaties gericht op het hoger onderwijs15 15521 71716721 884
Toegankelijkheid    
• Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs184000
• Onderzoeksmasters in het wetenschappelijk onderwijs5 9105 91005 910
• Numerus fixus geneeskundeopleidingen in het wetenschappelijk onderwijs*0000
• Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs1 6332 71702 717
• Zorgopleidingen in het hoger onderwijs6 3006 300– 2 1004 200
• Prestatieafspraken4 3335 104– 4 233871
Kwaliteit    
• Dynamisering eerste geldstroom wetenschappelijk onderzoek2 8218210821
• Internationalisering in het hoger onderwijs2 1542 15402 154
• SURF Educatiefonds in het hoger onderwijs4 0004 00004 000
• Digitale universiteit in het hoger onderwijs1 0001 00001 000
• Jonge universiteiten6 0006 00006 000
Doelmatigheid onderdeel lumpsum    
     
Programma-uitgaven overig:    
• Uitvoeringsorganisatie IBG3 6333 6332 0155 648
• Uitvoeringsorganisatie CFI1 4231 4181641 582
     
Apparaatsuitgaven0000
Ontvangsten1 4001 40001 400

* Vanaf 2005 maken de middelen deel uit van toerusting (lumpsum).

Toelichting mutaties

De uitgaven voor het wetenschappelijk onderwijs zijn ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 verhoogd met € 49,7 miljoen. Voor € 48,1 miljoen is dit voornamelijk het gevolg van bijstellingen uit de aanvullende posten.

Toelichting per operationele doelstelling

Toerusting

De verhoging van € 53,8 miljoen voor de onderdelen «toerusten van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek» en «toerusten van faciliterende organisaties gericht op het hoger onderwijs» is met name het gevolg van loon- en prijsbijstelling 2005 uit de aanvullende post van in totaal € 51,9 miljoen (zie de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting).

Toegankelijkheid

De verlaging van € 6,3 miljoen voor het onderdeel «toegankelijkheid» wordt met name veroorzaakt door de verlaging van de middelen voor prestatieafspraken met € 4,2 miljoen. Het betreft hier een overboeking naar beleidsartikel 6 (hoger beroepsonderwijs) en wordt ingezet voor de financiering van het WO-Sprint-programma (zie de uitgebreide toelichting aldaar).

8. Internationaal onderwijsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 8 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen19 61213 4126 39319 805
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven21 24515 3961 89117 287
Programma-uitgaven19 28413 34269014 032
     
• Mobiliteit10 7114 911134 924
• Samenwerkingsverbanden2 9272 927502 977
• Institutionele subsidies Nederland4 9754 4321574 589
• Instellingen buitenland16667 67
• Overige internationale uitgaven5051 0054701 475
Apparaatsuitgaven1 9612 0541 2013 255
Ontvangsten9999099

9. Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 9 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen179 906168 801– 21 724147 077
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven179 906168 801– 21 724147 077
Programma-uitgaven176 358164 973– 21 862143 111
     
• Arbeidsmarkt129 737118 352– 24 45193 901
• ZVOO46 62146 62158747 208
     
Programma-uitgaven overig:    
• Uitvoeringsorganisatie IBG    
• Uitvoeringsorganisatie CFI002 0022 002
Apparaatsuitgaven3 5483 8281383 966
Ontvangsten    

Toelichting mutaties

Voor het artikel arbeidsmarkt en personeelsbeleid is sprake van een daling van de uitgaven met € 21,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005.

Voor – € 4,0 miljoen betreft het technische mutaties. De voornaamste overige mutaties ad – € 17,8 miljoen hebben betrekking op:

• een mutatie van € 3,4 miljoen is overgeboekt ten behoeve van de knelpunten in het Participatiefonds in het primair onderwijs. Het gaat om € 0,5 miljoen uit de loonbijstelling op het bestedingsplan en € 2,9 miljoen uit het budget maatwerk lerarenopleiding;

• een overboeking ad € 2,5 miljoen naar art. 1 (PO) ten behoeve van het invoeren van het onderwijsnummer. Deze middelen zijn beschikbaar gekomen uit verschillende posten van art. 9 (AP) waar minder op is uitgegeven dan voorzien;

• verder wordt van dit artikel € 10,5 miljoen overgeboekt naar de artikelen 1 (PO) en 3 (VO) om de eindejaarsuitkering voor onderwijspersoneel 2005 te bekostigen;

• diverse overige mutaties met een totaal bedrag van – € 1,3 miljoen.

10. Informatie- en communicatietechnologie

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 10 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen51 93653 773– 8 59645 177
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven51 93653 773– 8 59645 177
Programma-uitgaven50 02351 923– 7 86544 058
     
Deregulering, autonomie en rekenschap:    
• Monitoring/onderzoek2 0202 020– 1 717303
• Internetvoorziening centraal5 0005 000– 4 845155
Onrendabele gebieden     
Centrale voorziening 10 000 12 000– 76511 235
     
Innovatie en versterking van de kennisinfrastructuur:    
• Innovatie stichtingen    
Basissubsidie kennisnet18 60018 600 18 600
Basissubsidie ict op school2 7232 723 2 723
Internationaal100100– 1000
Onderwijs en bedrijfsleven100100– 1000
• Innovatie Balkenende II    
Platform1 0001 000 1 000
Kennisproductie (kennisrotonde) 3 000 3 0003 000 
Grassroots cultuureducatie500500– 5000
Contentontwikkeling 2 500 2 500168 2 668
Breedband1 0001 000– 1 0000
• Overige innovatieve projecten    
Informatie- en kennistransfer vakgebieden240240– 2400
OSSOS500500– 30470
ICT-agenda500500– 200300
Communicatie «Parels»50040071471
Internationaal250250– 2500
Meer mensen werkzaam in het onderwijs:    
• Professionalisering van docenten    
Grassroots (incl. evaluatie)4804800480
Professionalisering docenten 1 000 1 000 – 79921
Doorlopende verplichtingen NI.tree:    
• Overige en veldspecifieke ict-projecten10101 7221 732
Apparaatsuitgaven1 9131 850– 7311 119
Ontvangsten47 77649 7762 80052 576

Toelichting mutaties

De uitgaven voor Informatie- en communicatietechnologie zijn verlaagd met € 8,6 miljoen. De ontvangsten zijn verhoogd met € 2,8 miljoen. De belangrijkste mutaties hierin zijn onder meer:

Uitgaven

Deregulering, autonomie en Rekenschap

• Een verlaging in verband met een beleidsmatige mutatie van € 3,5 miljoen voor de dekking van de begrotingsproblematiek «behoud nullijn onderwijspersoneel VO». De dekking is gevonden in de gereserveerde middelen voor de Internetvoorziening centraal (bredere ambitie ICT), waarbij ict-projectinitiatieven op het gebied van de onderwijssectoren geen doorgang zullen vinden.

Innovatie en versterking kennisinfrastructuur

• Een verlaging van het budget met € 0,7 miljoen in verband met lagere subsidietoekenning op projecten 2005, die samenhangen op de gereserveerde middelen voor het Platform Kennisrotonde en innovatie- en communicatieprojecten ict.

• Een verlaging van het budget met € 1,3 miljoen in verband met vrijvallende middelen op projecten 2005 die samenhangen op de gereserveerde middelen voor het Innovatieprogrammamanagement en ict in lerarenopleiding. De genoemde projecten zijn niet tot uitvoering gekomen.

Ontvangsten

Als gevolg van afrekening van subsidiegelden op de jaren 2001–2004 van de stichting Kennisnet wordt een bedrag ontvangen van € 3,4 miljoen.

11. Studiefinanciering

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 11 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen2 775 9742 860 61111 3982 872 009
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven2 775 9742 860 61111 3982 872 009
Programma-uitgaven2 704 7402 789 25018 3992 807 649
     
Programma-uitgaven overig    
• Uitvoeringsorganisatie IBG69 96870 100– 7 03163 069
Apparaatsuitgaven1 2661 261301 291
Ontvangsten397 200400 700– 18 900381 800

Toelichting mutaties

Voor studiefinanciering is er sprake van een stijging van de uitgaven met € 11,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005. Dit is het saldo van alleen technische mutaties; een stijging van € 18,4 miljoen van de reguliere WSF-programma-uitgaven en een daling van € 7,0 miljoen van het uitvoeringsbudget van de IB-Groep.

De € 18,4 miljoen stijging van de programma-uitgaven betreft voor het grootste deel (€ 15,4 miljoen) een bijstelling bij begrotingsvoorbereiding 2006 van het budget voor 2005 van de raming van uitgaven aan rentedragende leningen.

De daling met € 7,0 miljoen van het uitvoeringsbudget van de IB-Groep hangt voornamelijk samen met een herverdeling van het budget voor 2005 over de beleidsartikelen 11, 12 en 13 als gevolg van een nieuw kostprijsmodel voor de IB-Groep.

De ontvangsten zijn met € 18,9 miljoen gedaald. Dit betreft een technische bijstelling van de raming van de aflossing van rentedragende leningen voor 2005.

12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 12 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen404 945422 100– 119 100303 000
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven404 945422 100– 119 100303 000
Programma-uitgaven393 987411 000– 125 000286 000
     
Programma-uitgaven overig:    
Uitvoeringsorganisatie IBG10 95811 1005 90017 000
Ontvangsten10 31813 200013 200

Toelichting mutaties

Voor tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten is sprake van een daling van de uitgaven met per saldo € 119,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005.

Dit betreft een beleidsmatige mutatie van – € 125,0 miljoen in verband met het afschaffen van het lesgeld voor leerlingen in het voortgezet onderwijs en deelnemers in de beroepsopleidende leerweg en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs van 16 en 17 jaar met ingang van het schooljaar 2005–2006. Door het afschaffen van die onderwijsbijdrage zijn ook de tegemoetkomingen in dit verband niet meer nodig.

Een technische mutatie van totaal € 5,9 miljoen houdt voor het grootste deel verband met een herverdeling over de beleidsartikelen 11, 12 en 13 van het uitvoeringsbudget voor 2005 van de IB-Groep als gevolg van een nieuw kostprijsmodel.

13. Lesgelden

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 13 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Totaal uitgaven3 3733 4003 6697 069
Programma-uitgaven overig:    
• Uitvoeringsorganisatie IBG3 3733 4003 6697 069
Ontvangsten441 487432 700– 211 000221 700

Toelichting mutaties

Bij de uitgaven op het artikel lesgelden is sprake van een stijging van per saldo € 3,7 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005.

Dit is het saldo van technische mutaties die voor het grootste deel betrekking heeft op een herverdeling van het uitvoeringsbudget voor 2005 van de IB-Groep als gevolg van een nieuw kostprijsmodel.

Een beleidsmatige mutatie ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 van – € 211,0 miljoen bij de lesgeldontvangsten is het gevolg van het afschaffen van het lesgeld in het voortgezet onderwijs en de deelnemers van 16 en 17 jaar in de beroepsopleidende leerweg en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs met ingang van het schooljaar 2005–2006.

14. Cultuur

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 14 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen539 248693 271112 867806 138
Waarvan garantieverplichtingen146 225   
Totaal uitgaven759 604773 253112 867886 120
     
Programma-uitgaven701 853712 858107 664834 691
     
Kunsten:    
• Podiumkunsten203 067203 954289204 243
• Film25 37526 630 26 630
• Beeldende kunst/bouwkunst/vormgeving70 63071 6652 19373 858
• Amateurkunst en kunsteducatie30 02126 329– 22626 103
• Kunsten Algemeen42 21536 4132 44338 856
     
Letteren en Bibliotheken:    
• Bibliotheken30 90032 50015032 650
• Letteren15 78015 86838316 251
• Overig 1 759 1 759743 2 502
     
Culureel erfgoed:    
• Musea130 973149 2044 086153 290
• Monumentenzorg75 27475 27498 505173 779
• Archeologie13 93310 933– 3 0007 933
• Archieven25 95225 952 25 952
• Overig29 007 29 136 3 252 32 388
     
Overig6 9677 241– 1 7445 497
     
Programma-uitgaven overig:    
• Nationaal archief13 40814 16959014 759
Apparaatsuitgaven44 34346 2265 20351 429
Ontvangsten4943 494101 398104 892

Toelichting

Loon- en prijsbijstelling

Op de verschillende artikelonderdelen bedraagt de loon- en prijsbijstelling € 8,7 mln.

Kunsten

Het budget is verhoogd met € 1 miljoen als gevolg van de te verwachten hogere realisatie door de definitieve vaststelling van de hoogte van de Cultuurnota subsidies 2001–2004. Deze boeking is ook van invloed op de ontvangsten op artikel 14 Cultuur.

Daarnaast is er sprake van een aantal budgettair neutrale interne overboekingen.

Letteren en Bibliotheken

Naast de loon- en prijsbijstellingen is er sprake van een aantal budgettair neutrale interne overboekingen.

Cultureel Erfgoed

Van de verhoging van het budget met € 100 miljoen voor monumenten uit het FES wordt € 97,5 miljoen ingezet in 2005 voor het inlopen van de restauratie-achterstand in de monumentenzorg, € 2,5 miljoen wordt in 2006 beschikbaar is gesteld voor een bijdrage aan de vestiging van de Hermitage Amsterdam. Deze boeking is ook van invloed op de ontvangsten Cultuur omdat het geld uit het FES afkomstig is.

Voor een bijdrage in de aanschaf van het tweede deel van de Collectie Visser (€ 0,9 miljoen), een schilderij van Van Ruisdael (€ 1,4 miljoen) en een viertal werken uit de Collectie Peeters (€ 0,5 miljoen) is er € 2,8 miljoen het budget toegevoegd, afkomstig uit het aankoopfonds.

Een overboeking van in totaal € 3 miljoen naar het Ministerie van BZK voor het Gemeente- en Provinciefonds (elk € 1,5 miljoen) ter dekking van de bestuurslasten in het kader van het verdrag van Malta.

Voor de uitvoering van het programma Belvedere werd er € 2,5 miljoen ontvangen van het Ministerie van VROM en € 0,9 miljoen overgeheveld naar het Ministerie van LNV.

Nationaal Archief

Circa € 0,3 miljoen is bijgeboekt voor verbetering van de digitale toegang tot de collectie.

15. Media

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 15 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen852 868836 321– 20 378815 943
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven852 868845 699– 20 378825 321
Programma-uitgaven852 868845 699– 20 378825 321
     
• Publieke Omroep848 810841 641– 20 603821 038
• Migranten3 5183 5182183 736
• Zero base5405407547
Ontvangsten256 785319 890– 30 000289 890
• Media219 004282 136– 30 000252 136
• Zero base37 78137 754 37 754

Toelichting mutaties

De mutatie voor publieke omroep betreft enerzijds de daling van het beschikbare budget als gevolg van lagere reclameontvangsten van € 30 miljoen en anderzijds de stijging van het beschikbare budget als gevolg van ontvangen loon- en prijsbijstelling 2005 van € 8,4 miljoen. Verder een drietal interne overboekingen (AWO-fonds voor de Omroep, Switch Off en Teleblik) van artikel 14 van € 1,2 miljoen.

16. Onderzoek en wetenschappen

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 16 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen752 705758 82139 456798 277
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven816 236822 35221 446843 798
Programma-uitgaven812 845818 97921 128840 107
     
• Onderzoeksbestel713 954715 9559 694725 649
• Specifieke beleidsthema’s90 61194 99511 600106 595
• Coördinatie en samenwerking7 9907 740– 627 678
     
Programma-uitgaven overig:    
• Uitvoeringsorganisatie CFI290289– 104185
Apparaatsuitgaven3 3913 3733183 691
Ontvangsten116 450120 8850120 885

Toelichting mutaties

Bij de programma-uitgaven voor onderzoek en wetenschappen is sprake van een stijging van de uitgaven met € 21,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore wet.

De verhoging van de uitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door:

• uitdelingen uit de aanvullende post (met name loon en prijsbijstelling) van € 9,0 miljoen;

• een overboeking van € 11,6 miljoen van het ministerie van Economische Zaken voor het regieorgaan ICT (€ 2,5 miljoen) en het regieorgaan Genomics (€ 9,1 miljoen);

• de doorwerking van de gewijzigde ww-taakstelling voor € 0,6 miljoen. Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting.

2.3 De niet-beleidsartikelen

17. Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 17 (bedragen x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen– 34 792243 657– 238 3395 318
Waarvan garantieverplichtingen0000
Uitgaven– 34 792243 657– 238 3395 318
Loonbijstelling21 319228 987– 226 9941 993
Prijsbijstelling072 381– 72 3810
Nader te verdelen– 56 111– 57 71161 0363 325
Asielzoekers0000
Ontvangsten0000

Toelichting mutaties

Voor het artikel nominaal en onvoorzien is sprake van een daling van de uitgaven en de verplichtingen met € 238,3 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005. Het betreft voor – € 278,4 miljoen technische mutaties. Autonoom en beleidsmatig wordt het artikel verhoogd met € 40,1 miljoen.

Loonbijstelling

De mutatie op de post loonbijstelling wordt grotendeels veroorzaakt door de loonbijstelling tranche 2005 en additionele middelen voor onder meer de gestegen pensioenpremies. Met dit totaal aan middelen wordt voor alle beleidsartikelen een nullijn gerealiseerd. Tenslotte wordt ook de interimvergoeding ziektekosten voor onderwijs- en rijkspersoneel versneld uitbetaald vanwege de invoering van het nieuwe ziektekostenstelsel. De verdeling naar de verschillende beleidsartikelen is opgenomen in het algemene deel.

Prijsbijstelling

De mutatie op de post prijsbijstelling wordt veroorzaakt door de uitdeling van de prijsbijstelling van € 72,4 miljoen. De verdeling naar de verschillende beleidsartikelen is opgenomen in het algemene deel.

Nader te verdelen

De mutatie van € 61,0 miljoen op dit onderdeel wordt grotendeels verklaard door een verrekening van in totaal € 25,7 miljoen die plaatsvindt op basis van de resultaten van het onderzoek door de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap. Het betreft hier een deel van de verrekeningen voor het BVE (€ 0,5 miljoen), HBO (€ 20,7 miljoen) en WO (€4,5 miljoen); ook in 2006 zullen nog vorderingen worden vereffend. Met het bedrag van € 25,7 miljoen dat in 2005 bij de betreffende instellingen wordt geïnd, wordt een deel ingevuld van de geraamde ontvangst die in 2005 op beleidsartikel nominaal en onvoorzien is geboekt in verband met de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude». Het restant van de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude» ad € 34,8 miljoen wordt doorgeschoven naar 2006.

18. Bestuursdepartement

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 18 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen139 576138 427– 10 370128 057
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven139 576138 427– 10 370128 057
Programma-uitgaven139 576138 427– 10 370128 057
     
• Bestuursdepartement105 446125 175– 6 983118 192
     
Programma-uitgaven overig:    
• Overige uitvoeringsorganisatie1041048961 000
• Uitvoeringsorganisatie onverdeeld34 02613 148– 4 2838 865
Ontvangsten9759752 2003 175

Toelichting

Het artikel wordt per saldo verlaagd met € 10,2 miljoen. De ontvangen loonbijstelling uit de aanvullende posten bedraagt € 2,1 miljoen. Uitgaven en ontvangsten zijn verhoogd met € 2,2 miljoen voor de afrekening met het UWV over ouderenkorting en de afrekening met Cfi over het sociaal beleidskader.

Uit de enveloppemiddelen voor servicegericht uitvoeren is € 4,5 miljoen overgeboekt naar Cfi, Inspectie en onderwijsdirecties. Uit de enveloppemiddelen voor invoering onderwijsnummmer is € 9,3 miljoen overgeboekt naar de onderwijsdirecties. Het artikel is verder verlaagd met een bedrag van € 10,2 miljoen voor begrote uitgaven die in latere jaren tot betaling leiden. Het betreft het project geïntegreerd toezicht, uitgaven voor sociaal beleid en een vervangingsreservering voor hardware en meubilair.

Verhoogd is het artikel met de kosten van het secretariaat van de cie. Schutte, € 2,4 miljoen, het interdepartementale project archieven van voor 1975, € 1,6 miljoen en de herverdeling van de taakstellingen uit de regeerakkoorden, € 5,1 miljoen, die op dit artikel geparkeerd stonden.

Met ingang van 2005 worden de kosten van de bezwaarschriftencommissie op dit artikel begroot. De onderwijsdirecties hebben hiervoor € 4,3 miljoen overgeboekt van het onderdeel uitvoeringsorganisatie Cfi.

19. Inspecties

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 19 (x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen45 87947 0273 96150 988
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven45 87947 0273 96150 988
 45 87947 027  
• Cultuurinspectie1 2702 535462 581
• Onderwijsinspectie44 60944 4923 91548 407
Ontvangsten0000

Toelichting mutaties

Voor de twee Inspecties is ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 sprake van een stijging van de uitgaven met € 3,8 miljoen.

Voor € 1,2 miljoen is dit het gevolg van bijstellingen uit de aanvullende posten.

De overige mutaties (€ 2,6 miljoen) betreffen interne overboekingen ten behoeve van de Inspectie van het Onderwijs. Deze projectsubsidies houden verband met ondermeer:

• bijdrage ten behoeve van de uitwerking van Geïntegreerd toezicht (€ 1,0 mln.);

• project ICT in het onderwijs (€ 0,6 miljoen);

• bijdrage andere ministeries ten behoeve van project integraal toezicht jeugdzaken (€ 0,6 miljoen);

• Bijdrage ten behoeve van de projecten toezicht samenwerkingsverbanden en verbreding techniek in het basisonderwijs (€ 0,4 miljoen).

20. Adviesraden

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen artikel 20(x € 1 000)

 Stand ontwerp-begroting 2005Stand 1e suppletore begroting 2005Mutaties 2e suppletore begroting 2005Stand 2e suppletore begroting 2005
Verplichtingen6 7917 4848578 341
Waarvan garantieverplichtingen    
Totaal uitgaven6 7917 4848578 341
Programma-uitgaven6 7917 4848578 341
     
• Onderwijsraad2 6132 6072222 829
• Raad voor Cultuur3 2623 250– 983 152
• AWT9161 6277332 360
Ontvangsten0000

Toelichting mutaties

Voor de adviesraden is ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 sprake van een stijging van de uitgaven met € 0,9 miljoen.

Voor € 0,1 miljoen is dit het gevolg van bijstellingen uit de aanvullende posten. Het resterende bedrag van € 0,8 miljoen is het gevolg van in- en externe overboekingen.

De externe overboeking betreft:

• de jaarlijkse bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken ten behoeve van de AWT (€ 0,7 miljoen).

Licence