Base description which applies to whole site

nr. 4MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2005 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Onderstaand worden omvangrijke slotwetmutaties per artikel toegelicht.

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

De totale onderuitputting ad € 1,869 mln wordt hoofdzakelijk verklaard door de volgende posten.

2.1schadeloosstelling– € 0,98 mln
2.1reiskosten– € 0,62 mln
2.2pensioenen– € 0,46 mln
2.3schadeloosstelling Europarlementariërs+ € 0,20 mln
  + € 1,86 mln

Op artikel 2.1 Schadeloosstelling staan de budgetten voor de schadeloosstellingen en de reiskosten.

• Ten aanzien van de schadeloosstellingen geldt dat de loonbijstellingsberekening waarop de hoogte voor de post schadeloosstellingen is gebaseerd niet aansluit bij de werkelijke uitgavenontwikkeling.

• Voor de totstandkoming van de budgetten voor reiskosten geldt dat deze niet individueel per Kamerlid worden berekend, maar op basis van gemiddelden. Daarnaast maken niet alle Kamerleden gebruik van deze voorziening.

  Verder is er nog een onderuitputting ad € 0,46 mln op artikelonderdeel 2.2 (pensioenen en wachtgelden) en een overschrijding op artikelonderdeel 2.3 (Schadeloosstelling Europarlementariërs inclusief tegemoetkoming ziektekosten) ad € 0,196 mln.

Artikel 3. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer

Het verschil kan worden verklaard door een overschrijding op de personele uitgaven ad € 0,177 mln en een onderuitputting op het materiële budget ad € 0,741 mln op artikelonderdeel 3.1 en diverse kleinere posten op de artikelonderdelen.

De overschrijding van de verplichtingenstand ad € 6,9 mln betreft het wijzigen van de systematiek in het vastleggen van meerjarige verplichtingen; dit op aangeven van de departementale auditdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Licence