Base description which applies to whole site

nr. 2MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave blz.

A. Artikelsgewijze toelichting bij de wetsartikelen 2

B. Begrotingstoelichting 3

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (begrotingsstaat Diergezondheidsfonds)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2005 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2005. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2005.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2005 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Inhoudsopgave blz.

01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen 4

Verdiepingsbijlage 10

Lijst met afkortingen 11

01 BEWAKING EN BESTRIJDING VAN DIERZIEKTEN EN VOORKOMEN EN VERMINDEREN VAN WELZIJNSPROBLEMEN

Algemene doelstelling

Het vermijden van een dierziekte-uitbraak en het bestrijden van een dierziekte zijn primair de verantwoordelijkheid van de dierhouders. Dit geldt des te meer voor het bedrijfsleven dat dieren benut als product of als productiemiddel. Dat neemt niet weg dat met name voor het vermijden, opsporen en bestrijden van een dierziekte in veel gevallen de ondersteuning en/of de inzet van de overheid noodzakelijk is. Uitbraken van besmettelijke dierziekten hebben niet alleen grote economische en financiële gevolgen voor de getroffen bedrijven, de omliggende agrarische bedrijven alsmede voor de bedrijven in de vee- en vleessector en in andere sectoren, zoals recreatie en toerisme. Ook particulieren in het betreffende gebied worden geconfronteerd met de ingrijpende bestrijdingsmaatregelen. Daarnaast is er sprake van een grote maatschappelijke weerstand tegen het preventief ruimen van gezonde dieren. Vanwege deze omvangrijke consequenties is het beleid erop gericht om de risico's van de verspreiding van besmettelijke dierziekten zo veel mogelijk te beperken.

Naast het inperken van de risico's zijn het tijdig signaleren van een besmetting en het adequaat bestrijden essentiële voorwaarden voor het inperken van de verdergaande besmettingen en de gevolgen daarvan. Signaleren vindt vooral plaats door houders van dieren die verschijnselen van aangifteplichtige dierziekten moeten melden. Voorts worden een aantal bewakings- en monitoringsprogramma's uitgevoerd die deels door de EU verplicht zijn gesteld ter behoud van de dierziektevrij-status.

Het voorgaande heeft gevolgen voor de ondersteuning en inzet van de overheid bij:

• de bewaking van dierziekten

• de bestrijding

• de welzijnsmaatregelen voor dieren bij een uitbraak.

De kosten en uitgaven die uit het voorgaande voortvloeien, worden in het Diergezondheidsfonds (DGF) verantwoord. De middelen ter financiering van de uitgaven zijn afkomstig van het bedrijfsleven, van de Europese Unie en van het Rijk. De bijdrage van het Rijk loopt over de LNV-begroting via U06.11 «Bewaking en verhoging van het diergezondheidsniveau en effectieve bestrijding van dierziekten». De bijdrage van het bedrijfsleven berust op het Convenant «financiering bestrijding besmettelijke dierziekten» dat in 2000 is gesloten tussen een aantal productschappen (PVV, PPE en PZ) en het Rijk. In dit convenant is bepaald voor welke bewakings -en bestrijdingsactiviteiten de productschappen aan het DGF moeten betalen. Over de maxima per sector (rund, varken, pluimvee, schaap en geit), moet voor de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2010 voor 1 januari 2005 overeenstemming worden bereikt.

Operationele doelstellingen

0111 Bewaking van dierziekten

Het bewaken van de diergezondheidstatus is vooral een activiteit van de houder. Aanvullend op de activiteiten van de houder, is er sprake van extra maatregelen. Deze zijn deels het gevolg van EU-verplichtingen. De EU en de OIE verlenen onder bepaalde voorwaarden aan lidstaten officiële erkenningen voor het vrij zijn van bepaalde dierziekten. Daarnaast hebben de maatregelen tot doel het risico te beperken dat een besmetting niet wordt en/of (nog) niet kan worden opgemerkt.

Streefwaarden

– Behoud van de huidige, officieel door de EU verleende, status vrij te zijn van een aantal dierziekten.

– Inperken van het risico op het (nog) niet (kunnen) opmerken van een besmetting.

Beleidsinstrumenten

Om de door de EU en de OIE verleende erkenningen te behouden moeten bepaalde bewakingsprogramma's bij runderen, schapen en geiten worden uitgevoerd. Daarnaast richten de bewakingsonderzoeken zich ook op het terugdringen van het risico dat een dierziekte niet wordt opgemerkt dan wel nog niet kan worden opgemerkt door het ontbreken van klinische verschijnselen. Dit niet opmerken kan bij bepaalde dierziekten tot grote gevolgen leiden. Het betreft met name onderzoek naar varkenspest bij sectiemateriaal, de monitoring op vogelpest bij pluimvee, onderzoek naar BSE bij runderen en scrapie bij schapen.

Het bewakingsonderzoek op brucellose bij runderen en blaasjesziekte bij varkens, zal niet worden voortgezet. Deze beëindiging is het gevolg van het wegvallen van de daaraan ten grondslag liggende EU-verplichting, respectievelijk het ontbreken van voldoende waarde van het onderzoek.

Voor zover de kosten van de bewakingsonderzoeken niet rechtstreeks in rekening kunnen worden gebracht bij de betrokken veehouders, komen deze voor rekening van het DGF.

Prestatiegegevens

Bedragen x € 1 000
BewakingsprogrammaBedrijvenDierenUitgaven
Leukose (rund)3 300 700
Brucella (schaap/geit)1 850 700
KVP  200
BSE* 5 1002 600
TSE 20 5001 000

* testen kadavers

0112 Bestrijding van dierziekten

Onder de bestrijding van dierziekten vallen:

• Onderzoek naar verschijnselen die kunnen duiden op een aangifteplichtige dierziekte na een melding door een (vee)houder en/of door een dierenarts;

• Onderzoek van verdachte dieren;

• Bestrijding van de niet-zeer besmettelijke dierziekten zoals tuberculose en leukose;

• Bestrijding van de zeer besmettelijk dierziekten zoals vogelpest, mond en klauwzeer en varkenspest.

Als veehouders verschijnselen signaleren bij hun dieren die kunnen duiden op een aangifteplichtige dierziekte, is melding daarvan verplicht. Het onderzoeken van deze meldingen is een belangrijke structurele taak. Naast dit structureel onderzoeken van verschijnselen bij dieren als gevolg van een melding, wordt structureel onderzoek uitgevoerd naar brucellose bij runderen als deze runderen binnen een bepaalde periode hun vrucht hebben verloren. In het geval een onderzoek leidt tot de bevinding dat sprake is van een besmetting of moet worden uitgegaan van een besmetting, wordt tot bestrijding overgegaan en worden de daartoe beschikbare voorzieningen benut.

De functie en beschikbaarheid van de voorzieningen zullen in het begrotingsjaar worden geëvalueerd en nader worden vastgesteld. Hiermee is in 2004 al begonnen.

Streefwaarden

– Zo snel en effectief mogelijke bestrijding van dierziekten. Concreet houdt dit in dat bij een melding een onderzoek wordt ingesteld. Voor zover de verdachte verschijnselen duiden op een zeer besmettelijke dierziekte, moet binnen 3 uur een team ter plaatse een onderzoek instellen.

Beleidsinstrumenten

Voor de bestrijding van dierziekten staan de volgende instrumenten ter beschikking:

• verplichting van houders van dieren en dierenartsen om verschijnselen die duiden op een aangifteplichtige dierziekte te melden;

• onderzoek op bedrijven waar mogelijk sprake is van aangifteplichtige dierziekten;

• instellen van stand-still, vervoersverboden, compartimenten;

• vaccineren van dieren;

• screening van dieren op buurtbedrijven en andere relevante bedrijven;

• tracering van een besmetting (van en naar);

• doden van besmette dieren;

• doden van dieren die een reëel gevaar zijn voor verspreiding van de besmetting;

• destructie (besmette) dieren;

• reinigen en ontsmetten van bedrijven;

• schadeloosstellen voor gedode dieren.

De grondslag voor de inzet van bovenstaande instrumenten vormen EU-richtlijnen en verordeningen en de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD).

• draaiboeken;

• crisisorganisatie.

Prestatiegegevens

Bedragen x € 1 000
BestrijdingprestatiesBedrijvenDierenUitgaven
Brucellose (verwerpersonderzoek) 7 500700
BSE (besmettingen) 7501 100
Meldingen verdenking300 1 500
TSE (schaap/geit)50 2 000
Uitbrakenp.m. p.m.

0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Bij uitbraken van wettelijk te bestrijden dierziekten treden – op basis van het draaiboek – diverse veterinaire maatregelen in werking. Een van de maatregelen is het instellen van een vervoersverbod waardoor in bepaalde gebieden het vervoer van bepaalde diercategorieën niet meer is toegestaan dan wel aan stringente voorwaarden is gebonden. Als gevolg van het vervoersverbod kunnen in deze gebieden welzijns- en huisvestingsproblemen ontstaan (meer of grotere dieren dan de beschikbare hokcapaciteit toelaat, met als gevolg o.a. gezondheidsproblemen, agressiviteit, stress etc.). Ter vermindering van de meest urgente welzijnsproblemen kan worden besloten om dieren op te kopen en gecontroleerd af te voeren.

Streefwaarden

– Beperken van de welzijnsproblemen bij dieren in geval van een dierziekte-uitbraak.

Beleidsinstrumenten

• Opkoopregeling: toe te passen als sprake is of een situatie ontstaat van overvolle stallen als direct gevolg van de bestrijdingsmaatregelen. Bij het instellen van een opkoopregeling kunnen veehouders in een afgebakend gebied hun dieren of vlees op vrijwillige basis aan de overheid aanbieden. Hier staat een financiële bijdrage tegenover waarbij aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld voor de bedrijfsvoering zoals bijvoorbeeld een fokverbod.

• Fokverbod: indien sprake is van welzijnsproblemen, of deze worden voorzien, kan voor een bepaalde periode een fokverbod worden ingesteld.

0114 Overig

Dit artikel is voor de financiering van overige uitgaven, zoals de eventuele terugstorting van de voorfinanciering naar de begroting van LNV en uitgaven die o.a. betrekking hebben op de voedselveiligheid en daarmee samenhangend de diergezondheid. Omdat het karakter van dergelijke samenloop van voedselveiligheid en diergezondheid op voorhand niet is te voorspellen, kunnen geen streefwaarden worden opgenomen.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1 000
01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen2003200420052006200720082009
VERPLICHTINGEN272 77018 3425 2005 2005 2005 2005 200
UITGAVEN272 77018 3425 2005 2005 2005 2005 200
Beginsaldo6 17010 64200000
Programma-uitgaven272 77018 3425 2005 2005 2005 2005 200
U0111 Bewaking van dierziekten7 4717 7005 2005 2005 2005 2005 200
U0112 Bestrijding van dierziekten247 56810 642p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
U0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen11 477p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
U0114 Overig6 254p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.p.m.
ONTVANGSTEN277 2427 7005 2005 2005 2005 2005 200
        
Eindsaldo10 642000000

Toelichting:

In 2003 konden nog niet alle uitgaven in verband met de bestrijding van de uitbraak van Aviaire Influenza (vogelpest) afgehandeld worden. Het positieve eindsaldo 2003, ad € 10,6 mln., wordt hiervoor ingezet.

De geraamde verlaging ten opzichte van eerdere jaren van de uitgaven op U0111, Bewaking van dierziekten, is voornamelijk het gevolg van de beëindiging van het bewakingsonderzoek op brucellose.

Ontvangsten

De ontvangsten van het DGF zijn afkomstig van het bedrijfsleven, de EU en het Rijk.

Op 13 juli 2000 hebben de productschappen voor zuivel, voor vee en vlees en voor pluimvee en eieren zich verbonden de kosten te betalen van de bewaking en bestrijding van dierziekten die door of in opdracht van LNV wordt uitgevoerd. De betalingsverplichting is gemaximeerd en voor de periode tot 1 januari 2005 bedraagt deze (afgerond) voor runderen € 227 miljoen, voor varkens € 227 miljoen, voor schapen en geiten € 2 miljoen en voor pluimvee € 11 miljoen.

Voor de periode van 1 januari 2005 tot 1 januari 2010 hebben LNV en de productschappen aangegeven in principe het convenant niet te willen opzeggen. Een belangrijk discussiepunt met de productschappen is de aanpassing van de plafonds. Aanleiding tot wijziging van de plafonds zijn de gewijzigde bestrijdingsstrategie voor KVP en MKZ en het toegenomen risico op een uitbraak van Vogelpest in vergelijking met de periode tot 1 januari 2005. Over de aanpassingen zal nog in 2004 een beslissing moeten worden genomen.

De EU vergoedt een deel van de schadeloosstellingen en de directe kosten van bepaalde bestrijdingsmaatregelen bij een uitbraak van de belangrijkste besmettelijke dierziekten zoals MKZ, KVP en AI.

De ontvangsten van het Rijk betreffen in het algemeen de financiering van de uitgaven die niet kunnen worden doorbelast aan de productschappen en niet in aanmerking komen voor vergoeding door de EU. Voorts treedt het Rijk als voorfinancier op voor de EU-vergoedingen.

Evaluatie

Telkens na een uitbraak van een besmettelijke dierziekte vindt een evaluatie plaats op alle onderdelen van bestrijdingsmaatregelen, welzijnsmaatregelen en crisisorganisatie.

Verantwoordelijkheid LNV

LNV is direct verantwoordelijk voor het bestrijden van de wettelijk te bestrijden dierziekten. LNV is indirect verantwoordelijk voor welzijnsaspecten.

VERDIEPINGSBIJLAGE

Beleidsartikel 01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

A. Opbouw uitgaven en verplichtingen beleidsartikel (x € 1 000)
 2003200420052006200720082009
Stand ontwerpbegroting 2004 7 700memoriememoriememoriememoriememorie
mutatie 1e suppletore begroting 2004 10 642     
Nieuwe mutatie:       
Bewakingsprogramma's  5 2005 2005 2005 2005 200
Stand ontwerpbegroting 2005 18 3425 2005 2005 2005 2005 200
B. Opbouw ontvangsten beleidsartikel (x € 1 000)
 2003200420052006200720082009
Stand ontwerpbegroting 2004 7 700memoriememoriememoriememoriememorie
mutatie 1e suppletore begroting 2004       
Nieuwe mutatie:       
Bewakingsprogramma's  5 2005 2005 2005 2005 200
Stand ontwerpbegroting 2005 7 7005 2005 2005 2005 2005 200

Toelichting

De mutatie van € 5,2 mln. heeft betrekking op de uitgaven voor reguliere bewakingsprogramma's om Nederland dierziektevrij te houden. Dekking vindt plaats door bijdragen van LNV en het bedrijfsleven.

LIJST MET AFKORTINGEN

AIAviaire Influenza
BSEBovine Spongiform Encephalopathy
DGFDiergezondheidsfonds
EUEuropese Unie
KVPKlassieke Varkenspest
LNVMinisterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
MKZMond -en klauwzeer
OIEOffice Internationale des Epizoöties
PPEProductschap voor Pluimvee en Eieren
PVVProductschap voor Vee en Vlees
PZProductschap Zuivel
TSETransmissible Spongiform Encephalopathies
Licence