Base description which applies to whole site

nr. 2MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgaveblz.
  
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETS- VOORSTEL2
  
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen)2
  
B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTING3
  
C. FUNCTIONELE KOSTEN IN ANDERE BEGROTINGEN5
  
D. OVERIGE KOSTEN IN ANDERE BEGROTING6

Vaststelling van een begroting voor ontvangsten, zoals aangegeven in de Begrotingsvoorschriften, is voor deze begroting niet van toepassing.

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen)

De begrotingsstaten, die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Huis der Koningin voor het jaar 2005 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2005. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2005.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven en verplichtingen voor het jaar 2005 vastgesteld. Het in deze begroting opgenomen begrotingsartikel wordt in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTING

De ramingen van de uitkeringen aan de Koningin, Prins Willem-Alexander, Prinses Máxima en Prins Bernhard zijn gebaseerd op de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis van 22 november 1972 (Stb. 701), de Wet houdende aanvulling van de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis tot regeling van de uitkeringen aan Prinses Juliana en haar echtgenoot van 2 juli 1980 (Stb. 380) en wijziging daarvan op grond van de wijziging van de Algemene burgerlijke Pensioenwet en de Aanpassingswet Wet inkomstenbelasting 2001.

De uitkeringen aan de in deze begroting vermelde leden van het Koninklijk Huis zijn opgebouwd uit 3 componenten:

Een A-component, die betrekking heeft op de kosten van personeel. Dit betreft de personeelskosten van degenen, die hun instructie rechtstreeks van de Koningin ontvangen en/of in de onmiddellijke omgeving van de Koningin verkeren en voor wie het dienstverband zich grotendeels in de familiesfeer voltrekt.

Een B-component, die betrekking heeft op de overige, dat wil zeggen niet-personele kosten.

Een C-component, die het inkomensbestanddeel vormt.

De uitkeringen op grond van de A- en B-component betreffen de met de uitoefening van de functie verbonden kostenvergoedingen en vormen geen deel van het eigenlijke inkomen.

De definitieve vaststelling van de A-component geschiedt aan het eind van elk jaar door daarop de procentuele verandering van de salarissen in de sector Rijk toe te passen. De uitkering aan de Koningin en Prins Bernhard volgen daarbij het inkomen van een ambtenaar in schaal 11. De uitkering aan Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima volgen het inkomen van een ambtenaar in schaal 3.

De B-componenten worden elk jaar aangepast op basis van de consumenten-prijsindex van alle huishoudens in de maand juni.

De C-component worden, evenals de A-component, aan het eind van elk jaar vastgesteld. Als berekeningsgrondslag geldt de ontwikkeling van het netto ambtelijk inkomen van de vice-president van de Raad van State. Genoemd netto inkomen wordt berekend door van het bruto ambtelijk inkomen de pensioenpremie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen, het bovenwettelijk invaliditeitspensioen en de premie FPU-standaard af te trekken, waarna het resterende bedrag wordt verminderd met de pseudopremie werkloosheidswet. Vervolgens wordt het totaal verminderd met inkomstenbelasting/premie volksverzekering.

Doordat wordt uitgegaan van het netto inkomen, werken wijzigingen in de salarisstructuur, de premies van het ouderdoms- en nabestaandepensioen, het bovenwettelijk invaliditeitspensioen, FPU-standaard, pseudopremie werkloosheidswet, het belastingtarief en dergelijke door in de vaststelling van de inkomensbestanddelen.

De in deze begroting opgenomen bedragen zijn voor wat betreft de A- en C-component gebaseerd op het werkelijk uitgavenniveau 2004.

De B-component is gebaseerd op het uitgavenniveau medio 2003 verhoogd met de verwachte prijsontwikkeling 2004 en 2005 volgens het CEP 2004.

Indien de werkelijke loon- en prijsontwikkeling afwijkt van de verwachting, dan zal ook de werkelijke uitkering afwijken van het in deze begroting opgenomen begrotingsbedrag. Deze afwijking is derhalve als PM aan te merken.

De raming over 2005 is als volgt samengesteld (bedragen x € 1 000):

Uitkering aan:ABCTotaal
De Koningin1 4271 7337193 879
Prins Willem-Alexander275442213930
Prinses Máxima275331213819
Prins Bernhard150290195635
    6 263

C. FUNCTIONELE KOSTEN IN ANDERE BEGROTINGEN

Naast de (rechtstreekse) uitgaven uit hoofde van het Financieel Statuut Koninklijk Huis (paragraaf B), worden door de leden van het Koninklijk Huis (de Koningin, Prins Willem-Alexander, Prinses Máxima en Prins Bernhard) uitgaven verricht die functioneel zijn voor het ambt.

Dit betreft enerzijds de kosten van het hofpersoneel (uitgezonderd die, welke zijn opgenomen in de A-component van de uitkering genoemd in paragraaf B) en anderzijds algemene kosten samenhangend met onder meer het gebruik van de paleizen, auto's, paarden en rijtuigen.

In het kader van het Financieel Statuut Koninklijk Huis is besloten deze kosten zoveel mogelijk onder te brengen op die begrotingen, waarvoor de meest betrokken minister de verantwoordelijkheid draagt.

Deze uitgaven kunnen – conform het Financieel Statuut – worden gedeclareerd bij de desbetreffende ministeries en worden uit hoofde daarvan geraamd op de onderstaande begrotingen.

bedragen x € 1 000
OMSCHRIJVINGPERSONEEL MATERIEEL
 In geld:  In aantallen:  In geld:
        
 actiefpers.post-actieftotaal pers.actief pers.post-actieftotaalpers. 
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties9 1051789 28315361592 404
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer5 293185 31110811092 489
Verkeer en Waterstaat3 4502443 694578651 445
        
Totaal:17 84844018 288318153336 338

D. OVERIGE KOSTEN IN ANDERE BEGROTINGEN

Tijdens de behandeling van de begroting 2004 (Huis der Koningin) in oktober 2003 is toegezegd te bevorderen inzicht te verstrekken in de uitgaven die in andere begrotingen worden geraamd en te relateren zijn aan het Koninklijk Huis. Onderstaand overzicht beoogt dit inzicht te geven. Het overzicht is gebaseerd op de opgaven van de in het overzicht genoemde ministeries en is geschoond van de functionele kosten die in de tabel van paragraaf C zijn weergegeven.

Het belangrijkste gedeelte van de uitgaven houdt verband met het garanderen van de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis (de Koningin, Prins Willem-Alexander, Prinses Máxima en Prins Bernhard). Enerzijds betreft het de persoonsbeveiliging, welke wordt uitgevoerd door de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging en anderzijds de permanente objectbeveiliging (paleizen en gebouwen in gebruik bij de leden van het Koninklijk Huis), waarvoor de Koninklijke Marechaussee wordt ingezet. Daarnaast houdt een belangrijk deel van de uitgaven verband met het onderhoud en de instandhouding van paleizen, gebouwen en erven waarvan de Staat der Nederlanden eigenaar is en die in gebruik zijn van leden van het Koninklijk Huis. Het betreft het Paleis Noordeinde, Paleis Huis ten Bosch, het Koninklijk Paleis te Amsterdam en het Paleis Soestdijk. Omtrent de (virtuele) toegankelijkheid van de paleizen wordt het publiek op de hoogte gehouden via de website over het Koninklijk Huis. Voorts zijn in onderstaande tabel nog de kosten vermeld van de inkomende en uitgaande staatsbezoeken, alsmede het gebruik van het regeringsvliegtuig (mede op grond van veiligheidsoverweging).

De begroting voor 2005 van de overige kosten in andere begrotingen is als volgt:

bedragen x € 1 000
MinisterieUitgaven hebben afzonderlijk betrekking op:Uitgaven raming
Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesBeveiliging (DKDB)6 862
   
Buitenlandse ZakenStaatsbezoeken1 453
   
DefensieMilitaire Huis, Marechaussee32 127
   
Verkeer en WaterstaatRegeringsvliegtuig578
   
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en MilieubeheerOnderhoud en instandhouding Paleizen11 984
Totaal: 53 004
Licence