Base description which applies to whole site

nr. 2MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave blz.

A. Artikelsgewijze toelichting bij de wetsartikelen 2

B. Begrotingstoelichting 3

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (begrotingsstaat Diergezondheidsfonds)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2006 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2006. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2006.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2006 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Wetsartikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Inhoudsopgave blz.

01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen 4

Verdiepingsbijlage 11

Lijst met afkortingen 12

01 BEWAKING EN BESTRIJDING VAN DIERZIEKTEN EN VOORKOMEN EN VERMINDEREN VAN WELZIJNSPROBLEMEN

Algemene beleidsdoelstelling

Het vermijden van een dierziekte-uitbraak en het bestrijden van een dierziekte zijn primair de verantwoordelijkheid van de dierhouders. Dit geldt des te meer voor het bedrijfsleven dat dieren benut als product of als productiemiddel. Dat neemt niet weg dat met name voor het vermijden, opsporen en bestrijden van een dierziekte in veel gevallen de ondersteuning en/of de inzet van de overheid noodzakelijk is. Uitbraken van besmettelijke dierziekten hebben niet alleen grote economische en financiële gevolgen voor de getroffen bedrijven, de omliggende agrarische bedrijven alsmede voor de bedrijven in de vee- en vleessector en in andere sectoren, zoals recreatie en toerisme. Ook particulieren in het betreffende gebied worden geconfronteerd met de ingrijpende bestrijdingsmaatregelen. Daarnaast dienen buurlanden en handelspartners verschoond te blijven van de export van een besmetting. Tot slot is er sprake van een grote maatschappelijke weerstand tegen het preventief ruimen van gezonde dieren. Vanwege deze omvangrijke consequenties is het beleid erop gericht om de risico's van de verspreiding van besmettelijke dierziekten zo veel mogelijk te beperken.

Naast het inperken van de risico's zijn het tijdig signaleren van een besmetting en het adequaat bestrijden essentiële voorwaarden voor het inperken van de verdergaande besmettingen en de gevolgen daarvan. Signaleren vindt vooral plaats door houders van dieren die verschijnselen van aangifteplichtige dierziekten moeten melden. Voorts worden een aantal bewakings- en monitoringsprogramma's uitgevoerd die deels door de EU verplicht zijn gesteld ter behoud van de dierziektevrij-status.

Het voorgaande heeft gevolgen voor de ondersteuning en inzet van de overheid bij:

• de bewaking van dierziekten

• de bestrijding

• de welzijnsmaatregelen voor dieren bij een uitbraak.

De uitgaven die uit het voorgaande voortvloeien, worden in het Diergezondheidsfonds (DGF) verantwoord. De middelen ter financiering van de uitgaven zijn afkomstig van het bedrijfsleven, van de Europese Unie en van het rijk. De bijdrage van het rijk loopt over de LNV-begroting via U25.12 «Handhaving diergezondheidsniveau». De bijdrage van het bedrijfsleven berust op het Convenant «financiering bestrijding besmettelijke dierziekten» dat in 2000 is gesloten tussen een aantal productschappen (PVV, PPE en PZ) en het rijk. Met ingang van 1-1-2005 is het convenant op onderdelen aangepast. Het convenant bepaalt voor welke bewakings- en bestrijdingsactiviteiten de productschappen aan het DGF moeten betalen.

Verantwoordelijkheid LNV

LNV is direct verantwoordelijk voor het bestrijden van de wettelijk te bestrijden dierziekten. LNV is indirect verantwoordelijk voor welzijnsaspecten.

Verwijzing

Brief over wijziging «Convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten LNV-PVV-PPE-PZ» (TK 2004–2005, 29 800 F, nr. 6).

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1 000
01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen2004200520062007200820092010
VERPLICHTINGEN23 65513 9076 7816 7816 7816 7816 781
        
UITGAVEN23 65513 9076 7816 7816 7816 7816 781
Beginsaldo10 6428 70700000
Programma-uitgaven23 65513 9076 7816 7816 7816 7816 781
U0111 Bewaking van dierziekten5 6635 2004 2224 2224 2224 2224 222
U0112 Bestrijding van dierziekten17 5698 7072 5592 5592 5592 5592 559
U0113 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen75000000
U0114 Overig348000000
        
ONTVANGSTEN21 7205 2006 7816 7816 7816 7816 781
        
Eindsaldo8 707000000

Toelichting

LNV is in samenspraak met productschappen gekomen tot een begroting, waarin een vermindering van de inspanningen op het terrein van bewakingsprogramma's is te zien en een hogere inzet in verdenking, voorziening en bestrijding. In deze prognose is (uiteraard) geen rekening gehouden met een eventuele dierziekte-uitbraak. Dekking is afkomstig van het bedrijfsleven, de EU en het Rijk.

Op 13 juli 2000 hebben de productschappen voor zuivel, voor vee en vlees en voor pluimvee en eieren zich door middel van een convenant verbonden de kosten te betalen van de bewaking en bestrijding van dierziekten die door of in opdracht van LNV wordt uitgevoerd. Met ingang van 1-1-2005 is dit convenant aangepast en bedraagt de maximale betalingsverplichting voor de productschappen voor de periode van 2005 tot en met 2009 voor:

Bedragen x € 1 000
Sectormaxima 2005/2009*
Rundveehouderij85 000
  
Varkenshouderij 
– AVP en SVD46 000
Overige dierziekten79 000
  
Schapen/geitenhouderij 
– Scrapie5 600
– Overige dierziekten3 331
  
Pluimveehouderij 
– NCD2 000
Overige dierziekten28 000**
Totaal245 600

* De plafondbedragen worden met ingang van het kalenderjaar 2006 jaarlijks aangepast aan de hand van de omvang van de betrokken veestapel en het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens.

** Van dit bedrag komt maximaal € 10 mln. voor rekening van LNV indien de uitgaven meer dan € 18 mln. bedragen.

De EU vergoedt een deel van de schadeloosstellingen en de directe kosten van bepaalde bestrijdingsmaatregelen bij een uitbraak van de belangrijkste besmettelijke dierziekten zoals MKZ, KVP en AI. De ontvangsten vanuit het Rijk betreffen in het algemeen de financiering van de uitgaven die niet kunnen worden doorbelast aan de productschappen en niet in aanmerking komen voor vergoeding door de EU. Voorts treedt het Rijk als voorfinancier op voor de EU-vergoedingen.

Evaluatie

Telkens na een uitbraak van een besmettelijke dierziekte vindt een evaluatie plaats op alle onderdelen van bestrijdingsmaatregelen, welzijnsmaatregelen en crisisorganisatie.

Operationele doelstellingen

01.11 Bewaking van dierziekten

Het bewaken van de diergezondheidstatus is vooral een activiteit van de houder. Aanvullend op de activiteiten van de houder, is er sprake van extra maatregelen. De extra maatregelen hebben tot doel het risico van het uitbreken van een besmettelijke dierziekte verder te beperken dan wel een besmetting zo snel mogelijk te ontdekken. De extra maatregelen zijn deels het gevolg van EU-verplichtingen. De EU verleent onder bepaalde voorwaarden aan lidstaten officiële erkenningen voor het vrij zijn van bepaalde dierziekten. Buiten de EU stelt de OIE (Office Internationale des Epizoöties) standaarden op op basis waarvan landen hun veterinaire status kunnen claimen met het oog op internationaal handelsverkeer.

Streefwaarden

– Behoud van de huidige, officieel door de EU verleende, status vrij te zijn van een aantal dierziekten.

– Inperken van het risico op het (nog) niet (kunnen) opmerken van een besmetting.

Beleidsinstrumenten

Om de door de EU en de OIE verleende erkenningen te behouden moeten bepaalde bewakingsprogramma's bij runderen, schapen en geiten worden uitgevoerd. Daarnaast richten de bewakingsonderzoeken zich ook op het terugdringen van het risico dat een dierziekte niet wordt opgemerkt dan wel nog niet kan worden opgemerkt door het ontbreken van klinische verschijnselen. Dit niet opmerken kan bij bepaalde dierziekten tot grote gevolgen leiden. Door met name onderzoek naar varkenspest bij sectiemateriaal, de monitoring op vogelpest bij pluimvee, onderzoek naar BSE bij runderen en scrapie bij schapen wordt dit risico van niet of niet tijdig opmerken gereduceerd.

De bewakingsonderzoeken op brucellose en leukose bij runderen en blaasjesziekte bij varkens worden beëindigd. Dit is het gevolg van het wegvallen van de daaraan ten grondslag liggende EU-verplichting voor brucellose en leukose en het ontbreken van voldoende waarde van het onderzoek op blaasjesziekte. Voor het bewakingsonderzoek op leukose bij runderen wordt een aangepaste vorm van onderzoek overwogen om daarmee te voldoen aan de OIE standaarden.

Voor zover de kosten van de bewakingsonderzoeken niet middels retributie ten laste kunnen worden gebracht bij de betrokken veehouders, komen deze voor rekening van het DGF, waaraan het bedrijfsleven meebetaalt.

Prestatiegegevens

Bedragen x € 1 000
BewakingsprogrammaBedrijvenDierenUitgaven
Brucella (schaap/geit)1 850 784
Onderzoek runderkadavers op BSE 50 0002 300
KVP-tonsillenonderzoek2 0004 00063
KVP-wilde zwijnen 30064
TSE 21 0001 011

01.12 Bestrijding van dierziekten

Onder de bestrijding van dierziekten vallen:

• Onderzoek naar verschijnselen die kunnen duiden op een aangifteplichtige dierziekte na een melding door een (vee)houder en/of door een dierenarts;

• Onderzoek van verdachte dieren;

• Treffen van voorzieningen om onmiddellijk te kunnen bestrijden;

• Bestrijding van besmettelijke dierziekten zoals tuberculose, brucellose en leukose;

• Bestrijding van de zeer besmettelijk dierziekten zoals vogelpest, mond en klauwzeer en varkenspest.

Als veehouders verschijnselen signaleren bij hun dieren die kunnen duiden op een aangifteplichtige dierziekte, is melding daarvan verplicht. Het onderzoeken van deze meldingen is een belangrijke structurele taak. Naast dit structureel onderzoeken van verschijnselen bij dieren als gevolg van een melding, wordt structureel onderzoek uitgevoerd naar brucellose bij runderen als deze runderen binnen een bepaalde periode hun vrucht hebben verloren. In het geval een onderzoek leidt tot de bevinding dat sprake is van een besmetting of moet worden uitgegaan van een besmetting, wordt tot bestrijding overgegaan en worden de daartoe beschikbare voorzieningen benut.

De bestrijding van dierziekten omvat twee fasen. De eerste fase (de verdenkingsfase) vangt aan als verschijnselen, informatie of resultaten van onderzoek worden gemeld die kunnen duiden op een aangifteplichtige dierziekte. De tweede fase (de bestrijdingsfase) vangt aan als een besmetting is vastgesteld of als er zodanige aanwijzingen zijn dat moet worden uitgegaan van een besmetting.

Bij de bestrijding van de zeer besmettelijke dierziekten moet, zodra er sprake is of moet worden uitgegaan van een besmetting, onmiddellijk tot het bestrijden worden overgegaan. Vertraging van de bestrijding leidt tot meer besmettingen en daarmede tot langduriger bestrijdingsmaatregelen. Om vertraging bij de aanvang van de bestrijding te vermijden zijn afspraken gemaakt en contracten gesloten met bedrijven voor de beschikbaarstelling van mensen en middelen die een kritische rol vervullen in het bestrijdingsproces.

Een belangrijk verschil ten opzichte van het verleden is de inzet van vaccinatie bij de bestrijding waarbij de gevaccineerde dieren niet meer worden gedood. Dit vaccinatie-instrument is beschikbaar gekomen voor de bestrijding van klassieke varkenspest en mond en klauwzeer.

Streefwaarden

– Zo snel en effectief mogelijke bestrijding van dierziekten. Concreet houdt dit in dat bij een melding een onderzoek wordt ingesteld. Voor zover de verdachte verschijnselen duiden op een zeer besmettelijke dierziekte, moet binnen 3 uur een team ter plaatse een onderzoek instellen.

Beleidsinstrumenten

Voor de bestrijding van dierziekten staan de volgende instrumenten ter beschikking:

• verplichting van houders van dieren en dierenartsen om verschijnselen die duiden op een aangifteplichtige dierziekte te melden;

• klinische inspectie door een team van dierenartsen op bedrijven waar mogelijk sprake is van aangifteplichtige dierziekten;

• diagnostisch onderzoek van afgenomen monsters bij dieren;

• instellen van stand-still, vervoersverboden, compartimenten;

• vaccineren van dieren;

• onderzoek van dieren op buurtbedrijven en andere relevante bedrijven;

• tracering van een besmetting (van en naar);

• doden van besmette dieren;

• doden van dieren die een reëel gevaar zijn voor verspreiding van de besmetting;

• destructie (besmette) dieren;

• reinigen en ontsmetten van bedrijven;

• schadeloosstellen voor gedode dieren.

De grondslag voor de inzet van bovenstaande instrumenten zijn:

• EU-richtlijnen en EU-verordeningen;

• Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren;

• draaiboeken;

• crisisorganisatie en voorzieningen.

Prestatiegegevens

Bedragen x € 1 000
 BedrijvenDierenUitgaven
Verdenkingen   
– Brucellose (verwerpersonderzoek) 7 500783
– KVP17 334
– MKZ25 17
– AI42 20
    
Bestrijding   
– BSE 120201
– TSE (schaap/geit)25 1 007
    
Voorzieningen   
Waakvlamcontracten  197
   2 559

Bron: VWA.

Onderzoek naar aanleiding van meldingen van een verdenking zijn regelmatig aan de orde. Voor een aantal zeer besmettelijke dierziekten wordt dat ook geraamd. In hoeverre daar een bestrijdingsactie uit voortvloeit is in het algemeen niet op voorhand aan te geven. Voor BSE bij runderen is wel met bestrijdingsmaatregelen rekening gehouden. De omvang daarvan is in de afgelopen jaren gedaald na de instelling van het verbod op het gebruik van diermeel voor diervoeder.

01.13 Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Bij uitbraken van wettelijk te bestrijden dierziekten treden – op basis van het draaiboek – diverse veterinaire maatregelen in werking. Een van de maatregelen is het instellen van een vervoersverbod waardoor in bepaalde gebieden het vervoer van bepaalde diercategorieën niet meer is toegestaan dan wel aan stringente voorwaarden is gebonden. Als gevolg van het vervoersverbod kunnen in deze gebieden welzijns- en huisvestingsproblemen ontstaan (meer of grotere dieren dan de beschikbare hokcapaciteit toelaat, met als gevolg o.a. gezondheidsproblemen, agressiviteit, stress etc.). Ter vermindering van de meest urgente welzijnsproblemen kan worden besloten om dieren op te kopen en gecontroleerd af te voeren.

Streefwaarden

– Beperken van de welzijnsproblemen bij dieren in geval van een dierziekte-uitbraak.

Beleidsinstrumenten

• Opkoopregeling: toe te passen als sprake is of een situatie ontstaat van overvolle stallen als direct gevolg van de bestrijdingsmaatregelen. Bij het instellen van een opkoopregeling kunnen veehouders in een afgebakend gebied hun dieren op vrijwillige basis aan de overheid aanbieden. Hier staat een financiële bijdrage tegenover waarbij aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld.

01.14 Overig

Dit artikel is voor de financiering van overige uitgaven, zoals de eventuele terugstorting van de voorfinanciering naar de begroting van LNV en uitgaven die o.a. betrekking hebben op de voedselveiligheid en daarmee samenhangend de diergezondheid. Omdat het karakter van dergelijke samenloop van voedselveiligheid en diergezondheid op voorhand niet is te voorspellen, kunnen geen streefwaarden worden opgenomen.

VERDIEPINGSBIJLAGE

Beleidsartikel 01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

A. Opbouw uitgaven en verplichtingen beleidsartikel (x € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Stand ontwerpbegroting 2005 5 2005 2005 2005 2005 2005 200
        
mutatie 1e suppletore begroting 2005 8 707     
        
Nieuwe mutatie:       
Bewakingsprogramma's  1 5811 5811 5811 5811 581
Verdenking, bestrijding & voorziening       
        
Stand ontwerpbegroting 2006 13 9076 7816 7816 7816 7816 781
B. Opbouw ontvangsten beleidsartikel (x € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Stand ontwerpbegroting 2005 5 2005 2005 2005 2005 2005 200
        
mutatie 1e suppletore begroting 2005       
        
Nieuwe mutatie:       
Financieringsafspraken  1 5811 5811 5811 5811 581
        
Stand ontwerpbegroting 2006 5 2006 7816 7816 7816 7816 781

LIJST MET AFKORTINGEN

AIAviaire Influenza
BSEBovine Spongiform Encephalopathy
DGFDiergezondheidsfonds
DRDienst Regelingen
EUEuropese Unie
GDGezondheidsdienst voor Dieren
GWWDGezondheids- en welzijnswet voor dieren
KVPKlassieke Varkenspest
LASERLandelijke service bij regelingen
MKZMond- en Klauwzeer
OIEOffice Internationale des Epizoöties
PPEProductschap voor Pluimvee en Eieren
PVVProductschap voor Vee en Vlees
PZProductschap Zuivel
VWA/RVVVoedsel en Waren Autoriteit/Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees
SVDSwine Vesicular Disease (Blaasjesziekte)
TSETransmissible Spongiform Encephalopathies
Licence