Base description which applies to whole site

nr. 4MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2008 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV).

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. BELEIDSARTIKELEN

Hieronder worden de belangrijkste van afgerond € 1,0 miljoen of hoger, tussen de realisatie 2008 en de stand 2e suppletore begroting 2008 (stand Najaarsnota) toegelicht.

Bij de uitgaven en verplichtingen betekent een -/- lagere uitgaven, dan wel verplichtingen t.o.v. de stand Najaarsnota 2008. Een +/+ voor hogere uitgaven of verplichtingen. Voor de ontvangsten geldt dat een -/- staat voor minderontvangsten en een +/+ voor meerontvangsten.

Beleidsartikel 1. Waarborgfunctie

In 2008 is ca. € 4,9 miljoen minder uitgegeven dan werd geraamd ten tijde van de Najaarsnota 2008. Er is voor € 4,3 miljoen minder verplichtingen aangegaan.

1.1 Rechterlijke macht en samenwerkingsmiddelen (-/- € 4,9 miljoen)

De lagere realisatie van uitgaven en verplichtingen wordt veroorzaakt door de inzet Kustwacht, lagere uitgaven voor de Luchtverkenningscapaciteit.

Beleidsartikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties

In 2008 is ca. € 13,7 miljoen minder uitgegeven dan werd geraamd ten tijde van de Najaarsnota 2008. Er is voor € 26,6 miljoen minder verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn ca. € 10,4 miljoen minder dan de raming.

2.1 Apparaat (-/- € 1,2 miljoen)

De lagere uitgaven worden veroorzaakt door lagere apparaatskosten (o.a. College Financieel Toezicht).

2.2 Bevorderen autonomie (-/- € 1,4 miljoen)

De lagere uitgaven worden veroorzaakt door lagere uitgaven in het kader van samenwerkingsprogramma’s (AMFO, SONA).

2.3 Bevorderen staatkundige relaties (-/- € 11,1 miljoen)

De lagere uitgaven worden veroorzaakt door het niet tot besteding komen van het budget voor de betalingsachterstanden Bonaire (€ 9 miljoen). Het niet volledig tot besteding komen van de tekort reeks ad. € 2,5 miljoen wegens overlopende kosten. Toevoegen rente aan de begrotingsreserve Bank Nederlandse Antillen ( € 1,4 miljoen).

Verplichtingen (-/- € 26,6 miljoen)

De lagere realisatie van de verplichtingenstand wordt veroorzaakt door het niet tot besteding komen van het budget voor de betalingsachterstanden Bonaire (€ 9 mln.).

En minder verplichtingen zijn aangegaan in het kader van de Samenwerkingsprogramma’s, Kustwacht en Waarborg.

Ontvangsten (-/- € 10,4 miljoen)

De lagere ontvangsten worden veroorzaakt door het niet ontvangen van de betalingsachterstand (€ 9 miljoen) en tegenvallende ontvangsten aflossing rente op begrotingslening Bank Nederlandse Antillen (€ 1,4 miljoen).

Licence