Base description which applies to whole site

nr. 2MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2009 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Financiën (IXB).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Financiën,

W. J. Bos

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

De voorliggende suppletore begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de ontwerpbegroting 2009. Deze begroting bestaat uit 7 beleidsartikelen en 2 niet-beleidsartikelen. De beleidsartikelen weerspiegelen bijna het gehele werkterrein van het Ministerie van Financiën; het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid zijn opgenomen in de begroting van Nationale Schuld (IX-A).

In paragraaf 2.1 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste mutaties (mutaties = € 10 mln.).

Paragraaf 2.2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. In deze tabel is bij de beleidsartikelen door middel van de regel «waarvan juridisch verplicht» informatie over de budgetflexibiliteit opgenomen. Het nog niet juridisch verplichte deel van de geraamde programma-uitgaven (peildatum 1 maart 2009) vormt een indicatie voor de mate van budgetflexibiliteit. Voor de apparaatsuitgaven geldt dat de verplichtingen gelijk worden gesteld aan de kasuitgaven. Een groot deel van de apparaatsuitgaven betreft personele uitgaven. Deze zijn naar hun aard op korte termijn weinig flexibel.

Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 1e suppletore begroting» gegeven. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als financieel-technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften behoeven de technische mutaties niet te worden toegelicht. Ter vergroting van de informatiewaarde is ervoor gekozen een korte toelichting bij alle programmamutaties op te nemen. Mutaties in de apparaatsuitgaven worden, voor zover deze betrekking hebben op overheveling van formatieplaatsen binnen de begroting of op overheveling tussen Financiën en andere departementen, niet nader toegelicht. De toelichting op de mutaties in de belastingontvangsten is in de Voorjaarsnota opgenomen.

2. Het beleid

2.1. Overzicht belangrijkste suppletore uitgaven- en ontvangstenmutaties

De belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.) zijn in onderstaande tabellen samengevat en worden daarna toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij het betreffende artikel.

Tabel: overzicht belangrijkste suppletore uitgavenmutaties (x € 1000)

 UitgavenArtikel
Stand ontwerp-begroting 20094 256 629 
   
Belangrijkste suppletore mutaties:  
   
1) Apparaat Belastingdienst– 12 8011
2) Uitkeringen Deposito Garantiestelsel/Icesave85 5342
3) Back-up faciliteit ING3 920 0343
4) Verwerving vermogenstitels Havenbedrijf Rotterdam412 6673
5) Regeling bijzondere financiering15 0003
6) Programmauitgaven IDA– 64 2804
7) Schade-uitkering exportkredietverzekering60 0005
8) Loon- en prijsbijstelling107 89610
9) Overige uitgaven (saldo)41 547 
Stand 1e suppletore begroting 20098 822 226 

Toelichting uitgaven

1. De mutatie apparaatsuitgaven van de Belastingdienst wordt voornamelijk veroorzaakt door a) lagere uitgaven door een kasschuif binnen het budget voor het programma complexiteitsreductie van de Belastingdienst, b) hogere uitgaven door een vernieuwde accijnszegel, c) hogere uitgave door een financiële correctie op exportsubsidies landbouwgoederen, d) uitgaven aan het Project Standard Business Reporting en e) uitvoeringskosten voor fiscale wetsvoorstellen.

2. De mutatie betreft de uitgaven die voortkomen uit het feit dat de Nederlandse Staat de uitkeringen die hebben plaatsgevonden uit hoofde van het IJslandse depositogarantiestelsel voorfinanciert.

3. De Staat heeft met ING een illiquid assets back-up faciliteit gesloten. De Staat betaalt aan ING een management en een funding fee.

4. De Staat wordt medeaandeelhouder van het Havenbedrijf Rotterdam. De mutatie betreft de tweede tranche waarmee de Staat in totaal 29,2% van het aandelenkapitaal verwerft.

5. Door de huidige economische omstandigheden worden meer schades geraamd bij de kredieten die vallen onder de regeling bijzondere financiering.

6. De lagere uitgaven zijn het gevolg van aanpassingen in de verzilveringsschema’s van de Internationale Ontwikkelings Associatie (IDA).

7. Vanwege de huidige economische omstandigheden valt de schade bij de exportkredietverzekering hoger uit dan oorspronkelijk geraamd.

8. De loon- en prijsbijstelling (tranche 2009) is uit de algemene middelen toegekend.

Tabel: overzicht belangrijkste suppletore ontvangstenmutaties (x € 1000)

 OntvangstenArtikel
Stand ontwerp-begroting 2009134 253 781 
   
Belangrijkste suppletore mutaties:  
   
1) Belastingontvangsten na afdracht– 16 829 8451
2) Overige programmaontvangsten Belastingdienst17 0001
3) Premieontvangsten garantieregeling bancaire leningen109 1242
4) Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen– 319 0003
5) Back-up faciliteit ING4 149 1573
6) Couponbetalingen fonds financiele structuurversterking577 9753
7) Schaderestituties EKV60 0005
8) Verkoop onroerende zaken25 0007
9) Overige programma ontvangsten Domeinen18 0007
10) Overige ontvangsten (saldo)8 383 
Stand 1e suppletore begroting 2009122 069 575 

Toelichting ontvangsten

1. Voor de toelichting op de belastingontvangsten wordt verwezen naar de Voorjaarsnota.

2. De mutatie overige programma ontvangsten bij de belastingdienst vloeit met name voort uit hogere opbrengsten uit het doorberekenen van kosten vervolging.

3. De mutatie wordt veroorzaakt door premieontvangsten van de garantieregeling bancaire leningen.

4. De mutatie wordt veroorzaakt a) doordat het geraamde superdividend van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) niet zal worden uitgekeerd, b) lage winstafdrachten van Holland Casino, c) lagere winstafdrachten van de Staatsloterij, d) lagere winstafdracht van De Nederlandsche Bank en e) lagere overige dividend ontvangsten uit staatsdeelnemingen.

5. De Staat heeft met ING een illiquid assets back-up facility gesloten. De Staat ontvangt van ING voor 80% de stromen afkomstig uit de Alt-A hypotheekportefeuille en ontvangt een garantiefee.

6. Omdat ING, SNS REAAL en AEGON in 2008 een interim-dividend hebben uitgekeerd aan de aandeelhouders en de participaties een korte eerste coupon hebben, ontvangt de Staat couponbetalingen in 2009.

7. De verwachting is dat een groot gedeelte van de schade bij de Exportkredietverzekering, die dit jaar zal plaatsvinden, gerecupereerd zal worden. Hierdoor is de raming naar boven bijgesteld.

8. Een deel van de verkoop van agrarische gronden wordt niet in 2010 gerealiseerd maar al in 2009.

9. De mutatie wordt veroorzaakt door structureel hogere veilingopbrengsten uit benzineveilingen en een wijziging van de berekeningsmethodiek bij de Rijksgebouwendienst inzake de Onroerendezaakbelasting in 2009.

2.2 De beleidsartikelen

De bedragen in de tabellen luiden in duizenden euro’s. In de toelichting na de tabellen zijn ter verhoging van de leesbaarheid bedragen in miljoenen of miljarden euro’s vermeld.

Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 1 Belastingen

Bedragen x € 1 000

 Stand ontwerp- begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)Mutatie 2010Mutatie 2011Mutatie 2012Mutatie 2013
Verplichtingen3 612 906– 14 3013 598 60530 68229 80827 20813 875
        
Uitgaven3 612 906– 14 3013 598 60530 68229 80827 20813 875
Programma-uitgaven807 095– 1 500805 5951 0001 0001 0001 000
Waarvan juridisch verplicht  805 595    
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevordert de Belastingdienst dat belastingplichtigen en premieplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen       
Heffings- en invorderingsrente800 000 800 000    
Overige programma-uitgaven7 095– 1 5005 5951 0001 0001 0001 000
        
Apparaatsuitgaven2 805 811– 12 8012 793 01029 68228 80826 20812 875
        
Ontvangsten131 887 469– 16 812 845115 074 62417 00017 00017 00015 000
Programma-ontvangsten131 866 497– 16 812 845115 053 65217  00017 00017 00015 000
Algemene doelstelling       
Belastingontvangsten130 628 544– 16 829 845113 798 699    
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevordert de Belastingdienst dat belastingplichtigen en premieplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen       
Heffings- en invorderingsrente920 000 920 000    
Overige programma-ontvangsten317 95317 000334 95317 00017 00017 00015 000
        
Apparaatsontvangsten20 972 20 972    

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven (– € 14,3 mln.)

Programma-uitgaven (– € 1,5 mln.)

Deze mutatie betreft:

– Rentevergoeding depotstelsel (– € 2,5 mln.)

Naar de huidige inzichten zal het depotstelsel1 niet eerder dan in het eerste kwartaal van 2010 worden ingevoerd. De oorzaak hiervan is de vertraagde invoering van het nieuwe debiteurensysteem bij de Belastingdienst. Het depotstelsel en de invoering daarvan is afhankelijk van dat systeem. De voor 2009 geraamde rentevergoeding (€ 2,5 mln.) komt te vervallen.

– Rijksbijdrage WOZ-kosten (+ € 1,0 mln.)

In het «Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken» is vastgelegd dat het Rijk (i.c. de Belastingdienst) voor 40% bijdraagt aan de door gemeenten te maken WOZ-kosten. Voor 2009 zijn de totale kosten (het zogenaamde macro-kostenforfait) vastgesteld op € 145,5 mln. Het aandeel voor het Rijk is dan € 58,2 mln., dit is € 2,1 mln. hoger dan begroot was. In deze suppletore begroting is vast € 1,0 mln. binnen de begroting IXB gereserveerd om dit verschil te dekken. Het resterende deel (€ 1,1 mln.) zal naar verwachting als prijsbijstelling worden ontvangen. De rijksbijdrage is per 2009 overgeheveld naar het Gemeentefonds. Ook deze indexatie zal worden overgeboekt naar dat fonds.

Apparaatsuitgaven (– € 12,8 mln.)

Deze mutatie betreft:

– Kasschuif Complexiteitsreductie (– € 40,0 mln.) Het programma Complexiteitsreductie loopt in 2009 vertraging op. Een gedeelte van het voor dit jaar gereserveerde bedrag, namelijk € 40 mln., zal in de jaren 2010 tot en met 2012 wel aangewend moeten worden om de doelstellingen van het programma te realiseren.

– Accijnszegels ( + € 4,8 mln.)

De Belastingdienst heeft de accijnszegels die gebruikt worden voor tabaksproducten vernieuwd. Het beveiligingsniveau is aanzienlijk verhoogd. De nieuwe zegels zijn moeilijker te vervalsen en beter van vervalste zegels te onderscheiden. De nieuwe accijnszegels maken een effectieve aanpak van fraude mogelijk. Dit moet leiden tot vermindering van nagemaakte tabaksproducten. Het budget voor accijnszegels wordt met € 4,8 mln. opgehoogd.

– Financiële correctie op exportsubsidies landbouwgoederen (+ € 8,8 mln.)

De Europese Commissie heeft aangekondigd Nederland een financiële correctie te willen opleggen van € 17,6 mln. Aanleiding is het volgens de Europese Commissie onvoldoende uitvoeren van zogenoemde substitutiecontroles in de Rotterdamse haven; verplichte controles bij het vertrek van exportzendingen van landbouwgoederen waar een exportsubsidie aan is verbonden. De correctie betreft de periode september 2001 – december 2002. Naar verwachting leidt een bemiddelingsprocedure tot bijstelling van de correctie. Het resterende deel van de correctie wordt door de Belastingdienst in overleg met het ministerie van LNV gedekt binnen de begroting.

– Uitvoeringskosten fiscale wetsvoorstellen (+ € 9,2 mln.)

Het betreft de kosten van de maatregelen die zijn opgenomen in het Belastingplan 2009, het pakket Overige fiscale maatregelen (OFM) 2009 en het EU BTW-pakket. De maatregelen in het Belastingplan en OFM zijn o.a. de AOW maatregel (participatiebonus en heffing 65-plussers) en wijziging regels correctieberichten. Het EU BTW-pakket wijzigt enerzijds de BTW-richtlijn 2006 met nieuwe regels ter bepaling van de plaats van dienst en regelt anderzijds de modernisering en vereenvoudiging van de teruggaafprocedure voor ondernemers van in andere lidstaten betaalde BTW. Daarnaast bevat het pakket een wijziging van de verordening inzake administratieve samenwerking.

In respectievelijk het Belastingplan 2009 (Kamerstukken II 2008/09, 31 704), het OFM 2009 (Kamerstukken II 2008/09, 31 705) en het wetsvoorstel aangaande het BTW-pakket (Kamerstukken II 2008/09, 31 907) zijn nadere toelichtingen opgenomen.

– Project Standard Business Reporting (+ € 2,6 mln.) Het programma «Standard Business Reporting» betreft het gestandaardiseerd opstellen, controleren en uitwisselen van verantwoordingsinformatie met en binnen de Nederlandse overheid. Het programma SBR is het vervolg op het Nederlandse Taxonomie project (NTP) en is gericht op schaalvergroting van informatie en deelnemende partijen. Het totale programma kost € 22,4 mln. waarvan € 12,0 mln. door de Belastingdienst en het Ministerie van Justitie (ieder € 6,0 mln.) wordt gedekt. De overige € 10,4 mln. is afkomstig uit de middelen in het kader van de Vernieuwing Rijksdienst; in elk van de jaren 2008 tot en met 2011 € 2,6 mln.

– Overig (+ € 1,8 mln.)

Naast de bovenstaande mutaties zijn er nog diverse relatief kleine (technische) mutaties en overboekingen zoals bijvoorbeeld de bijdragen van andere departementen voor het rijksbrede SDU contract.

Ontvangsten (– € 16 812,8 mln.)

Programmaontvangsten (– € 16 812,8 mln.)

De mutatie betreft:

– Belastingontvangsten (– € 16 829,8 mln.)

In de Voorjaarsnota 2009 zijn de mutaties in de belastingontvangsten toegelicht. De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (beleidsartikel 1, tabel budgettaire gevolgen van beleid) is als volgt (verschillen in tellingen worden veroorzaakt door afrondingen).

Tabel: aansluiting met begrotingstoelichting IX B, beleidsartikel 1 (x € 1000)

 Stand ontwerp-begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)
Totaal belastingontvangsten151 815 866– 16 828 193134 987 673
-/- Afdracht Gemeentefonds– 17 421 178– 49 944– 17 471 122
-/- Afdracht Provinciefonds– 1 298 1802 760– 1 295 420
-/- Afdracht BTW-Compensatiefonds– 2 467 96445 532– 2 422 432
Belastingontvangsten IXB130 628 544– 16 829 845113 798 699

Een toelichting op de mutaties van de afdrachten Gemeente-, Provincie- en BTW-compensatiefonds is opgenomen in de 1e suppletore begrotingen van deze fondsen.

– Kosten vervolging (+ € 15,0 mln.)

Wanneer een belastingplichtige niet op tijd een opgelegde aanslag betaalt, gaat de Belastingdienst over tot invordering. De kosten van de invordering – zoals de kosten van aanmaningen, dwangbevelen, beslagopdrachten, verkoopdrachten en de inzet van deurwaarders – worden doorbelast aan de belastingplichtigen. De ontvangsten vanwege invordering nemen naar verwachting toe (o.a. door toename van het aantal belastingplichtigen). De ontvangsten worden hiervoor met € 15,0 mln. opgehoogd.

– Schikkingen (+ € 2,0 mln.)

Op basis van realisaties, wordt de raming voor ontvangen schikkingen opgehoogd met € 2,0 mln., voorlopig voor de jaren 2009 tot en met 2012.

Artikel 2 Financiële Markten

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 2 Financiële Markten

Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Een integer en stabiel financieel stelsel waarin de financiële markten goed functioneren, voldoende toegankelijk en transparant zijn en een gunstige internationale concurrentiepositie kennenStand ontwerp- begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)Mutatie 2010Mutatie 2011Mutatie 2012Mutatie 2013
Verplichtingen64 937197 270 000197 334 93712 01810 6489 9486 638
waarvan garantieverplichtingen       
Garantieregeling bancaire leningen (plafond) 197 260 000197 260 000    
        
Uitgaven64 93795 534160 47112 01810 6489 9486 638
Programma-uitgaven57 59294 181151 77310 6959 5888 8886 588
Waarvan juridisch verplicht  147 055    
        
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten       
Uitkeringen Deposito Garantiestelsel (DGS)/Icesave 85 53485 534    
Bijdrage toezicht AFM22 3135 22227 5355 0324 8424 6924 692
Bijdrage toezicht DNB17 2051 90019 1051 7831 6661 5161 516
Platform CentiQ2 7181 0003 7183 5002 7002 300 
Rechtspraak Financiële Markten1 000 1 000    
Overige programma-uitgaven390525915380380380380
Doelst. 2 Integer financieel stelsel       
Caribbean Financial Action Taskforce32 32    
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie       
Muntcirculatie13 934 13 934    
        
Apparaatsuitgaven7 3451 3538 6981 3231 0601 06050
        
Ontvangsten25 578112 920138 4982 396146146146
Totaal programma-ontvangsten25 578112 920138 4982 396146146146
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten       
premieontvangsten garantieregeling bancaire leningen 109 124109 124    
Overige programma-ontvangsten3823 7964 1782 396146146146
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie       
Ontvangsten muntwezen5 184 5 184    
Toename munten in circulatie20 012 20 012    

Toelichting

Verplichtingen

Garantieverplichting uit hoofde van de garantieregeling bancaire leningen (+ € 197 260,0 mln.)

Uit hoofde van de garantieregeling is in 2008 in totaal € 2 740,0 mln. aan garanties verstrekt (geëffectueerd). Het plafond van deze regeling is € 200 000,0 mln. Het resterende deel van het plafond (€ 197 260,0 mln.) zal in 2009 beschikbaar blijven omdat de garantieregeling in beginsel loopt tot en met 31-12-2009. Derhalve wordt opnieuw het resterende deel van het plafond ter autorisatie aan het parlement voorgelegd.

Uitgaven

Bijdrage toezicht AFM (+ € 5,2 mln.)

Als gevolg van een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven kunnen de kosten van o.a. voorbereiding van wet- en regelgeving niet worden doorberekend aan de sector. Hierdoor dient de overheidsbijdrage aan de AFM verhoogd te worden.

Bijdrage toezicht DNB (+ € 1,9 mln.)

Als gevolg van een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven kunnen de kosten van o.a. voorbereiding van wet- en regelgeving niet worden doorberekend aan de sector. Hierdoor dient de overheidsbijdrage aan DNB verhoogd te worden.

Uitgaven DGS/Uitkeringen Icesave (+ € 85,5 mln.)

De mutatie (€ 85,5 mln.) betreft de uitgaven die voortkomen uit feit dat de Nederlandse Staat de uitkeringen die hebben plaatsgevonden uit hoofde van het IJslandse depositogarantiestelsel voorfinanciert.

De totale kosten als gevolg van de uitkeringen uit hoofde van het IJslandse en het Nederlandse DGS aan depositohouders bij het Nederlandse bijkantoor van de IJslandse bank Landsbanki (Icesave) kan in drie tranches worden verdeeld. De eerste tranche (tot € 20 887) komt voor rekening van het IJslandse DGS. De tweede tranche (90 procent van het bedrag tussen € 20 887 en € 40 000) zal worden omgeslagen over de Nederlandse banken. De derde tranche (10 procent van het bedrag tussen € 20 887 en € 40 000 en het bedrag tussen € 40 000 tot € 100 000) zal worden bekostigd door de Staat. Depositohouders konden tot 16 maart 2009 een claim indienen ten laste van het DGS. Ten aanzien van de bedragen gerelateerd aan de 2e en 3e tranche geldt dat de uitvoerder van het Nederlandse DGS, DNB, de bedragen zal gaan terugvorderen uit de boedel van het failliete Landsbanki. Pas dan wordt duidelijk wat de exacte omvang is van de uiteindelijke kosten voor de Nederlandse Staat en de Nederlandse banken

Platform CentiQ (+ 1,0 mln.)

Naar aanleiding van het in juni 2008 aan de Tweede Kamer aangeboden actieplan CentiQ worden door het platform activiteiten in gang gezet met een lange termijn-focus. Voorbeelden van activiteiten zijn: een helpdesk, kennisbank, inbedding in het onderwijs en bewustwordingsactiviteiten.

Deze mutatie geeft het benodigde budget weer voor de financiering van deze activiteiten. CentiQ wordt door het ministerie van Financiën samen met een aantal spilpartners van het platform gezamenlijk gefinancierd.

Apparaatsuitgaven (+ € 1,4 mln.)

Vanwege de kredietcrisis zijn extra middelen nodig.

Ontvangsten

Premieontvangsten garantieregeling bancaire leningen (+ € 109,1 mln.)

Deze mutatie betreft de premieontvangsten van de verstrekte en geëffectueerde garanties uit hoofde van de garantieregeling bancaire leningen.

Overige programma-ontvangsten (+ € 3,8 mln.)

Per 1 januari 2006 biedt de Staat aan de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschade (NHT) ten hoogste € 50,0 mln. herverzekeringsdekking voor het geval de NHT in een kalenderjaar gehouden is uitkeringen te doen die tezamen een bedrag van € 950,0 mln. te boven gaan. Hiervoor ontvangt de Staat jaarlijks € 2,3 mln. premie. Daarnaast wordt een bedrag verwacht van circa € 1,4 mln. aan restitutie overheidsbijdrage AFM over het jaar 2008.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Bedrijfseconomische doelmatigheid en optimaal financieel resultaat bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en vaste activa van de StaatStand ontwerp- begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)Mutatie 2010Mutatie 2011Mutatie 2012Mutatie 2013
Verplichtingen9 09110 593 00910 602 1003 185 9922 679 6002 189 5161 858 262
Fonds Financiële Structuurversterking 6 250 0006 250 000    
        
Uitgaven12 2204 358 0094 370 2293 185 9922 679 6002 189 5161 858 262
Programma-uitgaven6 4294 351 7014 358 1303 182 3842 675 9922 185 9081 856 062
Waarvan juridisch verplicht  4 358 130    
Doelst. 2 Aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen       
Verwerving vermogenstitels 412 667412 667    
        
Doelst. 3 Doelmatige inzet van activa       
PPS5004 0004 500500   
Onderhouds- en beheerskosten GOB2 800 2 800    
        
Overige programma-uitgaven       
Regeling BF3 12915 00018 129    
Uitvoeringskosten tijdelijke regeling subsidie tankstations       
        
Back-up faciliteit ING       
Management Fee 110 757110 75795 38782 25970 74661 175
Funding Fee 3 809 2773 809 2773 086 4972 593 7332 115 1621 794 887
        
Apparaatsuitgaven5 7916 30812 0993 6083 6083 6082 200
Personeel en materieel3 5751 4084 9831 4081 4081 408 
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen2 2164 9007 1162 2002 2002 2002 200
        
Ontvangsten2 041 7984 408 1326 449 9303 310 3842 779 2792 351 5861 995 435
        
Programma-ontvangsten2 041 7984 408 1326 449 9303 310 3842 779 2792 351 5861 995 435
Doelst. 1 Beheer van staatsdeelnemingen       
Opbrengst Onttrekking vermogenstitels100 000– 100 0000    
Dividend staatsdeelnemingen569 255– 109 000460 255– 31 300– 55 300– 5 300– 5 300
Rente en aflossing div. leningen71 014 71 014    
Winstafdracht DNB1 146 000– 45 0001 101 000    
Afdrachten Holland Casino45 000– 35 00010 000– 25 000– 10 000  
Afdrachten Staatsloterij90 000– 30 00060 000– 30 000– 30 000  
Terugstorting agio20 000 20 000    
        
Overige programma-ontvangsten       
Regeling BF529 529    
Couponbetalingen fonds fin. structuurversterking 577 975577 975    
Tijdelijke regeling subsidie tankstations       
        
Back-up faciliteit ING       
Verwachte portefeuille ontvangsten 4 106 1704 106 1703 334 1182 805 0272 297 5221 950 058
Garantie fee 42 98742 98762 56669 55259 36450 677

Toelichting

Verplichtingen

Fonds Financiële structuurversterking (+ € 6 250,0 mln.)

Medio oktober heeft de Nederlandse overheid een bedrag van € 20 000 mln. per direct beschikbaar gesteld voor banken en verzekeraars in Nederland. Uit hoofde van dit fonds is in 2008 in totaal € 13 750 mln. aan kapitaal beschikbaar gesteld. Het resterende deel (€ 6 250 mln.) zal t/m 10 oktober 2009 beschikbaar blijven.

Uitgaven

Verwerving vermogenstitels (+ € 412,7 mln.)

Met het oog op de voor de financiering van de Tweede Maasvlakte benodigde vermogenspositie, is de Staat mede-aandeelhouder van het Havenbedrijf Rotterdam geworden. Deze uitgave vormt de tweede tranche waarmee de Staat in totaal 29,2% van het aandelenkapitaal in het Havenbedrijf Rotterdam verwerft.

PPS (+ € 4,0 mln.)

Op drie deelgebieden vinden mutaties plaats ten behoeve van Publiek-Private Samenwerking:

1) Zuidas (+ € 3,0 mln.)

De mutatie betreft de verrekening van de oprichtingskosten die Amsterdam heeft gemaakt voor De Zuidas onderneming i.o.. Dit is conform de afspraak dat Amsterdam en de Staat als toekomstig aandeelhouder ieder de helft van deze voorbereidingskosten voor haar rekening zouden nemen.

2) PPS in de Zorg (€ 1,5 mln.)

In haar rol als aanjager van PPS draagt Financiën bij aan de ontwikkelkosten van een pilot-project om te komen tot een standaard zorg-pps contract.

3) PPS in het Onderwijs (– € 0,5 mln.)

Het ministerie van Financiën draagt bij aan de subsidieverlening door het ministerie van OCW in het servicecentrum Scholenbouw. Hiervoor heeft een budgetoverheveling naar het ministerie van OCW plaatsgevonden.

Regeling BF (+ € 15,0 mln.)

Door de huidige economische omstandigheden worden meer schades geraamd bij de kredieten die vallen onder de regeling bijzondere financiering.

Back-up faciliteit ING (+ € 3 920,0 mln.)

De Staat heeft met ING een illiquid assets back-up faciliteit gesloten. De Staat betaalt aan ING een management en een funding fee.

Personeel en Materieel (+ € 1,4 mln.)

Vanwege de oprichting van de nieuwe projectdirectie Bureau Financiële Instellingen zijn extra middelen benodigd.

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 4,9 mln.)

Vanwege de nationalisatie van Fortis/AA en de oprichting van de nieuwe projectdirectie Bureau Financiële Instellingen zijn extra middelen benodigd, met name voor advies van externe specialisten (+ € 5,0 mln.).

Ontvangsten

Programma ontvangsten (+ € 4 408,1 mln.)

Opbrengst onttrekking vermogenstitels (– € 100,0 mln.)

Het geraamde superdividend Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) zal niet worden uitgekeerd.

Dividend Staatsdeelnemingen (– € 109,0 mln.)

De opbrengst uit dividenden staatsdeelnemingen zal naar verwachting lager uitvallen door een tegenvallende winst van TenneT. Daarnaast zal vanwege de huidige economische omstandigheden de taakstelling dividenden niet gerealiseerd worden. Daarom is er voor een gedeelte van deze taakstelling – die voornamelijk verband houdt met de intensivering van infrastructurele projecten – dekking gevonden in het stimuleringspakket. Voor de nog resterende taakstelling wordt geprobeerd dekking te vinden via de 2,6GHz-veiling, die niet in 2009, maar in 2010 zal plaatsvinden. Daarom wordt deel van de opbrengstentaakstelling doorgeschoven naar 2010.

Winstafdracht DNB (– € 45,0 mln.)

Rente-effecten op de kapitaalmarkt en op de geldmarkt hebben ervoor gezorgd dat de winstafdracht DNB lager is dan geraamd.

Afdrachten Holland Casino (– € 35,0 mln.)

De winst van Holland Casino wordt lager geraamd vanwege de verhoging van de kansspelbelasting en de economische recessie.

Afdrachten Staatsloterij (– € 30,0 mln.)

Op basis van een verwachte omzetdaling van 30% is het afdrachtpercentage met 5,5% (20,5% naar 15%) naar beneden bijgesteld. De verwachting van Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (SENS) is gebaseerd op (i) een omzetdaling van de reguliere trekkingen in de laatste maanden van 2008 en (ii) omzetdaling in het buitenland (VS en België). Een omzetdaling leidt tot een afdrachtdaling aan de Staat.

Couponbetalingen Fonds Financiële Structuurversterking (+ € 578,0 mln.)

Omdat ING, SNS REAAL en AEGON in 2008 een interim-dividend hebben uitgekeerd aan de aandeelhouders en de participaties een korte eerste coupon hebben, ontvangt de Staat couponbetalingen in 2009.

Back-up faciliteit ING(+ € 4 149,2 mln.)

De Staat heeft met ING een illiquid assets back-up facility gesloten. De Staat ontvangt van ING voor 80% de stromen afkomstig uit de Alt-A hypotheekportefeuille en ontvangt een garantiefee.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Een financieel-economisch gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkelingStand ontwerp- begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)Mutatie 2010Mutatie 2011Mutatie 2012Mutatie 2013
Verplichtingen115 84017 556 98717 672 82715715715746
Betalingsverplichtingen2 3951512 54615715715746
Garantieverplichtingen113 44517 556 83617 670 281    
        
Uitgaven161 552– 64 12997 423– 64 12364 437– 16 8673 644
Programma-uitgaven159 157– 64 28094 877– 64 28064 280– 17 0243 598
Waarvan juridisch verplicht  94 877    
        
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI’s       
Instrument: deelneming multilaterale       
ontwikkelingsbanken en -fondsen159 157– 64 28094 877– 64 28064 280– 17 0243 598
        
Apparaatsuitgaven2 3951512 54615715715746
        
Ontvangsten11 699 11 699    
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI’s       
Ontvangsten11 699 11 699    

Toelichting

Verplichtingen

Garantieverplichting bilaterale lening/ NAB (+ € 5 320,0 mln.)

Ten einde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in staat te stellen adequaat te reageren op de huidige economische en financiële crisis is tijdens de London Summit (van 2 april jl.) en de voorjaarsvergadering van het IMF (25 april jl.) overeengekomen de bestaande New Arrangements to Borrow (NAB) uit te breiden met maximaal $ 500 000,0 mln. Vooruitlopend daarop zullen EU lidstaten € 75 000,0 mln. in de vorm van bilaterale leningen verstrekken. Voor Nederland betekent dit dat het maximaal uit te lenen bedrag aan het IMF toe zal nemen met € 5 320,0 mln. Als de financieringsbehoefte bij het IMF zich inderdaad voordoet zal De Nederlandsche Bank deze leningen namens de staat verstrekken. Daarom wordt de garantie jegens De Nederlandse Bank uit hoofde van IMF verhoogd met € 5 320,0 mln.

Garantieverplichting SDR (+ € 8 942,0 mln.)

Tevens is tijdens de London Summit afgesproken ter waarde van $ 250 000,0 mln. Special Drawing Rights (SDR) toe te wijzen aan de leden. Het SDR tegoed van Nederland neemt hierdoor toe met € 4 471,0 mln. Aangezien Nederland verzocht kan worden om netto tot maximaal tweemaal het equivalent van deze SDR allocatie aan «harde valuta» (zoals euro of Amerikaanse dollar) te leveren leidt de allocatie eveneens tot een hogere Nederlandse verplichting. De Nederlandsche Bank voert deze transacties uit namens de staat. De garantie aan De Nederlandse Bank uit hoofde van IMF wordt verhoogd met € 8 942,0 mln.

Garantieverplichting aan de EU betalingsbalansfaciliteit (+ € 417,0 mln.)

De vraag naar middellange termijn financiële assistentie middels de EU betalingsbalansfaciliteit is toegenomen. Ten einde aan deze behoefte te voldoen is een verhoging van deze betalingsbalans faciliteit van € 12,0 miljard naar € 25,0 miljard overeengekomen in de Europese Raad. De garantie die is opgenomen uit hoofde van de EU-betalingsbalansfaciliteit is daarom verhoogd naar € 1 225,0 mln. Dit betekent een bijstelling van de huidige openstaande garantieverplichting aan de EU van € 417,0 mln.

Garantie verplichting EIB (+ € 2 877,8 mln.)

De lidstaten van de Europese Investeringsbank Bank (EIB), waaronder Nederland, hebben besloten tot een vervroegde kapitaalverhoging. Daarmee krijgt de EIB de financiële ruimte om, in reactie op de financiële crisis, het uitleenvolume in 2009 en 2010 met ca. € 15,0 miljard per jaar (ongeveer 30% van het huidige jaarlijkse uitleenvolume) te verhogen. Het kapitaal van de EIB wordt met € 67,6 miljard opgehoogd tot € 232,4 miljard. De garantieverplichting van Nederland neemt hierdoor toe met € 2 877,8 mln. van €7 017,7 mln. tot € 9 895,5 mln.

Uitgaven

Programma-uitgaven (– € 64.3 mln.)

De lagere uitgaven zijn het gevolg van aanpassingen in de verzilveringsschema’s van de Internationale Ontwikkelings Associatie (IDA). Oorspronkelijk voor 2009 geplande betalingen werden op verzoek van het ministerie van Buitenlandse Zaken reeds in 2008 gedaan (– € 64,3 mln.).

Artikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties

Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Een completere markt voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en aan investeringen in het buitenlandStand ontwerp- begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)Mutatie 2010Mutatie 2011Mutatie 2012Mutatie 2013
Verplichtingen11 950 319 11 950 319    
waarvan betalingsverplichtingen14 263 14 263    
        
waarvan garantieverplichtingen11 936 056 11 936 056    
EKV11 332 276 11 332 276    
TRhi453 780 453 780    
MIGA150 000 150 000    
        
Uitgaven119 76360 000179 763    
        
Programma-uitgaven105 50060 000165 500    
Waarvan juridisch verplicht  140 675    
        
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten       
Schade-uitkering EKV105 00060 000165 000    
Schade-uitkering TRhi500 500    
Schade-uitkering MIGA  0    
        
Apparaatsuitgaven14 263 14 263    
Personeel en materieel1 407 1 407    
Kostenvergoeding Atradius DSB12 856 12 856    
        
Ontvangsten101 25060 000161 250    
        
Programma-ontvangsten101 25060 000161 250    
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten       
Premies EKV40 000 40 000    
Premies TRhi1 250 1 250    
Schaderestituties EKV60 00060 000120 000    

Toelichting

Uitgaven

Schade-uitkering EKV (+ € 60,0 mln.)

Vanwege de huidige economische omstandigheden doen zich dit jaar meer schades voor dan oorspronkelijk geraamd. Hierdoor is de schaderaming naar boven bijgesteld.

Ontvangsten

Schaderestituties EKV (+ € 60,0 mln.)

De verwachting is dat een groot gedeelte van de door de huidige economische omstandigheden veroorzaakte schade dit jaar gerecupereerd zal worden. Hierdoor is de raming naar boven bijgesteld.

Artikel 7 Beheer materiële activa

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 7 Beheer materiële activa

Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: De verwerving, het beheer en de vervreemding van onroerende en roerende zaken door het Rijk is doelmatigStand ontwerp- begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)Mutatie 2010Mutatie 2011Mutatie 2012Mutatie 2013
Verplichtingen105 24310 527115 7702 0682 0002 0002 000
        
Uitgaven105 24310 527115 7702 0682 0002 0002 000
Programma-uitgaven83 48310 42593 9082 0002 0002 0002 000
Waarvan juridisch verplicht  51 504    
doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed       
        
Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling25 000 25 000    
doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken       
Onderhoud en beheerskosten8 9798 42517 404    
Zakelijke lasten45 9152 00047 9152 0002 0002 0002 000
Overige programmauitgaven3 589 3 589    
doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken0 0    
        
Apparaatsuitgaven21 76010221 86268   
Waarvan Bijdragen BLD DOZ20 415 20 415    
        
Ontvangsten167 13349 000216 133– 9 00016 00010 00010 000
Programma-ontvangsten166 95449 000215 954– 9 00016 0001 0 00010 000
doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed       
Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling3 589 3 589    
doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken       
Verkoop onroerende zaken46 54525 00071 545– 25 000   
Beheersontvangsten89 9206 00095 9206 0006 000  
Overige programma-ontvangsten25 40018 00043 40010 00010 00010 00 010 000
doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken       
Verkoop roerende zaken1 500 1 500    
        
Apparaatsontvangsten179 179    

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Programma-uitgaven (+ € 10,4 mln.)

Er is een overschrijding van + € 8,4 mln. die voornamelijk wordt veroorzaakt door hogere pachtafkopen (€ 4,0 mln.), het aankopen van Safehouses (€ 2,5 mln.) en de berging van het VOC schip De Rooswijk (€ 2,0 mln.). Daarnaast zullen de zakelijke lasten met + € 2,0 mln. stijgen, met name door uitbreiding van het gebouwenbestand en door Domeinen Onroerende Zaken als enige binnen de rijksoverheid de zakelijke lasten op rijksbezit te laten betalen.

Ontvangsten

Programma ontvangsten (+ € 49,0 mln.)

Een deel van de verkoop van agrarische gronden wordt niet in 2010 gerealiseerd maar al in 2009. Dit betekent een kasschuif van € 25,0 mln. van 2010 naar 2009. Tevens vallen de zandopbrengsten met € 6,0 mln. hoger uit dan verwacht. Ook is er door een andere vergoedingssystematiek en het vervallen van overdrachtsbelasting sprake van structureel hogere opbrengsten uit benzineveilingen van € 10,0 mln. Tenslotte wordt door een wijziging van de berekeningsmethodiek bij de RGD inzake de OZB in 2009 € 8,0 mln. meer ontvangen.

Artikel 8 Begrotingsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 8 Begrotingsbeleid

Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Het budgettaire beleid creëert de randvoorwaarden om maatschappelijke ambities, nu en in de toekomst, te verwezenlijkenStand ontwerp- begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)Mutatie 2010Mutatie 2011Mutatie 2012Mutatie 2013
Verplichtingen37 3881 17438 562214– 419196 
        
Uitgaven37 3881 17438 562214– 419196 
Programmauitgaven9 400– 709 330– 70– 29  
Waarvan juridisch verplicht  9 330    
        
Doelst. 4 Verminderen regeldruk voor bedrijven       
Vermindering regeldruk9 400– 709 330– 70– 29  
        
Apparaatsuitgaven27 9881 24429 232284– 390196 
        
Ontvangsten5 718415 759414141127
Apparaatsontvangsten5 718415 759414141127

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Apparaatsuitgaven (+ € 1,2 mln.)

Op basis van nieuwe inzichten zijn de kaders voor Actal en de Rijksacademie aangepast.

Artikel 9 Algemeen

Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting 2009 naar de stand 1e suppletore begroting 2009 – artikel 9 Algemeen

Bedragen x € 1 000

AlgemeenStand ontwerp- begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)
Verplichtingen137 7863 737141 523
    
Uitgaven137 7863 737141 523
Totaal apparaatsuitgaven137 7363 737141 473
Apparaatsuitgaven130 1363 737133 873
Uitvoeringskosten omslagstelsel Rijkswagenpark7 60007 600
    
Tegoeden WOII50050
    
Ontvangsten13 136– 1 45411 682
Apparaatsontvangsten5 536– 1 4544 082
Omslagstelsel Rijkswagenpark7 60007 600

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Apparaatsuitgaven (+ € 3,7 mln.)

De mutatie is een saldo van diverse ramingsbijstellingen en overboekingen en wordt onder andere verklaard door sociaal flankerend beleid (+ € 3,2 mln.), de rijksbrede herschikking van het huisvestingsbudget (– € 3,1 mln.), de overdracht van de departementale auditdiensten van BZK, VROM en VWS naar de Rijksauditdienst (+ € 2,9 mln.), een deel van de fte-intensivering als gevolg van de kredietcrisis (+ € 0,5 mln.) en de bijdrage van het kerndepartement aan DGOBR (per saldo – € 0,2 mln.). Daarnaast wordt de toename verklaard door bijdrage aan het project P-Direkt (+ € 0,6 mln.).

Ontvangsten

Apparaatsontvangsten (– € 1,5 mln.)

De mutatie is een saldo van enkele ramingsbijstellingen, waaronder de overdracht van Sann aan de Rijksauditdienst (+ € 0,8 mln.) en de desaldering Facilitair Salaris Centrum (– € 2,2 mln.).

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien

Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting 2009 naar de stand 1e suppletore begroting 2009 – artikel 10 Nominaal en onvoorzien

Bedragen x € 1 000

OnvoorzienStand ontwerp- begroting 2009 (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting 2009 (3)=(1+2)
Verplichtingen4 834115 046119 880
    
Uitgaven4 834115 046119 880
Onvoorzien4 5317 15011 681
Loonbijstelling088 03588 035
Prijsbijstelling30319 86120 164

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Apparaatsuitgaven (+ €115,0 mln.)

Uit de algemene middelen is de tranche 2009 van de loon- en prijsbijstelling toegekend. Tevens is een gedeelte van de eindejaarsmarge nog niet verdeeld naar de begrotingsartikelen.

Licence