Base description which applies to whole site

nr. 2MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2009 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Financiën (IXB). De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De minister van Financiën,

W. J. Bos

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Leeswijzer

Deze 2e suppletore begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2009. De begroting bestaat uit 7 beleidsartikelen en 2 niet-beleidsartikelen. De beleidsartikelen weerspiegelen bijna het gehele werkterrein van het Ministerie van Financiën; het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid zijn opgenomen in de begroting van Nationale Schuld (IX-A). In deze 2e suppletore begroting zijn de mutaties met betrekking tot de kredietcrisis verwerkt op de artikelen 2 en 3. Een totaaloverzicht van de kredietcrisismaatregelen is opgenomen in de Najaarsnota.

In paragraaf 2.1 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.).

Paragraaf 2.2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Voor zover dit van toepassing is, worden de garantieverplichtingen en de daarbij behorende uitgaven en ontvangsten in een aparte tabel gepresenteerd. In de tabellen bij de beleidsartikelen is door middel van de regel «waarvan juridisch verplicht» informatie over de budgetflexibiliteit opgenomen. Het nog niet juridisch verplichte deel van de geraamde programma-uitgaven (peildatum 1 oktober 2009) vormt een indicatie voor de mate van budgetflexibiliteit. Een groot deel van de apparaatsuitgaven betreft personele uitgaven. Deze zijn naar hun aard op korte termijn weinig flexibel.

Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 2e suppletore begroting» gegeven. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als financieel-technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften behoeven de technische mutaties niet te worden toegelicht. Ter vergroting van de informatiewaarde is ervoor gekozen een korte toelichting bij alle programmamutaties op te nemen. Mutaties in de apparaatsuitgaven worden, voor zover deze betrekking hebben op overheveling van formatieplaatsen binnen de begroting of op overheveling tussen het Ministerie van Financiën en andere departementen, niet nader toegelicht.

2. Het beleid

2.1. Overzicht belangrijkste suppletore uitgaven- en ontvangstmutaties

De belangrijkste mutaties (= € 10 mln.) zijn in onderstaande tabellen samengevat en worden daarna toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij het betreffende artikel.

Tabel: overzicht belangrijkste suppletore uitgavenmutaties (x € 1000)

 UitgavenArtikel
Stand ontwerp-begroting 20094 256 629 
Stand 1e suppletore begroting 20098 822 226 
   
Belangrijkste suppletore mutaties:   
   
1) Heffings- en invorderingsrente100 0001
2) Apparaatsuitgaven Belastingdienst96 8381
3) Uitkering depositogarantiestelsel/Icesave106 5202
4) Afname munten in circulatie50 0002
5) Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen39 6393
6) ING back-up faciliteit, management- en fundingfee– 20 0343
7) Afkoop exploitatiebijdrage Westerscheldetunnel881 4643
8) Mandatory Convertible Note (MCN)800 0003
9) Schade-uitkering omzetpolissen10 0005
10) Schade-uitkering exportkredietverzekering130 0005
11) Anticiperende aankopen– 15 0007
12) Overige uitgaven (saldo)– 95 729 
Stand 2e suppletore begroting 200910 905 924 

Toelichting

1. De raming voor uitgaven heffings- en invorderingsrente wordt op basis van realisatiecijfers met € 100,0 mln. naar boven bijgesteld.

2. De hogere apparaatsuitgaven van € 96,8 mln. bij de Belastingdienst worden voornamelijk veroorzaakt door uitdeling van de loon- en prijsbijstelling, hogere uitgaven aan postzending door het vervallen van de BTW-vrijstelling, hogere uitgaven voor nieuwe accijnszegels en hogere uitgaven door werkzaamheden voor derden. Daarnaast worden er minder uitgaven gedaan doordat de voor 2009 geraamde uitgaven in 2010 zullen plaatsvinden.

3. Het bedrag van € 106,5 mln. heeft betrekking op de uitkeringen die vallen onder de Nederlandse topping-up van het depositogarantiestelsel. Dit wordt terugbetaald aan De Nederlandsche Bank.

4. De muntverwerkers hebben meer munten afgestort dan oorspronkelijk verwacht. Zij ontvangen van de Staat hiervoor de nominale waarde van deze munten.

5. De hogere uitgaven voor de inhuur van externen wordt voornamelijk veroorzaakt door het beheer van de in 2008 verworven deelnemingen en het daarvoor benodigde advies op juridisch, strategisch en financieel gebied.

6. Het saldo van de uitgaven voor de ING back-up faciliteit is lager dan oorspronkelijk geraamd. Dit komt voornamelijk door een bijstelling in de raming (dit jaar wordt één maand minder betaald dan oorspronkelijk geraamd) en het versneld voldoen aan de verplichting onder de funding fee.

7. Dit betreft de afkoop van de exploitatiebijdrage van de Staat aan de N.V. Westerscheldetunnel in verband met de verkoop van de N.V. Westerscheldetunnel.

8. De MCN betreft een verplicht converteerbare lening aan ABN AMRO met een betaling van een vaste coupon tot het moment dat de lening wordt geconverteerd.

9. De Tijdelijke aanvullende Staatskredietverzekering (TASK) is een faciliteit die zich richt op de zogenaamde omzetpolissen. Voor eventuele schade die hieruit voortvloeit is € 10 mln. geraamd voor 2009.

10. Vanwege economische omstandigheden doen zich dit jaar meer schades voor dan oorspronkelijk geraamd. Hierdoor is de schaderaming naar boven bijgesteld.

11. Het beschikbare budget zal in 2009 niet worden uitgeput.

Tabel: overzicht belangrijkste suppletore ontvangstenmutaties (x € 1000)

 OntvangstenArtikel
Stand ontwerp-begroting 2009134 253 781 
Stand 1e suppletore begroting 2009122 069 575 
   
Belangrijkste suppletore mutaties:  
   
1) Belastingontvangsten– 7 863 8251
2) Overige programma-ontvangsten Belastingdienst20 0001
3) Toename munten in circulatie– 20 0122
4) Aflossing securities ING, AEGON en SNS Reaal6 185 0003
5) Couponbetalingen fonds fin. Structuurversterking558 4163
6) Afdrachten Staatsloterij30 0003
7) Capital Relief Instrument (CRI)27 5003
8) Ontvangsten Back-up faciliteit ING– 249 1573
9) Dividend staatsdeelnemingen66 3993
10) Opbrengst verkoop vermogenstitels1 320 7493
11) Agio terugstorting– 20 0003
12) Winstafdracht DNB93 0003
12) Afdrachten Holland Casino– 21 5003
14) Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen12 0003
15) Premies exportkredietverzekering (EVK)– 10 0005
16) Schaderestituties exportkredietverzekering (EKV)40 0005
17) Verkoop onroerende zaken14 2007
18) Overige ontvangsten (saldo)28 480 
   
Stand 2e suppletore begroting 2009122 280 825 

Toelichting

1. Voor de toelichting op de mutaties van de belastingontvangsten wordt verwezen naar de Miljoenennota 2010 en de Najaarsnota 2009.

2. De mutatie is een saldo van hogere doorberekende vervolgingskosten, hogere ontvangsten aan schikkingen en lagere boeteopbrengsten.

3. De muntverwerkers hebben meer munten afgestort dan oorspronkelijk verwacht. In plaats van een toename van munten in circulatie is er een afname van munten in circulatie. Hierdoor wordt de geraamde ontvangst van € 20,0 mln. niet gerealiseerd. In tegenstelling tot een ontvangst is er een uitgave omdat de muntverwerkers van de Staat voor de afgestorte munten de nominale waarde van deze munten ontvangen. Zie ook de mutatie aan de uitgavenzijde.

4. Met ING, Aegon en SNS Reaal zijn overeenkomsten gesloten om een gedeelte van de in 2008 verstrekte securities vervroegd terug te kopen. Dit betreft de nominale waarde van de securities.

5. De couponbetalingen betreffen zowel de verschuldigde rente alsook een premie voor vervroegde terugbetaling, de zogenaamde repurchase fee. Deze repurchase fee is afhankelijk van de beurskoers van ING, Aegon en SNS Reaal. In bovenstaande tabel is alleen voor ING de repurchase fee opgenomen, aangezien er een minimum is afgesproken.

6. De aanvankelijk door de crisis verwachte omzetdaling blijkt erg mee te vallen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere verkoop van loten.

7. Dit betreft de verwachte premiebetaling van ABN AMRO aan de staat als vergoeding voor het Capital Relief Instrument.

8. Het saldo van de ontvangsten van de ING back-up faciliteit is lager dan oorspronkelijk geraamd. Dit komt voornamelijk door bijstelling in de raming (dit jaar komt één maand minder binnen dan oorspronkelijk geraamd) en meer ontvangsten uit de portefeuille dan verwacht.

9. Er zijn hogere dividendontvangsten van o.a. NS en de Gasunie dan oorspronkelijk geraamd.

10. De Staat heeft voor ongeveer € 970,7 mln. haar 95,4%-belang in de N.V. Westerscheldetunnel verkocht en voor € 350,0 mln. haar 100%-belang in Fortis Corporate Insurance verkocht.

11. Door de verkoop van de N.V. Westerscheldetunnel vervalt het nog te ontvangen agio.

12. Voornamelijk rente-effecten op de kapitaalmarkt en op de geldmarkt hebben ervoor gezorgd dat de winstafdracht DNB hoger is dan geraamd.

13. De lagere winstafdracht van Holland Casino wordt veroorzaakt door teruglopende bezoekersaantallen en door een reorganisatievoorziening.

14. Dit betreffen uitgaven voor de inhuur van advies van externen die voorgeschoten zijn door de Staat en verhaald kunnen worden op de financiële instellingen die kapitaal hebben ontvangen.

15. De EKV-premies zijn lager dan geraamd door een daling in het aantal afgesloten polissen.

16. De schaderestituties zijn naar boven bijgesteld omdat naar verwachting een deel van de schades die dit jaar zijn uitgekeerd zullen worden gerecupereerd.

17. De verkoopopbrengsten worden naar boven bijgesteld als gevolg van een aantal niet-geraamde, niet-agrarische verkopen waaronder de Papegaaienbek te Rotterdam.

2.2 De beleidsartikelen

Artikel 1 Belastingen

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 1 Belastingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Het ontwerpen van beleid gericht op het genereren van inkomsten en het realiseren van niet-fiscale doelstellingen van het overheidsbeleid en het onderhouden en versterken van de bereidheid van burgers en bedrijven tot nakoming van hun wettelijke verplichting ten aanzien van de BelastingdienstStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen3 612 9063 598 605199 5883 798 193
     
Uitgaven3 612 9063 598 605199 5883 798 193
Programma-uitgaven807 095805 595102 750908 345
Waarvan juridisch verplicht   908 345
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevorderen dat belastingplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen    
Heffings- en invorderingsrente800 000800 000100 000900 000
Overige programma-uitgaven7 0955 5952 7508 345
     
Apparaatsuitgaven2 805 8112 793 01096 8382 889 848
     
Ontvangsten131 887 469115 074 624– 7 837 138107 237 486
Programma-ontvangsten131 866 497115 053 652– 7 843 825107 209 827
Algemene doelstelling    
Belastingontvangsten130 628 544113 798 699– 7 863 825105 934 874
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevorderen dat belastingplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen    
Heffings- en invorderingsrente920 000920 000 920 000
Overige programma-ontvangsten317 953334 95320 000354 953
     
Apparaatsontvangsten20 97220 9726 68727 659

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven (+ € 199,6 mln.)

Garantieverplichtingen

In verband met de geringe omvang van de raming voor garantieverplichtingen van dit artikel, is geen aparte tabel budgettaire gevolgen voor garantieverplichtingen opgenomen. De gegevens over de garantieverplichtingen betreffende faillissementscuratoren procesrisico’s zijn verwerkt in bovenstaande tabel (verplichtingen). De raming in ontwerpbegroting, 1e en 2e suppletore begroting voor garantieverplichtingen bedraagt € 45 000. De uitgaven- en ontvangstenraming is 0.

Programma-uitgaven (+ € 102,8 mln.)

Heffings- en invorderingsrente (+ € 100,0 mln.)

De raming voor uitgaven heffings- en invorderingsrente wordt op basis van realisatiecijfers met € 100,0 mln. naar boven bijgesteld.

Overige programma-uitgaven (+ € 2,8 mln.)

De mutatie is een saldo van enkele tegenvallers door o.a. hogere proceskostenvergoedingen (+ € 3,8 mln.) en een laatste overboeking (– € 1 mln.) in het kader van het overhevelen van de rijksbijdrage WOZ-kosten naar het Gemeentefonds.

Apparaatsuitgaven (+ € 96,8 mln.)

De mutatie in de apparaatsuitgaven bestaat uit:

De toebedeelde loon- en prijsbijstelling (+ € 97,5 mln.)

Kasschuif Belastingdienst (– € 25,0 mln.)

Naar verwachting zullen enkele in 2009 voorziene uitgaven, pas in 2010 worden gerealiseerd. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2010. Het gaat o.a. om de betaling van een financiële correctie op exportsubsidies landbouwgoederen aan de EU en middelen in het kader van de projecten Complexiteitsreductie en Vooringevulde Aangifte.

Vervallen BTW-vrijstelling op postzendingen (+ € 7,3 mln.)

In het kader van de liberalisatie van de postmarkt, heeft het Kabinet besloten dat per 1 april 2009 de BTW-vrijstelling op meerstukszendingen van post vervalt. Dit betekent dat de Belastingdienst BTW moet gaan betalen over zijn postzendingen. In 2009 zijn deze uitgaven naar verwachting € 7,3 mln.

Kosten nieuwe accijnszegels (+ € 3,5 mln.)

Voor tabaksproducten is een nieuwe (beter beveiligde) accijnszegel ingevoerd. Tabaksproducenten hebben bij invoering daarvan, veel meer zegels besteld dan de gebruikelijke bestelhoeveelheden. Reden hiervoor is dat de producenten een bepaalde basisvoorraad willen hebben, die in één keer is besteld. De kosten voor de accijnszegels komen voor rekening van de Belastingdienst. De tegenvaller bedraagt € 3,5 mln.

Uitgaven i.v.m. werkzaamheden voor derden (+ € 6,1 mln.)

De Belastingdienst verricht werkzaamheden in opdracht van derden (zoals voor P-Direkt). De uitgaven hiervoor worden aan de opdrachtgevers doorbelast. De uitgavenen ontvangstenmutatie bedraagt € 6,1 mln. (zie ook de ontvangstenmutatie).

Overig (+ € 7,4 mln.)

Dit betreft diverse overboekingen van en naar andere departementen en nog enkele relatief kleine (technische) mutaties.

Ontvangsten

Programma-ontvangsten (– € 7 843,8 mln.)

Belastingontvangsten (– € 7 863,8 mln.)

Voor de toelichting op de mutaties van de belastingontvangsten wordt verwezen naar de Miljoenennota 2010 en de Najaarsnota 2009.

De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (beleidsartikel 1, tabel budgettaire gevolgen van beleid) is als volgt:

Tabel: aansluiting met begrotingstoelichting IXB, beleidsartikel 1 (x € 1 000)

 Stand ontwerpbegroting (1)Mutaties 1e suppletore begroting (2)Stand 1e suppletore begroting (3)Mutaties 2e suppletore begroting (4)Stand 2e suppletore begroting (5) = (3+4)
Totaal belastingontvangsten151 815 866– 16 828 193134 987 673– 7 442 659127 545 014
-/- Afdracht Gemeentefonds– 17 421 178– 49 944– 17 471 122– 230 055–17 701 177
-/- Afdracht Provinciefonds– 1 298 1802 760– 1 295 420– 33 484– 1 328 904
-/- Afdracht BTW-Compensatiefonds– 2 467 96445 532– 2 422 432– 157 627–2 580 059
      
Belastingontvangsten IXB130 628 544– 16 829 845113 798 699– 7 863 825105 934 874

Voor een toelichting op de afdracht Gemeente- en Provinciefonds en de afdracht BTW-compensatiefonds wordt verwezen naar de 2e suppletore begroting van de betreffende fondsen. Verschillen hebben betrekking op afrondingen.

Overige programmaontvangsten (+ € 20,0 mln.)

De mutatie is een saldo van hogere doorberekende vervolgingskosten (+ € 30,0 mln.), hogere ontvangsten aan schikkingen (+ € 5,0 mln.) en lagere boeteopbrengsten (€ 15,0 mln.).

Apparaatsontvangsten (+ € 6,7 mln.)

Werkzaamheden voor derden (+ € 6,7 mln.)

De Belastingdienst verricht werkzaamheden in opdracht van derden (zoals voor P-Direkt). De uitgaven hiervoor worden aan de opdrachtgevers doorbelast. De uitgaven- en ontvangstenmutatie bedraagt € 6,1 mln. (zie ook de uitgavenmutatie). Het verschil ad € 0,6 mln. betreft ontvangen vergoedingen voor perceptiekosten.

Artikel 2 Financiële Markten

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 2 Financiële Markten A. Garantieverplichtingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: een integer financieel stelsel, waarin de financiële markten goed functioneren, voldoende toegankelijk en transparant zijn en een gunstige internationale concurrentiepositie kennenStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen 197 260 000 197 260 000
     
Doelstelling 1 Goed functionerende financiële markten    
Garantieregeling bancaire leningen 197 260 000 197 260 000
     
Ontvangsten 109 1246 227115 351
premieontvangsten bancaire leningen 109 1246 227115 351

Toelichting

Ontvangsten

Premieontvangsten bancaire leningen (+ € 6,2 mln.)

De verwachte premieontvangsten met betrekking tot de geëffectueerde garanties zullen € 6,2 mln. hoger zijn dan eerder geraamd, namelijk € 115,3 mln.

B. overige verplichtingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: een integer financieel stelsel, waarin de financiële markten goed functioneren, voldoende toegankelijk en transparant zijn en een gunstige internationale concurrentiepositie kennenStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen64 93774 93753 719128 656
     
Uitgaven64 937160 471157 064317 535
Programma-uitgaven57 592151 773156 400308 173
Waarvan juridisch verplicht 147 055  
     
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten    
Uitkering DGS Icesave 85 534106 520192 054
Bijdrage toezicht AFM22 31327 5352 99330 528
Bijdrage toezicht DNB17 20519 1051 91921 024
Platform CentiQ2 7183 718– 2503 468
Rechtspraak financiële markten1 0001 000– 83917
Overige programma-uitgaven3909157922
Doelst. 2 Integer financieel stelsel    
Caribbean Financial Action Taskforce3232 32
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie    
Muntcirculatie13 93413 934– 4 7069 228
Afname munten in circulatie  50 00050 000
     
Apparaatsuitgaven7 3458 6986649 362
     
Ontvangsten25 57829 374– 13 00916 365
Totaal programma-ontvangsten25 57829 374– 13 00916 365
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten    
Overige programma-ontvangsten3824 1782 8607 038
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie    
Ontvangsten muntwezen5 1845 1844 1439 327
Toename munten in circulatie20 01220 012– 20 012 

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Uitkering Depositogarantiestelsel/Icesave (+ € 106,5 mln.)

Op 9 oktober 2008 is het maximumbedrag voor het depositogarantiestelsel met terugwerkende kracht tot 7 oktober 2008 verhoogd van € 40 000 tot € 100 000 (topping up). De oude limiet van € 40 000 en de regel dat boven een bepaald bedrag 90% wordt vergoed kwamen hiermee te vervallen.

Voor een bedrag van € 106,0 mln. heeft deze mutatie betrekking op de uitkeringen die vallen onder de Nederlandse topping up. Het bedrag van de Nederlandse topping up is voorgeschoten door De Nederlandsche Bank (DNB), maar is bij wijze van uitzondering voor rekening van de Nederlandse Staat1. De betalingsverplichting hiervoor was al in 2008 aangegaan. In de zomer is het duidelijk geworden dat DNB het voorgeschoten bedrag dit jaar nog zou terugvorderen.

Het restant (€ 0,5 mln.) van deze mutatie heeft betrekking op de uitkeringen uit hoofde van het IJslandse depositogarantiestelsel aan depositohouders bij Icesave.

Bijdrage toezicht AFM (+ € 3,0 mln.)

De hogere bijdrage aan de AFM dient merendeels ter dekking van tekorten die zich hebben voorgedaan bij het toezicht op financiële dienstverleners en het toezicht op prospectussen. Daarnaast is door het toedelen van loon- en prijsbijstelling het budget met € 0,6 mln. verhoogd.

Bijdrage toezicht DNB (+ € 1,9 mln.)

De verhoging betreft de bijdrage van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het toezicht op pensioenuitvoerders alsmede de reguliere toedeling van loon- en prijsbijstelling.

Platform Centiq (– € 0,3 mln.)

Betreft de overboeking naar ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in verband met de gezamenlijke CentiQ-Jongerencampagne «Blijf positief».

Rechtspraak Financiële Markten (– € 83 000)

De uitgaven voor de accountantskamer zullen naar verwachting € 83 000 lager zijn.

Overige programma-uitgaven (+ € 7 000)

De uitgaven aan het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening zijn hoger dan geraamd. De reden voor deze verhoging is de uitbreiding van taken van het orgaan en de noodzaak van ondersteunend personeel bij de uitvoering van deze extra taken en de reguliere taken.

Muntcirculatie (– € 4,7 mln.)

De uitgaven zijn lager dan oorspronkelijk geraamd omdat er minder munten zijn aangemaakt. Er worden alleen kleine denominaties geslagen. Ook is de oplage van de bijzondere munten lager dan oorspronkelijk begroot.

Afname munten in circulatie (+ € 50,0 mln.)

De muntverwerkers hebben meer munten afgestort dan oorspronkelijk verwacht. Zij ontvangen van de Staat hiervoor de nominale waarde van deze munten. (zie ook de mutatie «toename munten in circulatie» aan de ontvangstenzijde)

Ontvangsten

Overige programma-ontvangsten (+ € 2,9 mln.)

Deze mutatie betreft voor het overgrote deel (€ 2,6 mln.) de terugontvangst van een deel van de voor 2008 verstrekte overheidsbijdrage aan DNB.

Ontvangsten muntwezen (+ € 4,1 mln.)

Dit betreft lagere ontvangsten uit de verkoop van bijzondere munten en de afdracht van royalty’s voor dukaten (– € 2,1 mln.) en een hogere opbrengst uit de verkoop van schroot van de voormalige guldenmunten (+ € 6,2 mln.).

Toename munten in circulatie (– € 20,0 mln.)

De muntverwerkers hebben meer munten afgestort dan oorspronkelijk verwacht. In plaats van een toename van munten in circulatie wordt er per saldo een afname van munten in circulatie verwacht. Hierdoor wordt de geraamde ontvangst van € 20,0 mln. niet gerealiseerd. In tegenstelling tot een ontvangst is er een uitgave omdat de muntverwerkers van de Staat voor de afgestorte munten de nominale waarde van deze munten ontvangen. Zie ook de mutatie aan de uitgavenzijde «afname munten in circulatie».

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector A. Garantieverplichtingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Bedrijfseconomische doelmatigheid en optimaal financieel resultaat bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en vaste activa van de StaatStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen0033 882 08633 882 086
Voorwaardelijke verplichting Capital Relief Instrument  32 821 63932 821 639
Garanties en vrijwaringen (FCI, NS, WST en TenneT)  1 060 4471 060 447
     
Uitgaven3 12918 129 18 129
Programma-uitgaven3 12918 129 18 129
Waarvan juridisch verplicht   18 129
     
Doelstelling 1 Beheer van staatsdeelnemingen    
Eventuele schade-uitkeringen Capital Relief Instrument    
     
Overige programma-uitgaven    
Regeling BF3 12918 129 18 129
     
Ontvangsten52952927 50028 029
Programma-ontvangsten52952927 50028 029
     
Doelstelling 1 Beheer van staatsdeelnemingen    
Premie-inkomsten Capital Relief Instrument  27 50027 500
     
Overige programma-ontvangsten    
Regeling BF529529 529

Toelichting

Verplichtingen

Voorwaardelijke verplichting Capital Relief Instrument (+ € 32,8 mld.)

Deze mutatie betreft de voorwaardelijke verplichting die de Staat jegens ABN AMRO is aangegaan, waarmee op de balans van ABN AMRO een verlaging van de risico-gewogen activa (RWA’s) wordt bewerkstelligd. Hiermee neemt de Staat het kredietrisico over op een gelimiteerde Nederlandse hypotheekportefeuille.

Garanties en vrijwaringen (+ € 1 060,4 mln.)

Deze verplichting behelst vier specifieke garanties en vrijwaringen. Het betreft (i) een BTW-vrijwaring in verband met de verkoop van de Westerscheldetunnel, (ii) een vrijwaring voor een mogelijke claim inzake de tropische storm «Ike» verband houdende met de verkoop van FCI, (iii) een garantieverplichting voor leningen die de NS heeft uitstaan bij Eurofima1 en (iv) een garantie aan TenneT Orange B.V. ten behoeve van de Stichting Beheer Doelgelden.

Ontvangsten

Premie-inkomsten Capital Relief Instrument (+ € 27,5 mln.)

Dit betreft de verwachte premiebetalingen van ABN AMRO aan de Staat als vergoeding voor het capital relief instrument.

B. Overige verplichtingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Bedrijfseconomische doelmatigheid en optimaal financieel resultaat bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en vaste activa van de StaatStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen9 09110 602 1001 695 52212 297 622
Fonds Financiële Structuurversterking 6 250 000 6 250 000
     
Uitgaven9 0914 352 1001 695 5226 047 622
Programma-uitgaven3 3004 340 0011 657 5805 997 581
Waarvan juridisch verplicht 4 340 0011 657 5805 997 581
     
Doelstelling 1 Beheer van staatsdeelnemingen    
Mandatory Convertible Note  800 000800 000
     
Doelstelling 2 Aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen    
Verwerving vermogenstitels 412 667 412 667
     
Doelstelling 3 Doelmatige inzet van activa    
PPS5004 500– 1 0503 450
Onderhouds- en beheerskosten GOB2 8002 800– 2 8000
     
Back-up faciliteit ING    
Management fee 110 757– 56 75754 000
Funding fee 3 809 27736 7233 846 000
     
Overige programma-uitgaven    
Uitvoeringskosten tijdelijke regeling subsidie tankstations    
Afkoop exploitatiebijdrage Westerscheldetunnel  881 464881 464
     
Apparaatsuitgaven5 79112 09937 94250 041
Personeel en materieel3 5754 983– 1 6973 286
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen2 2167 11639 63946 755
     
Ontvangsten2 041 2696 449 4017 974 90714 424 308
     
Programma-ontvangsten2 041 2696 449 4017 974 90714 424 308
Doelst. 1 Beheer van staatsdeelnemingen    
Opbrengst Onttrekking vermogenstitels100 0000 0
Dividend staatsdeelnemingen569 255460 25566 399526 654
Rente en aflossing div. leningen71 01471 014 71 014
Winstafdracht DNB1 146 0001 101 00093 0001 194 000
Afdrachten Holland Casino45 00010 000– 21 500– 11 500
Afdrachten Staatsloterij90 00060 00030 00090 000
Terugstorting agio20 00020 000– 20 0000
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen  12 00012 000
Renteontvangsten Mandatory Convertible Note    
     
Doelstelling 2 Aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen    
Opbrengst verkoop vermogenstitels  1 320 7491 320 749
     
Overige programma-ontvangsten    
Aflossing securities ING, Aegon en SNS Reaal  6 185 0006 185 000
Couponbetalingen fonds fin. structuurversterking 577 975558 4161 136 391
Tijdelijke regeling subsidie tankstations    
     
Back-up faciliteit ING    
Verwachte portefeuille ontvangsten 4 106 170– 345 1703 761 000
Correctie naar aanleiding van Europese Commissie  21 00021 000
Garantie fee 42 98775 013118 000

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Mandatory Convertible Note (+ € 800,0 mln.)

De MCN betreft een verplicht converteerbare lening aan ABN AMRO met een betaling van een vaste coupon tot het moment dat de lening wordt geconverteerd.

PPS in de zorgsector (– € 1,0 mln.)

Voor pps in de zorgsector is het onwaarschijnlijk dat dit jaar de beoogde projecten gestart zullen worden. Hierdoor zal het budget niet volledig benut worden.

Zuidas (– € 50 000)

Voor het opzetten van een levensvatbare business case is een rijksvertegenwoordiger aangesteld. Deze mutatie betreft de bijdrage van Financiën in de kosten.

Onderhouds- en beheerskosten GOB (– € 2,8 mln.)

Er heeft een interne verschuiving binnen de begroting IXB plaatsgevonden in verband met het project vliegveld Twente. Dit project wordt onderbracht bij het RVOB en dientengevolge overgeboekt van artikel 3 naar artikel 7. binnen de begroting IXB (€ 2,8 mln.).

Illiquid Assets back-up facility (IABF)

Op 26 januari 2009 is een transactie overeengekomen tussen ING en de Nederlandse Staat. Met deze transactie heeft de Nederlandse Staat 80% van het risico op de gesecuritiseerde hypothekenportefeuille van ING overgenomen1. In de 1e suppletore begroting is voor de IABF een raming opgenomen bestaande uit vier kasstromen. Twee kasstromen betreffen uitgaven (funding fee en management fee) en twee kasstromen betreffen ontvangsten (portefeuille ontvangsten en de garantiefee).

Recentelijk is een additionele betaling overeengekomen tussen ING en de Nederlandse Staat ten aanzien van de Illiquid Assets Back-up Facility. Het betreft een betaling van ING aan de Staat die overeenkomt met een verlaging van de funding fee en een verhoging van de garantiefee. Hiervoor zijn er in de 2e suppletore begroting twee nieuwe kasstromen voor de Illiquid Assets Back-up Facility opgenomen aan de ontvangstenkant (verhoging van de garantie fee en correctie betreffende funding fee naar aanleiding van de Europese Commissie)1.

Het saldo van de ontvangsten en uitgaven van de IABF na verwerking van de mutaties is in de tweede suppletore € 0 mln. De reden hiervoor is dat in 2009 iets meer wordt betaald op de funding, (omdat voldoende binnenkomt aan de ontvangstenkant van de portefeuille), hierdoor betaalt de Staat later minder.

Dit wil overigens niet zeggen dat het positieve saldo van de kasstromen dat voor 2009 in de 1e suppletore begroting is gepresenteerd (€ 229,0 mln.) niet wordt gerealiseerd. Het positieve saldo wordt ingezet om versneld te voldoen aan de verplichting onder de funding fee. De mutaties in de uitgaven van de IABF worden hieronder toegelicht. Mutaties op de ontvangsten van de IABF worden verderop toegelicht.

Funding fee (+ € 36,7 mln.)

De funding fee uitgaven zijn met € 36,7 mln. naar boven bijgesteld. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste is de raming in de 1e suppletore begroting gebaseerd op een heel jaar met 12 maandelijkse betalingen. Omdat de transactie later dan 1 januari 2009 is afgesloten vinden echter minder betalingen plaats. Als laatste kent de funding fee een opwaartse bijstelling doordat dat het positieve saldo voor de Staat gebruikt wordt om versneld te voldoen aan de verplichting onder de funding fee. De Nederlandse Staat heeft tot nu toe namelijk alles wat ontvangen is op de transactie ook terugbetaald aan ING.

Management fee (– € 56,8 mln.)

In maart is de fee structuur nader uitgewerkt als onderdeel van de voorlopige goedkeuring door de Europese Commissie. Dit heeft geresulteerd in een verlaging van de management fee2.

Afkoop exploitatiebijdrage Westerscheldetunnel (+ € 881,5 mln.)

Dit betreft de afkoop van de exploitatiebijdrage van de Staat aan de N.V. Westerscheldetunnel in verband met de verkoop van de N.V. Westerscheldetunnel.

Personeel en materieel (– € 1,8 mln.)

Er is sprake van onderuitputting van circa € 1,8 mln.

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 39,6 mln.)

De hogere uitgaven voor de inhuur van advies van externen wordt voornamelijk veroorzaakt door het beheer van de in 2008 verworven deelnemingen en het daarvoor benodigde advies op juridisch, strategisch en financieel gebied. Een deel van deze uitgaven wordt doorbelast aan de deelnemingen. Zie de toelichting bij de ontvangsten.

Ontvangsten

Dividend staatsdeelnemingen (+ € 66,4 mln.)

De hogere dividendontvangst betreft regulier dividend. Het verschil wordt voornamelijk verklaard door een hogere ontvangst van een aantal staatsdeelnemingen, waaronder de NS en de Gasunie.

Winstafdracht DNB (+ € 93,0 mln.)

Voornamelijk rente-effecten op de kapitaalmarkt en op de geldmarkt hebben ervoor gezorgd dat de winstafdracht DNB hoger is dan geraamd

Afdrachten Holland Casino (– € 21,5 mln.)

De winstafdrachten van Holland Casino vallen tegen. Dit wordt veroorzaakt door (i) een lagere winstverwachting in 2009 door teruglopende bezoekersaantallen en bestedingen vanwege economische malaise en (ii) door reorganisatievoorzieningen. Per saldo betekend dit een terugbetaling van € 11,5 mln. van de Staat aan Holland Casino, omdat er in 2008 door Holland Casino teveel winst is afgedragen.

Afdrachten Staatsloterij (+ € 30,0 mln.)

De aanvankelijk door de crisis verwachte omzetdaling blijkt erg mee te vallen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere verkoop van loten, als gevolg van de hoge Jackpotstanden. Dit leidt tot hoger dan geraamde afdrachten van de Staatsloterij.

Terugstorting agio (– € 20,0 mln.)

Door de verkoop van de N.V. Westerscheldetunnel, vervalt de reeks aan nog te ontvangen agio.

Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 12,0 mln.)

Er is voor € 12,0 mln. aan kosten voor de inhuur van advies van externen voorgeschoten door de Staat. Dit kan verhaald worden op de financiële instellingen die kapitaal hebben ontvangen.

Opbrengst verkoop vermogenstitels (+ € 1,3 mld.)

De Staat heeft voor ongeveer € 970,7 mln. haar 95,4%-belang in de N.V. Westerscheldetunnel verkocht en voor € 350,0 mln. haar 100%-belang in Fortis Corporate Insurance verkocht.

Aflossing securities ING, Aegon en SNS Reaal (+ € 6,185 mld.)

Met ING, Aegon en SNS Reaal zijn overeenkomsten gesloten om een gedeelte van de in 2008 verstrekte securities vervroegd terug te kopen. Dit betreft de nominale waarde van de securities.

Couponbetalingen fonds financiële structuurversterking (+ € 558,4 mln.)

De couponbetalingen betreffen zowel de verschuldigde rente alsook een premie voor vervroegde terugbetaling, de zogenaamde repurchase fee. Deze repurchase fee is afhankelijk van de beurskoers van ING, Aegon en SNS Reaal. In bovenstaande tabel is alleen voor ING de repurchase fee opgenomen, aangezien er alleen voor ING een minimum is afgesproken.

Portefeuille-ontvangsten (– € 345,2 mln.)

De portefeuille-ontvangsten zijn per saldo € 346,0 mln. neerwaarts bijgesteld. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste is de raming in de 1e suppletore begroting gebaseerd op een heel jaar met 12 maandelijkse betalingen. Omdat de transactie later dan 1 januari 2009 is afgesloten vinden echter minder betalingen plaats. Als laatste is de raming opwaarts bijgesteld als gevolg van vervroegde aflossing op de onderliggende hypotheekportefeuille.

Garantie fee (+ € 75,0 mln.)

In maart is de fee structuur nader uitgewerkt als onderdeel van de voorlopige goedkeuring door de Europese Commissie. Dit heeft geresulteerd in een verhoging van de garantiefee.

Correctie naar aanleiding van Europese Commissie (+ € 21,0 mln.)

In de 2e suppletore begroting zijn twee nieuwe kasstromen voor de Illiquid Assets Back-up Facility opgenomen naar aanleiding van de gesprekken met de Europese Commissie . Hierdoor stijgen de ontvangsten in 2009. De eerste betaling voor de extra garantiefee vindt pas in 2010 plaats.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

A. Garantieverplichtingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: een financieel-economisch gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkelingStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen113 44517 670 281148 14717 818 428
     
Doelstelling 2 Effectieve en efficiënte IFI’s    
Multilaterale ontw.banken en -fondsen, EIB inzake overeenkomsten Lomé en Cotonou, DNB inzake En, kredietfaciliteiten BIS en EU betalingsbalansfaciliteit113 44517 670 281148 14717 818 428
     
Uitgaven00 0
Programma-uitgaven    
     
Ontvangsten00 0
Programma-ontvangsten    

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van de garantieverplichting is gevolg van door wisselkoersveranderingen op uitstaande garanties aan de Wereldbank (+ € 158,1 mln.) en doordat de omvang van de Nederlandse bilaterale lening aan het IMF is bijgesteld van € 5,32 mld. naar € 5,31 mld. Deze bijstelling is het gevolg van de intentie van Malta om ook een deel van de door Europa toegezegde € 75 mld. bij te dragen. Malta draagt ongeveer 120 mln. bij, het Nederlandse aandeel in de totale bijdrage van € 75 mld. is hierdoor met € 10 mln. gedaald (– € 10,0 mln.).

B. Overige verplichtingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: een financieel-economisch gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkelingStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen2 3952 546992 645
Betalingsverplichtingen2 3952 546992 645
     
Uitgaven161 55297 4239997 522
Programma-uitgaven159 15794 877 94 877
Waarvan juridisch verplicht159 15794 877 94 877
     
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI’s    
Instrument: deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen159 15794 877 94 877
Apparaatsuitgaven2 3952 546992 645
     
Ontvangsten    
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI’s11 69911 699 11 699
Ontvangsten11 69911 699 11 699

Artikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties A. Garantieverplichtingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Een complete markt voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en aan investeringen in het buitenlandStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen11 936 05611 936 0561 500 00013 436 056
EKV11 332 27611 332 276 11 332 276
Omzetpolissen  1 500 0001 500 000
TRhi453 780453 780 453 780
MIGA150 000150 000 150 000
     
Uitgaven105 500165 500140 000305 500
     
Programma-uitgaven105 500165 500140 000305 500
Waarvan juridisch verplicht 140 675 280 725
     
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten    
Schade-uitkering EKV105 000165 000130 000295 000
Schade-uitkering TRhi500500 500
Schade-uitkering MIGA    
Schade-uitkering omzetpolissen 010 00010 000
     
Ontvangsten101 250161 25030 000191 250
     
Programma-ontvangsten101 250161 25030 000191 250
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten    
Premies EKV40 00040 000– 10 00030 000
Premies TRhi1 2501 250 1 250
Schaderestituties EKV60 000120 00040 000160 000

Toelichting

Uitgaven

Garantieverplichting omzetpolissen (+ € 1,5 mld.)

In juni is de Tijdelijke aanvullende Staatskredietverzekering (TASK) opgericht. Dit is een faciliteit die zich richt op kortlopende kredietverzekeringen, de zogenaamde omzetpolissen. De faciliteit heeft een maximale omvang van € 1,5 mld.

Schade-uitkering EKV (+ € 130,0 mln.)

Vanwege de economische omstandigheden doen zich meer schades voor dan oorspronkelijk geraamd. Hierdoor is de schaderaming naar boven bijgesteld.

Schade-uitkering omzetpolissen (+ € 10,0 mln.)

Voor eventuele schade die voortvloeit uit TASK is een voorziening van € 40,0 mln. gecreëerd. Met het ministerie van Economische Zaken is overeengekomen dat indien er schade valt, zij de helft van de lasten op zich nemen. Voor 2009 is hiervoor € 10,0 mln. geraamd.

Ontvangsten

Premies EKV (– € 10,0 mln.)

De premie-inkomsten hangen samen met het aantal afgesloten polissen. Vanwege een daling in het aantal afgesloten polissen, vallen de premie-inkomsten tegen.

Schaderestituties EKV (+ € 40,0 mln.)

De verwachting is dat een groot gedeelte van de door de economische omstandigheden veroorzaakte schade dit jaar gerecupereerd zal worden. Hierdoor is de raming naar boven bijgesteld.

B. Overige verplichtingen Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: Een complete markt voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en aan investeringen in het buitenlandStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen14 26314 26310614 369
     
Uitgaven14 26314 26310614 369
Programma-uitgaven00 0
     
Apparaatsuitgaven14 26314 26310614 369
Personeel en materieel1 4071 407561 463
Kostenvergoeding Atradius DSB12 85612 8565012 906

Artikel 7 Beheer materiële activa

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 7 Beheer materiële activa Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: roerende en onroerende zaken voor het Rijk worden op doelmatige wijze verworven, beheerd en vervreemd en de allocatie van onroerende zaken voor het Rijk is optimaalStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen105 243115 770– 4 683111 087
     
Uitgaven105 243115 770– 2 508113 262
Programma-uitgaven83 48393 908– 6 19387 715
Waarvan juridisch verplicht 51 504 87 115
doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed    
Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling25 00025 000– 15 00010 000
doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken    
Onderhoud en beheerskosten8 97917 404– 3 70013 704
Zakelijke lasten45 91547 9154 80052 715
Overige programmauitgaven3 5893 5897 70711 296
doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken00 0
     
Apparaatsuitgaven21 76021 8623 68525 547
Waarvan bijdrage BLD RVOB20 41520 415 20 415
     
Ontvangsten167 133216 13322 763238 896
Programma-ontvangsten166 954215 95422 611238 565
doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed    
Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling 3 589 3 5894114 000
doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken    
Verkoop onroerende zaken46 54571 54514 20085 745
Beheersontvangsten89 92095 920 95 920
Overige programma-ontvangsten25 40043 4008 00051 400
doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken    
Verkoop roerende zaken1 5001 500 1 500
     
Apparaatsontvangsten179179152331

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Anticiperende aankopen (– € 15,0 mln.)

Het beschikbare budget (€ 25,0 mln.) zal in 2009 niet worden uitgeput.

Onderhouds- en beheerskosten (– € 3,7 mln.)

De uitgaven met betrekking tot de berging van het VOC-schip (– € 4,0 mln.) en de safehouses (– € 2,5 mln.) zullen naar alle waarschijnlijkheid dit jaar niet meer gerealiseerd worden en doorschuiven naar 2010. Daarnaast heeft er een interne verschuiving binnen de begroting IXB plaatsgevonden in verband met het project vliegveld Twente. Dit project wordt onderbracht bij het RVOB en dientengevolge overgeboekt van artikel 3 naar artikel 7 (+ € 2,8 mln.).

Zakelijke lasten (+ € 4,8 mln.)

Door wijzigingen in de Waterschapswet met betrekking tot de wijze van heffing van waterschapslasten wordt ca. voor € 1,5 mln. meer uitgaven verwacht. Hiernaast worden met betrekking tot de overige zakelijke lasten hogere uitgaven verwacht als gevolg van het functioneren door het RVOB als centraal loket binnen de Rijksoverheid.

Overige programmauitgaven (+ € 7,7 mln.)

Ingevolge de fusie tot het Rijksvastgoed en -ontwikkelingsbedrijf zijn de plankosten RVOB overgeheveld van het ministerie van VROM naar het ministerie van Financiën.

Apparaatsuitgaven (+ € 1,7 mln.)

Per 1 juli zijn het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf en Domeinen Onroerende Zaken gefuseerd tot het Rijksvastgoed en -ontwikkelingsbedrijf. De apparaatsmiddelen RVOB zijn ingevolge de fusie overgeheveld van de begroting van het ministerie van VROM naar de begroting van Financiën.

Ontvangsten

Anticiperende aankopen (+ € 0,4 mln.)

De lening Greenport Venlo 1 zal dit najaar waarschijnlijk vervroegd worden afgelost.

Verkoop onroerende zaken (+ € 14,2 mln.)

De verkoopopbrengsten worden naar boven bijgesteld als gevolg van een aantal niet-geraamde, niet-agrarische verkopen, waaronder de Papegaaienbek te Rotterdam ter hoogte van € 11,0 mln.

Overige programma-ontvangsten (+ € 8,0 mln.)

Het topdeel van de ontvangsten uit hoofde van de gehouden benzineveilingen vallen mee.

Apparaatsontvangsten (+ €  0,2 mln.)

Het betreft de bijdragen van de bij de RVR aangesloten diensten in personeels- en RIV-kosten, alsook de bijdragen van RGD, COA, RVOB en DLG in de kosten van deelname aan de Professionele Vastgoeddagen.

Artikel 8 Financieel-economisch beleid van de overheid

Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 8 Financieel-economisch beleid van de overheid Bedragen x € 1 000

Algemene beleidsdoelstelling: de bij burgers en bedrijven geïnde middelen worden zuinig en goed besteed voor de levering van overheidsvoorzieningen, waarbij negatieve neveneffecten – waaronder administratieve lasten – zoveel mogelijk worden beperktStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen37 38838 5622 24040 802
     
Uitgaven37 38838 5622 24040 802
Programmauitgaven9 4009 3301 41010 740
Waarvan juridisch verplicht 9 3301 41010 740
     
Doelst. 4 Verminderen regeldruk voor bedrijven    
Vermindering regeldruk9 4009 3301 41010 740
     
Apparaatsuitgaven27 98829 23283030 062
     
Ontvangsten5 7185 759 5 759
Apparaatsontvangsten5 7185 759 5 759

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Programmauitgaven (+ € 1,4 mln.)

Het programma Vermindering Regeldruk Bedrijven heeft te maken met verplichten uit het jaar 2008 die leiden tot kasuitgaven in 2009 op het terrein van de voucherregeling, communicatiecampagne en meting en onderzoek van inhoudelijke nalevingskosten. Daarnaast heeft een aantal overboekingen vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties plaatsgevonden met betrekking tot het burgerdeel van het programma.

2.3 Niet-beleidsartikelen

Artikel 9 Algemeen

Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand Ontwerpbegroting 2009 naar de stand 2e suppletore begroting 2009 – artikel 9 Algemeen Bedragen x € 1 000

Algemeen:Stand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3)
Verplichtingen137 786141 5234 296145 819
     
Uitgaven137 786141 5234 296145 819
Totaal apparaatsuitgaven137 736141 4734 296145 769
Apparaatsuitgaven130 136133 8734 296138 169
Uitvoeringskosten omslagstelsel Rijkswagenpark7 6007 600 7 600
     
Tegoeden WOII5050 50
     
Ontvangsten13 13611 682 11 682
Apparaatsontvangsten5 5364 082 4 082
Omslagstelsel Rijkswagenpark7 6007 600 7 600

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Apparaatsuitgaven (+ € 4,3 mln.)

De mutatie is voornamelijk het gevolg van de loonbijstelling (+ € 2,6 mln.) en de prijsbijstelling (+ € 1,7 mln.) die zijn uitgekeerd na de 1e suppletore begroting. Daarnaast zijn er enkele kleine neerwaartse mutaties.

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien

Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting 2009 naar de stand 2e suppletore begroting 2009 Bedragen x € 1 000

Nominaal en onvoorzienStand ontwerpbegroting (1)Stand 1e suppletore begroting (2)Mutaties 2e suppletore begroting (3)Stand 2e suppletore begroting (4)= (2+3)
Verplichtingen4 834119 880– 112 7097 171
     
Uitgaven4 834119 880– 112 7097 171
Onvoorzien4 53111 681– 4 5107 171
Loonbijstelling088 035– 88 0350
Prijsbijstelling30320 164– 20 1640

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Uitgaven (– € 112,7 mln.)

De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door het verdelen van de loon- en prijsbijstelling over de organisatie-onderdelen van het ministerie van Financiën. Deze loon- en prijsbijstelling is bij de 1ste suppletore tijdelijk geparkeerd op artikel 10. Zie de onderstaande tabel voor de verdeling over de loon- en prijsgevoelige artikelen.

Verdeling loonbijstelling, voor zowel verplichtingen als uitgaven bedragen x € 1000

Art.nr.OmschrijvingLoonbijstellingPrijsbijstelling
1.1Apparaat DG Fiscale Zaken59529
1.2Apparaat Belastingdienst & DG Belastingdienst81 71115 173
1.26Overige programma uitgaven 1 102
2.1Apparaat Financiële Markten27522
2.25.1Bijdrage toezicht AFM468135
2.25.5Bijdrage toezicht DNB32594
3.1Apparaat Financieringen13021
3.25Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen 39
4.1Apparaat Buitenl. Fin.Betrekkingen936
5.1Apparaat Exportkredietverzekering524
5.2Kostenvergoeding Atradius DSB 50
7.1Apparaat Domeinen & Vastgoed6881 277
8.1Apparaat DG Rijksbegroting & Alg.Fin.Ec.Politiek870146
9.1Apparaat Centr.directies en algemeen2 6471 717
10.20Nominaal en onvoorzien321
IXAOverboeking prijsbijstelling18128
 Totaal van de verdeling88 03520 164
Licence