Base description which applies to whole site

nr. 2MEMORIE VAN TOELICHTING NAJAARSNOTA

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Bij een wetsvoorstel tot een begrotingswijziging wordt geen algemene toelichting opgenomen. De beleidsinhoudelijke toelichting bij de begrotingsstaat wordt opgenomen in onderdeel B van de memorie van toelichting (de begrotingstoelichting).

Wetsartikel 1 t/m 3

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2009 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenaamde begrotingstoelichting).

Tevens wordt in onderdeel B een actueel beeld gegeven van de uitgaven onder het Budgettair Kader Zorg (BKZ) en van de financiering van de zorgsector in het jaar 2009.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

De mutaties in deze suppletore begrotingswet bestaan uit herschikkingen binnen de begrotingsuitgaven of binnen de premie-uitgaven, uit overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken, uit financieringsverschuivingen tussen premiemiddelen en begrotingsmiddelen en uit middelen die generaal aan de VWS-begroting zijn toegevoegd, dan wel middelen die generaal ten gunste komen van het EMU-saldo. De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Najaarsnota 2009, die de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt.

Om de leesbaarheid van de toelichting op de beleidsartikelen te bevorderen zijn de volgende beginselen toegepast voor het toelichten van de mutaties:

1. Naast de beleidsmatig relevante mutaties worden de mutaties toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag voor de programma-uitgaven op doelstellingsniveau hoger is dan 3% van de stand vastgestelde begroting of groter dan € 3 miljoen. Deze norm wordt eveneens gehanteerd bij de ontvangsten.

2. De apparaatsuitgaven in de beleidsartikelen zijn in relatie tot de beleidsuitgaven gering van omvang. Daarom worden alleen verschillen die groter zijn dan 10% van de vastgestelde begroting toegelicht.

3. Mutaties die afzonderlijk lager zijn dan deze criteria en/of die betrekking hebben op interne verrekeningen binnen de administratie van VWS, staan gesaldeerd toegelicht met de algemene tekst Overige mutaties. Hierdoor kan dat saldo uiteindelijk hoger zijn dan de bovengenoemde criteria.

4. Voor wat betreft de verplichtingenmutaties wordt per artikel enkel het saldo weergegeven;

Voor wat betreft de premie-uitgaven en -ontvangsten worden in principe alleen mutaties die groter zijn dan € 10 miljoen toegelicht. In enkele gevallen is om beleidsmatige redenen van deze regel afgeweken en zijn ook kleinere mutaties toegelicht.

In paragraaf 2 wordt het beleid met betrekking tot de begrotingsuitgaven- en ontvangsten besproken.

In paragraaf 3 wordt het beleid met betrekking tot de artikelsgewijze toelichting per (niet-)beleidsartikel gepresenteerd. In paragraaf 4 worden de relevante premie-uitgaven en premieontvangsten toegelicht.

2. HET BELEID MET BETREKKING TOT DE BEGROTINGSUITGAVEN EN -ONTVANGSTEN

In paragraaf 2.1 worden de onderwerpen vermeld waarvoor deze begrotingswet de wettelijke basis vormt. In paragraaf 2.2 staan de openingsbalansen van de tijdelijke baten-lastendiensten i.o. Almata (voorheen Den Engh) en De Lindenhorst.

Tijdens de behandeling van de 1e suppletore begroting 2009 zijn geen amendementen of moties aangenomen.

2.1. Wettelijke basis

In deze paragraaf worden de onderwerpen vermeld waarvoor deze begrotingswet de wettelijke basis vormt. Dit betreft:

Eerstelijnscentra in nieuwbouwgebieden

In 2009 en in 2010 is € 3,0 miljoen per jaar beschikbaar gesteld voor de tijdelijke subsidievoorziening voor geïntegreerde eerstelijnscentra in grootschalige nieuwbouwgebieden. De hieronder genoemde centra hebben hiervoor een verzoek ingediend.

Bedragen x € 1 000

Stichting Gezondheidscentrum Broekpolder 191
Gezondheidscentra Haarlemmermeer 300
Stichting Zorg in De Grootte Wielen 110
Stichting Gezondheidscentrum Nesselande Noord 300
Stichting Gezondheidszorg 3B 300

Buiten deze genoemde centra is er ook voor andere centra de mogelijkheid een subsidieverzoek in te dienen. De voorwaarden zijn beschreven in de brief «Geïntegreerde eerstelijnscentra in VINEX-gebieden» van 15 mei 2009 (Tweede Kamer 2008–2009, 29 247, nr. 92).

Ambulance in Zeeland

Sinds 7 februari 2009 is er, mede op verzoek van de Tweede Kamer (spoeddebat bevallingszorg Zeeland van 14-1-2009), een extra ambulance gestationeerd in de kop van Walcheren in Zeeland. De sluiting van de afdeling verloskunde in het ziekenhuis in Middelburg lag aan deze wens van de Kamer ten grondslag. Het ziekenhuis in Goes is de overgebleven locatie voor verloskunde en de inwoners van de kop van Walcheren zouden daar niet binnen 45 minuten kunnen zijn als er geen ambulance in de buurt is gestationeerd. Via een subsidie aan de Regionale Ambulance Voorziening Zeeland zijn de extra kosten (€ 428 000) betaald die gepaard gingen met de snelle stationering van deze ambulance.

Ambulances BES-eilanden

De eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba vormen samen de BES-eilanden. In 2009 is door VWS € 900 000 voor de aanschaf van ambulances en bijbehorende kosten op de BES-eilanden beschikbaar gesteld. In 2010 wordt hiervoor aanvullend € 452 500 beschikbaar gesteld. De subsidie wordt verleend aan Stichting Fundashon Mariadal.

Daarnaast is door VWS in 2009 € 1,46 miljoen beschikbaar gesteld voor de aanschaf van medische apparatuur ten behoeve van ziekenhuiszorg op Bonaire.

2.2 Openingsbalansen tijdelijke baten-lastendiensten i.o. Almata en De Lindenhorst

Sinds 1 februari 2009 opereren de tijdelijke baten-lastendiensten i.o. Almata (voorheen Den Engh) en De Lindenhorst als instellingen voor gesloten jeugdzorg onder de verantwoordelijkheid van de minister voor Jeugd en Gezin. Omdat het om rijksinstellingen gaat en VWS de beheersfuncties voor Jeugd en Gezin uitvoert, ressorteren de instellingen onder VWS. Het voornemen om de instellingen de tijdelijke baten-lastenstatus toe te kennen is bij brief van 30 maart 2009 aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakt. Op 2 september 2009 heeft de Tweede Kamer het voornemen voor kennisgeving aangenomen.

Hieronder worden de openingsbalansen van de tijdelijke baten-lastendiensten i.o. Almata en De Lindenhorst weergegeven. Beide openingsbalansen zijn voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring van de Rijksauditdienst.

Openingsbalans tijdelijke baten-lastendienst i.o. Almata Jeugdzorg Plus (voorheen Instelling voor gesloten jeugdzorg Den Engh) per 1 februari 2009Bedragen x € 1 000
Activa 
Materiële vaste activa 2 878
– schepen, installaties en inventarissen2 720
– activa in uitvoering158
Voorraden 193
Debiteuren 369
Nog te ontvangen/vooruitbetaald 546
Liquide middelen 22
Totaal activa4 008
  
Passiva 
Eigen vermogen 344
– exploitatiereserve344
Leningen bij het Ministerie van Financiën PM
Voorziening 1 145
Crediteuren 479
Nog te betalen/vooruitontvangen 2 040
Totaal passiva4 008

Toelichting openingsbalans tijdelijke baten-lastendienst i.o. Almata

De openingsbalans is opgesteld conform de Regeling baten-lastendiensten 2007. De activa en passiva zijn opgenomen tegen de nominale waarde inclusief omzetbelasting, tenzij anders vermeld.

Activa

• De materiële activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs minus afschrijvingen. De afschrijving is lineair op basis van de verwachte levensduur.

Passiva

• Het eigen vermogen is opgebouwd uit een exploitatiereserve die resteert na de afrekening over 2008 met het hoofdkantoor Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

• De Regeling baten-lastendiensten 2007 schrijft voor dat in de openingsbalans tegenover de langlopende bezittingen een langlopende schuld aan het ministerie van Financiën wordt opgenomen (initiële lening). Per 1 februari 2009 had Almata ter financiering van de over te nemen vaste activa (€ 2,7 miljoen) nog geen lening bij het ministerie van Financiën afgesloten. Daarom is in de openingsbalans als vermelding PM opgenomen. Inmiddels is de initiële lening aangevraagd.

• In 2008 heeft een reorganisatie plaatsgevonden. In 2008 is een voorziening getroffen ter dekking van de reorganisatiekosten.

Openingsbalans tijdelijke baten-lastendienst i.o. Instelling voor gesloten jeugdzorg De Lindenhorst per 1 februari 2009Bedragen x € 1 000
Activa 
Materiële vaste activa 401
– installaties en inventarissen401
Nog te ontvangen/vooruitbetaald 773
Liquide middelen 46
Totaal activa1 220
  
Passiva 
Eigen vermogen 0
– exploitatiereserve0
Leningen bij het Ministerie van Financiën PM
Nog te betalen/vooruitontvangen 1 220
Totaal passiva1 220

Toelichting openingsbalans tijdelijke baten-lastendienst i.o. De Lindenhorst

De openingsbalans is opgesteld conform de Regeling baten-lastendiensten 2007. De activa en passiva zijn opgenomen tegen de nominale waarde inclusief omzetbelasting, tenzij anders vermeld.

Activa

• De materiële activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs minus afschrijvingen. De afschrijving is lineair op basis van de verwachte levensduur.

Passiva

• In het overgangsprotocol tussen de ministeries van Justitie en VWS is afgesproken dat De Lindenhorst overgaat zonder eventuele negatieve saldoproblematiek. Daarom bedraagt het eigen vermogen € 0.

• De Regeling baten-lastendiensten 2007 schrijft voor dat in de openingsbalans tegenover de langlopende bezittingen een langlopende schuld aan het ministerie van Financiën wordt opgenomen (initiële lening). Per 1 februari 2009 had De Lindenhorst ter financiering van de over te nemen vaste activa (€ 0,4 miljoen) nog geen lening bij het ministerie van Financiën afgesloten. Daarom is in de openingsbalans als vermelding PM opgenomen. Inmiddels is de initiële lening aangevraagd.

• De door De Lindenhorst aan DJI te betalen vergoeding voor de overname van vaste activa is opgenomen onder de kortlopende schulden (nog te betalen/vooruitontvangen).

3. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Beleidsartikel 41 Volksgezondheid

41.1 Algemene doelstelling

Een goede volksgezondheid, waarbij mensen gezond leven en zo min mogelijk bloot staan aan bedreigingen van hun gezondheid.

41.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting Stand 1e suppletore begrotingMutaties 2e suppletore begroting Stand 2e suppletore begroting
 1 2 3 4 = 2 + 3
Verplichtingen585 039561 108303 931865 039
     
Uitgaven602 970592 167235 220827 387
     
Programma-uitgaven594 019583 286234 747818 033
1. Meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl 44 468 43 852 – 65643 196
2. Het voorkómen van gezondheidsschade door onveilig voedsel en onveilige producten 80 110 81 010 86481 874
3. Het voorkómen van gezondheidsschade door ongevallen 4 587 5 372 110 5 482
4. Minder vermijdbare ziektelast door een goede bescherming tegen infectieziekten en chronische ziekten 299 725 300 161 213 431513 592
5. Een doelmatig systeem van openbare gezondheidszorgvoorzieningen dat bijdraagt aan een betere volksgezondheid 150 530 137 634 20 710 158 344
6. Het bevorderen van ethisch verantwoord handelen in de gezondheidszorg en bij het medisch wetenschappelijk onderzoek14 599 15 257 288 15 545
     
Apparaatsuitgaven8 9518 8814739 354
     
Ontvangsten21 22322 653– 11 92910 724

41.3 Operationele doestellingen

Er zijn 6 operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

1. Meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl;

2. Het voorkómen van gezondheidsschade door onveilig voedsel en onveilige producten;

3. Het voorkómen van gezondheidsschade door ongevallen;

4. Minder vermijdbare ziektelast door een goede bescherming tegen infectieziekten en chronische ziekten;

5. Een doelmatig systeem van openbare gezondheidszorgvoorzieningen dat bijdraagt aan een betere volksgezondheid;

6. Het bevorderen van ethisch verantwoord handelen in de gezondheidszorg en bij het medisch wetenschappelijk onderzoek.

41.3.1 Meer mensen kiezen voor een gezonde leefstijl

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)43 852
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Overboeking naar het RIVM (€ 3,4 miljoen van OD 1 en € 0,4 miljoen van OD 2) in verband met de financiering van het Centrum Gezond Leven (€ 2,0 miljoen, geraamd op OD 4) en de uitvoering van de Voedselconsumptiepeiling (€ 1,7 miljoen, geraamd op OD 5). – 3 359
2. Overige mutaties 2 703
Stand 2e suppletore begroting 43 196

41.3.2 Het voorkómen van gezondheidsschade door onveilig voedsel en onveilige producten

Op deze operationele doelstelling hebben zich geen grote mutaties in relatie tot de omvang van de doelstelling voorgedaan. Zie hiervoor ook de criteria in de leeswijzer van deze suppletore begroting.

41.3.3 Het voorkomen van gezondheidsschade door ongevallen

Op deze operationele doelstelling hebben zich geen grote mutaties in relatie tot de omvang van de doelstelling voorgedaan. Zie hiervoor ook de criteria in de leeswijzer van deze suppletore begroting.

41.3.4 De vermijdbare ziektelast neemt af door een goede bescherming tegen infectieziekten en chronische ziekten

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)300 161
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Door de invoering van een nieuw kostprijsmodel is de financieringssystematiek voor het NVI gewijzigd. Gevolg is dat enkele posten die eerst vanuit de eigenaar werden gefinancierd (artikel 98 apparaatuitgaven) nu vanuit het opdrachtgeversbudget (artikel 41 OD 4) worden gefinancierd. 3 500
2. Reservering voor uitgaven ter beheersing van de Nieuwe Influenza A (Mexicaanse griep). Het gaat om uitgaven in verband met de aanschaf en toediening van vaccins, distributie van antivirale middelen, alsmede voorlichting en communicatie. 213 595
3. Technische mutatie. Betreft toedeling loonbijstelling 6 207
4. In het voorjaar van 2009 is in verband met de HPV-vaccinatie (Humaan Papillomavirus) voor 2009 € 40 miljoen vanuit de premiemiddelen overgeheveld. De uitgaven voor de aanschaf van vaccins zijn hoger uitgevallen dan toen was geraamd. Daarom wordt aanvullend € 7,4 miljoen van de premiemiddelen naar de VWS-begroting overgeheveld. 7 392
5. Desaldering inzake Respiratoir Syncytieel Virus (RSV)-vaccin. De uitgaven voor het RSV-project zijn in 2009 lager dan geraamd. Er is vertraging in de ontwikkeling van het vaccin, waardoor de daarmee gemoeide uitgaven naar latere jaren verschuiven. – 12 329
6. Gereserveerde middelen om screeningsprogramma’s op peil te houden voor technologische en demografische ontwikkelingen komen dit jaar niet volledig tot besteding. Deze middelen worden ingezet ter dekking van de algehele begrotingsproblematiek. – 4 832
7. Overboeking binnen artikel 41 (van OD 1 en 2) in verband met de financiering van het Centrum Gezond Leven. 2 077
8. Overboeking van artikel 42 OD 1. Betreft bijdrage aan het RIVM voor de oprichting van het Landelijk Bureau Perinatale Screening.327
9. Overige mutaties – 2 506
Stand 2e suppletore begroting 513 592

41.3.5 Er is een doelmatig systeem van openbare gezondheidszorgvoorzieningen dat bijdraagt aan een betere volksgezondheid

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)137 634
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Overboeking van Jeugd en Gezin naar VWS in verband met projecten vrijwilligerswerk. De motie Slob (Tweede Kamer 2008–2009, 31 700, nr. 17) heeft hiervoor middelen vrijgemaakt op de begroting van Jeugd en Gezin. Uitvoering van deze projecten vindt plaats door ZonMw. 4 100
2. Technische mutatie. Betreft toedeling loonbijstelling 3 665
3. Zorgverleners kunnen een beroep doen op de tolk- en vertaaldiensten en dit beroep neemt toe. Derhalve wordt de raming bijgesteld. 4 681
4. Overboeking van artikel 43, OD 3 in verband met het ZonMw programma Zichtbare schakel. Het doel van dit programma is het verbeteren van een integrale aanpak tussen wonen, zorg en welzijn door de inzet van wijkverpleegkundigen. Te beginnen in de 40 aandachtswijken. 3 191
5. Overboeking van het ministerie voor Jeugd en Gezin in verband met de bijdrage aan de campagne tegen alcoholgebruik door kinderen. 1 000
6. Overboeking naar het RIVM in verband met de uitvoering van de Voedselconsumptiepeiling vanuit OD 1 en 2. 1 682
7. Overige mutaties– 1 169
Stand 2e suppletore begroting 158 344

41.3.6 Het bevorderen van ethisch verantwoord handelen in de gezondheidszorg en bij het medisch wetenschappelijk onderzoek

Op deze operationele doelstelling hebben zich geen grote mutaties in relatie tot de omvang van de doelstelling voorgedaan. Zie hiervoor ook de criteria in de leeswijzer van deze suppletore begroting.

41.4 Ontvangsten

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)22 653
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Desaldering inzake Respiratoir Syncytieel Virus (RSV)-vaccin. De uitgaven voor het RSV-project zijn in 2009 lager dan geraamd. Er is vertraging in de ontwikkeling van het vaccin, waardoor de daarmee gemoeide uitgaven naar latere jaren verschuiven. – 12 329
2. Overige mutaties 400
Stand 2e suppletore begroting 10 724

Beleidsartikel 42 Gezondheidszorg

42.1 Algemene doelstelling

Een goed werkend en innoverend zorgstelsel, gericht op een optimale combinatie van kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid voor de burger.

42.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting Stand 1e suppletore begrotingMutaties 2e suppletore begroting Stand 2e suppletore begroting
 1 2 3 4 = 2 + 3
Verplichtingen7 169 8877 510 468– 249 1597 261 309
     
Uitgaven7 170 2177 522 974– 356 6677 166 307
     
Programma-uitgaven7 162 1607 514 922– 357 5867 157 336
1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt 1 3821 141 367 1 508
2. Zorgaanbieders realiseren het door de burger gewenste zorgaanbod 1 234 576 1 312 790– 20 356 1 292 434
3. Zorgverzekeraars bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijk zorg aan5 926 202 6 200 991 – 337 597 5 863 394
     
Apparaatsuitgaven8 0578 0529198 971
     
Ontvangsten32 94264 9436 33471 277

42.3 Operationele doelstellingen

Er zijn 3 operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt;

2. Zorgaanbieders realiseren het door de burger gewenste zorgaanbod;

3. Zorgverzekeraars bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijk zorg aan.

42.3.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)1 141
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. In het kader van het programma Zichtbare Zorg wordt subsidie verstrekt aan de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) en de Consumentenbond voor het ontwikkelen van indicatoren in het kader van de CQ-index voor ziekenhuizen. 491
2. Subsidiebijdrage aan het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) in het kader van de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren. 203
3. Overboeking naar artikel 41 OD 4. Betreft bijdrage aan het RIVM voor de oprichting van het Landelijk Bureau Perinatale Screening. – 327
Stand 2e suppletore begroting1 508

42.3.2 Zorgaanbieders realiseren het door de burger gewenste zorgaanbod

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)1 312 790
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Overboeking naar de premiemiddelen op artikel 42 voor bijdrage aan de medische specialisten. Het betreft gelden voor kwaliteitsbeleid medisch specialisten. – 10 150
2. Technische mutatie. Betreft toedeling loonbijstelling30 458
3. Van de voor verlening van medisch noodzakelijke zorg aan illegalen beschikbare middelen blijft in 2009 € 33 miljoen over. Een deel van deze ruimte (€ 19,5 miljoen) is te herleiden tot een meevaller op de voor ziekenhuiszorg beschikbaar gestelde middelen; mede als gevolg van de dbc-systematiek wordt voor vergoeding in aanmerking komende zorg later gedeclareerd dan verwacht en komt het merendeel pas in 2010 tot betaling. Het restant van de onderschrijding (€ 13,5 miljoen) heeft betrekking op de voor AWBZ-zorg beschikbaar gestelde middelen. Conform afspraak met het CVZ zullen GGZ-instellingen de in 2009 verleende zorg pas in 2010 declareren. – 33 000
4. De uitgaven voor een moderne beroepen- en opleidingsstructuur zijn lager dan geraamd als gevolg van vertraagde opstart van een aantal projecten en het goedkoper uitvallen van een aantal opdrachten en subsidies. – 7 600
5. Overige mutaties – 64
Stand 2e suppletore begroting 1 292 434

42.3.3 Zorgverzekeraar bieden alle burgers een betaalbaar verzekerd pakket van noodzakelijk zorg aan

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)6 200 991
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Ramingsbijstelling Zorgtoeslag naar aanleiding van de Macro Economische Verkenningen. – 317 216
2. In 2008 zijn middelen overgeheveld van de premie naar de begroting voor de Functioneel Leeftijd Ontslag (FLO)-akkoorden met de B3 ambulancediensten. In 2009 is het noodzakelijk dit weer te doen. 8 500
4. Betreft meevaller uitvoeringskosten aanpak wanbetalers. Doordat de onlangs in de Eerste Kamer aanvaarde wet ten aanzien van structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering later in werking treedt dan eerder werd voorzien, zijn de uitvoeringskosten aanpak wanbetalers in 2009 lager dan geraamd. Hier tegenover staat een tegenvaller in de geraamde opbrengsten bestuursrechtelijke premie van € 35,3 miljoen.– 26 300
5. Overige mutaties – 2 581
Stand 2e suppletore begroting 5 863 394

42.4 Ontvangsten

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)64 943
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Betreft een tegenvaller in de geraamde opbrengsten bestuursrechtelijke premie van € 35,3 miljoen. Doordat de onlangs in de Eerste Kamer aanvaarde wet ten aanzien van structurele maatregelen wanbetalers zorgverzekering later in werking treedt dan eerder werd voorzien, treedt er een tegenvaller op in de voor 2009 geraamde opbrengsten bestuurlijke premie. Hier tegenover staat een meevaller in de geraamde uitvoeringskosten van € 26,3 miljoen. – 35 300
2. Terugontvangsten opleidingsfonds. De hogere terugontvangsten zijn het gevolg van de vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche 2008. 38 900
3. Overige mutaties2 734
Stand 2e suppletore begroting 71 277

Beleidsartikel 43 Langdurige zorg

43.1 Algemene doelstelling

Zorgen dat voor mensen met een langdurige of chronische aandoening van lichamelijke, verstandelijke of psychische aard zorg van goede kwaliteit beschikbaar is en dat deze zorg tegen voor de samenleving aanvaardbare maatschappelijke kosten wordt geleverd.

43.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting Stand 1e suppletore begrotingMutaties 2e suppletore begroting Stand 2e suppletore begroting
 1 2 3 4 = 2 + 3
Verplichtingen5 383 6355 484 196150 1195 634 315
     
Uitgaven5 408 6165 502 19389 7975 591 990
     
Programma-uitgaven5 404 4365 498 01389 6165 587 629
1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt 61 438 60 303– 527 59 776
2. Voor iedere cliënt is de voor hem of haar noodzakelijke zorg beschikbaar 146 601 179 22210 972 190 194
3. De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren 164 612 140 366– 10 799 129 567
4. De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar 5 031 785 5 118 12289 970 5 208 092
     
Apparaatsuitgaven4 1804 1801814 361
     
Ontvangsten0000

43.3 Operationele doelstellingen

Er zijn 4 operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

1. De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt;

2. Voor iedere cliënt is de voor hem of haar noodzakelijke zorg beschikbaar;

3. De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren;

4. De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar.

43.3.1 De positie van de burger in het zorgstelsel wordt versterkt

Op deze operationele doelstelling hebben zich geen grote mutaties in relatie tot de omvang van de doelstelling voorgedaan. Zie hiervoor ook de criteria in de leeswijzer van deze suppletore begroting.

43.3.2 Voor iedere cliënt is de voor hem of haar noodzakelijke zorg beschikbaar

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)179 222
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Technische mutatie. Betreft toedeling loonbijstelling 4 412
2. Betreft diverse werkzaamheden rond de indicatiestelling, zoals het wegwerken van non-indicaties, herindicaties ADL-clusterbewoners (voor 1-1-2010) wegens het beëindigen van de subsidieregeling, aansluiting van de bureaus jeugdzorg op het CIZ (aanmeldfunctionaliteit) en informatieverstrekking aan gemeenten in het kader van de pakketmaatregelen AWBZ. 6 300
3. Overige mutaties260
Stand 2e suppletore begroting 190 194

43.3.3 De zorg is effectief en veilig en wordt door de cliënt positief ervaren

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)140 366
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Overboeking van het ministerie van Wonen, Werk en Integratie (WWI) in het kader van de uitvoering van de motie Hamer (Tweede Kamer, 2007–2008, 31 700, nr. 15). Betreft onder andere het programma Zichtbare Schakel. Het doel van dit programma is het verbeteren van een integrale aanpak tussen wonen, zorg en welzijn. Te beginnen in de 40 aandachtswijken. 10 000
2.  Voor weglek van de pakketmaatregelen per 1 januari 2009 is er in 2009 een bedrag van € 50 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan gaat € 15 miljoen naar MEE voor kortdurende ondersteuning van cliënten die hun recht op begeleiding uit de AWBZ verliezen. Deze middelen worden via de VWS-begroting aan MEE toegekend via een projectsubsidie.15 000
3. Kasschuif naar aanleiding van de motie Hamer, onder andere het programma Zichtbare Schakel. Het doel van dit programma is het verbeteren van een integrale aanpak tussen wonen, zorg en welzijn. Te beginnen in de 40 aandachtswijken. Voor de jaren 2009–2012 wordt vanuit het ministerie van WWI jaarlijks € 10 miljoen beschikbaar gesteld. Als gevolg van aanloop in de planning ontstaat in de jaren 2009–2012 een onderbesteding en in het jaar 2013 een knelpunt van € 11,9 miljoen. Door middel van deze kasschuif kan dit knelpunt in 2013 worden opgevangen. 6 808
4. Technische mutatie. Betreft toedeling loonbijstelling 4 130
5. Het beroep dat gedaan wordt door cliënten op de werkzaamheden van de MEE-organisaties door de pakketmaatregelen AWBZ is minder groot dan verwacht (€ 4 miljoen). Daarnaast zullen de uitgaven voor cliëntondersteuning in het kader van de invoering van de ZZP’s lager uitvallen doordat cliëntorganisaties niet in staat waren hiervoor een gezamenlijk projectplan in te dienen (€ 7,2 miljoen). – 11 200
6. Overheveling naar de premie-uitgaven (artikel 43) ten behoeve van de Stimuleringsregeling Kleinschalig wonen. De Stimuleringsregeling Kleinschalig wonen zal worden uitgewerkt in een beleidsregel van de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit). De beleidsregel zal ingaan met terugwerkende kracht op 1 januari 2009. De middelen voor deze regeling staan gereserveerd op de VWS-begroting en worden voor de dekking van de beleidsregel naar de premiemiddelen overgeboekt. 18 000
7. Overboeking naar artikel 41 OD 5 in verband met het ZonMw programma Zichtbare schakel. – 3 191
8. Overige mutaties – 730
Stand 2e suppletore begroting129 567

43.3.4 De kosten van de zorg zijn maatschappelijk aanvaardbaar

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)5 118 122
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Betreft een ramingsbijstelling van de Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK) naar aanleiding van de actuele ramingen van het CPB, de Macro Economische Verkenningen. 39 900
2. Betreft een ramingsbijstelling van de Tegemoetkoming Buitengewone Uitgaven (TBU). De tegemoetkoming buitengewone uitgaven (TBU) kende in 2008 een forse overschrijding. Uit nadere analyse daarvan blijkt dat in 2009 en 2010 ook hogere uitgaven bij deze regeling zijn te verwachten. 48 062
3. Overboeking van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in het kader van het interdepartementale programma Stroomlijning indicatieprocessen (STIP). 260
4. Overige mutaties 1 748
Stand 2e suppletore begroting 5 208 092

Beleidsartikel 44 Maatschappelijke ondersteuning

44.1 Algemene doelstelling

Alle burgers participeren in de samenleving.

44.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting Stand 1e suppletore begrotingMutaties 2e suppletore begroting Stand 2e suppletore begroting
 1 2 3 4 = 2 + 3
Verplichtingen601 358276 394– 19 234257 160
     
Uitgaven601 493598 179– 31 014567 165
     
Programma-uitgaven597 558594 157– 31 069563 088
1. Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden;34 568 34 097 – 149 33 948
2. Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning; 80 708 81 291– 29 021 52 270
3. Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning; 85 812 73 725 – 9 417 64 308
4. Burgers met (psycho)sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning. 396 470 405 044 7 518412 562
     
Apparaatsuitgaven3 9354 022554 077
     
Ontvangsten003 0003 000

44.3 Operationele doelstellingen

Er zijn 4 operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

1. Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden;

2. Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning;

3. Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning;

4. Burgers met (psycho)sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning.

44.3.1 Burgers worden gestimuleerd actief te participeren in maatschappelijke verbanden

Op deze operationele doelstelling hebben zich geen grote mutaties in relatie tot de omvang van de doelstelling voorgedaan. Zie hiervoor ook de criteria in de leeswijzer van deze suppletore begroting.

44.3.2 Burgers bieden anderen vrijwillige ondersteuning en kunnen gebruik maken van (organisaties van) vrijwillige ondersteuning

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)81 291
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Lagere uitgaven dan geraamd als gevolg van een lager aantal te verstrekken mantelzorgcomplimenten. Deze middelen worden ingezet ter dekking van de algehele begrotingsproblematiek. Zoals reeds eerder gemeld aan de Kamer was de verwachting dat er in 2009 een aanzienlijke onderuitputting zou optreden bij het mantelzorgcompliment. Om een grotere benutting te realiseren, zijn de criteria voor toekenning van het mantelzorgcompliment per 1 augustus 2009 verruimd. – 30 000
2. Overige mutaties 979
Stand 2e suppletore begroting 52 270

44.3.3 Burgers met beperkingen kunnen gebruik maken van (algemene) voorzieningen en professionele ondersteuning

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)73 725
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Overboeking naar het Gemeentefonds. Dure woningaanpassingen vormen een onderdeel van de Wmo en uiteindelijk zal het gehele budget voor dure woningaanpassingen aan het Gemeentefonds worden toegevoegd. Vanaf 2009 zal er structureel € 18 miljoen beschikbaar zijn. De hier genoemde € 6 miljoen maakt daarvan onderdeel uit. – 6 000
2. Ramingsbijstelling uitgaven bovenregionaal vervoer op grond van recente gegevens van gebruikers Valys. Deze middelen worden ingezet ter dekking van de algehele begrotingsproblematiek. – 3 000
3. Overige mutaties – 417
Stand 2e suppletore begroting64 308

44.3.4 Burgers met (psycho)sociale problemen kunnen gebruik maken van tijdelijke ondersteuning

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)405 044
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Technische mutatie. Betreft toedeling loonbijstelling. 10 847
2. Overige mutaties – 3 329
Stand 2e suppletore begroting 412 562

44.4 Ontvangsten

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)0
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Ontvangst wegens te hoge bevoorschotting aan de Sociale Verzekeringsbank. Op basis van minder verstrekte complimenten zijn de uitvoeringskosten naar beneden bijgesteld. 3 000
Stand 2e suppletore begroting3 000

Beleidsartikel 46 Sport

46.1 Algemene doelstelling

Een sportieve samenleving waarin zowel veel aan sport wordt gedaan als van sport wordt genoten.

46.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting Stand 1e suppletore begrotingMutaties 2e suppletore begroting Stand 2e suppletore begroting
 1 2 3 4 = 2 + 3
Verplichtingen92 83359 41226 70886 120
     
Uitgaven137 634113 3511 958115 309
     
Programma-uitgaven135 303111 0201 722112 742
1. Mensen sporten en bewegen meer voor hun gezondheid 24 761 18 277 – 1 94616 331
2. Via de sport ontmoeten mensen elkaar, doen mensen mee aan maatschappelijke activiteiten en gaan mensen respectvol met elkaar om 80 252 62 453 – 2 632 59 821
3. De topsport in Nederland staat symbool voor ambitie, is een bron van ontspanning en draagt bij aan ons nationale imago in binnen-en buitenland 32 290 30 290 6 300 36 590
     
Apparaatsuitgaven2 3312 3312362 567
     
Ontvangsten8708700870

46.3 Operationele doelstellingen

Er zijn 3 operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

1. Mensen sporten en bewegen meer voor hun gezondheid;

2. Via de sport ontmoeten mensen elkaar, doen mensen mee aan maatschappelijke activiteiten en gaan mensen respectvol met elkaar om;

3. De topsport in Nederland staat symbool voor ambitie, is een bron van ontspanning en draagt bij aan ons nationale imago in binnen -en buitenland.

46.3.1 Mensen sporten en bewegen meer voor hun gezondheid

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)18 277
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Overboeking binnen artikel 46 (van OD 1 naar OD 2) vanwege een bijdrage vanuit de Setting Jeugd van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen aan het Beleidskader Sport, Bewegen en Onderwijs. – 1 000
2. Lagere uitgaven Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, ondermeer vanwege het later van start gaan van het project Beweegvriendelijke omgeving. Deze middelen worden ingezet ter dekking van de algehele begrotingsproblematiek. – 1 000
3. Overige mutaties 54
Stand 2e suppletore begroting 16 331

46.3.2 Via de sport ontmoeten mensen elkaar, doen mensen mee aan maatschappelijke activiteiten en gaan mensen respectvol met elkaar om

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)62 453
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Overboeking binnen artikel 46 (van OD 2 naar OD 3) in verband met lagere uitgaven voor de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur en voor de compensatie van de Regulerende Energiebelasting.– 3 500
2. Overboeking binnen artikel 46 (van OD 1 naar OD 2) vanwege een bijdrage vanuit de Setting Jeugd van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen aan het Beleidskader Sport, Bewegen en Onderwijs. 1 000
3. Overige mutaties – 132
Stand 2e suppletore begroting 59 821

46.3.3 De topsport in Nederland staat symbool voor ambitie, is een bron van ontspanning en draagt bij aan ons nationale imago in binnen -en buitenland

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)30 290
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Overboeking van het ministerie van Economische Zaken (EZ). Betreft bijdrage van EZ in de kosten van The HollandBelgium Bid, de gezamenlijke kandidatuur van België en Nederland voor het wereldkampioenschap voetbal van 2018 of 2022. 1 500
2. Overboeking binnen artikel 46 (van OD 2 naar OD 3) in verband met het Kabinetsstandpunt Uitblinken op alle niveaus en The HollandBelgium Bid. 4 000
3. Overige mutaties800
Stand 2e suppletore begroting 36 590

Beleidsartikel 47 Oorlogsgetroffenen en herinnering Wereldoorlog II

47.1 Algemene doelstelling

De erfenis van WO II is afgewikkeld en mensen beseffen, mede op basis van de gebeurtenissen uit WO II, wat het betekent om in vrijheid te kunnen leven.

47.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting Stand 1e suppletore begrotingMutaties 2e suppletore begroting Stand 2e suppletore begroting
 1 2 3 4 = 2 + 3
Verplichtingen388 599382 58523 322405 907
     
Uitgaven389 961386 43912 348398 787
     
Programma-uitgaven388 533385 10512 313397 418
1. Een kwalitatief goed en doelmatig stelsel van materiele en immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen WO II in een situatie van afbouw 374 036368 308 10 016 378 324
2. De herinnering aan WO II blijft levend en veel mensen – vooral jeugdigen – zijn zich bewust van de betekenis van WO II 14 497 16 797 2 29719 094
     
Apparaatsuitgaven1 4281 334351 369
     
Ontvangsten0000

47.3 Operationele doelstellingen

Er zijn 2 operationele doelstellingen op dit beleidsartikel:

1. Een kwalitatief goed en doelmatig stelsel van materiele en immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen WO II in een situatie van afbouw;

2. De herinnering aan WO II blijft levend en veel mensen – vooral jeugdigen – zijn zich bewust van de betekenis van WO II;

47.3.1 Een kwalitatief goed en doelmatig stelsel van materiele en immateriële hulpverlening aan oorlogsgetroffenen WO II in een situatie van afbouw

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)368 308
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Loonbijstelling Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR)10 039
2. Overboeking binnen artikel 47 (van OD 1 naar OD 2). De belangstelling voor het erfgoedprogramma was groter dan verwacht. Concreet is daarvan het resultaat dat het budgettair beslag van de aanvragen uit de laatste twee ronden (die budgettair relevant zijn voor 2009) hoger is dan de beschikbare middelen. – 1 000
3. Overige mutaties 977
Stand 2e suppletore begroting 378 324

47.3.2 De herinnering aan WO II blijft levend en veel mensen – vooral jeugdigen – zijn zich bewust van de betekenis van WO II

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)16 797
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Voor het erfgoed-programma is in september 2007 een subsidiekader opgesteld, waarbij organisaties in de periode 2007–2009 in de gelegenheid zijn gesteld om een aanvraag te doen. De belangstelling voor het erfgoedprogramma was groter dan verwacht. Concreet is daarvan het resultaat dat het budgettair beslag van de aanvragen uit de laatste twee ronden (die budgettair relevant zijn voor 2009) hoger is dan de beschikbare middelen. 2 000
2. Overige mutaties297
Stand 2e suppletore begroting 19 094

Niet-beleidsartikel 98 Algemeen

98.1 Algemeen

In dit niet-beleidsartikel worden de uitgaven beschreven die niet specifiek aan een van de beleidsdoelstellingen uit de voorgaande beleidsartikelen zijn toe te rekenen. Het gaat hierbij om ministeriebrede programma- en apparaatsuitgaven.

98.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting Stand 1e suppletore begrotingMutaties 2e suppletore begroting Stand 2e suppletore begroting
 1 2 3 4 = 2 + 3
Verplichtingen302 316329 06712 609341 676
     
Uitgaven310 236338 7558 759347 514
     
Programma-uitgaven102 075113 6186 039119 657
1. Internationale samenwerking 90 062 96 347 4 592100 939
2. Beheer en toezicht stelsel 12 013 17 271– 221 17 050
3. Verzameluitkering VWS 0 01 668 1 668
     
Apparaatsuitgaven208 161225 1372 720227 857
     
Ontvangsten4 0806 0903 0799 169

98.3 Operationele doelstellingen op programma-uitgaven

Er zijn 2 operationele doelstellingen op dit niet-beleidsartikel:

1. Internationale samenwerking;

2. Beheer en toezicht stelsel.

Daarnaast worden op dit artikel de apparaatsuitgaven van de inspecties (IGZ en IJZ), het SCP, de Raden (RMO, RVZ, GR en RGO), het strategisch onderzoek van het RIVM en het NVI, en de departementsbrede personele en materiële uitgaven geraamd.

98.3.1 Internationale samenwerking

Op deze operationele doelstelling hebben zich geen grote mutaties in relatie tot de omvang van de doelstelling voorgedaan. Zie hiervoor ook de criteria in de leeswijzer van deze suppletore begroting.

98.3.2 Beheer en toezicht stelsel

Op deze operationele doelstelling hebben zich geen grote mutaties in relatie tot de omvang van de doelstelling voorgedaan. Zie hiervoor ook de criteria in de leeswijzer van deze suppletore begroting.

98.4 Apparaatsuitgaven

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)225 137
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Overboeking van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Betreft een bijdrage in de kosten van het werkprogramma van de Gezondheidsraad.854
2. Door de invoering van een nieuw kostprijsmodel is de financieringssystematiek voor het NVI gewijzigd. Gevolg is dat enkele posten die eerst vanuit de eigenaar werden gefinancierd nu vanuit het opdrachtgeversbudget worden gefinancierd. Zie ook artikel 41, OD 4.– 3 500
3. Overboeking naar het ministerie van Verkeer & Waterstaat (V&W). Het ICT-beheer van VWS is per 1 oktober 2008 overgegaan naar een shared serviceorganisatie bij V&W. – 3 929
4. Overboeking van artikel 99 taakstelling in verband met Sociaal Flankerend beleid. 1 570
5. Desaldering ontvangst van het CIBG en BZK ten behoeve van kosten ICT-beheer. 1 627
6. VWS maakt gebruik van de diensten van de Landsadvocaat bij ingewikkelde juridische procedures. Het beroep op de Landsadvocaat in 2009 stijgt uit boven het daarvoor beschikbare budget. 1 300
7. Overige mutaties 4 798
Stand 2e suppletore begroting 227 857

98.5 Ontvangsten

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)6 090
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Ontvangst van het CIBG en BZK ten behoeve van kosten ICT-beheer. 1 627
2. Overige mutaties 1 452
Stand 2e suppletore begroting9 169

Niet-beleidsartikel 99 Nominaal en Onvoorzien

99.1 Algemeen

Dit is een technisch, administratief artikel, waarop middelen voor de loon en prijsbijstelling worden geparkeerd voordat ze worden overgeheveld naar de desbetreffende beleidsartikelen. Daarnaast worden op dit artikel de taakstellingen geboekt, voordat deze verder worden verdeeld over de beleidsartikelen. Ook worden hierop de onvoorziene uitgaven geplaatst die aan de beleidsartikelen worden toegedeeld.

99.2 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsuitgaven (bedragen x € 1 000)

 Stand oorspronkelijk vastgestelde begroting Stand 1e suppletore begrotingMutaties 2e suppletore begroting Stand 2e suppletore begroting
 1 2 3 4 = 2 + 3
Verplichtingen– 54 19754 604– 54 6040
     
Uitgaven– 55 87952 922– 52 9220
     
Programma-uitgaven– 55 87952 922– 52 9220
1. Loonbijstelling3 874 91 266 – 91 266 0
2. Prijsbijstelling0 15 208 – 15 208 0
3. Onvoorzien 2 0190 0 0
4. Taakstelling – 61 772 – 53 55253 552 0
     
Ontvangsten 0 0 14 99614 996

Loonbijstelling

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)91 266
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Loonbijstelling toedeling tranche 2009 kader Rijksbegroting naar de beleidsartikelen. – 52 125
2. Loonbijstelling toedeling tranche 2009 kader Zorg (Opleidingsfonds). – 19 574
3. Loonbijstelling Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR). Overboeking naar artikel 47. – 10 039
4. Overige mutaties – 9 528
Stand 2e suppletore begroting 0

Prijsbijstelling

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)15 208
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. De prijsbijstelling tranche 2009 kader Rijksbegroting wordt ingezet ter dekking van de algehele begrotingsproblematiek – 12 317
2. Overheveling naar artikel 42 en 43 ten behoeve van prijsbijstelling kader Zorg (Opleidingsfonds en forfaits chronisch zieken en gehandicapten). – 2 834
3. Overige mutaties – 57
Stand 2e suppletore begroting 0

Onvoorzien

Op deze operationele doelstelling hebben zich geen grote mutaties in relatie tot de omvang van de doelstelling voorgedaan. Zie hiervoor ook de criteria in de leeswijzer van deze suppletore begroting.

Taakstelling

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)– 53 552
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Taakstellende onderuitputting. Het kabinet heeft het ministerie van VWS bij Voorjaarsnota 2006 een structurele taakstellende onderuitputting opgelegd van € 23,7 miljoen. Deze is bij Voorjaarsnota 2007 met € 15,0 miljoen verhoogd en bij Voorjaarsnota 2009 nogmaals met € 15,0 miljoen. Het bedrag van € 56,3 miljoen is inclusief € 2,6 miljoen OVA. 56 270
2. Overboeking naar artikel 98 apparaatsuitgaven in verband met Sociaal Flankerend beleid.1 570
3. Technische mutatie. Betreft toedeling loonbijstelling. – 1 111
4. Overige mutaties– 37
Stand 2e suppletore begroting 0

99.4 Ontvangsten

Stand 1e suppletore begroting (bedragen x € 1 000)0
Mutaties 2e suppletore begroting: 
1. Diverse ontvangsten, mee- en tegenvallers. Per saldo tekent zich in 2009 een ontvangstenmeevaller af. 14 996
Stand 2e suppletore begroting14 996

4. HET BELEID MET BETREKKING TOT DE ZORGUITGAVEN

Deze paragraaf geeft een overzicht van de ontwikkeling van de uitgaven en ontvangsten in de zorgsector in het lopende jaar. De gepresenteerde cijfers sluiten aan bij de Najaarsnota 2009, die de Minister van Financiën aan de Kamer aanbiedt.

De gepresenteerde mutaties zijn bijstellingen ten opzichte van de standen die zijn opgenomen in de 1e suppletore begroting 2009.

Voor de beoordeling in hoeverre bijstellingen nodig zijn ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2009, is mede gebruik gemaakt van de informatie van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Met betrekking tot de CVZ-informatie aangaande de AWBZ geldt dat deze voornamelijk is gebaseerd op een extrapolatie van de tot en met juni aan zorginstellingen betaalde voorschotten. Voor wat betreft de CVZ-informatie aangaande de Zvw gaat het om de opgaven van de uitgaven Zvw van de zorgverzekeraars over het eerste half jaar van 2009. De opgaven van de kosten met betrekking tot de Zvw over het eerste half jaar bevatten nog voor een belangrijk deel schattingen van de zorgverzekeraars inzake de tot nog te ontvangen declaraties met betrekking tot het eerste half jaar. De kostencijfers en de extrapolatie daarvan naar een jaar zijn dan ook met onzekerheden omgeven. Van de NZa zijn gegevens ontvangen over de instellingsbudgetten. De gegevens van het CVZ en NZa geven bij enkele zorgsectoren aanleiding om de raming van de uitgaven onder het Budgettair Kader Zorg (BKZ) bij te stellen.

4.1 Bijstellingen van de uitgaven en ontvangsten in 2009

De netto-BKZ-uitgaven zijn de (bruto)-BKZ-uitgaven verminderd met de BKZ-ontvangsten, te weten de opbrengsten eigenrisico onder de Zvw, eigenbetalingen AWBZ en overige ontvangsten. De netto-BKZ-uitgaven namen bij de 1e suppletore begroting nog af met € 117,3 miljoen, bij de 2e suppletore begroting nemen deze ten opzichte van de VWS begroting toe met € 94,4 miljoen. Ten opzichte van de 1e suppletore begroting nemen de BKZ-uitgaven bij de 2e suppletore begroting dus met € 211,7 miljoen toe. Dit betreft het saldo van verschillende mutaties. De ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten wordt in tabel 1 toegelicht.

Tabel 1 Mutaties in de bruto- en netto-BKZ-uitgaven 2009 (bedragen x € 1 000 000)

 2009
Bruto-BKZ-uitgaven stand VWS ontwerpbegroting 200958 009,6
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 2009 – 159,5
Bruto-BKZ-uitgaven stand 1e suppletore begroting 200957 850,1
  
Nieuwe mutaties250,6
Actualisering 2009 65,8
Verlopen octrooien– 20,0
Sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten (SGLVG) 44,0
Ramingsbijstelling tariefsmaatregelen AWBZ – 20,0
IJklijnmutaties – 32,2
Overig 23,6
Financieringsschuif 189,4
  
Bruto-BKZ-uitgaven stand 2e suppletore begroting 200958 100,7
BKZ-ontvangsten stand VWS ontwerpbegroting 20092 993,5
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 2009 – 42,2
BKZ-ontvangsten stand 1e suppletore begroting 20092 951,3
  
Nieuwe mutaties38,9
Terugontvangsten Opleidingsfonds 38,9
  
BKZ-ontvangsten stand 2e suppletore begroting 20092 990,2
  
Netto-BKZ-uitgaven stand VWS ontwerpbegroting 200955 016,1
Netto-BKZ-uitgaven stand 1e suppletore begroting 200954 898,8
Netto-BKZ-uitgaven stand 2e suppletore begroting 200955 110,5
  
Mutatie netto-BKZ-uitgaven 
1e suppletore begroting 2009 t.o.v. VWS ontwerpbegroting 2009– 117,3
2e suppletore begroting 2009 t.o.v. 1e suppletore begroting 2009211,7
2e suppletore begroting 2009 t.o.v. VWS ontwerpbegroting 200994,4

Ontwikkeling in de bruto-BKZ-uitgaven

Actualisering 2009

Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn de uitgaven geactualiseerd. Uit deze actualisatie volgt per saldo een aanvullende tegenvaller van € 148,4 miljoen in 2009. Deze bestaat voornamelijk uit hogere -dan bij de 1e suppletore begroting 2009 aangekondigdetegenvallers bij de ZBC’s (€ 67,4 miljoen), medisch specialisten (€ 61,6 miljoen), AWBZ-instellingen die zorg in natura leveren (€ 56,1 miljoen), tandheelkundige zorg (€ 24,3 miljoen) en overige curatieve zorg (€ 9,9 miljoen). Daarnaast is door een lagere instroom van het aantal budgethouders, de raming persoonsgebonden budgetten naar beneden bijgesteld (€ 100 miljoen).

Verlopen octrooien

Hogere besparingen dan geraamd als gevolg van het verlopen van octrooien van geneesmiddelen.

Sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten

In het kader van de ZZP invoering zijn bij het CIBG 4000 aanvragen ingediend voor nieuwe plaatsen SGLVG-verblijf. Om een budgettair neutrale invoering te waarborgen zullen vanaf 2010 de ZZP tarieven binnen de gehandicaptenzorg worden aangepast. In 2009 zijn er echter macromeerkosten.

Ramingsbijstelling tariefsmaatregelen AWBZ

Dit betreft een eerder wel doorgevoerde maar niet structureel geboekte tariefswijziging bij de ondersteunende begeleiding. Bij de 1e suppletore begroting 2009, is reeds € 40 miljoen verwerkt.

IJklijnmutaties

Dit betreft het saldo van diverse mutaties tussen het BKZ en de andere uitgavenkaders (RGB-eng en SZA). De meest omvangrijke daarvan betreft de inzet uit de reserve knelpunten AWBZ, voor de gevolgen van de AWBZ ombuigingen op de begroting van andere departementen. Daarnaast gaan er onder andere middelen naar de VWS-begroting voor het overgangsrecht Functioneel leeftijdsontslag (FLO) voor de B3-(privaatrechtelijke-)instellingen ambulancezorg en voor het vaccin voor het Humaan Papillomavirus (HPV). Het uitgavenkader BKZ wordt verhoogd als gevolg van overboeking vanuit andere begrotingen voor onder andere kwaliteitsbeleid door medisch specialisten, stimuleringsregeling kleinschalig wonen en voor dure woningaanpassingen voor de Wmo.

Overig

Deze post is het saldo van verschillende mutaties.

Financieringsschuif

Er is sprake van een zeker tijdsverloop tussen het moment dat de NZa de productieafspraken van partijen ontvangt en de verwerking daarvan in de budgetten en de bevoorschotting van de instellingen. Als gevolg daarvan is het gebruikelijk dat de financiering binnen een jaargrens afwijkt van de uitgaven (budgetten) in dat jaar. Zo ontstaan zogeheten financieringsachterstanden of -voorsprongen. Deze verschillen worden in het daaropvolgende jaar verrekend. Tussen de jaren doen zich daardoor incidentele financieringsschuiven voor. Over meerdere jaren gezien volgt de financiering echter altijd de uitgaven.

In 2008 laat de actualisatie van de financiering een grotere bijstelling zien dan de actualisatie van de uitgaven: in 2008 is er meer gefinancierd dan op grond van de uitgaven verwacht zou worden. Dit levert een voorsprong in de financiering op. In 2009 vindt hiervoor een verrekening plaats. Tevens zijn de uitgaven 2008 naar boven bijgesteld en zijn de uitgaven in de jaren daarvoor geactualiseerd: deze toename van de budgetten moet achteraf nog gefinancierd worden. Hier is sprake van een achterstand in de financiering. Ook dit wordt verrekend in 2009. Beide effecten samen leiden tot een financieringsschuif van € – 21,0 miljoen in 2009. Bij 1e suppletore begroting 2009 was deze schuif € – 210,4 miljoen en bij de 2e suppletore begroting 2009 is deze € 189,4 miljoen, per saldo de € – 21,0 miljoen.

Ontwikkeling in de BKZ-ontvangsten

Terugontvangsten Opleidingsfonds

Hogere terugontvangsten zijn het gevolg van de vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche 2008.

BKZ-plafond

Het BKZ is vastgesteld in het coalitieakkoord. Tijdens de kabinetsperiode verandert het kader in principe niet meer, afgezien van ijklijnmutaties (verschuivingen van uitgaven tussen de verschillende kaders), nominale bijstellingen en technische bijstellingen. Het BKZ wordt aangepast aan de ontwikkeling van de prijs nationale bestedingen (pNB). Hierdoor beweegt het kader mee met een hogere of lagere prijsontwikkeling. Sinds het opstellen van het coalitieakkoord is de verwachte prijsontwikkeling licht gedaald, waardoor het kader lager uitvalt. Daarnaast is het kader naar beneden aangepast als gevolg van ijklijnmutaties en technische bijstellingen. In het aanvullende beleidsakkoord heeft het kabinet daarnaast vastgelegd dat vanaf de begroting 2009 de uitgavenkaders ook gecorrigeerd worden voor macro-economische ontwikkelingen. Hiermee wordt de werking van de automatische stabilisatoren versterkt. Voor het BKZ houdt dit in dat het kader aangepast wordt aan het verschil tussen de ontwikkeling van de prijs nationale bestedingen en de daadwerkelijke ontwikkeling van de lonen en prijzen in de zorg. Als gevolg van al deze ontwikkelingen is het kader voor 2009 € 646 miljoen lager dan in de ontwerpbegroting 2009.

De mutaties in de bruto-BKZ-uitgaven en -ontvangsten leiden per saldo tot een verhoging van de netto-BKZ-uitgaven met € 94 miljoen. Dit is het gevolg van een daling van de verwachte loonen prijsontwikkeling en de tegenvallers die volgen uit de actualisering van de zorguitgaven. Ten opzichte van het (netto) kader 2009 is er sprake van een overschrijding van € 460 miljoen.

Tabel 2 geeft de ontwikkeling van de uitgaven en ontvangsten onder het BKZ weer.

Tabel 2 Ontwikkeling van het BKZ 2009 (bedragen x € 1 000 000)

 Bruto BKZ uitgaven BKZ ontvangsten Netto BKZ uitgaven BKZOverschrijding (+) / onderschrijding (-)
 (Bruto) (Eigen betalingen)(Netto)   
 a bc=a-b d e=c-d
Stand VWS ontwerpbegroting 200958 010 2 994 55 016 55 297 – 281
Stand 1e suppletore begroting 2009 57 850 2 951 54 89954 683 216
Stand 2e suppletore begroting 200958 1012 99055 11054 651460
      
Mutatie netto-BKZ-uitgaven     
1e suppletore begroting 2009 t.o.v. VWS ontwerpbegroting 2009– 159– 42– 117– 614497
2e suppletore begroting 2009 t.o.v. 1e suppletore begroting 200925139212– 32244
2e suppletore begroting 2009 t.o.v. VWS ontwerpbegroting 200991– 394– 646741

4.2 Toelichting mutaties per artikel

De onderstaande tabellen geven een cijfermatig overzicht per artikel. Tabel 3 geeft de mutaties vanaf de stand ontwerpbegroting 2009 tot aan de 2e suppletore begroting 2009 op artikelniveau weer. Relevante mutaties worden in tabel 4 verder toegelicht.

Tabel 3 Premiegefinancierde zorguitgaven per artikel 2009 (bedragen x € 1 000 000)

 Stand VWS ontwerpbegroting 2009 Stand VWS 1e suppletore begroting 2009Stand VWS 2e suppletore begroting 2009
41 Volksgezondheid107,4 96,6 93,2
42 Gezondheidszorg 31 595,932 041,2 32 765,5
43 Langdurige zorg 21 780,521 782,5 22 523,5
44 Maatschappelijke ondersteuning172,3 187,3 177,8
99 Nominaal en onvoorzien1 964,7 1 341,7 164,7
Wmo (gemeentefonds)1 492,3 1 532,0 1 537,6
Opleidingsfonds (begroting VWS) 817,6 816,0 838,4
Wtcg (begroting VWS)   
Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven 78,952,8 0,0
Totaal58 009,657 850,158 100,7

Tabel 4 Zorguitgaven per artikel 41 Volksgezondheid (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 2009107,4
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 2009– 10,8
Stand 1e suppletore begroting 200996,6
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
1. Nominaal tranche 2009 1,1
Financieringsschuif – 4,5
Stand 2e suppletore begroting 200993,2

Toelichting mutaties:

1. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2009–2014. De nominaal tranche 2009 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van de uitgaven op artikel 99).

42 Gezondheidszorg (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 200931 595,9
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 2009445,3
Stand 1e suppletore begroting 200932 041,2
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
1. Actualisering zorguitgaven 148,4
2. Verlopen octrooien – 20,0
3. Pseudo WW-premie– 4,1
4. Kwaliteitsbeleid medisch specialisten 10,2
5. Nominaal tranche 2009 565,8
Financieringsschuif– 0,5
Overige mutaties 24,5
Stand 2e suppletore begroting 200932 765,5

Toelichting mutaties:

1. Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn de uitgaven geactualiseerd. Uit deze actualisatie volgt per saldo een tegenvaller van € 148,4 mln in 2009. Deze bestaat voornamelijk uit hogere – dan bij de 1e suppletore begroting 2009 aangekondigde – tegenvallers bij de ZBC’s (€ 67,4 mln), medisch specialisten (€ 61,6 mln), tandheelkundige zorg (€ 24,3 mln) en overige curatieve zorg (€ 9,9 mln).

2. Hogere besparingen dan geraamd als gevolg van het verlopen van octrooien van geneesmiddelen.

3. Overheidswerkgevers, waaronder academische ziekenhuizen, zijn eigen risicodrager voor de WW. Zij gebruikten de WW-werknemerspremie ter gedeeltelijke dekking van de WW-lasten. Met ingang van 2009 is het tarief WW-werknemerspremie echter op nul gezet, waardoor de academische ziekenhuizen deze inkomsten verliezen. Voor het vervallen van deze inkomsten worden zij gecompenseerd. Deze mutatie betreft een overboeking naar OCW met het oog op de vanuit de OCW-begroting gefinancierde uitgaven academische ziekenhuizen.

4. Deze mutatie betreft een overheveling vanuit de VWS-begroting voor kwaliteitsbeleid door medisch specialisten. Tot en met 2007 waren deze uitgaven eveneens premiegefinancierd, toen als onderdeel van het uurtarief medisch specialisten (€ 0,50). In 2008 zijn deze middelen voor één jaar via een VWS-subsidieregeling verstrekt.

5. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2009–2014. De nominaal tranche 2009 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van de uitgaven op artikel 99).

43 Langdurige zorg (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 200921 780,5
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 20092,0
Stand 1e suppletore begroting 200921 782,5
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
1. Actualisering zorguitgaven – 40,4
2. Sterk gedragsgestoorde licht verstandelijk gehandicapten (SGLVG) 44,0
3. Ramingsbijstelling tariefsmaatregelen AWBZ– 20,0
4. Stimuleringsregeling kleinschalig wonen 18,0
5. Nominaal tranche 2009 547,4
Financieringsschuif194,4
Overige mutaties – 2,4
Stand 2e suppletore begroting 200922 523,5

Toelichting mutaties:

1. Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn de uitgaven geactualiseerd. Uit deze actualisatie volgt per saldo een tegenvaller van € 59,6 mln in 2009. Deze bestaat voornamelijk uit hogere – dan bij de 1e suppletore begroting 2009 aangekondigde – tegenvallers bij de AWBZ-instellingen die zorg in natura leveren (€ 56,1 mln) en de boven budgettaire vergoedingen (€ 3,5 mln). Daarnaast is door een lagere instroom van het aantal budgethouders, de raming persoonsgebonden budgetten naar beneden bijgesteld (€ 100 mln).

2. In het kader van de ZZP invoering zijn bij het CIBG 4000 aanvragen ingediend voor nieuwe plaatsen SGLVG-verblijf. Om een budgettair neutrale invoering te waarborgen zullen vanaf 2010 de ZZP tarieven binnen de gehandicaptenzorg worden aangepast. In 2009 zijn er echter macromeerkosten.

3. Dit betreft een eerder wel doorgevoerde maar niet structureel geboekte tariefswijziging bij de ondersteunende begeleiding. Bij de 1e suppletore begroting 2009, is reeds € 40 mln verwerkt.

4. De Stimuleringsregeling kleinschalig wonen zal worden uitgewerkt in een beleidsregel van de NZa. De beleidsregel zal ingaan met terugwerkende kracht op 1 januari 2009. De middelen voor deze regeling staan gereserveerd op de begroting en worden voor de dekking van de beleidsregel naar de premiesector overgeboekt.

5. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2009–2014. De nominaal tranche 2009 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van de uitgaven op artikel 99).

44 Maatschappelijke ondersteuning (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 2009172,3
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 200915,0
Stand 1e suppletore begroting 2009187,3
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
1. Inzet reserve AWBZ-knelpunten – 15,0
2. Nominaal tranche 2009 5,5
Stand 2e suppletore begroting 2009177,8

Toelichting mutaties:

1. Voor weglek van de pakketmaatregelen AWBZ per 1 januari 2009 is er in 2009 een bedrag ter beschikking gesteld van € 50 mln. € 15 mln hiervan gaat naar MEE, voor kortdurende ondersteuning van cliënten die hun recht op begeleiding uit de AWBZ verliezen. Deze middelen worden via de VWS-begroting aan MEE toegekend middels een projectsubsidie.

2. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2009–2014. De nominaal tranche 2009 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van de uitgaven op artikel 99).

99 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 20091 964,7
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 2009– 623,0
Stand 1e suppletore begroting 20091 341,7
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
1. Actualisering zorguitgaven – 42,2
2. FLO – 8,0
3. HPV-vaccinatie – 7,4
4. Nominaal tranche 2009 – 1 119,8
Overige mutaties 0,4
Stand 2e suppletore begroting 2009164,7

Toelichting mutaties:

1. Op basis van de gegevens van de NZa en het CVZ zijn de uitgaven geactualiseerd. Uit deze actualisatie volgt per saldo een meevaller van € 42,2 mln in 2009.

2. In 2008 zijn middelen overgeheveld van de premie naar de begroting voor de FLO-akkoorden met de B3 ambulancediensten. In 2009 is het noodzakelijk dit weer te doen. € 8 mln is overgeheveld van artikel 99 en € 0,5 mln van artikel 42.

3. In het voorjaar van 2009 is in verband met de HPV-vaccinatie (Humaan Papillomavirus) voor 2009 € 40 mln vanuit de premiemiddelen overgeheveld. De uitgaven voor de aanschaf van vaccins zijn hoger uitgevallen dan toen geraamd. Daarom wordt aanvullend € 7,4 mln van de premiemiddelen naar de VWS-begroting overgeheveld.

4. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling wordt voor alle zorgsectoren in eerste instantie gereserveerd op nominaal en onvoorzien. Daar staat de raming voor 2009–2014. De nominaal tranche 2009 wordt nu toebedeeld aan de sectoren (onder gelijkmatige verlaging van de uitgaven op artikel 99).

99 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1 000 000)

Ontvangsten 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 20092 951,3
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 2009– 42,2
Stand 1e suppletore begroting 20092 909,1
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
n.v.t.
Stand 2e suppletore begroting 20092 909,1

Toelichting mutaties:

n.v.t.

Wmo (gemeentefonds, op de begroting van BZK) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 20091 492,3
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 200939,7
Stand 1e suppletore begroting 20091 532,0
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
1. Dure woningaanpassingen 6,0
Overige mutaties – 0,4
Stand 2e suppletore begroting 20091 537,6

Toelichting mutaties:

1. Overboeking naar het Gemeentefonds. Dure woningaanpassingen vormen een onderdeel van de Wmo en uiteindelijk zal het gehele budget voor dure woningaanpassingen aan het Gemeentefonds worden toegevoegd. Vanaf 2009 zal er structureel € 18 mln beschikbaar zijn. De hier genoemde € 6 mln maakt daarvan onderdeel uit.

Opleidingsfonds (op de begroting van VWS) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 2009817,6
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 2009– 1,6
Stand 1e suppletore begroting 2009816,0
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
1. Nominaal tranche 2009 22,4
Stand 2e suppletore begroting 2009838,4

Toelichting mutaties:

1. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling staat voor het Opleidingsfonds in eerste instantie gereserveerd bij Financiën. Daar staat de raming voor 2009–2014. De nominaal tranche 2009 wordt nu toebedeeld aan de sectoren.

Opleidingsfonds (op de begroting van VWS) (bedragen x € 1 000 000)

Ontvangsten 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 20090,0
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 2009n.v.t.
Stand 1e suppletore begroting 20090,0
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
1. Terugontvangsten 38,9
Stand 2e suppletore begroting 200938,9

Toelichting mutaties:

1. Hogere terugontvangsten zijn het gevolg van de vaststelling van de subsidieverlening eerste en tweede tranche 2008.

Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven (o.a. op de begroting van Financiën) (bedragen x € 1 000 000)

Uitgaven 2009
Stand VWS ontwerpbegroting 200978,9
Mutaties gemeld in de 1e suppletore begroting 2009– 26,1
Stand 1e suppletore begroting 200952,8
Mutaties tot en met de 2e suppletore begroting 2009 
n.v.t.  
1. Inzet reserve AWBZ-knelpunten – 29,0
2. Nominaal tranche 2009 – 22,4
Overige mutaties – 1,4
Stand 2e suppletore begroting 20090,0

Toelichting mutaties:

1. Voor weglek van de pakketmaatregel AWBZ per 1 januari 2009 is er in 2009 een bedrag ter beschikking gesteld van € 50 mln. € 29 mln hiervan gaat naar de gemeenten.

2. De vergoeding voor de loon- en prijsontwikkeling staat voor het Opleidingsfonds in eerste instantie gereserveerd bij Financiën. Daar staat de raming voor 2009–2014. De nominaal tranche 2009 wordt nu toebedeeld aan de sectoren.

Licence