Base description which applies to whole site

B. BEGROTINGSTOELICHTING SLOTWET

Met dit wetsvoorstel wordt voorgesteld de begroting van de verplichtingen te verhogen met € 558,8 miljoen. De uitgaven worden verhoogd met € 251,4 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 323,9 miljoen. De aansluiting van dit wetsvoorstel met de ontwerpbegroting en de 1e en 2e suppletoire begroting 2010 is als volgt:

 

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting 2010

36 067 701

36 542 246

2 047 894

Nota van wijziging

0

0

0

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2010

36 067 701

36 542 246

2 047 894

Mutaties eerste suppletoire begroting 2010

729 246

486 582

159 547

Mutaties tweede suppletoire begroting 2010

13 219

– 107 505

18 046

Mutaties slotwet 2010 opgenomen in dit wetsvoorstel

558 771

251 383

325 415

Stand rekening 2010

37 368 937

37 172 706

2 550 902

Algemene toelichting op de mutaties

Begrotingsmutaties zijn onder te verdelen in technische en autonome mutaties.

 

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Technische mutaties

– 47 026

– 47 051

15 923

Autonome mutaties

605 797

298 434

309 492

Totaal slotwet 2010

558 771

251 383

325 415

Technische mutaties zijn boekhoudkundig van aard en ontstaan voornamelijk door overboekingen van en naar andere departementen. Deze mutaties zijn voor het totaal van de rijksbegroting budgettair neutraal en worden in deze slotwet niet toegelicht. Autonome mutaties betreffen de mee- en tegenvallers. Deze worden per artikel toegelicht als de mutatie groter is dan € 2,2 miljoen. Als er geen mutaties groter dan € 2,2 miljoen zijn, hoeft dat niet per artikel apart te worden toegelicht.

De beleidsartikelen

Artikel 1: Primair onderwijs

Op artikel 1 worden de uitgaven verhoogd met € 5,1 miljoen (verlaging technische mutaties van € 1,2 miljoen en verhoging van de autonome mutaties van € 6,2 miljoen). De ontvangsten worden verhoogd met € 89 000. Dit betreft technische mutaties.

De autonome uitgavenmutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • De onderuitputting (€ 10,3 miljoen) is een saldo van minder uitgaven dan geraamd voor rugzakleerlingen (€ 14,0 miljoen), en meer uitgaven voor het (V)SO (€ 3,7 miljoen).

  • De met de leerlingen samenhangende uitgaven zijn lager (€ 4,2 miljoen) dan geraamd. Dit komt met name door minder uitgaven op de groeiregeling basisonderwijs.

  • Aan personele bekostiging is € 5,2 miljoen meer uitgegeven dan geraamd. Dit hangt met name samen met minder ontvangsten vangnet zwangerschapsverlof en meer nabetalingen dan geraamd.

  • Om het politiek prioritaire dossier Cultuureducatie een impuls te geven, is het hele schooljaarbedrag 2010/2011 van € 9,5 miljoen in december 2010 betaald.

  • Om een impuls te geven aan beleidsprioriteit Taal & Rekenen, heeft de betaling van € 10 miljoen voor het schooljaar 10/11 volledig in 2010 plaatsgevonden, zodat scholen sneller met de implementatie beginnen.

Artikel 3: Voortgezet Onderwijs

Op artikel 3 worden de uitgaven verlaagd met € 3,2 miljoen. Dit betreft met name autonome mutaties. De ontvangsten worden verhoogd met € 3,0 miljoen (voornamelijk autonome mutaties).

De autonome uitgavenmutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • De uitgaven 2010 in het kader van de experimenten VMBO-MBO2 zijn geboekt op artikel 3.01. Het aandeel voor de reguliere materiële kosten ad. € 2,3 miljoen hoort echter op artikel 3.02 thuis, waar deze kosten ook zijn geraamd. Hierdoor een onderuitputting op artikel 3.02 en een overschrijding op artikel 3.01. Daarnaast een overschot ad. € 1,9 miljoen op het budget voor de invoeringskosten «gratis schoolboeken».

De autonome ontvangstenmutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • De gerealiseerde ontvangsten op in voorgaande jaren verstrekte gelden zijn hoger dan was voorzien. Het betreft een bedrag van ca. € 3 miljoen. Betreft onder meer gelden teruggevorderd in het kader van de regeling aanvullende bekostiging praktijkgerichte leeromgeving en de afrekening van de Stichting Kennisnet.

Artikel 4: Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Op artikel 4 worden de uitgaven verlaagd met € 11,3 miljoen (verlaging technische mutaties € 7,2 miljoen en verlaging autonome mutaties € 4,1 miljoen). De ontvangsten worden verlaagd met € 1,0 miljoen (verlaging technische mutaties van € 4,0 miljoen en verhoging autonome mutaties van € 3,0 miljoen).

De autonome uitgavenmutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • De verlaging van de uitgaven wordt grotendeels veroorzaakt door de afrekeningen van de tijdelijke regeling conjuncturele effecten mbo. De op basis van deze regeling in 2009 betaalde aanvullende vergoeding aan de instellingen is eind 2010 definitief vastgesteld op basis van de werkelijke aantallen mbo-deelnemers.

  • De overschrijding van € 6,2 miljoen op het LGF-budget is ontstaan door meer aanvragen dan geraamd in 2010. De stijging van het aantal LGF-aanvragen had vooral betrekking op aanvragen met een cluster 4-indicatie. Dit had met name betrekking op kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen.

De autonome ontvangstenmutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • De ontvangsten betreffen voornamelijk de FES-middelen en correctie op prestatieconvenanten VSV. Daarnaast zijn de overige ontvangsten van uiteenlopende aard zoals afrekeningen van het project leren en werken, afrekeningen educatiemiddelen en afrekeningen jaarrekeningen. Dit gehele palet aan verschillende afrekeningen cumuleert tot € 2,9 miljoen meeropbrengsten.

Artikel 5: Technocentra

Op artikel 5 worden de uitgaven verhoogd met € 1 000. De ontvangsten worden verlaagd met € 2 000. Beide mutaties zijn autonoom van aard.

Artikel 6: Hoger beroepsonderwijs

Op artikel 6 worden de uitgaven verhoogd met € 1,1 miljoen (autonome mutaties). De ontvangsten worden verhoogd met € 1,0 miljoen (technische mutaties).

Artikel 7: Wetenschappelijk onderwijs

Op artikel 7 worden de uitgaven verlaagd met € 0,1 miljoen (autonome mutaties). De ontvangsten worden verhoogd met € 0,4 miljoen (autonome mutaties).

Artikel 8: Internationaal beleid

Op artikel 8 worden de uitgaven verlaagd met € 0,2 miljoen (verhoging technische mutaties met € 0,2 miljoen en verlaging autonome mutaties met € 0,3 miljoen ). De ontvangsten worden verhoogd met € 84 000 en zijn geheel autonoom van aard.

Artikel 9: Arbeidsmarkt en personeelsbeleid

Op artikel 9 worden de uitgaven verlaagd met € 15,0 miljoen. De ontvangsten worden verhoogd met € 2,7 miljoen. Zowel bij de uitgaven als bij de ontvangsten gaat het om autonome mutaties.

De autonome uitgaven groter dan € 2,2 miljoen:

  • De uitgaven op de Lerarenbeurs blijven € 4,1 miljoen achter bij de raming. Enerzijds omdat nieuwe aanvragen 2010 werden ingetrokken en anderzijds omdat leraren uit aanvragen 2008/2009 voortijdig hun studie beëindigde.

  • Geplande betalingen 2010 van € 3,1 miljoen voor regeling Risicoregio’s vo worden door niet tijdige ontvangst c.q. afhandeling voortgangsrapportages in 2011 betaald.

Artikel 11: Studiefinanciering

Op artikel 11 worden de uitgaven verlaagd met € 18,9 miljoen (verlaging technische mutaties € 50,4 miljoen en verhoging autonome mutaties € 31,5 miljoen). De ontvangsten worden verhoogd met € 28,5 miljoen. Verhoging technische mutaties met € 1,0 miljoen en verhoging autonome mutaties met € 27,5 miljoen.

De autonome uitgavenmutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • De relevante uitgaven basisbeurs en aanvullende beurs zijn € 13,1 miljoen hoger uitgevallen dan geraamd.

    De tegenvaller komt voornamelijk doordat de gerealiseerde uitgaven voor de basisbeurs bol direct gift (bol niveau 1 en 2, bol niveau 3 en 4 met diploma) hoger zijn dan begroot en voor de aanvullende beurs bol direct gift.

  • De uitgaven voor de reisvoorziening zijn € 2,8 miljoen lager dan geraamd. Dit komt voornamelijk door minder uitgaven aan reisvoorziening voor studerenden in het buitenland.

  • De tegenvaller op de post «Overige relevante uitgaven» bedraagt € 21,3 miljoen. De tegenvaller wordt veroorzaakt door een groter bedrag aan correcties dan geraamd. Er zijn meer relevante uitgaven op de prestatiebeurs door meer afboekingen op vorderingen basisbeurs, aanvullende beurs, OV-kaart en leningen dan geraamd. In geval van overlijden, ziekte of handicap, en op basis van draagkracht/restschuldregeling kunnen vorderingen teniet worden gedaan. Dan worden eerdere niet-relevante uitgaven alsnog relevant en verantwoord op U11.03.

De autonome ontvangstenmutatie groter dan € 2,2 miljoen:

  • De meevaller op de relevante ontvangsten bedraagt € 27,5 miljoen. De ontvangsten op kortlopende schulden, die zijn ontstaan door achterstallig lager recht (ALR), zijn hoger dan geraamd.

Artikel 12: Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Op artikel 12 worden de uitgaven verlaagd met € 2,0 miljoen (verlaging technische mutaties € 0,2 miljoen en autonome mutaties € 1,8 miljoen). De ontvangsten worden verhoogd met € 4,8 miljoen. Dit bedrag is geheel autonoom van aard.

De autonome uitgavenmutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • De meevaller op de uitgaven voor tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten aan deelnemers vo en bol jonger dan 18 jaar (WTOS TS17-) bedraagt € 3,7 miljoen. Er is in het nieuwe schooljaar (2010/2011) minder gebruik gemaakt van deze regeling dan geraamd. Het beleid is om niet-gebruik van de regeling tegen te gaan. Daarom is in december 2010 de doelgroep nogmaals geattendeerd op het bestaan van de regeling. Minderjarige mbo-ers kunnen immers tot het eind van het schooljaar met terugwerkende kracht een WTOS-vergoeding aanvragen.

  • De uitgaven tegemoetkoming leraren opleiding (WTOS TS18+ tlo) zijn € 2,2 miljoen lager uitgevallen dan voorzien. Er was minder gebruik gemaakt van de regeling voor het schooljaar 2009/2010 dan geraamd.

  • De realisatie uitgaven tegemoetkoming schoolkosten voor deelnemers in het vo van 18 jaar en ouder (WTOS VO18+) is € 4,6 miljoen hoger dan geraamd door een sterkere toename van het aantal gebruikers dan geraamd.

De autonome ontvangstenmutatie groter dan € 2,2 miljoen:

  • De niet-relevante ontvangsten aan terugvorderingen van uitgekeerde tegemoetkomingen zijn € 3,8 miljoen hoger dan geraamd.

Artikel 13: Lesgelden

Op artikel 13 worden de uitgaven verhoogd met € 0,6 miljoen. Dit bedrag is geheel autonoom van aard. De ontvangsten worden verhoogd met € 8,7 miljoen en zijn geheel autonoom van aard.

De autonome ontvangstenmutatie groter dan € 2,2 miljoen:

  • Er is een meevaller van € 8,7 miljoen op de lesgeldontvangsten. De ontvangsten aan lesgelden zijn hoger dan geraamd vooral in het vorige en huidige schooljaar (totaal € 202,6 miljoen ontvangen i.p.v. € 193,8 miljoen).

Artikel 14: Cultuur

Op artikel 14 worden de uitgaven verhoogd met € 14,5 miljoen (verhoging technische mutaties € 11,7 miljoen en verhoging autonome mutaties van € 2,8 miljoen). De ontvangsten worden verhoogd met € 9,8 miljoen (verhoging technische mutaties € 9,7 miljoen en verhoging autonome mutaties € 0,1 miljoen). De verplichtingen worden verhoogd met € 498.8 miljoen.

Het gaat hier met name om kredietgaranties/verzekeringen in de cultuursector. Hier moet gedacht worden aan een indemniteitsregeling voor kunstvoorwerpen die op uitleenbasis in een Nederlands museum zijn tentoongesteld.

De autonome uitgavenmutatie groter dan € 2,2 miljoen:

  • In 2010 is op dit artikel een taakstellende onderuitputting geboekt voor het project Beelden voor de Toekomst van € 6 mln. Het is niet gelukt om deze taakstelling helemaal te halen op dit artikel, dit heeft geleid tot een overschrijding van € 3,9 mln. Dekking wordt voor een gedeelte gevonden binnen overschotten op andere onderdelen binnen het artikel.

Artikel 15: Media

Op artikel 15 worden de uitgaven verlaagd met € 14 000 (verhoging technische mutaties met € 61 000 en verlaging autonome mutaties met € 75 000. De ontvangsten worden verlaagd met € 19,3 miljoen (verlaging technische mutaties met € 19,0 miljoen en verlaging autonome mutaties met € 0,3 miljoen.

Artikel 16: Onderzoek en wetenschapsbeleid

Op artikel 16 worden de uitgaven verhoogd € 19,2 miljoen (verlaging technische mutaties € 0,5 miljoen en verhoging autonome mutaties met € 19,7 miljoen). De ontvangsten worden verlaagd met € 0,1 miljoen. Dit betreft uitsluitend autonome mutaties.

De autonome uitgavenmutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • Bij Najaarsnota is een kasschuif ingediend voor de regeling Kenniswerkers (van € 24,3 miljoen). Er heeft een correctie op deze kasschuif plaatsgevonden, omdat er in november 2010 alsnog € 19,7 miljoen is betaald aan AgentschapNL.

Artikel 24: Kinderopvang

Op artikel 24 worden de uitgaven verhoogd € 262,8 miljoen. De mutaties zijn grotendeels van autonome aard. De ontvangsten worden verhoogd met € 284,4 miljoen (verhoging relevante ontvangsten met € 256,7 miljoen en verhoging niet-relevante ontvangsten met € 27,7 miljoen). De verplichtingen worden verhoogd met € 238,3 miljoen.

Het gaat hier met name om een presentatiewijziging van de toeslagverrekening bij de Belastingdienst. Deze wijziging van boeken bij de Belastingdienst heeft geen verdere gevolgen.

De autonome mutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • Bij de definitieve vaststelling van de kinderopvangtoeslag (saldo uitgaven en ontvangsten, artikelonderdelen 24.1 en 24.90) door de belastingdienst worden zowel bedragen nabetaald als terug ontvangen. Uit de realisatiegegevens blijkt dat de nabetalingen en voorschotten € 265,3 miljoen hoger zijn uitgevallen dan geraamd en de terugontvangsten € 256,7 miljoen hoger zijn uitgevallen dan geraamd. Dit verschil heeft grotendeels een technische oorzaak: met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010 worden terugontvangsten bij de afrekening van de kinderopvangtoeslag geheel als ontvangst geboekt, terwijl deze eerder deels in mindering op de uitgaven kwamen.

  • De mutaties bij de overige artikelonderdelen (24.2, 24.3 en 24.42) zijn terug te voeren op technische herschikkingen tussen deze operationele doelstellingen. Het bedrag dat bij artikelonderdeel 24.42 als uitvoeringskosten geboekt is, betreft de uitvoering door DUO van de Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte (GIR) en Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

Artikel 25: Emancipatie

Op artikel 25 worden de uitgaven verlaagd met € 0,2 miljoen. Dit betreft voornamelijk technische mutaties. De ontvangsten zijn verhoogd met € 1,8 miljoen en zijn geheel autonoom van aard.

Niet-beleidsartikelen

Artikel 17: Nominaal en onvoorzien

Artikel 17 dient als intermediair totdat de exacte verdeling over de betrokken artikelen bekend is. Op dit artikel worden dus geen feitelijke uitgaven verantwoord.

Artikel 18: Ministerie algemeen

Op artikel 18 worden de uitgaven verlaagd met € 2,5 miljoen (verlaging technische mutaties € 1,5 miljoen en verlaging autonome mutaties € 1,0 miljoen). De ontvangsten zijn verhoogd met € 0,8 miljoen en zijn geheel autonoom van aard.

De autonome uitgavenmutaties groter dan € 2,2 miljoen:

  • Het departement ligt voor 2010 op koers met de taakstelling Balkenende IV. Gegeven goed werkgeverschap en een aantal nieuwe taken is de taakstelling op een onderdeel van het departement niet geheel gehaald. Daar is sprake van een  tekort van € 2,6 miljoen op de salariskosten. Deze kosten worden echter meer dan gecompenseerd door kleinere meevallers elders in dit artikel waaronder de salarislasten op andere onderdelen van het departement en bijvoorbeeld lagere communicatie-uitgaven door de val het kabinet.

Artikel 19: Inspecties

Op artikel 19 worden de uitgaven verhoogd met € 1,9 miljoen (verhoging technische mutaties € 2,6 miljoen en verlaging autonome mutaties € 0,7 miljoen). De ontvangsten worden verhoogd met € 0,8 miljoen (verhoging technische mutaties met € 0,5 miljoen en verhoging autonome mutaties met € 0,3 miljoen).

Artikel 20: Adviesraden

Op artikel 20 worden de uitgaven verlaagd met € 0,3 miljoen en deze zijn geheel autonoom van aard.

Licence