Base description which applies to whole site

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Onderdeel uitgaven, verplichtingen en ontvangsten

Uitgaven

In onderstaande tabel wordt een nadere uitsplitsing gegeven van de totstandkoming van het uitgavenbedrag van het provinciefonds. Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2012 is het uitgavenbedrag van het provinciefonds met € 308.169.000 gewijzigd. De in de tabel weergegeven mutaties worden onder de tabel nader verklaard.

Tabel 1: Totstandkoming uitgavenbedrag provinciefonds (x € 1.000)

Stand uitgavenbedrag vastgestelde begroting 2012

 

1.116.489

Stand uitgavenbedrag 1e suppletoire begroting 2012

 

1.164.596

Stand uitgavenbedrag 2e suppletoire begroting 2012

 

1.377.848

     

Voorgestelde mutaties bij slotwet 2012:

   

1a) DU Ontwikkel / OEM variabel (algemene uitkering)

717

 

1b) DU Ontwikkel / OEM variabel (decentralisatie- uitkering)

– 717

 

2) Natuur (integratie-uitkering)

308.410

 

3) Steunfunctie monumentenzorg en archeologie

183

 

4) Realisatie Kosten Financiële-verhoudingswet

– 100

 

5) Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2012

– 1

 

6) Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2012

– 3

 

7) Wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2012

– 320

 
     

Totaal mutaties bij slotwet

 

308.169

Stand uitgavenbedrag slotwet begroting 2012

 

1.686.017

Waarvan uitgavenbedrag Kosten Financiële-verhoudingswet

 

0

Waarvan uitgavenbedrag Algemene uitkeringen

 

487.263

Waarvan uitgavenbedrag Integratie-uitkeringen

 

308.410

Waarvan uitgavenbedrag Decentralisatie-uitkeringen

 

890.344

De wijziging van het uitgavenbedrag is het saldo van een aantal mutaties:

1) DU Ontwikkel / OEM variabel

In het verdeelmodel van het provinciefonds per 1 januari 2012 wordt onderscheid gemaakt tussen beheer- en ontwikkeltaken, omdat beide andere verdeelcriteria vragen. Het beheerdeel omvat de vaste jaarlijks terugkerende kosten, bijvoorbeeld het betalen van de salarissen, onderhoud provinciehuis, wegen, groen, etc. Het ontwikkeldeel van het provinciefonds betreft taken zoals aanleg van nieuwe wegen, integrale gebiedsontwikkeling in het landelijk gebied, natuur en bodemsanering, maar ook taken met betrekking tot buitengewone groei en krimp. Om verdeeltechnische redenen is er voor gekozen om een deel van het bedrag dat gemoeid is met de ontwikkeltaken via een decentralisatie-uitkering (DU Ontwikkel/OEM variabel) uit te betalen aan de provincies.

In het verdeelmodel wordt er ook rekening mee gehouden dat provincies in staat zijn een deel van hun taken (ijkpunten) te financieren met eigen inkomsten uit de zogenaamde «overige eigen middelen» (OEM). De OEM in het nieuwe verdeelmodel wordt samengesteld uit twee onderdelen. Er is een vast deel van 5,48% dat wordt verondersteld voor alle provincies. Dit vaste deel is op voorhand in mindering gebracht op alle maatstaven en op de nieuwe decentralisatie-uitkering. Voor het variabele deel is gekozen om 35% van de inkomsten uit energiebedrijven (geraamde situatie in 2016) mee te nemen met een fictief rendement van 3%. Dit deel wordt in mindering gebracht op de bovenstaand beschreven bedragen van de decentralisatie-uitkering.

De op deze manier ontstane «DU Ontwikkel / OEM variabel» bedraagt in 2012 € 418,495 miljoen. Dat is € 0,717 miljoen minder dan in de 2de suppletoire begroting 2012 (Tweede Kamer, 2012–2013, 33 480 C, nr. 2) is vermeld.

2) Natuur (integratie-uitkering)

Op 20 september 2011 hebben Rijk en Interprovinciaal Overleg het onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur gesloten. Tezamen met de aanvullende afspraken van 7 december 2011 en de uitvoeringsafspraken van 8 februari 2012 is dit het Bestuursakkoord natuur. Op grond van het akkoord wordt de verantwoordelijkheid voor het natuurbeleid en het landelijk gebied, met inachtneming van de afspraken uit het akkoord, overgedragen van Rijk aan provincies. Op 23 november 2012 hebben het Rijk en de afzonderlijke provincies de afrondingsovereenkomst Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) ondertekend. Hiermee zijn de twaalf afzonderlijke ILG-bestuursovereenkomsten komen te vervallen en zijn de inzet en de beschikbare middelen voor het resterende oorspronkelijke ILG-tijdvak tot en met 2013 vastgesteld. De afrondingsovereenkomsten en de bijgevoegde toezeggingen vormen de basis voor de verdeling van de integratie-uitkering Natuur in de periode 2012–2014.

In de afrondingsovereenkomsten zijn afspraken gemaakt over decentralisatie per 1 januari 2012 van de middelen voor voormalige FES-projecten, waarvan de rijksbijdrage als niet-ontschot budget in het ILG was opgenomen. De middelen die gedecentraliseerd worden, zijn de maximale rijksbijdragen (tot en met 2014) voor de desbetreffende projecten zoals aangegeven in de ILG-bestuursovereenkomsten, onder aftrek van de voor die projecten bestemde ILG-bevoorschottingen zoals die tot en met 2011 hebben plaatsgevonden vanuit de begroting van het voormalige Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De middelen voor de KRW-projecten worden in één keer in 2012 uitgekeerd en zijn bestemd voor projecten die in de stroomgebiedbeheerplannen zijn opgenomen als KRW-maatregelen en die derhalve internationaal verplicht zijn. Deze KRW-maatregelen zijn zodanig ingevuld dat zij naast de KRW ook andere rijksdoelen dienen. Onderdeel van de afrondingsovereenkomsten zijn ook afspraken rond de beschikbare middelen voor de kosten van beheer van Staatsbosbeheer en de kosten van het Faunafonds voor de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013, verminderd met de door het Rijk aan deze organen voor die periode betaalde voorschotten. De integratie-uitkering wordt aangevuld met een exploitatiebijdrage bezoekerscentrum Nationaal Park Lauwersmeer (provincie Groningen) en de investeringsbijdrage nieuw bezoekerscentrum Nationaal Park Schiermonnikoog (provincie Friesland). In totaal bedraagt de integratie-uitkering in 2012 € 308,4 miljoen.

3) Steunfunctie monumentenzorg en archeologie

De provincies zijn sinds 2009 verantwoordelijk voor de steunfunctie monumentenzorg en archeologie. Bij 1e suppletoire 2009 (Tweede Kamer, 2008–2009, 31 965 C, Nr. 2) is daarvoor structureel € 817.000 per jaar toegevoegd aan het provinciefonds. In de Bestuurlijke afspraken over de provinciale steunfunctie monumentenzorg en archeologie van december 2012 is afgesproken dat het Rijk jaarlijks € 1 miljoen beschikbaar stelt via het provinciefonds. Voor 2012 vindt dan ook een verhoging plaats van € 183.000.

4) Realisatie Kosten Financiële-verhoudingswet

Omdat er in 2012 geen onderzoeken hebben plaatsgevonden komt het gerealiseerde bedrag door de slotwetmutatie € – 100.000 lager uit dan na de stand 2de suppletoire begroting 2012 werd geraamd.

5 en 6) Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen 2012

Bij Voorlopige Rekening is vastgesteld hoe de in 2012 gerealiseerde betalingen voor de decentralisatie-uitkeringen (DU) en integratie-uitkeringen (IU) aan de provincies zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2de suppletoire begroting 2012 voor de betalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er in totaal lagere betalingen zijn gedaan dan bij 2de suppletoire begroting 2012 werden verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van – € 1.000 (negatief) bij de integratie-uitkeringen en – € 3.000 (negatief) bij de decentralisatie-uitkeringen. In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van deze bedragen. Deze onderdelen zullen bij 1ste suppletoire begroting 2013 opwaarts worden bijgesteld. Deze mutaties in de uitgaven bij 1ste suppletoire begroting 2013 hebben dus nog betrekking op het begrotingsjaar 2012.

Tabel 2: Specificatie Integratie- en decentralisatie-uitkeringen 2012 (x € 1.000)
 

Budget na NJN

Slotwet

Budget totaal

Uitgegeven

Verschil

Integratie-uitkeringen

         

Wijziging betalingsverloop integratie-uitkeringen 2011

1

 

1

 

– 1

Natuur

0

308.410

308.410

308.410

0

TOTAAl IU

1

308.410

308.411

308.410

– 1

Decentralisatie-uitkeringen

         

Asbest en zonnepanelen

20.000

 

20.000

20.000

0

Bedrijventerreinen

28.633

 

28.633

28.633

0

Beter benutten

1.270

 

1.270

1.270

0

Bodemsanering

69.604

 

69.604

69.604

0

DU Ontwikkel / OEM variabel

419.212

– 717

418.495

418.495

0

Externe veiligheid

20.000

 

20.000

20.000

0

Green Deal

9.131

 

9.131

9.131

0

Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing

59.034

 

59.034

59.034

0

Invoeringskosten Jeugdzorg

1.300

 

1.300

1.300

0

Julianasluis

2.700

 

2.700

2.700

0

Kwaliteitsakkoord Basisonderwijs

200

 

200

200

0

Monumenten

20.000

 

20.000

20.000

0

Nationale gebiedsontwikkelingen (Nota Ruimte en BIRK)

55.877

 

55.877

55.877

0

Programmatische Aanpak Stikstof

23.000

 

23.000

23.000

0

Regeling cultuurparticipatie

8.123

 

8.123

8.123

0

Regionale luchthavens

934

 

934

933

– 1

Regiospecifiek Zuiderzeelijn

38.582

 

38.582

38.582

0

Sterke regio's

8.190

 

8.190

8.190

0

Waddenfonds

95.369

 

95.369

95.369

0

Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer

210

 

210

210

0

Wijziging betalingsverloop decentralisatie-uitkeringen 2011

2

 

2

 

– 2

Zuiderzeelijn REP-middelen

8.493

 

8.493

8.493

0

Zwemwaterrichtlijn EU

1.200

 

1.200

1.200

0

TOTAAL DU

891.064

– 717

890.347

890.344

– 3

TOTAAL

891.065

307.693

1.198.758

1.198.754

– 4

7) wijziging betalingsverloop algemene uitkering 2012

Bij Voorlopige Rekening is vastgesteld hoe de in 2012 gerealiseerde betalingen aan de provincies zich verhouden tot het bedrag dat bij de 2de suppletoire begroting 2012 voor de betalingen is geraamd. Daarbij is gebleken dat er lagere uitbetalingen zijn gedaan dan bij 2de suppletoire begroting 2012 werden verwacht. Het gaat hierbij om een verschil van – € 320.000 (negatief).

De reden van het verschil ligt in het feit dat zolang de uitkeringsfactor1 niet definitief is de omvang van betalingen aan de provincies kan afwijken ten opzichte van wat in de begroting vermeld staat. De oorzaak ligt bij het verschil tussen raming van de verdeelmaatstaven voor de bepaling van voorlopige uitkeringsfactor en de verdeelmaatstaven die bij de betalingen worden gebruikt. Indien bij de betalingen de definitieve verdeelmaatstaven niet beschikbaar zijn, worden de gegevens van het vorige jaar gebruikt. Op het moment dat de definitieve gegevens beschikbaar komen, kan het gat tussen begroting en betaling gedicht worden door de uitkeringsfactor aan te passen. Het onderdeel wijziging betalingsverloop algemene uitkering zal bij 1ste suppletoire begroting 2013 dan ook met dit bedrag neerwaarts worden bijgesteld. Deze mutatie bij 1ste suppletoire begroting 2013 heeft dus nog betrekking op het begrotingsjaar 2012.

Verplichtingen

In de volgende tabel wordt ter toelichting een nadere uitsplitsing gegeven van de totstandkoming van het verplichtingenbedrag van het provinciefonds.

Ten opzichte van de 2de suppletoire begroting 2012 is het verplichtingenbedrag met € 308.493.000 gewijzigd.

Tabel 3: Totstandkoming verplichtingenbedrag provinciefonds (x € 1.000)

Stand verplichtingenbedrag vastgestelde begroting 2012

 

1.116.489

Stand verplichtingenbedrag 1e suppletoire begroting 2012

 

1.164.596

Stand verplichtingenbedrag 2e suppletoire begroting 2012

 

1.377.848

     

Voorgestelde mutaties bij slotwet 2012:

   

1a) DU Ontwikkel / OEM variabel (algemene uitkering)

717

 

1b) DU Ontwikkel / OEM variabel (decentralisatie- uitkering)

– 717

 

2) Natuur (integratie-uitkering)

308.410

 

3) Steunfunctie monumentenzorg en archeologie

183

 

4) Realisatie Kosten Financiële-verhoudingswet

– 100

 

Totaal mutaties bij slotwet

 

308.493

Stand verplichtingenbedrag slotwet begroting 2012

 

1.686.341

Waarvan verplichtingenbedrag Kosten Financiële-verhoudingswet

 

0

Waarvan verplichtingenbedrag Algemene uitkeringen

 

487.586

Waarvan verplichtingenbedrag Integratie-uitkeringen

 

308.410

Waarvan verplichtingenbedrag Decentralisatie-uitkeringen

 

890.345

De wijziging van het verplichtingenbedrag is het saldo van een aantal mutaties. Voor de verklaringen van de in de tabel weergegeven mutaties 1 t/m 4 wordt verwezen naar de verklaringen bij de overeenkomende mutaties van de «uitgaven»

Ontvangsten

Sinds de invoering van de Financiële-verhoudingswet zijn de uitgaven en de inkomsten op grond van artikel 4 van die wet over ieder uitkeringsjaar aan elkaar gelijk. Ten opzichte van de 2de suppletoire begroting voor 2012 worden de ontvangsten met € 308 169 000 verhoogd.

1

De uitkeringsfactor is de verhouding tussen de voeding van het provinciefonds en de totale landelijke uitkeringsbasis. De voeding van het provinciefonds is de jaarlijkse omvang van het provinciefonds zoals wordt vastgesteld via de normeringsystematiek. De uitkeringsbasis wordt berekend via vermenigvuldiging van het aantal eenheden van een set van verdeelmaatstaven met bijbehorende gewichten (bedragen per eenheid).

Licence