Base description which applies to whole site

2.3. DE NIET-BELEIDSARTIKELEN

2.3.1. Geheime uitgaven – niet-beleidsartikel 70

Bedragen x € 1 000

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Uitgaven en verplichtingen

2 236

2 248

5 251

5 264

5 264

5 264

5 264

Geheime uitgaven

2 236

2 248

5 251

5 264

5 264

5 264

5 264

Totaal uitgaven en verplichtingen

2 236

2 248

5 251

5 264

5 264

5 264

5 264

2.3.2. Nominaal en onvoorzien – niet-beleidsartikel 80

Bedragen x € 1 000

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Uitgaven en verplichtingen

 

66 072

146 908

275 514

511 092

490 685

358 433

Loonbijstelling

             

Prijsbijstelling

             

Nader te verdelen

 

66 072

146 908

275 514

511 092

490 685

358 433

Onvoorzien

             

Totaal uitgaven

 

66 072

146 908

275 514

511 092

490 685

358 433

Toelichting

Op de post Nader te verdelen zijn de nog niet uitgedeelde loon- en prijsbijstelling, de risicoreservering en een voorziening voor de reorganisatie geboekt.

2.3.3. Algemeen – Niet-beleidsartikel 90

In dit artikel worden de departementsbrede programma-uitgaven begroot, zijnde de milieu-uitgaven, subsidies en bijdragen, wetenschappelijk onderzoek, bijdragen aan de Navo en internationale samenwerking.

Budgettaire gevolgen

De raming van de financiële middelen voor de komende begrotingsjaren is in de onderstaande tabel opgenomen. Conform de richtlijnen van «Verantwoord Begroten» zijn vanaf 2012 de uitgaven voor wachtgelden, inactiviteitswedden, SBK-gelden, pensioenen, uitkeringen en de ziektekostenverzekering op het centrale apparaatsartikel 91 geboekt.

Bedragen x € 1 000

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

1 682 458

1 714 495

202 650

196 873

203 745

199 462

196 184

Uitgaven

             

Apparaatsuitgaven

             

Bestuursstaf

125 721

128 653

         

Totaal apparaatsuitgaven

125 721

128 653

         

Programma-uitgaven

             

Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst

70 848

76 552

         

Pensioenen en uitkeringen

1 147 502

1 143 040

         

Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden

109 833

126 456

         

Ziektekostenvoorziening

8 812

6 218

         

Milieu-uitgaven

6 530

5 687

5 481

7 043

8 526

8 546

8 546

Subsidies en bijdragen

19 697

21 456

19 282

19 314

18 804

19 317

19 317

Bijdragen aan de Navo

74 613

81 684

73 240

74 372

79 936

77 972

76 874

Internationale samenwerking

4 121

4 009

3 904

3 862

3 834

3 843

3 843

Wetenschappelijk onderzoek

74 736

81 099

63 995

60 798

62 634

60 427

58 247

Overige uitgaven

53 284

39 641

36 748

31 484

30 011

29 357

29 357

Totaal programma-uitgaven

1 569 976

1 585 842

202 650

196 873

203 745

199 462

196 184

Totaal uitgaven

1 695 697

1 714 495

202 650

196 873

203 745

199 462

196 184

Totaal ontvangsten

20 533

10 772

318

1 870

1 870

1 870

1 870

Doelstelling

Beheersing en ontwikkeling van departementsbrede programma’s.

Subsidies en bijdragen

Instrumenten

De subsidies en bijdragen worden verleend aan instellingen die voor Defensie een zeker nut hebben. Een overzicht van de subsidies is opgenomen in internetbijlage 5.3.

Bijdragen aan de Navo

De uitgaven hebben betrekking op de Nederlandse bijdrage in gemeenschappelijk gefinancierde Navo-programma’s. Ook de uitgaven voor de AWACS-vliegtuigen zijn hierin opgenomen.

Internationale samenwerking

Internationale Militaire Samenwerking (JMS) omvat in beginsel alle militaire samenwerkingsactiviteiten die Defensie in internationaal verband uitvoert. Het betreft onder meer militair-operationele samenwerking, defensie-materieelsamenwerking, militaire inlichtingensamenwerking, juridische samenwerking en steun bij de oprichting en versterking van veiligheidsstructuren in het kader van wapenbeheersing. Op hoofdlijnen zijn de kosten voor deze samenwerking als volgt opgebouwd: bilaterale en multilaterale activiteiten met een focus op Afrika en op Centres of Excellence (€ 1,1 miljoen), EU-Satellietwaarnemingen (€ 0,6 miljoen), het Europees Defensie Agentschap (€ 1,3 miljoen), wapenbeheersing (€ 0,5 miljoen) en High Readiness Forces (€ 0,5 miljoen).

Wetenschappelijk onderzoek

Op dit artikelonderdeel worden de centrale uitgaven op het gebied van Research and Development (R&D) geraamd. Het betreft de programmafinanciering van TNO (inclusief kennisinstituut MARIN) en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). Deze bedragen in 2012 ruim € 37 miljoen. Voor projectmatige technologieontwikkeling en kennistoepassing is in 2012 ongeveer € 27 miljoen begroot. Primaire doelstelling is de ondersteuning van de krijgsmacht met gericht onderzoek en technologieontwikkeling. Daarnaast draagt Defensie met dit onderzoek bij aan de versterking van het innovatief vermogen van de Nederlandse defensiegerelateerde industrie. Het onderzoek wordt zowel interdepartementaal (implementatie topsectorenbeleid) als internationaal (Navo en European Defence Agency, EDA) afgestemd en ingebed. In 2012 wordt met de uitvoering van onderzoeksprogramma’s en -projecten voor het eerst invulling gegeven aan de geformuleerde kennisprioriteiten uit de Strategie-, Kennis- en Innovatie Agenda (SKIA, Kamerstuk 32 733, nr. 3).

Als gevolg van het amendement Ten Broeke (Kamerstuk 32 500 X, nr. 74) c.s. op de defensiebegroting 2011 is voorts eenmalig € 6 miljoen vrijgemaakt voor projecten bij TNO en toegevoegd aan de centrale middelen op het gebied van R&D. Vanwege uitvoeringstechnische redenen wordt dit budget, in overleg met TNO, in de periode 2011–2012 besteed.

Omschrijving (bedragen x € 1 000)

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Programmafinanciering TNO (en MARIN)

47 054

43 854

36 830

33 000

33 000

33 000

33 000

Programmafinanciering NLR

515

516

516

517

517

517

517

Contractonderzoek technologie-ontwikkeling

20 663

32 099

21 996

22 536

23 022

20 815

18 635

Contractonderzoek kennistoepassing

6 504

4 630

4 653

4 745

6 095

6 095

6 095

Totaal generaal

74 736

81 099

63 995

60 798

62 634

60 427

58 247

Programmafinanciering

Programmatisch onderzoek betreft investeringen in een kennisbasis die niet binnen Defensie aanwezig is en die zonder gerichte financiële inspanning van Defensie niet beschikbaar komt of toegankelijk is. Met de opgebouwde kennis laat Defensie zich vervolgens adviseren en ondersteunen bij beleidsvorming, verwerving en onderhoud van materieel, opleiding en training, bedrijfsvoering en operationeel optreden. De advisering richt zich onder meer op noodzakelijke verbeteringen en innovatieve vernieuwingen op deze onderwerpen.

Contractonderzoek technologieontwikkeling

Via het instrument van de projectmatige technologieontwikkeling wordt onder meer invulling gegeven aan de internationale R&D-samenwerking in EDA-verband en projecten in het kader van de Defensie Industrie Strategie (DIS). Een aantal interdepartementale R&D-projecten waarvan Defensie de regievoerder is worden ook via dit instrument uitgevoerd. Het betreft in de periode 2011–2015 het project Sensor Technology Applied in Reconfigurable systems for sustainable Security (STARS) met een totale omvang van ongeveer € 18 miljoen afkomstig uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). De laatste tender van de Maatschappelijke Innovatie Agenda Veiligheid (MIA-V) is in januari 2011 gesloten. In 2012 worden binnen de MIA-V een aantal projecten uitgevoerd met een grote relevantie voor Defensie. Het betreft onder meer twee projecten in het kader van de Small Business Innovation Research (SBIR) op het gebied van training en opleiding met behulp van geavanceerde simulaties en fysieke bescherming. Een tweetal andere projecten is gericht op cyber. De MIA-V loopt in 2012 af. Een project om een vliegend radar te ontwikkelen, waarvan de ontwikkeling in de motie-Voordewind (32 123-X, nr. 78) was bepleit, is door de industrie niet ingediend.

Contractonderzoek kennistoepassing

Binnen Defensie dient de concrete toepassing van kennis primair te worden gefinancierd uit de decentrale budgetten van de defensieonderdelen. Op centraal niveau is een beperkt R&D-budget voor kennistoepassing beschikbaar voor niet-planbare acute kennisondersteuning en interdepartementaal afgesproken bijdragen in de exploitatie van grote experimentele onderzoeksfaciliteiten. Voor de periode 2010–2013 is in dit kader circa € 5 miljoen overgeheveld naar het penvoerend ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie als defensiebijdrage aan het exploitatietekort op de grote onderzoeksfaciliteiten van het NLR.

Overige uitgaven

Deze defensiebrede uitgaven hebben onder andere betrekking op de voorlichtings- en communicatieactiviteiten, de schadevergoedingen via de landsadvocaat en «lumpsum»-uitgaven aan de Belastingdienst.

2.3.4. Centraal apparaat – Niet-beleidsartikel 91

De Bestuursstaf draagt zorg voor een beheerste uitvoering van het beleidsproces en de bedrijfsvoering van het ministerie van Defensie. De Bestuursstaf adviseert en ondersteunt de minister en zet zijn besluiten over de richting, inrichting en inzet van Defensie om in helder, eenduidig en uitvoerbaar beleid. Daarnaast schept zij de voorwaarden voor een optimale taakuitvoering door de defensieonderdelen en leidt zij operaties in binnen- en buitenland.

Om de minister in staat te stellen het ministerie van Defensie aan te sturen en te beheersen worden binnen de Bestuursstaf de volgende activiteiten ontplooid:

  • Adviseren van de minister bij het besturen van de defensieorganisatie, in zijn rol als lid van het kabinet, in zijn relatie met het parlement en bij het onderhouden van internationale relaties;

  • Vormgeven van uitvoerbare beleidskaders voor de defensieorganisatie als geheel, zodanig dat op grond van de beleidsdocumenten en de uitwerking daarvan geen vertaalslag nodig is;

  • Aansturen van de operationele commando’s, de DMO, het CDC, en het CKmar.

  • Ondersteuning van Defensie op het gebied van inlichtingen en veiligheid.

Verantwoordelijkheid

De minister is verantwoordelijk voor besturing van de defensieorganisatie en wordt daarbij ondersteund door de Bestuursstaf.

Externe factoren

Het behalen van de algemene doelstelling hangt af van het beschikken over voldoende aantallen capabel personeel, het opstellen van kwalitatief en kwantitatief uitvoerbare beleidsvoorstellen en van regelgeving.

Budgettaire gevolgen

De raming van de financiële middelen van de Bestuursstaf voor de komende begrotingsjaren is in de onderstaande tabel opgenomen.

Bedragen x € 1 000

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

   

1 475 982

1 443 114

1 413 164

1 409 168

1 396 967

Uitgaven

             

Apparaatsuitgaven

             

Bestuursstaf

   

114 092

110 572

87 216

81 001

78 408

Militaire inlichtingen- en Veiligheidsdienst

   

79 592

76 178

75 393

74 881

72 129

 

waarvan personele uitgaven

   

146 448

142 654

124 213

120 616

116 021

 

waarvan ICT

   

18 648

17 742

16 788

16 619

16 180

 

waarvan overige exploitatie

   

28 588

26 354

21 608

18 647

18 336

Pensioenen en uitkeringen

   

1 167 993

1 156 914

1 166 463

1 180 140

1 189 462

Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden

   

111 144

99 450

84 092

73 146

56 968

Ziektekostenvoorziening

   

3 161

       

Totaal apparaatsuitgaven

   

1 475 982

1 443 114

1 413 164

1 409 168

1 396 967

Totaal ontvangsten

   

6 582

6 932

6 932

6 932

6 932

Verwerking van de taakstelling

In het centraal apparaatsartikel dient te worden ingegaan op de verdeling tussen personeel en materieel in de verwerking van de taakstelling. Bij Defensie is deze taakstelling integraal verwerkt in de op te lossen problematiek van de beleidsvisie. Daardoor zijn de taakstellingen op personeel en materieel niet meer individueel te identificeren. Een voorbeeld van een maatregel welke de taakstelling op personeel en materieel echter wel direct raakt, is de vermindering van de staven met dertig procent.

Omschrijving van de samenhang in het beleid

De eerste taak van de Bestuursstaf is de ondersteuning en advisering van de minister bij het besturen van de defensieorganisatie. Om de minister in staat te stellen het ministerie van Defensie effectief te besturen wordt binnen de Bestuursstaf optimaal samengewerkt om het «verkeer» tussen de Bestuursstaf en de defensieonderdelen te stroomlijnen. De basis voor de besturing van de defensieorganisatie is de beleids-, plannings- en begrotingsprocedure (BPB). De BPB-procedure vormt de kern van de activiteiten van de Bestuursstaf. Binnen de Bestuursstaf is voortdurende aandacht voor de verdere verbetering van het BPB-proces en de verbetering van de kwaliteit van de producten uit het BPB-proces, zijnde de beleidsvisie, het defensieplan, de begroting en het jaarverslag.

De tweede taak van de Bestuursstaf is de ontwikkeling van departementaal beleid en regelgeving. Om de minister in staat te stellen het ministerie van Defensie aan te sturen en te beheersen wordt helder en uitvoerbaar departementaal beleid en regelgeving voorbereid, zodanig dat op grond van de beleidsdocumenten en de uitwerking daarvan geen vertaalslag nodig is en de kaders voldoen om het beleid uit voeren. Het ontwikkelen en monitoren van het beleid en regelgeving van de verschillende deelgebieden gebeurt binnen de Bestuursstaf op de volgende beleidsterreinen:

  • Algemeen: Hoofddirectie Algemene Beleidszaken en Bureau Secretaris-generaal;

  • Operationeel: Defensiestaf;

  • Financieel: Hoofddirectie Financiën en Control;

  • Juridisch: Directie Juridische Zaken;

  • Personeel: Hoofddirectie Personeel;

  • Materieel: Directie Beleid van de Defensie Materieel Organisatie

  • Informatievoorziening: Hoofddirectie Informatievoorziening en Organisatie

  • Milieu en Vastgoed: Directie Ruimte, Milieu en Vastgoedbeleid

  • Militaire inlichtingen en veiligheid: Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

De derde taak van de Bestuursstaf is de beheersing en ontwikkeling van departementsbrede programma’s. De instrumenten die hiervoor ter beschikking staan zijn:

  • Pensioenen en uitkeringen: De betaling van ouderdomspensioen en overige uitkeringen aan voormalig defensiepersoneel.

  • Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden: De verstrekking van uitkeringen krachtens diverse regelingen aan voormalig defensiepersoneel. Zodra overeenstemming is bereikt met de Centrales van Overheidspersoneel over een herijkt Sociaal Beleidskader (SBK) zullen de meerjarenramingen worden aangepast in verband met voorzieningen voor personeel dat Defensie gaat verlaten.

  • Ziektekostenvoorziening: De ziektekostenvoorziening is per 1 januari 2006 afgeschaft. In het arbeidsvoorwaardenoverleg zijn afspraken gemaakt om een deel van diegenen die in 2005 een vergoeding hebben ontvangen, tot 2013 te compenseren. Op dit artikel worden de (afnemende) uitgaven hiervan verantwoord.

De vierde taak van de Bestuursstaf is het ondersteunen van Defensie op het gebied van inlichtingen en veiligheid. Binnen de Bestuursstaf is de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) belast met deze taak. De MIVD richt zich daarbij zowel op het politiek-militair besluitvormende niveau (strategische inlichtingen) als op de voorbereiding en uitvoering van militaire taken (operationele inlichtingen). Hierbij gaat het vooral om de uitvoering van crisisbeheersingsoperaties. De MIVD heeft twee hoofdtaken: een inlichtingentaak en een veiligheidstaak. De MIVD voert deze taken uit binnen een wettelijk kader dat onder andere is neergelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de Wet veiligheidsonderzoeken. Onderdeel van deze taken is het verrichten van onderzoek naar andere landen, op aanwijzing van de minister-president. Daarbij wordt samengewerkt met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), waarmee een taakverdeling is afgesproken. De MIVD verstrekt in dit verband inlichtingenrapportages aan de minister-president, het ministerie van Buitenlandse Zaken en aan de AIVD.

Totaal apparaatsuitgaven Defensie

Conform het traject «Verantwoord begroten» geeft onderstaande tabel een overzicht van het totaal aan begrote apparaatsuitgaven van Defensie voor 2012.

Apparaatsuitgaven Ministerie van Defensie 2012

Bedragen x € 1 000

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

902 987

951 816

5 359 780

5 101 103

4 820 941

4 715 760

4 728 747

Uitgaven

             

Apparaatsuitgaven

             
               

Beleidsartikelen

777 266

823 137

3 883 798

3 657 989

3 407 777

3 306 592

3 331 780

20 Inzet

             

21 Commando zeestrijdkrachten

20 177

22 347

501 065

493 685

472 608

467 812

482 919

22 Commando landstrijdkrachten

285 914

233 941

1 120 759

1 051 135

975 511

937 337

934 913

23 Commando luchtstrijdkrachten

109 568

104 672

603 450

575 121

543 686

542 219

556 977

24 Commando Koninklijke marechaussee

34 011

30 205

365 759

350 033

345 142

342 074

339 405

25 Defensie Materieel Organisatie

262 232

246 960

473 278

430 444

385 776

370 013

370 158

26 Commando DienstenCentra

65 364

185 012

819 487

757 571

685 054

647 137

647 408

               

Niet-beleidsartikelen

125 721

128 653

1 475 982

1 443 114

1 413 164

1 409 168

1 396 967

70 Geheime Uitgaven

             

80 Nominaal en onvoorzien

             

90 Algemeen

125 721

128 653

         

91 Centraal Apparaat

   

1 475 982

1 443 114

1 413 164

1 409 168

1 396 967

               

waarvan personele uitgaven

   

2 767 942

2 650 067

2 463 205

2 421 864

2 423 407

waarvan huisvesting

   

373 709

338 926

332 203

313 030

302 609

waarvan ICT

   

285 156

249 779

240 955

223 810

223 276

waarvan overige exploitatie

   

650 674

605 967

534 025

503 771

533 027

waarvan Pensioenen en uitkeringen

   

1 167 993

1 156 914

1 166 463

1 180 140

1 189 462

waarvan Wachtgelden, inactiviteitswedden en SBK-gelden

   

111 144

99 450

84 092

73 146

56 968

waarvan Ziektekostenvoorziening

   

3 161

       

Totaal apparaatsuitgaven

902 987

951 790

5 359 780

5 101 103

4 820 941

4 715 760

4 728 747

Apparaatsuitgaven SSO's:

563 834

470 480

463 322

427 057

386 556

393 984

395 602

Apparaatsuitgaven DTO

339 633

297 398

297 000

267 870

233 742

246 933

249 893

Apparaatsuitgaven DVD

115 672

82 111

75 732

70 706

66 915

62 277

61 835

Apparaatsuitgaven Paresto

108 529

90 971

90 590

88 481

85 899

84 774

83 874

De bedrijfsvoering bij Defensie

Defensie heeft de uitdagende doelstelling om ondanks de ingrijpende bezuinigingen en bijbehorende reorganisaties te streven naar een beheer dat structureel op orde is en blijft. Een uitdaging daar Defensie, als één van de grootste uitvoerende organisaties van de Rijksoverheid, een dynamische en complexe bedrijfsvoering kent. Daarom vindt een herziening van de bedrijfsvoering plaats met als centrale thema’s het reduceren van complexiteit, het sturen op risico’s en ontbureaucratiseren. Een belangrijke doelstelling tijdens de transitieperiode van de oude naar de nieuwe defensieorganisatie is het structureel verbeteren van de kwaliteit van het beheer en tegelijkertijd de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden in de bedrijfsvoering aan te pakken. Door middel van een centrale sturing op de verbeteractiviteiten in het beheer, worden de doelstellingen bewaakt en is tijdige bijsturing mogelijk. In de nieuwe organisatie wordt de toekomstige Hoofddirectie Bedrijfsvoering verantwoordelijk voor de centrale regie over het beheer. Daarnaast zal het verminderen van beheersrisico’s mede bepalend zijn voor de aanpak en het tempo van de uitvoering van de bezuinigingen.

Beheer op orde

Met het verschijnen van de beleidsbrief zijn de ambities van de projecten voor het financieel beheer en materieelbeheer bijgesteld en nadrukkelijk verbonden met de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden. In 2011 is een begin gemaakt met de concrete uitwerking van deze ambities en in 2012 wordt hieraan verder invulling gegeven. Belangrijke voorwaarden zijn daarbij het vooraf stellen van scherpe kaders en richtlijnen en de centralisering en concentratie van kwetsbare processen.

De rode draad in het verbeteren van het financieel beheer in 2012 vormt het vereenvoudigen van de regelgeving van de financiële processen en het maken van een start met de oprichting van één administratie- en beheerkantoor. Dit kantoor zal zorg dragen voor het ondersteunende en administratieve proces van behoeftestelling tot en met betaling en het beheer daarvan. Deze centralisatie leidt tot meer doelmatigheid en kwaliteit en bevordert de eenvormige uitvoering van financiële processen. Daarnaast worden de in 2011 ingezette verbeteringen gecontinueerd, bijvoorbeeld door het oplossen van de voornaamste tekortkoming binnen het beheer van uitgaven en het niet tijdig betalen van facturen. In 2012 voldoet Defensie aan de Rijksbrede norm, die voorschrijft dat negentig procent van de facturen binnen dertig dagen moet worden betaald.

Bijzonder aandachtspunt bij de implementatie van het defensiebrede administratie- en beheerkantoor vormt de verwevenheid van het financieel beheer met de verdere implementatie van SAP. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke standaardisatie van processen en procedures en het maximaal concentreren en benutten van kennis. Op deze manier wordt toegewerkt naar één defensiebrede organisatie waar een efficiënte administratieve verwerking plaatsvindt, zodat beschikbare capaciteit wordt ingezet op die gebieden waar zich de grootste risico’s voordoen en daar vervolgens ook de managementaandacht op wordt gericht.

Voor het verbeteren van het materieelbeheerwordt de focus gelegd op het voortzetten van de in 2011 in gang gezette activiteiten ten aanzien van het Voorschrift Materieelbeheer Defensie, de implementatie van de herijkte ambities in het materieelbeheer en de ingebruikname van de monitor kwaliteit materieelbeheer. Met deze monitor krijgt Defensie meer inzicht in de kwaliteit van het gevoerde materieelbeheer. Tekortkomingen kunnen eerder gesignaleerd en gecorrigeerd worden, waardoor de huidige onvolkomenheden opgelost en toekomstige onvolkomenheden voorkomen kunnen worden. In 2012 zal prioriteit worden gegeven aan het verder op orde brengen van met name het beheer van de als gevoelig aangemerkte materieelsoorten, zoals wapens, munitie en cryptoapparatuur.

Een structurele verbetering van het materieelbeheer wordt mede ondersteund door de invoering van SAP. Daarom is een goede afstemming met het programma SPEER, dat verantwoordelijk is voor deze invoering, noodzakelijk. Deze afstemming wordt getoetst en bewaakt door het projectbureau Professionalisering Materieelbeheer Defensie.

Ten aanzien van het personeelsbeheer wordt in 2012, conform het plan van aanpak, het project Volledigheid en betrouwbaarheid personeelsdossiers Defensie afgerond waardoor in 2012 alle personeelsdossiers aan de wettelijke eisen voldoen.

Stuur- en verantwoordingsinformatie

Naast de noodzakelijke herziening van de bedrijfsvoering van Defensie zijn de ambities van het meerjarige programma Verbeteren stuur- en verantwoordingsinformatie herijkt. Evenals in 2011 wordt vanuit het programma slechts de verdere verbetering en verankering van de kwaliteit van de managementinformatie over de operationele gereedheid ondersteund. Met name het streven naar uniformiteit in de totstandkoming van de informatie, het verbeteren van de kwaliteit van de broninformatie en de automatisering van handmatige bewerkingen vergen nog aandacht. Daarnaast wordt de aansluiting van de informatie in de begroting, de managementrapportages en het jaarverslag bewaakt.

Licence