Base description which applies to whole site

2.2.5 Exportkrediet- en investeringsverzekeringen

A. Doelstelling

Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en investeringen in het buitenland, in aanvulling op de markt, en het creëren en handhaven van een gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Op basis van de Kaderwet Financiële Verstrekkingen Financiën biedt de Nederlandse Staat, ter aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de Staat. Met de verschillende producten beschikbaar in de exportkrediet- en investeringsverzekeringen (de «EKV-faciliteit») kunnen Nederlandse bedrijven meer grote en op (middel)lange termijn gefinancierde exportorders verwerven, hetgeen een positief effect heeft op de werkgelegenheid.

De Minister van Financiën heeft de rol van eindverantwoordelijke voor de uitvoering van de exportkredietverzekeringsfaciliteit. Sinds de stelselwijziging die op 1 januari in 2010 in werking is getreden, treedt de Staat op als verzekeraar en voert Atradius Dutch State Business N.V. de EKV-faciliteit uit, op naam en voor rekening en risico van de Staat. De Minister van Financiën is budgetverantwoordelijk. De Minister van Financiën is, samen met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, beleidsverantwoordelijk voor het verstrekken van de verzekeringen.

Het risicoprofiel van de bestaande EKV-portefeuille en van nieuwe aanvragen worden door het ministerie van Financiën nauwlettend gevolgd door middel van een Risk Management Framework, zodat onverantwoord grote risico’s worden vermeden.

Om Nederlandse exporteurs en hun financiers internationaal onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren, wordt door Nederland in internationaal verband overlegd over de exportondersteunende maatregelen om zodoende een gelijk speelveld te bevorderen. Zo worden in OESO- en EU-verband afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt, zoals minimum premies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden als instrument voor exportbevordering, maatschappelijk verantwoord ondernemen en verantwoord leenbeleid. De OESO voert een actieve dialoog met de opkomende economieën die geen deel uitmaken van de OESO om mogelijke verstoringen van het gelijke speelveld zoveel mogelijk te beperken.

Dit jaar is gekozen voor een aanpassing in de prestatie-indicatoren om een beter inzicht te geven in de effectbereiking van het beleid in het kader van de doelstelling. Hierbij wordt de doorlooptijd als indicator vervangen door een positief bedrijfsresultaat (BERB) en een best of class notering (A rating) op basis van de jaarlijkse benchmark op de verzekeringsvoorwaarden en -mogelijkheden. Deze informatie werd al jaarlijks gemeld in zowel het jaarverslag als de begroting, maar niet vanuit het perspectief van prestatie-indicator.

De doorlooptijden van verzekeringsaanvragen zijn wel een blijvend aandachtspunt in verband met een efficiënte bedrijfsvoering. In dit kader zal de doorlooptijd nog steeds voor monitoringsdoeleinden worden gebruikt. De uitdaging voor 2013 is om de doorlooptijd verder te verkorten en daarbij de kwaliteit van de beoordeling hoog te houden.

Prestatie indicator

Begroting 2013

Begroting 2014

Begroting 2015

Begroting 2016

Begroting 2017

BERB

> 0 mln

> 0 mln

> 0 mln

> 0 mln

> 0 mln

benchmark

A

A

A

A

A

Internationaal is afgesproken dat EKV-faciliteit over een langere periode kostendekkend moeten zijn, om concurrentieverstoring te voorkomen. Dat betekent dat op lange termijn de premie-inkomsten voldoende moeten zijn om de uitvoeringskosten en de netto schade-uitkeringen te dekken. De kostendekkendheid van de Nederlandse faciliteit wordt gemeten middels het model voor Bedrijfseconomische Resultaatbepaling (BERB). Daaruit blijkt dat de Nederlandse EKV- faciliteit over de periode 1999 t/m 2011 een positief resultaat van € 142 mln. heeft geboekt. Ten opzichte van de omvang van de portefeuille en de schades die hieruit kunnen voortvloeien betreft dit een relatief bescheiden positief resultaat. Gegeven de voorwaarde dat het resultaat minimaal nul zal moeten zijn, is er hoewel er in een individueel jaar een negatieve uitschieter kan zijn op de lange termijn een grotere kans op een licht positief resultaat.

Om inzicht te krijgen in de concurrentiepositie van de Nederlandse EKV-faciliteit, wordt door het ministerie van Financiën jaarlijks een vergelijkend onderzoek uitgevoerd tussen de Nederlandse faciliteit en de EKV-faciliteiten in een aantal voor de concurrentie relevante landen (de «benchmark»). Een best of class binnen de benchmark meting betekent dat wij er naar streven om voor de EKV aan te sluiten bij de landen die het beste scoren op de verzekeringsvoorwaarden en -mogelijkheden. In dit kader wordt de reikwijdte van de EKV dan ook regelmatig herzien om beter aan te sluiten bij de behoeften van exporteurs en aan te sluiten bij het internationale speelveld, mits kostendekkendheid gewaarborgd blijft. Dit is conform regulier beleid.

C. Beleidswijzigingen

Als gevolg van het huidige economische klimaat is het voor exporteurs lastig om lange termijn exportfinanciering te krijgen. Om die reden heeft de Staat de bestaande exportkredietgarantieregeling («EKG») geëvalueerd en aangepast (kamerstuk 2011–2012, 31 371, nr. 371). Doel is het voor investeerders aantrekkelijker maken kapitaal vrij te maken voor exportleningen. De gewijzigde exportkredietgarantieregeling loopt in ieder geval tot en met 2014. In 2014 zal vervolgens worden bezien of deze regeling voldoende soelaas biedt voor de problemen waar Nederlandse exporteurs tegenaan lopen. In dit kader wordt ook met het bedrijfsleven en banken gesproken. Voorts wordt bekeken hoe het MKB een betere toegang kan krijgen tot de EKV.

In 2012 is, in overleg met de Rijkscommissie voor export- import- en investeringsgaranties, gekeken hoe de EKV-faciliteit mede met het oog op de verdergaande internationalisering van het Nederlandse bedrijfsleven beter aan kan sluiten bij de behoeftes van de exporteurs door middel van flexibeler landenbeleid en een verruiming van de beperkingen ten aanzien van het Nationaal bestanddeel. Aanpassingen zullen ten dele in 2013 neerslaan.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel budgettaire gevolgen (x € 1000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

1 098 445

10 616 386

10 616 386

10 616 386

10 616 386

10 616 386

10 616 386

waarvan garantieverplichtingen:

1 087 888

10 603 780

10 603 780

10 603 780

10 603 780

10 603 780

10 603 780

Reguliere EKV

1 118 144

10 000 000

10 000 000

10 000 000

10 000 000

10 000 000

10 000 000

Investeringsverzekeringen

– 19 752

453 780

453 780

453 780

453 780

453 780

453 780

MIGA

0

150 000

150 000

150 000

150 000

150 000

150 000

Omzetpolissen

– 10 504

           
               

Uitgaven

28 657

133 106

113 106

133 106

133 106

133 106

133 106

               

waarvan juridisch verplicht

   

100%

       
               

Exportkredietverzekering

             

Schade-uitkering EKV

17 909

120 000

100 000

120 000

120 000

120 000

120 000

Schade-uitkering investeringsverzekeringen

0

500

500

500

500

500

500

Schade-uitkering MIGA

0

0

0

0

0

0

0

Schade-uitkering Omzetpolissen

90

           

Uitgaven Seno-Gom

101

           
               

Opdrachten

             

Kostenvergoeding Atradius DSB

10 557

12 606

12 606

12 606

12 606

12 606

12 606

               

Ontvangsten

141 642

312 205

128 550

99 500

83 750

82 250

82 250

Premies EKV

55 106

40 000

40 000

40 000

40 000

40 000

40 000

Premies investeringsverzekeringen

563

1 250

1 250

1 250

1 250

1 250

1 250

Premies omzetpolissen

88

           

Schaderestituties EKV

84 834

62 800

52 300

28 000

28 000

28 000

28 000

Ontvangsten Seno-Gom

551

207 655

34 500

29 750

14 000

12 500

12 500

Overige ontvangsten

500

500

500

500

500

500

500

D2. Budgetflexibiteit

De budgetflexibiliteit van de uitgaven is zeer beperkt. De geraamde schade-uitgaven hebben het karakter van een verzekering: het ontstaan en het moment van uitgave staan niet vast, maar in geval van schade is de Staat juridisch verplicht om uit te keren mits aan de polisvoorwaarden is voldaan.

E. Toelichting op de instrumenten

Exportkredietverzekering

In de begroting is een plafond van € 10 mld. opgenomen voor hoeveel de Staat jaarlijks aan nieuwe verplichtingen kan aangaan voor de exportkredietverzekering.

Via deze verzekeringen worden Nederlandse exporteurs en hun financiers gedekt voor het politieke en commerciële risico dat zij lopen bij middellange en langlopende exportcontracten naar landen met een (ver)hoog(d) risico en/of buitenlandse afnemers met een relatief hoog risicoprofiel. Dit instrument vergroot dus de mogelijkheden voor Nederlandse export.

Voor zowel de inkomsten als de schade-uitkeringen, behorende bij dit instrument, geldt dat deze worden beïnvloed door externe factoren, zoals de vraag naar exportkredietverzekeringen door exporteurs en het betaalgedrag van debiteuren in derde landen.

Tevens kan de Staat jaarlijks voor maximaal € 453 mln. aan verplichtingen aangaan voor nieuwe investeringsverzekeringen. Via deze verzekeringen worden Nederlandse bedrijven die langdurig investeren in derde landen gedekt voor het politieke risico dat zij lopen in het land. Onderstaande grafiek laat de ontwikkeling zien van het totaal door de Staat verzekerde bedrag in de afgelopen jaren: het totale uitstaande obligo. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen definitieve verzekeringen (polissen) en voorlopige verzekeringen (dekkingstoezeggingen).

Cumulatief uitstaand obligo

Cumulatief uitstaand obligo

Opdracht

Atradius Dutch State Business (ADSB) is de uitvoerder van de EKV-faciliteit. ADSB geeft in naam en voor rekening van de Staat der Nederlanden exportkrediet- en investeringsverzekeringen af. Voor de uitvoering en het beheer van de portefeuille ontvangt ADSB jaarlijks een vergoeding.

Licence