Base description which applies to whole site

2.3 De niet-beleidsartikelen

Artikel 8 Centraal Apparaat

Budgettaire gevolgen van beleid – niet beleidsartikel 8 Centraal Apparaat Kerndepartement Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting (na Nota van Wijziging, amendementen en ISB)

(1)

Stand 1ste suppletoire begroting

(2)

Mutaties 2e suppletoire begroting

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

(4)=(2+3)

Verplichtingen

236.162

245.318

– 7.627

237.691

         

Uitgaven

236.162

245.318

– 7.577

237.741

         

Personeel Kerndepartement

145.996

152.941

– 44

152.897

Eigen personeel

142.206

146.181

– 1.750

144.431

Inhuur externen

2.981

5.951

1.707

7.658

Overig personeel

809

809

– 1

808

         

Materieel Kerndepartement

90.166

92.377

– 7.533

84.844

waarvan ICT

13.168

11.941

– 831

11.110

waarvan bijdrage aan SSO's

36.285

42.978

26

43.004

waarvan overig materieel

40.713

37.458

– 6.728

30.730

         

Ontvangsten

55.903

72.422

– 7.787

64.635

Toelichting

Uitgaven en Verplichtingen (– € 7,6 mln.)

Materieel kerndepartement (– € 7,5 mln.)

Bij de materiële uitgaven is per saldo sprake van lagere uitgaven. De belangrijkste oorzaak is dat de uitgaven van Domeinen Roerende Zaken € 2,6 mln. lager zijn dan begroot door vertraging in de uitbreiding van verkoopactiviteiten voor CJIB-deurwaarders en executieverkopen voor de Belastingdienst (zie ook ontvangsten). Andere oorzaken zijn vertraging bij ICT-projecten en uitrol van de Landelijke Voorziening WOZ bij gemeenten, waardoor de uitgaven in 2016 vallen, het effect hiervan is ca. € 1,2 mln. Bij de Directoraten Generaal is vooruitgelopen op de taakstelling Rutte II, met als gevolg lagere uitgaven dan geraamd, totaal € 3,6 mln. Er is onder andere bezuinigd op uitgaven aan communicatie, buitenlandse reizen en evenementen, en (vervolg)onderzoeken.

Ontvangsten (– € 7,8 mln.)

Ontvangsten (– € 7,8 mln.)

De lagere ontvangsten hebben voor € 3,5 mln. betrekking op technische mutaties. Hierdoor worden zowel de uitgaven als ontvangsten verlaagd. Van andere departementen wordt nu budget overgeheveld in plaats van het onderling factureren van diensten. Op de uitgaven heeft dit geen effect vanwege overheveling van budget, terwijl de ontvangsten dalen.

Bij Domeinen Roerende Zaken (DRZ) zijn de ontvangsten lager dan de raming doordat de uitbreiding van de verkoopactiviteiten voor CJIB-deurwaarders en executieverkopen voor de Belastingdienst voor onbepaalde tijd zijn uitgesteld (ca. – € 2,6 mln).

Daarnaast zijn er enkele andere zaken met minder ontvangsten dan geraamd door onder andere minder uitgeleend personeel (per saldo ca. – € 1,7 mln.).

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid – niet beleidsartikel 10 Nominaal en Onvoorzien Bedragen x € 1.000
 

Stand vastgestelde begroting (na Nota van Wijziging, amendementen en ISB)

(1)

Stand 1ste suppletoire begroting

(2)

Mutaties 2e suppletoire begroting

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

(4)=(2+3)

Verplichtingen

50.043

13.716

– 13.244

472

         

Uitgaven

50.043

13.716

– 13.244

472

         

Ontvangsten

0

0

0

0

Verplichtingen en uitgaven (– € 13,2 mln.)

De mutatie wordt veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling is verdeeld over de beleidsartikelen.

Licence